Verordening op de heffing en de invordering van rechten gemeentelijke gedenkparken Meerssen 2024

Geldend van 28-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten gemeentelijke gedenkparken Meerssen 2024

De raad van de gemeente Meerssen:

Gezien het voorstel van het college de dato 14 november 2023 strekkende tot de vaststelling van een nieuwe verordening rechten algemene gedenkparken;

Gelet op het bepaalde in artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rechten gemeentelijke gedenkparken Meerssen 2024

Artikel 1. Definities

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      gedenkparken: de gemeentelijke begraafplaats Meerssen gelegen aan de Pastoor Nicolaas Creftenstraat en de gemeentelijke begraafplaats Bunde gelegen aan het Sint Agnesplein;

    • b.

      een particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overledenen of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • d.

      keldergraf: een particulier graf met een kunststof, betonnen of gemetselde constructie die in de grond is geplaatst; keldergraven kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

    • e.

      kindergraf: een particulier graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een natuurlijk persoon beneden de 12 jaar en van levenloos geborenen;

    • f.

      dubbelgraf: twee enkele particuliere graven naast elkaar, voorheen familiegraven, die gelijktijdig worden uitgegeven en die toebehoren aan eenzelfde rechthebbende, waar plaatsing van een gezamenlijke grafbedekking is toegestaan;

    • g.

      bloemengraf: een particulier (urnen)graf waar als grafbedekking alleen de plaatsing van een tegel met afmeting 40 cm x 40 cm is toegestaan omringd door vaste planten;

    • h.

      urnengraf: een particulier urnengraf, kelderurnengraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • i.

      urnenplaats: een particuliere bovengrondse plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van asbussen in een object, urnen en kunstwerken daaronder begrepen;

    • j.

      gedenkplaats: een particuliere plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het zonder begrafenis of zonder asbestemming plaatsen van een gedenkteken om overledenen te gedenken;

    • k.

      urnennis: een algemene nis in een urnenmuur, een columbarium daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van asbussen;

    • l.

      asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • m.

      urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

    • n.

      herdenkingsboom: een boom geplant ter herinnering aan een overleden familielid of vriend/vriendin met of zonder asbestemming.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “begrafenisrechten” worden rechten geheven voor het gebruik van een begraafplaats en voor de door het gemeentebestuur verleende diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is gemeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 7. Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      Het lichten van een stoffelijk overschot of verwijderen van een asbus op rechterlijk gezag;

    • b.

      Het begraven van doodgeboren kinderen jonger dan 24 weken die met de overleden moeder gelijktijdig in één graf worden begraven.

Artikel 8. Betalingsregeling

Bij het aangaan van een overeenkomst uitgifte grafrechten en bij verlenging van grafrechten als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel kan de invorderingsambtenaar op schriftelijk verzoek van belastingplichtige een betalingsregeling op maat treffen.

Artikel 9. Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en invordering van rechten algemene begraafplaatsen in de gemeente Meerssen 2023, vastgesteld op 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening rechten gemeentelijke gedenkparken Meerssen 2024”

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Meerssen in zijn vergadering van 15 december 2023.

De griffier

De voorzitter

Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten gemeentelijke gedenkparken Meerssen 2024

Hoofdstuk 1 Algemeen

  • 1.1

    Wanneer de in deze tabel genoemde rechten betrekking hebben op stoffelijke overschotten dan wel as van kinderen, ouder dan 1 jaar doch niet ouder dan 12 jaar, worden de tarieven verminderd met 50% indien in deze tarieventabel geen bijzonder tarief ter zake is opgenomen.

  • 1.2

    Wanneer de in deze tabel genoemde rechten betrekking hebben op stoffelijke overschotten dan wel as van kinderen niet ouder dan 1 jaar, worden de tarieven verminderd met 75% indien in deze tarieventabel geen bijzonder tarief ter zake is opgenomen.

Hoofdstuk 2 Rechten voor begraven van stoffelijke overschotten, bijzetten van asbussen of verstrooien van as. Alsmede het gebruik van graven.

Hoofdstuk:

Omschrijving:

tarief

2

Voor de uitgifte van een particulier (urnen)graf en uitsluitend recht tot begraven c.q. het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende 20, 50 of 100 jaren.

Tarief

2.1

Voor de uitgifte van een 1 diep particulier (urnen)graf en gedenkplaats.

Voor een tijdsduur van 20 jaren.

€ 2200,-

2.1.1

Voor de uitgifte van een particulier kindergraf.*

Niet ouder dan 1 jaar

€ 550,-

Ouder dan 1 jaar doch niet ouder dan 12 jaar

Voor een tijdsduur van 20 jaren

€ 1100,-

2.2

Voor de uitgifte van een 2 of 3 diep particulier (urnen)graf.

