Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024

De raad van de gemeente Goirle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t :

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag; of

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van heffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25 onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ’Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022, of zoals laatstelijk gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. De genoemde NEN norm 2580 in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is op verzoek in te zien bij de gemeentelijke balie.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening 2024".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 12 december 2023.

de raadsgriffier,

Frits Harteveld

de voorzitter,

Mark van Stappershoef

Bijlage 1 Leges tarieventabel 2024 behorende bij de Legesverordening 2024

Indeling tarieventabel

 
 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen krijgen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10

Diversen

 
 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2

Voorfase

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7

Aanleg activiteiten

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Paragraaf 2.9

Paragraaf 2.10

Paragraaf 2.11

Paragraaf 2.12

Paragraaf 2.13

Paragraaf 2.14

Maatwerkvoorschriften

Gelijkwaardigheid

Overige tarieven

Modaliteiten

Vermindering

Teruggaaf

 
 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 3

Paragraaf 3.1

Horeca

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

Paragraaf 3.6

Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014

Paragraaf 3.7

Overige APV activiteiten

Paragraaf 3.8

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

2024

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap danwel omzetting

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een registratie van een partnerschap in een huwelijk:

 

a.

op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden

€ 316,10

b.

op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis of een bijzonder huis na kantoortijden

€ 375,65

c.

op zaterdag in het gemeentehuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden

€ 593,10

d.

op zaterdag in het gemeentehuis of een bijzonder huis na kantoortijden

€ 652,80

e.

op zondag of algemene erkende feestdagen in het gemeentehuis of een bijzonder huis tijdens kantoortijden

€ 652,80

f.

op zondag of algemene erkende feestdagen in het gemeentehuis of een bijzonder huis na kantoortijden

€ 682,50

g.

op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden

€ 416,70

h.

op een externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden

€ 476,30

i.

op een externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden

€ 693,60

j.

op een externe locatie op zaterdag na kantoortijden

€ 754,30

k.

op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen tijdens kantoortijden

€ 753,20

l.

op een externe locatie op zondag of algemene erkende feestdagen na kantoortijden

€ 783,00

m.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag tijdens kantoortijden

€ 446,50

n.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op maandag tot en met vrijdag na kantoortijden

€ 476,30

o.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag tijdens kantoortijden

€ 723,40

p.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zaterdag na kantoortijden

€ 783,00

q.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen tijdens kantoortijden

€ 783,00

r.

op een eenmalige nog aan te wijzen externe locatie op zondag of algemeen erkende feestdagen na kantoortijden

€ 812,80

s.

op maandag in het gemeentehuis (08:45 of 09:00)

Kosteloos

Artikel 1.2

Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Artikel 1.3

Gereserveerd: Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Artikel 1.4

Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 89,35

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 200,00

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 35,45

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 42,65

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 40,95

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

2024

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

2024

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11

2.

Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu.

€ 41,00

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

2.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

2024

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 7,20

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor een selectie uit de basisregistratie personen

€ 24,10

b.

voor het afgeven van een persoonslijst

€ 24,10

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 7,20

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 24,10

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

2024

Artikel 1.19

Afschriften van bestuursstukken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van rapporten, nota's, verordeningen, reglementen en dergelijke:

 

a.

bij minder dan 11 pagina's

€ 10,75

b.

bij 11 pagina's of meer

€ 10,75

c.

met voor elke pagina meer dan 11 een bedrag van:

€ 0,50

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

2024

Artikel 1.21

Plan- of kaartinformatie

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 1,25

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,50

2.

en lichtdruk van een plan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b, per dm2 lichtdruk

€ 1,50

Artikel 1.22

Informatie uit registers

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 9,75

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 1,50

c.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 9,75

Artikel 1.23

Informatie uit adressenbestanden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 17,85

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 17,85

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 17,85

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

2024

Artikel 1.24

Gereserveerd: Gemeentegarantie

 

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 9,80

c.

van een bewijs van in leven zijn

€ 7,20

d.

van een bewijs van Nederlanderschap

€ 7,20

e.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

2024

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 
 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 16,55

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,50

Artikel 1.28

Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

2024

Artikel 1.29

Gereserveerd: Huisvestingswet 2014

 

Artikel 1.30

Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 85,60

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 41,40

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 239,35

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag c.q. melding in verband met het verkrijgen van een vergunning of instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

a.

indien het werkzaamheden betreft van niet ingrijpende aard zoals omschreven in artikel 5.3 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Goirle 2012

€ 102,86

b.

indien het betreft tracés vanaf 0 m1 tot 100 m¹

€ 334,89

c.

indien het betreft tracés vanaf 100 m1 tot 250 m¹

€ 554,06

d.

indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 500 m¹

€ 782,73

e.

indien het betreft tracés vanaf 500 m1 tot en met 1500 m¹

€ 1.367,74

f.

