Regeling vervalt per 01-01-2025

Verordening op de heffing en de invordering van Leges Kaag en Braassem 2024

Geldend van 06-05-2024 t/m 31-12-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Leges Kaag en Braassem 2024

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet; en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES KAAG EN BRAASSEM 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van 7 dagen;

  • c.

    maand: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n – 1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n – 1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand is

  • d.

    jaar: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n – 1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • c.

      het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

    • d.

      het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van stukken, vereist voor de uitbetaling van pensioenen, gagementen, wachtgelden en lijfrenten;

    • e.

      het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 en titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, inclusief de van een aanvraag deel uitmakende aanvragen voor vergunningen/ ontheffingen zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet, de Zondagswet, de Wet op de Kansspelen, de Brandbeveiligingsverordening, etc. Deze vrijstelling betreft alleen een aanvraag om een vergunning gedaan door in de gemeente gevestigde non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij deze activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers zonder dat gebruik wordt gemaakt van de medewerking door een zakelijk/commercieel bedrijf. Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.1.4 van de tarieventabel valt niet onder de vrijstelling als bedoeld in dit lid;

    • f.

      het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingediend door een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem;

    • g.

      de stukken en legalisaties van handtekeningen betreffende militaire zaken;

    • h.

      de stukken en inlichtingen, door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in het openbare belang verzocht, met uitzondering van die in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel;

    • i.

      de stukken en inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

    • j.

      het verstrekken van openbare stukken aan de pers behalve in de gevallen als bedoeld in de onderdelen 1.1.4 en 1.1.7 van de tarieventabel;

    • k.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in de Huisvestingswet ten behoeve van:

      • degenen, die door de overheid worden verplicht woongelegenheid te ontruimen

        of na de opheffing van zodanige maatregelen hun vroegere woongelegenheid weer te betrekken;

      • ongehuwde kinderen, die in de ouderlijke woning als hoofdbewoner terugkeren.

  • 2. In afwijking van het gestelde onder het 1e lid, c tot en met e, worden de kosten van derden wel doorberekend aan de aanvrager.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Daar waar in de tarieventabel wordt gesproken over een wettelijk tarief treedt bij wijziging van het wettelijk tarief het alsdan gewijzigde tarief in de plaats van het in de tarieventabel vermelde bedrag.

  • 4. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. De heffingsambtenaar kan in de gevallen genoemd in het vorige lid onder b bepalen, dat een voorlopig bedrag wordt betaald. Het bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag dat vermoedelijk aan leges is verschuldigd.

  • 4. Het voorlopig betaalde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde leges.

  • 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 2.

      hoofdstuk 4 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.2.3.1. (verklaring omtrent gedrag);

    • 4.

      hoofdstuk 5 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart););

    • 5.

      hoofdstuk 6 (Kansspelen)

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De "Legesverordening 2023", vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 19 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2024".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 18 december 2023.

de griffier,

T.P. Scherpenzeel

de voorzitter,

A. Heijstee-Bolt

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2024

Tarief

Titel 1 Algemene Dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.1.1.1

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

59,30

1.1.2.

fotokopieën, dan wel gescande opnamen in diverse formaten, van openbare stukken, voor zover niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina,

 

1.1.2.1.

afdrukken op A4 formaat

0,70

1.1.2.2

afdrukken op afwijkend formaat

1,25

1.1.3.

waarmerken van door de belanghebbende zelf overgelegde stukken, per pagina

14,75

1.1.4.1

stukken of uittreksels, die op aanvraag moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

19,35

1.1.4.2.

documenten op aanvraag die moeten worden geanonimiseerd met het oog op de privacy tot en met 10 pagina’s

27,50

1.1.4.3

en voor elke volgende 10 pagina’s of een deel daarvan

1,10

1.1.5.

een uittreksel, verklaring of anderszins op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb)

12,70

1.1.6.

Voor het mondeling of telefonisch verstrekken van inlichtingen uit hiervoor genoemde stukken wordt het recht van inzage geheven, per kwartier

23,85

1.1.7.

gegevens uit het gemeente- of streekarchief waarvoor door of vanwege de gemeente nasporing moet worden gedaan, ongeacht het resultaat, naar de in het gemeente- of streekarchief berustende stukken door een ambtenaar, per kwartier of gedeelte daarvan

23,85

1.1.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.1.8.1.