Voor een tijdsduur van 20 jaren.

€ 2500,-

2.2.1

Voor het begraven van van stoffelijke overschotten in een keldergraf.

Voor een tijdsduur van 20 jaren.

€ 2200,-

2.3

Voor de uitgifte van een graf voor bijzetting van een 2e of 3e stoffelijk overschot. Het grafrecht wordt verrekend conform hoofdstuk 5.1

€ 1500,-

2.4

Het ondergronds bijzetten van de eerste asbus in een particulier urnengraf.

Voor een tijdsduur van 10 jaren.

€ 1100,-

2.5

Het bijzetten van de eerste asbus in urnennis.

Voor een tijdsduur van 10 jaren.

€ 1768,50

2.6

Het bijzetten van een urn in een bestaand graf, urnengraf/ nis. Het grafrecht wordt verrekend conform hoofdstuk 5.2

€ 200,-

2.7

Voor de uitgifte van een particulier graf en uitsluitend recht tot begraven in een graf 1 tot en met 3 diep. Voor een tijdsduur van 50 jaren.

€ 4100,-

2.8

Voor de uitgifte van een particulier graf en uitsluitend recht tot begraven in een graf 1 tot en met 3 diep.

Voor een tijdsduur van maximaal 100 jaren.

€ 7500,-

2.9

Het verstrooien van as op een particulier graf of particulier kindergraf.

€ 150,-

2.10

Het plaatsen van een gedachtenisplaatje bij het herdenkingsobject.(beschikbaar vanaf 2025)

Voor een tijdsduur van 20 jaar.

€ 550,-

2.11

Het adopteren van een herdenkingsboom voor een periode van 25 jaar. (beschikbaar vanaf 2025)

€ 2100,-

2.12

Voor het begraven c.q. bijzetten van een stoffelijk overschot wordt een recht geheven ten bedrage van

€ 757,-

2.12.1

Wanneer de begraving geschiedt op zaterdag bedraagt het recht

€1135,50

2.12.2

Wanneer de begraving geschiedt op zondag bedraagt het recht

€1514,00

2.13

Voor het graven van een extra verdieping in bestaand graf wordt een recht geheven ten bedrage van

€ 274,-

* Bijzonder tarief conform hoofdstuk 1.

Hoofdstuk 3 Verhoging buitengewone uren

  • 3.1

    De begrafeniskosten worden verhoogd met:

    • 3.1.1.

      50% indien begraving, bijzetting asbus of verstrooiing plaatsvindt buiten de door burgemeester en wethouders aangewezen gewone arbeidstijden.

    • 3.1.2.

      100% indien begraving, bijzetting asbus of verstrooiing plaatsvindt op een zondag of op een algemeen erkende feestdag.

  • 3.2

    Indien begraving of bijzetting geschiedt krachtens enige wetsbepaling of ter uitvoering van een door een bevoegde autoriteit gegeven last, vindt geen verhoging plaats.

Hoofdstuk 4 Verlengen grafrechten

Hoofdstuk:

Omschrijving:

tarief

4

Het verlengen van grafrechten m.b.t. een particulier graf, kindergraf, urnengraf of urnennis met een termijn gedurende 5,10 of 20 jaren.

Tarief

4.1

Voor het verlengen van uitsluitend recht met een termijn van 20 jaar:

Tarief

4.1.1

Particulier (urnen)graf

€ 2400,-

4.1.2

Particulier kindergraf*

Niet ouder dan 1 jaar

€ 600,-

Ouder dan 1 jaar doch niet ouder dan 12 jaar

€ 1800,-

4.1.3

Particulier urnennis

€ 3537,-

4.1.4

Verlengen gedachtenisplaatje op herdenkingsobject.

€ 300,-

4.1.5

Wanneer lijken worden bijgezet in oude, voor onbepaalde tijd uitgegeven graven, is daarvoor een tarief verschuldigd per lijk.

€ 3.509,-

4.1.6

Verlengen termijn Herdenkingsboom

€ 2100,-

 

 

4.2

Voor het verlengen van uitsluitend recht met een termijn van 10 jaar:

Tarief

4.2.1

Particulier (urnen)graf

€ 1200,-

4.2.2

Particulier kindergraf*

Niet ouder dan 1 jaar

€ 300,-

Ouder dan 1 jaar doch niet ouder dan 12 jaar

€900,-

4.2.3

Particulier urnennis

€1768,50

4.2.4

Verlengen gedachtenisplaatje op herdenkingsobject.