Mocht de lengte van het tracé meer dan 1500 meter bedragen dan bedraagt het bedrag, de aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

 

2.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in artikel 1.32 lid 1 genoemde bedrag per overleg per uur verhoogd met

€ 99,65

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 42,75

b.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 100,10

c.

Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, als bedoeld in artikel 15 juncto artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw)

€ 90,55

d.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.

tot het verkrijgen van een eerste bewonersparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

Kosteloos

2.

tot het verkrijgen van een tweede bewonersparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 98,50

3.

tot het verkrijgen van een derde bewonersparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 147,80

4.

tot het verkrijgen van een vierde bewonersparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 196,90

5.

tot het verkrijgen van een eerste bedrijfsparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 98,50

6.

tot het verkrijgen van een tweede bedrijfsparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 143,80

7.

tot het verkrijgen van een derde bedrijfsparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 196,90

8.

tot het verkrijgen van een vierde bedrijfsparkeerontheffing (blauwe zone) als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

€ 246,20

9.

tot het gedurende het kalenderjaar wijzigen van een kenteken in een ontheffing als bedoeld in artikel 1.33 d lid 1, 2 en 3

€ 27,80

10.

tot het verkrijgen van een tijdelijke parkeerontheffing (blauwe zone) voor utiliteitsverkeer, als bedoeld in artikel 87 juncto 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (Stb.459)

 
 
  • 1.

    met een geldigheidsduur van een week

€ 14,15

 
  • 2.

    met een geldigheidsduur van een jaar na verlening

€ 197,00

e.

tot het plaatsen van toeristisch recreatieve bewegwijzering

€ 197,00

Artikel 1.34

Kinderopvang

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 1.747,70

b.

het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 1.747,70

c.

het bieden van een voorziening voor gastouderopvang (door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 664,65

d.

het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en al dan niet sprake is van een verkort inspectiebezoek

€ 565,45

2.

Indien de in artikel 1.36 lid 1 bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

80%

3.

Indien de in artikel 1.36 lid 1 bedoelde aanvraag op grond van artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten verdere behandeling wordt gesteld bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

80%

Paragraaf 1.10 Diversen

2024

Artikel 1.35

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 9,95

b.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,50

c.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34 sub a en b genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

 

1.

per pagina A4 formaat

€ 1,25

2.

per pagina A3 formaat

€ 1,50

3.

voor elk groter exemplaar

€ 7,15

d.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 41,40

e.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kwartier of een gedeelte daarvan

€ 12,95

f.

een digitaal bestand

€ 28,55

g.

het in artikel 1.34 sub f genoemde tarief wordt per MB gemeten in DGW formaat verhoogd met

€ 6,85

h.

Het tarief bedraagt voor de afgifte van een vervangend pasje voor de ondergrondse afvalcontainer

€ 16,90

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

2024

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

Modaliteiten: aanvullende handelingen die onderdeel kunnen zijn van de behandeling van een aanvraag en waarvoor leges in rekening kunnen worden gebracht in aanvulling op de leges voor de aangevraagde dienst.

 

4.

Heffingsgrondslag: Dit is de grondslag op basis waarvan leges worden geheven. Er worden verschillende grondslagen gebruikt, afhankelijk van het te leveren product:

 

a.

Tarief per vierkante meter, gebaseerd op de hoofdfunctie per bouwlaag van het gebouw of de uitbreiding daarvan. Er wordt uitgegaan van de bruto-vloeroppervlakte in vierkante meters, als omschreven in NEN 2580.

 

b.

Vast tarief per product, als omschreven in het van toepassing zijnde artikel.

 

c.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

Hoofdfunctie: De aard van het gebruik dat in overwegende mate plaatsvindt per bouwlaag van het gebouw of de uitbreiding daarvan. Er is slechts één hoofdfunctie mogelijk per bouwlaag.

 

6.

Totale oppervlakte: De som van de bruto-vloeroppervlaktes volgens NEN 2580 van alle bouwlagen van het gebouw of de uitbreiding daarvan

 

7.