Voor het legaliseren van een handtekening, per handtekening

9,70

1.1.8.2.

Voor het legaliseren van een foto, per foto

9,70

1.1.9.

Het tarief bedraagt van een op aanvraag opgemaakte bevestiging dat een initiatief vergunningvrij kan worden gebouwd

55,00

1.1.10,

De kosten van derden en van wettelijke publicaties worden voor 100% doorberekend voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

Hoofdstuk 2 Basisregistratie personen

 

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

 

1.2.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.2.1.1.

voor elke inlichting met beperkte inhoud (naam, geboortedatum, -plaats en adres)

7,10

1.2.1.2.

voor elke uitvoerige inlichting (meer dan beperkte inhoud)

14,20

1.2.1.3.

van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personenbasisregistratie personen, betrekking hebbend op een persoon

12,15

1.2.1.4.

van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen, betrekking hebbend op een gezin

12,15

 

Voor de toepassing van onderdeel 1.2.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen.

 

1.2.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

7,45

1.2.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.2.3.1.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (wettelijk bedrag)

 

1.2.3.2.

een bewijs van Nederlanderschap, niet bedoeld als reispapier

12,15

1.2.4.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

24,00

1.2.5.

Indien, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens of ten gevolge van de gegevens op grond waarvan een aanvraag tot het verstrekken van een of meer gegevens wordt gedaan, een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande paragrafen, voor ieder daaraan besteed kwartier

24,00

1.2.6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht, als bedoeld in artikel 35 en 40 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), per pagina

0,40

1.2.6.1.

met een maximum van

6,15

1.2.6.2.

Indien meer dan 100 pagina's dan wel indien het bericht bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verstrekking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking bedraagt het tarief

50,85

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand en burgerzaken

1.3.1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:

 

1.3.1.1.

maandag om 08.30 en om 09.00 uur

kosteloos

1.3.1.2.

maandag van 09.30 uur tot 17.00 uur

428,45

1.3.1.3.

dinsdag van 11.30 uur tot 17.00 uur

428,45

1.3.1.4.

woensdag van 9.00 uur tot 17.00 uur

428,45

1.3.1.5.

donderdag van 11.30 uur tot 17.00 uur

428,45

1.3.1.6.

vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur

428,45

1.3.1.7.

vrijdag van 12.00 uur tot 17.00 uur

582,85

1.3.1.8.

zaterdag van 9.00 uur tot 17.00 uur

762,50

1.3.2

Het tarief voor de voltrekking van een zgn. flitshuwelijk/geregistreerd partnerschap bedraagt

 

1.3.2.1.

op dinsdag om 10.30 uur en 11.00 uur

178,45

1.3.2.2.

op donderdag om 10.30 uur en 11.00 uur

178,45

1.3.3.

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap als genoemd onder 1.3.1. in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64, Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met

95,30

1.3.4.

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap als genoemd onder 1.3.1 indien de voltrekking plaatsvindt op een andere door het college aangewezen locatie niet zijnde het gemeentehuis of in een bijzonder huis als bedoeld in 1.3.3, wordt verhoogd met

138,25

1.3.5

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk dan wel de registratie van een partnerschap als genoemd onder 1.3.1. wordt, indien de voltrekking plaatsvindt op een andere, eenmalig door het college aangewezen, locatie niet zijnde het gemeentehuis of in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek, verhoogd met

84,05

1.3.6.

Het tarief als genoemd onder 1.3.1 voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, wordt verhoogd met

95,30

1.3.7.

Het tarief bedraagt voor het gebruik van een getuige van gemeentewege (per getuige)

28,95

1.3.8

Het tarief bedraagt voor het verzoek tot het eenmalig benoemen van een Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

 

1.3.8.1

zonder beëdiging bij de rechtbank

49,50

1.3.8.2

met beëdiging bij de rechtbank

105,20

1.3.9.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een boekje voor huwelijk en voor geregistreerd partnerschap

38,50

1.3.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand gelden de tarieven zoals die zijn opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

 

1.3.11

Afschrift akte burgerlijke stand en (meertalig) uittreksel burgerlijke stand en Attestatie de vita (wettelijk bedrag)

 

1.3.12

Verklaring van huwelijksbevoegdheid (wettelijk bedrag)

 