€ 150,-

4.2.5

Verlengen termijn herdenkingsboom

€ 1050,-

 

 

4.3

Voor het verlengen van uitsluitend recht met een termijn van 5 jaar:

Tarief

4.3.1

Particulier (urnen)graf

€ 600,-

4.3.2

Particulier kindergraf*

Niet ouder dan 1 jaar

€ 150,-

Ouder dan 1 jaar doch niet ouder dan 12 jaar

€ 450,-

4.3.3

Particulier urnennis

€884,25-

4.3.4

Verlengen gedachtenisplaatje op herdenkingsmonument.

€ 75,-

 

* Bijzonder tarief conform hoofdstuk 1

 

Hoofdstuk 5 Bijhuren in verband met bijzetten

  • 5.1

    Indien de begraving in een graf van het tweede respectievelijk derde stoffelijk overschot plaatsvindt op een tijdstip gelegen binnen 10 jaren voor het einde van de oorspronkelijke termijn, wordt deze termijn verlengd tot 10 jaren vanaf de laatste bijzetting. Met betrekking tot deze verlenging wordt een gedeelte geheven van het recht, vermeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1, evenredig aan de termijn gelegen tussen het einde van de oorspronkelijke termijn en het einde van de in verband met de laatste bijzetting verlengde termijn.

  • 5.2

    Indien een asbus wordt bijgezet op een tijdstip binnen 10 jaren voor het einde van de oorspronkelijke termijn wordt deze termijn verlengd tot 10 jaar vanaf de laatste bijzetting. Met betrekking tot deze verlenging wordt een gedeelte van het in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1 vermelde recht geheven, berekend over de termijn vanaf het einde van de oorspronkelijke termijn tot het einde van de termijn van de bij te zetten asbus.

  • 5.3

    Indien een koopgraf wordt omgezet in een huurgraf, dan is het recht genoemd in onderdeel 4.1 van toepassing.

Hoofdstuk 6 Rechten plaatsen graftekens.

Hoofdstuk:

Omschrijving:

Tarief

6

Rechten plaatsen graftekens

 

6.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben, plaatsen of vernieuwen van een grafbedekking in de vorm van een gedenkteken zoals bedoeld in de vigerende “Beheerverordening gedenkparken Meerssen 2024” wordt geheven:

€ 125,-

6.2

Voor een gedenkteken op een particulier graf, particulier kindergraf of een particulier urnengraf.

€ 125,-

Hoofdstuk 7 Lichten

Hoofdstuk:

Omschrijving:

Tarief

7

Lichten, herbegraven, terugplaatsen van een stoffelijk overschot of asbus:

Tarief

7.1

Voor het lichten van een stoffelijk overschot binnen de grafrusttermijn van 10 jaren (in geval van herbegraven in hetzelfde graf, overbrenging naar een ander graf op een andere begraafplaats of crematorium wordt geheven

.

€ 2.500,-

7.1.1

Het tarief 7.1 wordt verhoogd met 50%, indien de overbrenging plaats vindt binnen de tijd van twee jaren na het overlijden

50%

7.2

Voor het lichten van een stoffelijk overschot na de grafrusttermijn (in geval van herbegraven in een ander graf of overbrenging naar een ander graf op een andere begraafplaats of crematorium binnen de gemeente Meerssen) wordt geheven

€ 2.000,00

7.3

Voor het lichten en herbegraven van een stoffelijk overschot na de grafrusttermijn in hetzelfde graf.

€ 670,00

7.4

Voor het lichten van een asbus uit een urnennis

€ 145,00

7.5

Voor het lichten (ondergronds) van een asbus uit een particulier graf, particulier kindergraf of particulier urnengraf

€ 217,00

7.6

Voor het lichten (bovengronds) van een asbus op een particulier graf of particulier kindergraf

€ 145,00

7.7

Indien een stoffelijk overschot of asbus uit een graf wordt overgebracht naar een andere graf en het ontruimde graf ter beschikking van de gemeente komt, wordt het volgens hoofdstuk 4 verschuldigde recht geheven voor het nieuwe graf verminderd met een aan het nog resterende deel van de termijn evenredig gedeelte van het ten tijde van de overbrenging geldende recht voor het vrijkomende graf.

 
 

 

Hoofdstuk 8 Reserveren grafruimte

8.0

Het is mogelijk om een vrijgekomen particulier graf, particulier urnengraf en urnennis bij leven te reserveren als dit voor de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is. Tarief 50% van jaartarief grafhuur.

Bedrag

8.1

Particulier graf, per 5 jaar

€ 300,-

8.2

Particulier urnennis, per 5 jaar

€ 312,50

 

Bij de eerste begraving of bijzetting vervalt de reservering en gelden de regels en tarieven voor een particulier graf, particulier urnengraf of urnennis.

 

Hoofdstuk 9 Vervallen van het recht

Indien binnen een termijn van één jaar na het overlijden van een rechthebbende van een graf, geen aanvraag is gedaan tot overboeking van het recht, als bedoeld in de “Beheerverordening gemeentelijke gedenkparken gemeente Meerssen 2024, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen.

Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Meerssen van 15 december 2023.

Mij bekend de

De griffier

TOELICHTING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN GEMEENTELIJKE GEDENKPARKEN 2024 MEERSSEN

A Algemeen

1. Wettelijke basis

De verordening grafrechten is gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging. Zij is ook afgestemd op de beheerverordening gemeentelijke gedenkparken gemeente Meerssen 2024 en de daarbij behorende nadere regels.

De tekst van hogere wettelijke regelingen is waar nodig voor de duidelijkheid overgenomen.

2. Gemeente Meerssen

Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vindt het vaststellen van tarieven plaats op basis van kostenonderbouwing en correcties op basis van marktwerking, namelijk tariefvergelijking met andere regionale aanbieders van lijkbezorgingsdiensten.

Gangbaar is om in het verleden op basis van een ingeschatte kostenonderbouwing vastgestelde tarieven jaarlijks te indexeren. In deze verordening wordt daarvan bij een aantal tarieven afgeweken, waaronder de grafrechten. Deze zijn vastgesteld op basis van ontwikkelingen in de markt. Het aantal begravingen is in de afgelopen jaren namelijk sterk gedaald, mede als gevolg van de als te hoog ervaren tarieven in vergelijking met cremeren.

Door verlaging van deze tarieven wordt begraven voor mensen weer aantrekkelijk en Betaalbaar. Gezien de trend van daling van het aantal begrafenissen en een toename van het aantal Crematies en natuurbegravingen is een marktconforme vaststelling van de tarieven voor 2024 zeer te rechtvaardigen.

Met uitbreiding en verbreding van de dienstverlening (meer keuzemogelijkheden) worden ook nieuwe tarieven vastgesteld die geen vergelijkingsgronden hebben met eerdere verordeningen. Vanuit het belang van de inwoners en vanuit gemeentelijk financieel belang wordt gekozen voor tariefdifferentiatie, begraven voor alle inwoners betaalbaar te houden, ook voor inwoners met een kleinere beurs en gelijktijdig om begraven te laten concurreren met cremeren en voldoende inkomsten te genereren voor de exploitatie van de gedenkparken. Voor de begroting is het van belang dat kortere uitgiftetermijnen (en dus lagere inkomsten) gecompenseerd worden met langere termijnen. Langere termijnen sluiten ook aan bij de belangen en wensen van de inwoners en nieuwe trends met betrekking tot zaken zelf bij leven te willen regelen en het ontlasten van nabestaanden met betrekking tot onderhoud en kosten. Vaak is er bij overlijden een uitvaartverzekering of erfenis aanwezig waar de uitvaartkosten uit betaald kunnen worden, ook langere graftermijnen. Bij verlenging van kortere graftermijnen is dit vaak niet meer het geval. Door de begraafplaatsen te exploiteren als gedenkparken met meerdere functies hoeven niet alle kosten meer gedekt te worden door de inkomsten van begraven, grafrechten en asbestemmingen.

B Artikelsgewijze toelichting

Aanhef

De lijkbezorgingsrechten worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet.

De verschillende rechten dragen zowel kenmerken van gebruik- als genotsretributies in zich en op sommige punten hebben de rechten kenmerken van leges (overigens een begrip dat vanaf de inwerkingtreding van de Wet materiële belastingbepalingen niet meer in de Gemeentewet voorkomt). Gebruiksretributies worden geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, -inrichtingen of -werken. Enkele voorbeelden zijn: het gebruik van de aula, urnenmuren, etc. Genotsretributies zijn rechten ter zake van het genot van door of vanwege de gemeente verleende diensten. Op grond van de bij de verordening grafrechten behorende tarieventabel kan bijvoorbeeld voor de volgende diensten worden geheven: lijkschouwing, begraven, bijzetten asbussen, et cetera.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1. De begripsomschrijvingen zijn identiek aan de omschrijving van gelijkluidende begrippen in de beheerverordening gemeentelijke gedenkparken gemeente Meerssen 2022. Dat is van belang voor een eenduidige uitleg van beide verordeningen. Omdat de verordening op meer dan één gedenkpark van toepassing kunnen zijn, worden alle gedenkparken in de verordening afzonderlijk genoemd.

Artikel 2 Belastbaar feit

De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor rechten worden geheven. Er is voor gekozen om in artikel 2 een zeer algemene omschrijving van het belastbaar feit op te nemen. Naast deze algemene omschrijving is voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit opgenomen in de tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.