In behandeling nemen: onder het in behandeling nemen van een aanvraag wordt verstaan het indienen van een aanvraag bij de gemeente

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

2024

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor het overleg zijnde de intaketafel (wenselijkheid initiatief):

€ 545,00

b.

voor elk volgend overleg zijnde de omgevingstafel per overleg (haalbaarheid initiatief):

€ 1.090,00

c.

per in te schakelen (externe) adviseur/ketenpartner verhoogd met:

€ 109,00

2.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

2024

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

indien het gaat om veel voorkomende bouwwerken:

 

a.

Onderkeldering per 30 m3

€ 400,55

 

De heffingsgrondslag van artikel 2.5, lid 1 onder a wordt naar boven afgerond.

 

2.

Indien het nieuwbouw betreft of het uitbreiden van een gebouw, per bouwlaag:

 

a.

indien de hoofdfunctie Wonen is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 9,81

b.

indien de hoofdfunctie Maatschappelijk of economisch is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 5,49

c.

indien de hoofdfunctie Industrie is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 5,49

d.

indien de hoofdfunctie Agrarisch is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 3,08

e.

indien de hoofdfunctie Parkeergarages is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 4,37

 

met een minimum van:

€ 371,88

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit

 

a.

indien het gaat om veel voorkomende bouwwerken:

 

1.

Gevel- en kozijnwijzigingen

€ 320,55

2.

Dakkapel

€ 512,75

3.

Bijbehorend bouwwerk van maximaal 10 m2 bruto vloeroppervlakte,

€ 416,65

 

met dien verstande dat voor het overige dan artikel 2.6 lid 1b onder 6 van toepassing is

 

4.

Erfafscheiding, hekwerk, tuinmuur

€ 160,40

5.

Onderkeldering per 30 m3

€ 400,55

6.

Zwembad per 30 m3 waterinhoud

€ 400,55

7.

Reclame uiting

€ 200,35

8.

Overkapping (waaronder een carport) van maximaal 25 m2 bruto vloeroppervlakte

€ 213,60

 

met dien verstande dat voor het overige dan artikel 2.6 lid 1b onder 6 van toepassing is

 
 

De heffingsgrondslag van artikel 2.6, lid 1 onder a wordt naar boven afgerond.

 
 

Voor de onderdelen van artikel 2.6, lid 1 onder a geldt een maximum van twee maal het betreffende tarief, met uitzondering van onderdeel 1a onder 3.

 

b.

Indien het nieuwbouw betreft of het uitbreiden van een gebouw, per bouwlaag:

 

1.

indien de hoofdfunctie Wonen is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 20,17

2.

indien de hoofdfunctie Maatschappelijk of economisch is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 20,17

3.

indien de hoofdfunctie Industrie is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 20,17

4.

indien de hoofdfunctie Agrarisch is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 11,30

5.

indien de hoofdfunctie Parkeergarages is, per m² van de totale oppervlakte van de bouwlaag:

€ 16,05

 

met een minimum van:

€ 341,17

6.

Indien het bouwactiviteiten betreft die in de voorgaande onderdelen van artikel 2.6 onder 1a of 1b niet zijn genoemd:

3,80%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 533,94

c.

Indien de leges die voortvloeien uit de artikelen 2.5 en 2.6 lid 1 onder a of b tezamen meer zijn dan € 500.000,00 dan wordt geen hoger bedrag voor de betreffende activiteiten geheven dan:

€ 500.000,00

2

voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 545,00

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4:

 

1.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 545,00

2.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:

€ 8.020,50

b.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met de tarieven zoals opgenomen in artikel 2.4:

 

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 201,20

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

2024

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Goirle 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
  • 1.

    voor het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen, herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 545,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 163,50

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Goirle 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 
 
  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 
 
  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 545,00

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

€ 545,00

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

2024

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.591,00

2.

In afwijking van 2.12 lid 1 als het gaat om een activiteit voor het installeren van een gesloten bodemenergiesysteem is een tarief verschuldigd van:

€ 1.036,40

Artikel 2.13

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.886,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 7.125,25

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 9.716,25

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

2024

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 545,00

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 545,00

Paragraaf 2.7 Aanleg activiteiten

2024

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 545,00

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 336,55

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 414,35

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

2024

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

indien de aanvraag betrekking heeft op één boom:

€ 120,25

 

per extra boom,

€ 60,10

 

tot een maximum van:

€ 1.202,05

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 545,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 545,00

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 545,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 545,00

Artikel 2.34

Andere activiteiten (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

2024

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 545,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 545,00

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij

 

a.