1.3.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor naturalisatie (enkelvoudig, hoog tarief, wettelijk bedrag)

 

1.3.13.1

Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief (enkelvoudig, laag tarief, wettelijk bedrag)

 

1.3.13.2

Indien sprake is van naturalisatie bedraagt het tarief voor een mee naturaliserende minderjarige (wettelijk bedrag)

 

1.3.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een gezamenlijke aanvraag voor naturalisatie (gemeenschappelijk, hoog tarief, wettelijk bedrag)

 

1.3.14.1

Indien sprake is van naturalisatie, bedraagt het tarief (gemeenschappelijk, laag tarief, wettelijk bedrag)

 

1.3.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.3.15.1

ter verkrijging van het Nederlanderschap (enkelvoudige optie, wettelijk bedrag)

 

1.3.15.2

ter verkrijging van het Nederlanderschap (gemeenschappelijke optie, wettelijk bedrag)

 

1.3.15.3.

ter verkrijging van het Nederlanderschap (mede opterende minderjarige, wettelijk bedrag)

 

1.3.16

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

23,90

Hoofdstuk 4 Rijbewijzen

1.4.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0,05)

 

1.4.2.

Indien bij de aanvraag als genoemd in 1.4.1 een eerder verstrekt rijbewijs niet kan worden overgelegd, worden de leges verhoogd met

Uitgezonderd de personen die digitaal aangifte hebben gedaan bij de RDW

33,20

1.4.3.

Het tarief als genoemd in onderdeel 1.4.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van (wettelijk bedrag, naar beneden afgerond op € 0,05)

 

1.4.4.

Het tarief bedraagt voor het bezorgen van een rijbewijs op een door aanvrager op te geven adres (wettelijk bedrag, naar beneden afgerond op € 0,05)

 

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

1.5.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.5.1.

van een nationaal paspoort:

 

1.5.1.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0.05)

 

1.5.1.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op €0,05)

 

1.5.2.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.5.1 (zakenpaspoort):

 

1.5.2.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0.05)

 

1.5.2.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op

€ 0.05)

 

1.5.3.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.5.3.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0.05)

 

1.5.3.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op

€ 0,05)

 

1.5.4.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0,05)

 

1.5.5.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.5.5.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op € 0.05)

 

1.5.5.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op

€ 0,05)

 

1.5.6.

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.5.1 tot en met 1.5.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van (wettelijk maximum bedrag, naar beneden afgerond op

€ 0,05)

 

1.5.7.

voor het bezorgen van een reisdocument op een door aanvrager op te geven adres (wettelijk bedrag, naar beneden afgerond op € 0,05)

 

Hoofdstuk 6 Wet op de kansspelen

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

 

1.6.1.1.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat (wettelijk bedrag)

 

1.6.1.2.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten een bedrag van (wettelijk bedrag per kansspelautomaat (wettelijk bedrag)

 

1.6.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd (wettelijk bedrag)

 

1.6.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, een bedrag van (wettelijk bedrag) en per kansspelautomaat (wettelijk bedrag)

 

1.6.1.5

De subonderdelen 1.6.1.1 en 1.6.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

1.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning), mits de prijzen en premies niet meer bedragen dan € 4.500. (Voor hogere bedragen aan prijzen en premies gelden wettelijke bedragen, zie Kansspelenbesluit)

35,40

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Kansspelen (prijsvraagvergunning)

23,15

Hoofdstuk 7 Winkeltijdenwet en -verordening

1.7.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

69,65

1.7.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.7.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

23,15

1.7.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.7.1.1 bedoelde ontheffing

23,15

Hoofdstuk 8 Leegstandwet

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

93,35

Hoofdstuk 9 Schepenverordening

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1.1.

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Schepenverordening

216,45

1.9.1.2.

tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Schepenverordening

69,05

1.9.1.3

tot het verkrijgen van een vignet ontheffinghouders innemen ligplaats pleziervaartuig op grond van de Schepenverordening, per jaar

27,50

Hoofdstuk 10 Snelle motorboten

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.10.1.1.

tot het afgeven van een ontheffing ingevolge de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één jaar

322,65

1.10.1.2.

tot het afgeven van een bedrijfsontheffing ingevolge de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één jaar

322,65

1.10.1.3.

tot het afgeven van een ontheffing ingevolge de "Regeling snelle motorbootsport Braassemermeer" met een geldigheidsduur van één dag