Aannemelijk is dat de aanvrager van het gebruik van het gedenkpark en van de diensten, verleend bij het begraven of het bestemmen van as, belastingplichtig is. De kring van belastingplichtigen omvat onder meer de erfgenamen, andere nabestaanden en rechtspersoonlijkheden, welke zich, behoudens vrijstelling ter zake, belasten met lijkbezorging.

Ten tweede is er de belastingplicht voor rechten voor het gebruik van het gedenkpark en de diensten verleend na de voltooiing van de begrafenis. Dit betreft de grafrechten en gebruiksrechten van graven, gedenkplaatsen, urnennissen en urnenplaatsen, alsmede de vergunningverlening voor grafbedekkingen en grafkelders.

Ten derde zijn er de lijkschouwingsrechten. De wetgever bepaalt dat de belanghebbende lijkschouwing kan vragen. Deze belanghebbende dient als belastingplichtige te worden aangemerkt, omdat hij degene is die de lijkschouwing heeft aangevraagd. Onder de huidige Wet op de lijkbezorging komt het schouwen van lijken door de gemeentelijke lijkschouwer op verzoek van belanghebbenden overigens slechts zeer sporadisch voor. Bij de andere rechten die op basis van artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet kunnen worden geheven, dient eveneens de aanvrager als belastingplichtige te worden aangemerkt.

Bij het aanwijzen van de belastingplichtige kan zich geen keuzesituatie voordoen. In verband hiermee is het stellen van beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige niet nodig.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Algemeen

Zie voor een toelichting de verordeningen gemeentelijke belastingen.

Tarieventabel

Voor de maatstaf van heffing en de belastingtarieven wordt verwezen naar de tarieventabel. De reden waarom voor een tarieventabel is gekozen is gelegen in het feit dat de diensten waarvoor een gemeente begrafenisrechten heft overzichtelijker worden weergegeven en eenvoudiger gecommuniceerd kunnen worden.

Lijkbezorging op kosten van de gemeente

In artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging is bepaald dat indien niemand voorziet in de lijkschouwing en lijkbezorging, de burgemeester daarvoor zorgdraagt. De kosten daarvan komen als gevolg van artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging ten laste van de gemeente. De gemeente heeft verschillende mogelijkheden om deze kosten te dekken. Zij kan de opbrengst van de goederen die bij een overledenen worden aangetroffen hiervoor aanwenden. Zij heeft ook de mogelijkheid om de kosten te verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid van deze, op de bloed- en aanverwanten die op grond van de artikelen 392-396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest. Soms kan op grond van artikel 416 van het Wetboek van Koophandel bij uit zee opgehaalde of aangespoelde lijken verhaal op een reder plaatsvinden. Paragraaf 6.5 van de Wet werk en bijstand is voor zover mogelijk met betrekking tot het kostenverhaal van overeenkomstige toepassing.

Voor de gemeente Meerssen is het Sociale Domein de verantwoordelijke opdrachtgever en is daarmee ook de betalingsplichtige voor de uitvaart, inclusief de begraafkosten. Lijkbezorging op kosten van de gemeente zal plaats vinden in een algemeen graf.

Tariefdifferentiatie

Sinds 1 januari 1995 hebben gemeenten meer vrijheid bij de keuze van de maatstaf van heffing en is de jurisprudentie dat de heffing zich moet richten naar het gebruik of genot in beginsel niet meer van toepassing (inwerkingtreding van de Wet materiële belastingbepalingen). De jurisprudentie die betrekking heeft op de oude wetgeving is geheel in lijn met de overige jurisprudentie op dit terrein. Zo heeft de Hoge Raad beslist dat tariefdifferentiatie in het recht voor het algemene onderhoud van de begraafplaats slechts is toegestaan als er sprake is van verschil in genot bij dat onderhoud. Een tariefdifferentiatie voor het algemene onderhoud van de begraafplaats tussen algemene graven en particuliere graven kan volgens de Hoge Raad alleen als de infrastructuur rond de eigen (particuliere) graven uitgebreider is dan rond de algemene graven (Hoge Raad 7 mei 1997, nr. 31 920, Belastingblad 1997, blz. 451).

De Hoge Raad zet deze lijn voort in zijn uitspraak van 28 februari 2003, nr. 37 716, Belastingblad 2003, blz. 462 (Zaanstad), hoewel die betrekking heeft op de wetgeving na 1 januari 1995. In dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat een verschil in tarief voor algemeen onderhoud van de begraafplaats tussen particuliere graven en algemene graven alleen geoorloofd is als er een rechtvaardigingsgrond is. Na verwijzing oordeelt Hof Den Haag dat aanleiding voor een tariefdifferentiatie bijvoorbeeld kan zijn dat de infrastructuur van de begraafplaats bij eigen (particuliere) graven uitgebreider is dan bij algemene graven. Op de Algemene begraafplaats van Zaandam is dit echter niet het geval. Het Hof oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De tarieven voor eigen (particuliere) graven zijn onverbindend voor zover de in de tarieven begrepen component voor het algemene onderhoud de in de tarieven voor de algemene graven begrepen component voor het algemene onderhoud overtreffen. (Hof ‘s-Gravenhage 10 december 2003, nr. 03/00687, LJN: AO1414). Daarmee wijkt de Hoge Raad af van uitspraken over andere heffingen (zie bijv. Hoge Raad 25 oktober 2002, nr. 36 638, LJN: AD8499, over rioolrechten). Bedacht moet echter worden dat ook onder de nieuwe wetgeving een tariefdifferentiatie gemotiveerd moet worden (verbod van willekeur).