één maatwerkvoorschrift:

€ 2.591,00

b.

twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift:

€ 1.295,50

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet bedraagt het tarief:

€ 2.591,00

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 545,00

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

2024

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief

€ 545,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief

€ 545,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.591,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief

€ 545,00

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

2024

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 545,00

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.

In afwijking van artikel 2.40 lid 1 bedraagt het tarief indien, naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een geringe wijziging in het project:

€ 432,75

3.

In afwijking van artikel 2.40 lid 1 en 2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning

€ 163,50

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 545,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit:

€ 2.591,00

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)

 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen:

€ 8.020,50

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 109,00

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

2024

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 

met een maximum verhoging van:

€ 1.000,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 3.238,75

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.090,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.090,00

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 537,20

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 1.264,05

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 545,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 545,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 872,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 7.773,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 545,00

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de agrarische commissie:

€ 860,00

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het onderdeel a

 
 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

2024

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 
  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 
  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 
  • c.

    binnen 26 weken na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

Gereserveerd: Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

2024

Artikel 2.54

Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is een tarief verschuldigd van

€ 140,70

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

Met dien verstande dat een minimumbedrag verschuldigd blijft van

€ 203,10

Artikel 2.56a

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voordat de vergunning is verleend

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.56b

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning op initiatief van bevoegd gezag

 

1.

Teruggaaf van 100% van de leges voor de aanvraag wordt verleend indien:

 

a.

een aanvraag om omgevingsvergunning die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag, omdat die niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die het bevoegd gezag - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en

 

b.

binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg dezelfde activiteit.

 

2.

Het bepaalde in onderdeel 2.56b lid 1 is tevens van toepassing in gevallen waarin niet de gehele aanvraag wordt ingetrokken, maar de intrekking slechts betrekking heeft op één of enkele activiteiten van die aanvraag. Hierbij geldt dat, onder de voorwaarden zoals genoemd in artikel 2.56b lid 1, slechts teruggaaf plaatsvindt voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voordat de vergunning is verleend

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1 Horeca

2024

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 183,30

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 51,95

c.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de A.P.V. voor het gebruiken van de weg of een weggedeelte, anders dan overeenkomst de bestemming, voor het exploiteren van een terras

€ 103,45

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 366,70

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 61,05

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 183,30

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 122,50

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 61,05

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

2024

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 372,75

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van de in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 372,75

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

2024

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 51,35

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 51,35

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

2024

Artikel 3.6

Organiseren evenement

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een regulier evenement (A-evenement)

€ 122,50

b.

een evenement met een verhoogd risico (B-evenement) of een risico evenement (C-evenement)

€ 2.678,00

Artikel 3.7

Organiseren markt

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 122,50

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

2024

Artikel 3.8

Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Artikel 3.9

Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats in de openlucht voor de uitoefening van de handel, voorzover dit gebeurt buiten de wekelijkse markt, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 103,85

Paragraaf 3.6 Gereserveerd: Huisvestigingswet 2014

2024

Artikel 3.11

Gereserveerd: Vergunning onttrekken woonruimte

 

Artikel 3.12

Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Artikel 3.13

Gereserveerd: Gereserveerd: Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Artikel 3.14

Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Artikel 3.15

Gereserveerd: Splitsvergunning

 

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

 

Artikel 3.17

Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Paragraaf 3.7 Overige APV activiteiten

2024

Artikel 3.18

Overige APV activiteiten

 

a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

1.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de A.P.V. voor het verkopen van consumentenvuurwerk

€ 77,35

2.

een vergunning als bedoeld in artikel 4:6 van de A.P.V. voor het in werking hebben van een geluidsapparaat, (recreatie)toestel, (bouw)machine e.d. in de open lucht

€ 77,35

3.

een vergunning als bedoeld in artikel 4:15 van de A.P.V. voor het maken van handelsreclame zichtbaar vanaf de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats

€ 77,35

4.

een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de A.P.V. voor het houden van een openbare inzameling van geld of goederen e.d.:

 
 
  • *

    met een doorlopende geldigheidsduur

€ 77,35

 
  • *

    voor eenmalig gebruik

€ 51,75

5.

een ontheffing als bedoeld in artikel 5:31a lid 2 van de A.P.V voor het varen op een door het college aangewezen plas

€ 40,00

 
  • *

    met een geldigheidsduur van maximaal twee maanden

 

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

2024

Artikel 3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 183,30

De tarieventabel 2024 behoort bij raadsbesluit van 12 december 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage A behorende bij de Legesverordening 2024

Lijst van gevallen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening zijnde een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 7.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 8.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7, voor een termijn van ten hoogste vijftien jaar.