48,95

1.10.2

Voor het afgeven van een ontheffing in verband met een wijziging van de motorboot

28,35

Hoofdstuk 11 Parkeerverordening

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in de Parkeerverordening

29,65

Hoofdstuk 12 Verkeer en vervoer

1.12.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.12.1.1.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wegenverkeerswet (WVW)

94,30

1.12.1.2.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van BABW

44,45

1.12.1.3.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet voor het houden van een wedstrijd met voertuigen voor alle wegen die bij de gemeente in beheer of eigendom zijn

27,70

1.12.1.4

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement

50,35

1.12.1.5

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een voertuig zoals bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen

36,70

1.12.1.6

tot het verkrijgen van een ontheffing per voertuig als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor de overige gevallen

50,35

1.12.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

 

1.12.2.1.

voor een eenmalige ontheffing

183,75

1.12.2.2.

voor een langdurige ontheffing (maximaal 3 jaar)

275,80

Hoofdstuk 13 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI)

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

1.13.1.1.

een opbreek-graafmelding van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van de AVOI Kaag en Braassem

314,30

1.13.1.2.

een melding in verband met het krijgen van een instemmingsbesluit zoals bedoeld in artikel 4, lid 4 van de AVOI Kaag en Braassem, bij een lengte van het tracé van

 

1.13.1.2.1.

25 tot 250 meter

696,05

1.13.1.2.2.

250 tot 1000 meter

1.091,10

1.13.1.2.3.

1000 meter of meer

1.599,10

1.13.1.3.

een melding voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de AVOI Kaag en Braassem, bij een lengte van het tracé van:

 

1.13.1.3.1.

25 tot 250 meter

696,05

1.13.1.3.2.

250 tot 1000 meter

1.091,10

1.13.1.3.3.

1000 meter of meer

1.599,10

1.13.2.

indien overleg/vooroverleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en/of de beheerder van het netwerk, wordt het geldende tarief verhoogd met

255,80

1.13.3.

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5. van de Telecommunicatiewet, wordt het geldende tarief verhoogd met

255,80

1.13.4.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 13 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde melding / aanvraag om vergunning wordt ingediend na aanvang van de activiteit(en) van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, verhoogd met

100%

Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

 

1.

 

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 
 

2.

 

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

 

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

 

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

 
 
 

onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

 
 
 

onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

 
 
 

onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

 

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

6.

 

Onder conceptverzoek vallen:

 
 

a.

Vooroverleg: Hieronder wordt verstaan een verzoek tot een overleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving met uitzondering van de informatieverzoeken die strekken tot het inwinnen van algemene informatie over proces en regels.

 
 

b.

Conceptaanvragen omgevingsvergunning: Hieronder wordt verstaan een schriftelijk verzoek om vooruitlopend op een definitieve indiening waarbij het bevoegd gezag (voor zover mogelijk op grond van de ingediende stukken) een binnenplanse omgevingsplantoets uitvoert zonder dat beoordeling van een eventuele wijzigings- of uitwerkingsbevoegdheid plaatsvindt.

 
 

c.

Principeverzoeken: Hieronder wordt verstaan een schriftelijk verzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit of activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving kansrijk zijn.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

conceptverzoek

 
 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 
 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 
 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d.

 
 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b. tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

 

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

 

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

 

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

 

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Vooroverleg

2.4.1

Informatieverzoek

gratis

2.4.2

Vooroverleg met enkelvoudig advies (stedenbouw, parkeren, etc.)

€ 150,-

2.4.3

Conceptverzoek met Intaketafel

€ 750,-

2.4.4.

Conceptverzoek met Omgevingstafel

€ 1.000,-

2.4.5

Per advies externe partij (brandweer, omgevingsdienst, etc.)

€ 125,- (met een maximum van € 1.000,-)

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

bij bouwkosten tot € 10.000,--

met een minimum van

3,6%

€ 200,-

 

b.

bij bouwkosten van € 10.000,-- tot € 50.000,--

vermeerderd met een bedrag van

1,9%

€ 170,-

 

c.

bij bouwkosten van € 50.000,- tot € 100.000,-

vermeerderd met een bedrag van

1,5%

€ 370,-

 

d.

bij bouwkosten van € 100.000,-- tot € 250.000,-

1,85%

 

e.

bij bouwkosten van € 250.000,- en hoger

met een maximum van €

1,85%

€150.000,-

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 400,-

 

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 1.600,-

2.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

1.

