Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2024

Geldend van 25-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2024

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf overeenkomstig het eerste lid, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt berekend over de vergoeding voor het verblijf die in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

  • 2. Als vergoeding wordt aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens logies aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt 7 procent van de heffingsmaatstaf.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 25,00 worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, sub b, van de Gemeentewet.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening toeristenbelasting 2023' van 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening toeristenbelasting 2024.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2023,

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

drs. M.J. Bezuijen