Met betrekking tot de verordening lijkbezorgingsrechten van de gemeente Grootegast heeft het Hof Leeuwarden beslist dat voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van een grafsteen geen gedifferentieerd tarief mag worden geheven, afhankelijk van de aanschafprijs van die steen (Hof Leeuwarden 4 september 1992, nr. 968/90, Belastingblad 1993, blz. 114).

De gemeente Meerssen verwerkt de kosten voor de afhandeling van meldingen voor gedenktekens in de begraafkosten.

Kostendekkendheid

Op grond van artikel 229b Gemeentewet mag de verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen niet meer dan kostendekkend zijn. Een opbrengstoverschrijding leidt echter niet zonder meer tot onverbindendheid van de verordening. Zie daarvoor Hoge Raad 3 november 1999, nr. 34616, LJN: AA2917, VNG-45, Belastingblad 2000, blz. 15) en Hoge Raad 10 april 2009, nr. 43747, LJN: BC3691, VNG-2977.

Gemeenten zijn bevoegd om voor begraafplaatsen te werken met reserves en voorzieningen omdat de inkomsten en kosten jaarlijks kunnen verschillen. In de lijkbezorging heeft het meerjarig kostenperspectief een extra dimensie. Uitsluitende rechten worden voor tientallen jaren gevestigd en onderhoudsrechten kunnen voor meerdere jaren worden afgekocht. Theoretisch zouden deze inkomsten toegevoegd dienen te worden aan de voorziening in het jaar van ontvangst en jaarlijkse onttrekkingen in latere jaren. Bij veel gemeenten zijn geen voorzieningen gevormd en ontstaan er nu problemen door een daling van het aantal begravingen en de daarmee gepaard gaande vermindering van inkomsten. Werden voorheen de jaarlijkse kosten gedekt door de inkomsten, nu zijn de inkomsten veelal minder dan de jaarlijkse kosten. Dit is voor de gemeente Meerssen de aanleiding om het principe

van kostendekkendheid los te laten en begraafplaatsen te transformeren tot gedenkparken met meerdere functies.

Tarieven

Als vertrekpunt is genomen de bestaande tarieven van 2023. Op basis van vergelijkingen met gemeenten in de regio en de landelijke asbestemmingstarieven zijn deze tarieven opnieuw vastgesteld.

Artikel 5 Wijze van heffing

In artikel 233 Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke belastingen kunnen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte en op andere wijze. Alle in deze verordening genoemde diensten van de gemeente Meerssen worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Termijnen van betaling

Gemeenten zijn vrij om zelf een termijnenregeling in de verordening op te nemen. De gemeente Meerssen biedt geen termijnregeling aan.

Wel informeert de gemeente vooraf zowel schriftelijk als mondeling belanghebbenden over de mogelijkheid van het treffen van een betalingsregeling op maat indien men mogelijk betalingsproblemen voorziet bij het aangaan van de overeenkomst betreffende grafrechten.

Artikel 7. Vrijstellingen 

Vermeld in welke gevallen geen rechten worden geheven.

Artikel 8. Betalingsregeling 

De gemeente informeert vooraf zowel schriftelijk als mondeling belanghebbenden over de mogelijkheid dat een betalingsregeling op maat kan worden getroffen indien men mogelijk betalingsproblemen voorziet.

Artikel 9 Overgangsrecht

Vermeld dat de oude verordeningen worden ingetrokken.

Vermeld dat belastbare feiten uit de oude verordening van kracht blijven.

Artikel 10 Inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding wordt vermeld.

Artikel 11 Citeertitel

Vermeld de citeertitel van de verordening.

C Toelichting op de tarieventabel

Algemeen

De gemeente Meerssen kiest voor marktconforme tarieven. De begraaftarieven zijn berekend op basis van kostenonderbouwing.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Bijzondere tarieven kinderen niet ouder dan 1 jaar en ouder dan 1 jaar en niet ouder dan 12 jaar.