 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

 
 
 

a.

bij bouwkosten tot € 10.000,-

met een minimum van

€ 200,-

 
 

b.

bij bouwkosten van € 10.000,- tot € 50.000,-

vermeerderd met een bedrag van

€ 400,-

 
 

c.

bij bouwkosten van € 50.000,- tot € 100.000,-

vermeerderd met een bedrag van

€ 800,-

 
 

d.

bij bouwkosten van € 100.000,- tot € 250.000,-

€ 1.600,-

 
 

e.

bij bouwkosten van € 250.000,-- en hoger

€ 3.200,-

 

2.

 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 4.000,-

 

3.

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

a.

bij bouwkosten tot € 10.000,-

met een minimum van

€ 300,-

 
 

b.

bij bouwkosten van € 10.000,- tot € 50.000,-

vermeerderd met een bedrag van

€ 600,-

 
 

c.

bij bouwkosten van € 50.000,- tot € 100.000,-

vermeerderd met een bedrag van

€ 1.200,-

 
 

d.

bij bouwkosten van € 100.000,- tot € 250.000,-

€ 2.400,-

 
 

e.

bij bouwkosten van € 250.000,- en hoger

€ 4.800,-

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,-

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.200,-

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 600,-

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 
 

GERESERVEERD

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 250,-

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 250,-

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten.

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

NIHIL

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

NIHIL

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

NIHIL

2.

 

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.087,-

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.174,-

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.921,80

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.504,40

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.174,-

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.921,80

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.504,40

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.174,-

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.921,80

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.504,40

Artikel 2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.174,-

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.921,80

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.504,40

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.174,-

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.174,-

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.921,80

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.504,40

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.174,-

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

 

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 521,75

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.043,50

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

2.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

3.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met een hoge verwachtingswaarde als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

4.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

5.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

6.

 

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

NIHIL

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen of afgraven van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 300,-

 

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,-

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg of spoorweg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,-

 

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 600,-

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

NIHIL

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

als sprake is van een aansluiting op een gemeentelijke weg

€ 250,-

 
 

als sprake is van een aansluiting op een provinciale weg

€ 500,-

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

1.

indien het gaat om een oppervlakte tot en met 100 m2

€ 150,-

 
 

2.

indien het gaat om een oppervlakte boven 100 m2

€ 600,-

 
 

3.

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 150,-

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.800,-

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

1.

indien het gaat om een oppervlakte tot en met 100 m2

€ 300,-

 
 

2.

indien het gaat om een oppervlakte boven 100 m2

€ 900,-

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

GERESERVEERD

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van bomen of vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Kapverordening Kaag en Braassem 2009 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,-

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

GERESERVEERD

 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen op of aan de weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,-

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,-

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 
 

a.

behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,-

 

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

behoort tot een in het omgevingsplan of een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen categorie vergunningplichtige activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,-

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 
 

a.

 

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

€ 200,-

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

per maatwerkvoorschrift:

 

b.

 

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 200,-

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.087,-

2.

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.087,-

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 200,-

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100,-

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 113,-

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per activiteit:

€ 2.087,-

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 100,-

2.

 

Het op grond van het eerste lid onder a, b en d verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 400,-

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, per te wijzigen voorschrift:

€ 150,-

met een maximum van

€ 900,-

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 400,-

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

NIHIL

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.500,-

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 250,-

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

100%

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 
 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.608,75

 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.500,-

 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.500,-

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

1.

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een milieukundig rapport moet worden beoordeeld:

 
 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 275,-

 

b.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 275,-

 

c.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 275,-

 

d.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 275,-

 

e.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 275,-

 

f.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd milieukundig rapport:

€ 275,-

 

g.

Met dien verstande dat indien sprake is van een beoordeling van een ruimtelijke onderbouwing, al dan niet in samenhang met één of meerdere van de onder a. tot en met f. genoemde rapportages, er een maximum geldt van:

€ 1.100,--

2.

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een archeologisch rapport moet worden beoordeeld:

€ 325,-

3.

 

Voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 275,-

Artikel 2.50

Advies

1.

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

 

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.600,-

 

b.

 

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in het omgevingsplan, de Erfgoedverordening dan wel de Welstandsnota:

 
 
 

1.

bij bouwkosten tot € 50.000,- (maximaal drie behandelingen).

€ 100,-

 
 

2.

bij bouwkosten van € 50.000,- tot € 2.000.000,- (maximaal drie behandelingen) van de bouwkosten.

0,2%

 
 

3.

bij bouwkosten van € 2.000.000,- tot € 6.000.000,- (maximaal drie behandelingen)

van het deel van de bouwkosten dat de € 2.000.000,- te boven gaat

vermeerderd met

0,05%

€ 4.000,-

 
 

4.

bij bouwkosten boven € 6.000.000,-

€ 6.000,-

 
 

5.

vanaf de vierde behandeling van het geldende legestarief

25%

 
 

6.

voor een overig advies bij planadvisering of vooroverleg worden de kosten die aan een dergelijk advies verbonden zijn, voor 100% doorberekend:

deze zijn gebaseerd op een uurtarief van

€ 113,-

vermeerderd met reiskosten per km van

€ 0,33

 

c.

 

voor een advies van de Veiligheidsregio Hollands Midden dat betrekking heeft op brandpreventieve aspecten, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met verhoogd met:

10%

met een minimum van:

€ 200,-

en een maximum van:

€ 4.000,-

 

d.

 

voor een verplicht advies van een agrarisch deskundige worden de kosten die aan een dergelijk advies verbonden zijn, voor 100% doorberekend.

 
 

e.

 

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a. tot en met d. het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel 5, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van titel 2 bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

1.

 

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming

€ 1.600,-

2.

 

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming

€ 800,-

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52

Vermindering na conceptverzoek

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.4, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges.

De vermindering bedraagt:

100%

 
 

van de voor het conceptverzoek geheven leges, met uitzondering van de leges zie zijn verbonden aan het beoordelen van de rapporten als bedoeld in artikel 2.49 en het uitbrengen van de adviezen als bedoeld in artikel 2.50.

 

2.

 

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;

 
 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek, en

 
 

c.

binnen zes maanden na het laatste overleg of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

 

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 100,-

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 
 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

5%

 
 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

10%

 
 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

15%

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

1.

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.

 

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 100,-

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

1.

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

 

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.

 

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd.

€ 100,-

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voor het verzenden van het bericht van behandeling:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen een week na het verzenden van het bericht van behandeling:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na een week na het verzenden van het bericht van behandeling:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

d.

Bij de toepassing van het eerste tot en met derde lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 100,-

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voor het verzenden van het bericht van behandeling

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na het verzenden van het bericht van behandeling

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na vier weken na het verzenden van het bericht van behandeling

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

d.

Bij de toepassing van het eerste tot en met derde lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 100,-

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 
 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

GERESERVEERD

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 

3.1.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

298,75

3.1.3.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

298,75

3.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

40,00

3.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Drank- en Horecaverordening

40,00

3.1.6

een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a lid 21 van de Alcoholwet (bijschrijven leidinggevende)

40,00

3.1.7

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet (wijziging inrichting)

40,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

190,40

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening (standplaats)

 
 

geldig voor een dag

25,70

 

geldig voor een week

33,50

 

geldig voor en maand

42,60

 

geldig voor een jaar

170,10

 

geldig voor vijf jaar of langer

373,35

Hoofdstuk 3 Andere vergunningen op grond van de algemene plaatselijke

verordening (apv) en andere verordeningen en regelingen

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.3.2

om een vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg op of aan de weg, als bedoeld in artikel 2:10 van de APV

58,05

3.3.3

om een ontheffing voor geluidhinder in de open lucht, als bedoeld in artikel 4:6 van de APV

58,05

3.3.4

om een ontheffing voor het verbranden van afvalstoffen buiten inrichtingen, of anderszins vuur te stoken, als bedoeld in artikel 5:34 van de APV

58,05

3.3.5

om een ontheffing voor een nachtverblijf buiten een kampeerterrein, als bedoeld in artikel 4:18 van de APV

58,05

3.3.6

Een aanvraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag om exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV

298,75

Hoofdstuk 4 Prostitutiebedrijven

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

3.4.1

een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 eerste lid, van de APV

 

3.4.1.1

voor een seksinrichting

690,60

3.4.1.2

voor een escortbedrijf

690,60

Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2023

De griffier,