Hoofdstuk 2 Rechten voor begraven van overledenen, bijzetten van asbussen of verstrooien van as.

n dit hoofdstuk zijn regelingen opgenomen voor het begraven van overledenen en het bestemmen van as. De gemeente Meerssen kiest voor een basispakket waarin minimale activiteiten voor een kwalitatief goede dienstverlening integraal zijn meegenomen. In de begraafkosten en de bijzettingskosten zijn meegenomen het uitzoeken van een graf, open en sluiten van het graf of nis, administratieve handelingen, aanwezigheid tijdens de begrafenis, afhandeling vergunningsmelding grafbedekking en het ruimen van het graf of nis na afloop van de termijn. Voor het begraven op buitengewone uren is een apart tarief opgenomen. De buitengewone uren worden vermeld in de nadere regels van de beheerverordening. In de tarieventabel zijn ook aparte tarieven opgenomen voor het begraven van kinderen, voor kinderen tot één jaar (75% reductie), voor kinderen niet ouder dan 12 jaar (50% reductie).Gemeenten hoeven hier echter geen onderscheid in te maken.

In dit hoofdstuk is een regeling opgenomen voor het verlenen van grafrechten voor (urnen-) graven, urnenplaatsen, urnennissen en particuliere gedenkplaatsen. Een recht op een graf kan ingevolge artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging gevestigd worden voor de tijd van minstens 10 jaren. Een voor bepaalde tijd verleend uitsluitend recht op een graf kan worden verlengd. De uitgifte- en verlengingstermijnen zijn afgestemd op de beheerverordening gemeentelijke gedenkparken gemeente Meerssen 2024. Het verlenen van het recht om met uitsluiting van andere overledenen in een bepaald graf te begraven en begraven te houden is de belaste dienst en niet het begraven zelf. De kosten van het onderhoud van de algemene voorzieningen van de begraafplaats mogen in aanmerking worden genomen voor de heffing van onderhoudsrechten. De gemeente Meerssen kiest voor verwerking van de kosten voor algemeen onderhoud in de tarieven voor het grafrecht.

Het is volgens de Hoge Raad niet mogelijk om voor het algemene onderhoud aan de begraafplaats alleen te heffen bij ‘eigen’ graven en niet bij algemene graven. Het karakter van het grafrecht laat een differentiatie in het tarief voor het algemene onderhoud van de begraafplaats slechts toe indien die differentiatie zich richt naar het genot dat een rechthebbende tot een graf heeft van dit onderhoud (Hoge Raad 28 februari 2003, nr. 37716, LJN: AF5108, VN 2003/15.31). Dit arrest wijkt af van de uitspraak van de Hoge Raad van 25 oktober 2002, nr. 36638, LJN: AD8499, Belastingblad 2002, blz. 1226 (Spijkenisse), betreffende rioolrecht. Daarin heeft de Hoge Raad beslist dat het karakter van een retributie zich niet verzet tegen een differentiatie van het tarief anders dan naar het genot.

De Wet op de lijkbezorging noemt niet met zoveel woorden de mogelijkheid om een uitsluitend recht te vestigen op de ruimte waar een asbus is bijgezet of de plaats waarop as wordt verstrooid. Omdat het vestigen van een recht op een urnengraf, urnennis of verstrooiingsplaats niet wettelijk is geregeld, gelden er ook geen eisen voor wat betreft de uitgiftetermijn van een dergelijk recht. Een gemeente kan hiervoor zelf een termijn stellen. Op grond van artikel 66 van de Wet op de lijkbezorging mag een asbus zonder toestemming van de rechthebbenden pas na tien jaar worden verstrooid. In de beheerverordening is geregeld dat de rechthebbende automatisch toestemming verleend. Het bijzetten van een asbus of een urn is een apart in de tabel opgenomen dienst. Na de crematie kunnen de stoffelijke resten ook worden verstrooid. Daarvoor zijn eveneens tarieven opgenomen.

Na de crematie wordt de as geborgen in een bus. Artikel 59, eerste lid van de Wet op de lijkbezorging bepaalt dat de as niet eerder dan na één maand nadat zij in een bus is geborgen, kan worden verstrooid. Verstrooiing kan plaatsvinden door of in opdracht van de houder van de begraafplaats gebeurt op een permanent daartoe bestemd terrein (artikel 66a Wet op de lijkbezorging).

Hoofdstuk 3 Verhoging buitengewone uren

Begrafeniskosten worden verhoogd buiten de door de burgemeester en wethouders aangewezen gewone arbeidstijden.

Hoofdstuk 4 Verlengen grafrechten

Vermeld worden de tarieven voor het verlengen van grafrechten met een termijn gedurende 5,10 of 20 jaar.

Hoofdstuk 5 Verrekening vanaf laatste bijzetting

Vermeld de methode van verrekening grafrechten indien begraving of bijzetting binnen 10 jaar voor het einde van de oorspronkelijke termijn plaatsvindt.

Hoofdstuk 6 Rechten plaatsen graftekens

Aan de afhandeling van vergunningaanvragen zijn kosten verbonden.

Hoofdstuk 7 Lichten

Algemeen

In dit hoofdstuk is een regeling opgenomen voor het opgraven van een overledene.

Opgraven (en weer opnieuw begraven)

Ingeval van een opgraving en overbrenging naar een ander graf op dezelfde of op een andere begraafplaats of crematorium wordt gebruik gemaakt van een gespecialiseerd bedrijf.Voor opgraven en later weer begraven op een gemeentelijk gedenkpark van de gemeente Meerssen worden de gangbare begraafkosten in rekening gebracht. Het opgraven en verwijderen van een asbus/urn geschiedt door de medewerkers van de gedenkparken. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

Samenvoegen van overledenen in hetzelfde graf In het tarief voor samenvoegen zijn alle kosten meegenomen voor de samenvoeging, waaronder administratieve handelingen, openen graf, verzamelen en scheiden van resten, samenvoegen van menselijke resten, afvoer van niet-menselijke resten, sluiting graf en toezicht houden op de werkzaamheden bij inschakeling van een gespecialiseerd bedrijf.

Hoofdstuk 8 Reserveren grafruimte

Reserveren van een voorkeursgrafplek, -urnengraf of -urnenplaats

De gemeente Meerssen biedt de mogelijkheid om tegen een vergoeding bij leven al een voorkeursplek voor begraving of asbestemming te reserveren zonder dat de grafrechten direct ingaan en betaald moeten worden. De uitgiftetermijn voor een reservering is vastgesteld op 5 jaar. Op het moment van begraving gaat het grafrecht in en vervalt het reserveringsrecht. Er vindt geen terugbetaling plaats van het evenredige deel van de resterende jaren van de reservering.

Overschrijven van een particulier (urnen-)graf, particuliere urnenplaats, particuliere urnennis of particuliere gedenkplaats

De gemeente Meerssen heft voor het overboeken van een particulier grafrecht op een andere persoon en bij het inschrijven van een nieuwe rechthebbende bij het overlijden van de geregistreerde rechthebbende in een daartoe bestemd register geen rechten. Particuliere graven zijn graven waarvoor op grond van artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging het uitsluitend recht is verleend.

Wat over het inschrijven of overboeken van particuliere graven is opgemerkt geldt tevens voor het inschrijven of overboeken van particuliere urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen.

Lijkschouwing

De gemeente kan voor het schouwen van overledenen rechten heffen. De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders gelegenheid moet bieden voor het schouwen van overledenen. Zij benoemt daartoe een of meerdere gemeentelijke lijkschouwers. Bij het vermoeden van een niet-natuurlijke dood moet de behandelende arts dit doorgeven aan de gemeentelijke lijkschouwer. Indien geen behandelende arts aanwezig is, treedt altijd de gemeentelijke lijkschouwer op. Hof Arnhem vindt dat bij lijkschouwing door een gemeentelijke lijkschouwer, gelet op de wettelijke bepalingen, geen sprake is van dienstverlening waarvoor een recht (leges) kan worden geheven. In het betreffende geval ging het om lijkschouwing bij euthanasie. Het hof vindt het individuele belang bij de lijkschouwing slechts bijkomstig. Het algemene belang treedt op de voorgrond (Hof Arnhem 24 januari 2006, nr. 04/01076, LJN: AV2207). Lang niet in alle gevallen waarin een gemeentelijke lijkschouwer optreedt is sprake is van dienstverlening, bijvoorbeeld (ook) niet als de lijkschouwing gebeurt op rechterlijk gezag. Er kunnen zich echter gevallen voordoen, waarin het individuele belang wel op de voorgrond treedt. Daarom is de bepaling gehandhaafd, temeer daar uit de wetsgeschiedenis blijkt dat gemeenten hiervoor een recht kunnen heffen (Kamerstukken II 1975/76, nr. 6, blz. 5; artikel 29o van de oude Wet op de lijkbezorging, en Kamerstukken II 2007/08, 30696, nr. 9, pag. 20, waar staat: ‘Reeds op basis van de huidige wet is het voor nabestaanden mogelijk om een lijkschouw en identificatie te verzoeken. De kosten komen voor rekening van de nabestaanden. Het wetsvoorstel brengt hierin geen verandering.

Hoofdstuk 8 Vervallen van het recht

Indien binnen een termijn van één jaar na het overlijden van een rechthebbende van een graf, geen aanvraag is gedaan tot overboeking van het recht , als bedoeld in de ' Beheerverordening gedenkparken Meerssen 2024", zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen.