Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2024

Het college van Nijmegen,

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening van de gemeente Nijmegen;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Nijmegen 2022;

BESLUIT d.d.19 december 2023:

Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2024

Artikel 1. Definities

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening Nijmegen 2022;

  • b.

    inzameldienst: Dar N.V. aangewezen krachtens artikel 3 lid 1 van de Verordening;

  • c.

    inzamelaar: een andere door het college krachtens artikel 4 lid 1 sub b van de Verordening aangewezen instantie of organisatie om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer of afvalemmer, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen be¬stemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een (bovengrondse of ondergrondse) verzamelcontainer, een collectieve containerruimte (inpandig dan wel op eigen perceel) of milieustraat, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    zelfstandige wooneenheid: een woning met een eigen toegangsdeur die de bewoner van binnen en van buiten op slot kan doen; In de woning moeten in elk geval aanwezig zijn:

    • een woon(slaap)kamer,

    • een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer van water en een aansluitpunt voor een kooktoestel en

    • een toilet met waterspoeling.

  • g.

    grondgebonden woning: een perceel met een voor- en/of achtertuin en/of achterom geschikt voor individuele inzamelmiddelen.

  • h.

    bovenwoningen: woningen gelegen op de eerste of een hoger gelegen verdieping met een ingang op straatniveau die toegang geeft tot maximaal tien zelfstandige wooneenheden op deze verdiepingen in totaal;

  • i.

    bestaande hoogbouw: een woningbouwcomplex met een of meerdere centrale ingangen die toegang bieden tot meer dan 10 zelfstandige wooneenheden gelegen op de eerste of hogere verdiepingen in totaal, en gerealiseerd voor 01-01-2020;

  • j.

    nieuwe hoogbouw: een woningbouwcomplex met een of meerdere centrale ingangen die toegang bieden tot meer dan 10 zelfstandige wooneenheden op de eerste of hogere verdiepingen in totaal, en na 01-01-2020 in de functie van woningbouwcomplex in gebruik genomen;

  • k.

    afvalpas: een aan elk perceel in Nijmegen verstrekte pas die de bewoners van het perceel in staat stelt gebruik te maken van de regionale milieustraten en de verzamelcontainers voor restafval en luiers/incontinentiemateriaal in de openbare ruimte. De afvalpas is gebonden aan het perceel en niet aan de bewoners ervan.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelaars

Krachtens artikel 4 lid 1 sub a worden de volgende organisaties aangewezen als inzamelaar:

  • Kringloopwinkel Het Goed, die in opdracht van de inzameldienst kringloopgoederen:

    • i.

      op afspraak aan huis ophaalt en

    • ii.

      inneemt op de milieustraat in de Kanaalstraat in Nijmegen en bij de kringloopwinkel zelf gelegen aan de Industrieweg 50 te Nijmegen.

  • Stichting Basta (Begijnenstraat 34 Nijmegen) en Stichting Overal (Bredestraat 52 Nijmegen) voor de inname van kringloopgoederen;

  • Detaillisten en supermarkten die batterijen en andere producten innemen die in het afvalstadium als klein chemisch afval worden aangemerkt, voor zover zij beschikken over daartoe geschikte inzamelvoorzieningen;

  • Apotheken voor de inname van medicijnen en naalden voor zover zij beschikken over daartoe geschikte inzamelvoorzieningen.

Artikel 3. Aanwijzing milieustraten

Op grond van artikel 5 van de Verordening worden de volgende vier regionale milieustraten aangewezen als inzamelplaatsen:

  • Milieustraat Kanaalstraat aan de Kanaalstraat 401 te Nijmegen

  • Milieustraat Bijsterhuizen in Bijsterhuizen 2406 te Wijchen

  • Milieustraat Groesbeek aan de Ambachtsweg 16 te Groesbeek en

  • Milieustraat Millingen aan de Rijn in Molenveld 22 te Millingen aan de Rijn.

Artikel 4. Afzonderlijke inzameling

Op grond van artikel 7 lid 1 van de Verordening worden de volgende omschrijvingen vastgesteld van afvalstoffen die onderdeel mogen uitmaken van de bestanddelen van huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld:

  • 1.

    Bioafval (groente-, fruit- en tuinafval): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, zoals bijvoorbeeld schillen en resten van groenten, fruit en aardappelen, etensresten, vlees- en visresten (inclusief graten, schelpen en botjes), pinda- en notendoppen, eierschalen, koffiedrab, plantaardige olie, gestold vet, onkruid, gemaaid gras, bladeren en klein snoeiafval;

  • 2.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • 3.

    oud metaal: metaal of metalen onderdelen niet zijnde elektrische en elektronische apparatuur;

  • 4.

    harde kunststoffen: plastic tuinmeubelen, emmers, plastic speelgoed en overige harde kunststof materialen, niet zijnde kunststof verpakkingsafval en niet vervuild met stof, hout, ijzer etc.;

  • 5.

    verpakkingsglas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, ovenschalen, nagellakflesjes, stenen kruiken, glazen vaas, aardewerk bloempot, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • 6.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon en droog zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • 7.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst in het vigerende Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP) van de Rijksoverheid;

  • 8.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur. Koel- en vrieskasten moeten ontgrendeld en leeg zijn en van binnen en buiten schoon;

  • 9.

    luiers en incontinentiemateriaal: incontinentieluiers, wegwerpluiers (‘disposable luiers)’ en billendoekjes en niet vervuild met (latex) handschoenen, medicijnen, verpakkingen, stomazakjes en onderleggers;

  • 10.

    fijn restafval: al het huishoudelijk afval dat overblijft na scheiding in de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld en qua omvang kunnen worden aangeboden in een afgesloten vuilniszak van 50 liter;

  • 11.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout, kerstbomen etcetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • 12.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

  • 13.

    piepschuim / EPS: wit piepschuim afval, ook wel EPS, tempex of hardschuim genoemd, dat wordt gebruikt ter bescherming van goederen tijdens transport of als bouwmateriaal;

  • 14.

    autobanden: schone banden van motoren, personenauto’s, vrachtvoertuigen, tractoren en shovels, met en zonder velgen;

  • 15.

    vlakglas: een verzamelnaam voor meerdere soorten glas met een grote omvang, niet zijnde verpakkingsglas, te weten: blank float, draadglas, figuurglas, gecoat glas, gekleurd enkel glas en isolatieglas, dat niet verontreinigd is met hout, aluminium of kunststof restanten;

  • 16.

    kringloopgoederen: alle goederen die door worden afgedaan maar functioneel (direct dan wel na een reparatieslag) herbruikbaar zijn en als product opnieuw kunnen worden gebruikt of ingezet;

  • 17.

    vloerbedekking: restanten of afgedankte vloerbedekking of vloerkleden;

  • 18.

    matrassen: matrassen dienen droog te worden aangeboden;

  • 19.

    frituurvet/olie: al dan niet gebruikt frituurvet of olie;

  • 20.

    niet-verduurzaamd houtafval: schoon en geverfd/gelakt houtafval, met uitzondering van verduurzaamd hout, dat niet verontreinigd is met andere materialen;

  • 21.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • 22.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • 23.

    gips: afval dat gips bevat afkomstig uit bouw- en sloopprojecten zoals gips beton en gipsplaten;

  • 24.

    grond: grond niet visueel verontreinigd door bijvoorbeeld bijmengingen met puin, (bak)steen, kool, gas, hout, ijzer, olie of asbest en niet verontreinigd of niet blijkens onderzoek afkomstig van een verontreinigde locatie;

  • 25.

    dakbedekkingsmaterialen: dakbedekkingsmaterialen bestaande uit beplatingsmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen, inclusief dakgrind waaraan zich teer of bitumen bevindt;

  • 26.

    puin: puin, grind en steenachtige materialen;

  • 27.

    grof restafval: al het huishoudelijk afval dat niet tot een van de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval behoort die gescheiden worden ingezameld en qua omvang of gewicht niet kan worden aangeboden in een afgesloten vuilniszak van 50 liter;

  • 28.

    Plastic+afval: plastic verpakkingsafval van huishoudens, inclusief drankkartons en blik;

Artikel 5. Frequentie van inzameling

Op grond van artikel 7 lid 1 van de Verordening worden de volgende frequenties vastgesteld voor die bestanddelen van het huishoudelijk afval die, voor een deel van de huishoudens, bij elk perceel worden ingezameld:

Fijn restafval:

  • 1.

    De inzameldienst zamelt wekelijks restafval in bij elk perceel dat is aan te merken als bovenwoning of als woning in een bestaand hoogbouwcomplex;

  • 2.

    De inzameldienst zamelt elke 2 weken restafval in bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning;

Bioafval (GFT):

  • 3.

    De inzameldienst zamelt wekelijks GFT in bij elk perceel dat is aan te merken als bovenwoning of als woning van een bestaand hoogbouwcomplex;

  • 4.

    De inzameldienst zamelt elke 2 weken GFT in bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning;

Plastic+:

  • 5.

    De inzameldienst zamelt wekelijks plastic+ in bij elk perceel dat is aan te merken als bovenwoning of een woning van een bestaand hoogbouwcomplex;

  • 6.

    De inzameldienst zamelt elke 2 weken plastic+ in bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning;

Oud papier en karton:

  • 7.

    De inzameldienst zamelt maandelijks oud papier en karton in bij elk perceel;

  • 8.

    In afwijking van het gestelde in lid 7 zamelt de inzameldienst wekelijks oud papier en karton in in het centrumgebied zoals bepaald in bijlage 1;

Uitzonderingen

  • 9.

    De aangegeven inzamelfrequenties in lid 1 tot en met lid 8 zijn niet van toepassing op percelen waar de inzameling van bovengenoemde afvalstromen plaatsvindt via (collectieve) inzamelvoorzieningen;

Kerstbomen

  • 10.

    Een keer per kalenderjaar worden er kerstbomen nabij elk perceel ingezameld.

Artikel 6. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen te gebruiken door percelen

Op grond van artikel 10, lid 1 en artikel 7, lid 2 van de Verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen aan gebruikers van bepaalde percelen voor het aanbieden en door de inzameldienst inzamelen van:

Fijn restafval:

  • 1.

    Ondergrondse containers met toegangsregistratie middels het gebruik van een afvalpas voor:

    • a.

      alle percelen gelegen in het binnenstadgebied zoals bepaald in bijlage 2,

    • b.

      alle percelen die aan te merken zijn als woningen in een nieuw hoogbouwcomplex en

    • c.

      alle overige percelen aan wie het gebruik van ondergrondse containers met afvalpasregistratie door de inzameldienst is toegewezen.

  • Het restafval dient in een afgesloten zak van maximaal 50 liter in deze inzamelvoorziening te worden gedeponeerd;

  • 2.

    (Ondergrondse) containers met sleuteltoegang voor:

    percelen van SSH&-complexen (gelegen buiten het binnenstadgebied zoals bepaald in bijlage 2) met enkel onzelfstandige wooneenheden en van gemengde SSH&-complexen waar de bewoners van de onzelfstandige en zelfstandige wooneenheden gebruik maken van dezelfde inzamelvoorziening voor restafval. Het restafval dient in een afgesloten zak van maximaal 50 liter in deze inzamelvoorziening te worden gedeponeerd;

  • 3.

    Groene (50 liter) en rode restafvalzakken (25 liter) van het type zoals bepaald in bijlagen 3 en 4, en waarvoor conform de Verordening Reinigingsheffingen het vereiste tarief is betaald, voor:

    alle overige percelen in de gemeente Nijmegen.

Bioafval (GFT):

  • 4.

    Een minicontainer van 140 liter (groen of antraciet met een groen deksel) voor:

    alle grondgebonden percelen;

  • 5.

    Een GFT-verzamelcontainer in de openbare ruimte óf een GF-afvalemmer van 25 liter voor:

    alle percelen die aangemerkt kunnen worden als bovenwoning en alle percelen in bestaande hoogbouwcomplexen (uitgezonderd de grondgebonden woningen in dat complex);

  • 6.

    Verzamelcontainers in collectieve inpandige containerruimtes dan wel op eigen terrein voor:

    alle percelen in nieuwe hoogbouwcomplexen;

Plastic+:

  • 7.

    De doorzichtige plastic+afvalzak (50 liter) van het type zoals bepaald in bijlage 5 en waarvoor conform de Verordening Reinigingsheffingen het vereiste tarief is betaald, voor:

    alle percelen in de gemeente Nijmegen

  • 8.

    (Ondergrondse) containers in de openbare ruimte voor:

    percelen die zich in de directe omgeving van deze inzamelvoorzieningen bevinden. Het plastic+ dient door de gebruikers van deze percelen in een plastic+-zak zoals voorgeschreven in het zevende lid van dit artikel, in deze inzamelvoorziening te worden gedeponeerd;

  • 9.

    Verzamelcontainers in collectieve inpandige containerruimtes dan wel op eigen terrein voor:

    alle percelen in nieuwe hoogbouwcomplexen. Het plastic+ dient door de gebruikers van deze percelen in een plastic+-zak zoals voorgeschreven in het zevende lid van dit artikel, in deze inzamelvoorziening te worden gedeponeerd;

Oud papier en karton:

  • 10.

    Een antraciet minicontainer met een blauw deksel van 140 of 240 liter voor:

    alle grondgebonden percelen uitgezonderd de percelen horende bij nieuwe hoogbouw;

  • 11.

    (Ondergrondse) containers in de openbare ruimte voor:

    percelen die zich in de directe omgeving van deze inzamelvoorzieningen bevinden;

  • 12.

    Verzamelcontainers in collectieve inpandige containerruimtes dan wel op eigen terrein voor:

    alle percelen in nieuwe hoogbouwcomplexen.

Glas en textiel:

  • 13.

    (ondergrondse) verzamelcontainers in de openbare ruimte voor:

    alle percelen in de gemeente Nijmegen;

Luiers en incontinentiemateriaal:

  • 14.

    Half doorzichtige witte luierzakken van het type zoals bepaald in bijlage 6 voor:

    alle percelen waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen;

  • 15.

    Bovengrondse verzamelcontainers bij diverse kinderdagverblijven voor:

    de percelen waarvan een kind van de gebruikers op het betreffende kinderdagverblijf verblijft;

  • 16.

    Bovengrondse verzamelcontainers in de openbare ruimte met toegangsregistratie voor:

    alle percelen waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen;

  • 17.

    Het aanbieden van luiers en incontinentiemateriaal in de verzamelcontainers benoemd in lid 15 en 16, dient ten alle tijden plaats te vinden door het gebruik van de in lid 14 voorgeschreven witte luierzakken;

Bestanddelen van huishoudelijk afval op de milieustraten:

  • 18.

    In aanvulling op het gestelde in lid 1 tot en met 16 kunnen alle bestanddelen van het huishoudelijk afval zoals benoemd artikel 5, met uitzondering van bio-afval, door de gebruikers van alle percelen in de gemeente gescheiden worden aangeboden op de regionale milieustraten aangewezen in artikel 3.

Artikel 7. Gebruik en beheer van inzamelmiddelen en -voorzieningen

Krachtens artikel 10 lid 3 van de Verordening gelden de volgende regels voor het gebruik en beheer van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen:

Afvalpassen

  • 1.

    Het beheer van de afvalpassen berust bij de inzameldienst;

  • 2.

    De inzameldienst verstrekt voor ieder perceel een afvalpas.

  • 3.

    De afvalpas behoort bij het perceel en staat niet op naam van de gebruikers dan wel de eigenaar van het perceel. De afvalpas dient bij verhuizing in het perceel te worden achtergelaten;

  • 4.

    De gebruiker van het perceel is verantwoordelijk voor de in bruikleen ontvangen afvalpas als ware het zijn eigendom;

  • 5.

    De afvalpas mag uitsluitend worden gebruikt voor het aanbieden dan wel het ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen uit het perceel waarvoor de afvalpas is verstrekt;

  • 6.

    Bij verlies, diefstal of defect aan de afvalpas kan de gebruiker van het perceel een nieuwe afvalpas aanvragen bij de inzameldienst, waarna de oude afvalpas wordt geblokkeerd voor verder gebruik;

Inzamelmiddelen: minicontainers en afvalemmers

  • 7.

    Het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt berust bij de inzameldienst;

  • 8.

    Voor de inzameling van bioafval/GFT wordt een minicontainer verstrekt van 140 liter (groen of antraciet met een groen deksel) óf een GFT-afvalemmer van 25 liter aan die percelen die daarvoor in aanmerking komen op grond van artikel 6;

  • 9.

    Voor de inzameling van oud papier en karton worden antraciet minicontainers met blauwe deksels van 140 of 240 liter verstrekt aan die percelen die daarvoor in aanmerking komen op grond van artikel 6;

  • 10.

    De inzamelmiddelen mogen enkel voor die bestanddelen van huishoudelijk afval worden gebruikt waarvoor ze zijn bestemd conform artikel 4;

  • 11.

    Het is verboden om de volgende voorwerpen en stoffen in de inzamelmiddelen te deponeren:

    • Brandende of gloeiende voorwerpen

    • Vloeibare stoffen;

    • Agressieve, giftige of explosieve stoffen (waaronder accu’s en batterijen);

    • Dode dieren;

    • Omvangrijke en/of zware voorwerpen die schade aan de ophaalwagen en/of het ophaalpersoneel kunnen veroorzaken c.q. toebrengen;

  • 12.

    De inzameldienst is bevoegd om de inzamelmiddelen te voorzien van een chip en/of sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en/of een huisnummer;

  • 13.

    De door de inzameldienst verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning en dienen bij verhuizing door de gebruiker van het perceel in originele staat en schoon te worden achtergelaten;

  • 14.

    De gebruiker van een perceel dient zich tot de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een defect inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, bij vermissing of bij beschadiging van een inzamelmiddel;

  • 15.

    De gebruiker van het perceel is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als waren deze zijn eigendom, behoudens normale slijtage;

  • 16.

    De gebruiker van het perceel is verplicht de inzamelmiddelen zodanig te gebruiken en te onderhouden dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

  • 17.

    De inzamelmiddelen mogen alleen worden gereinigd met water en eventueel een kleine hoeveelheid groene zeep;

Inzamelvoorzieningen: (ondergrondse) verzamelcontainers - algemeen

  • 18.

    Het beheer van de inzamelvoorzieningen berust bij de inzameldienst;

  • 19.

    De gebruiker van de inzamelvoorzieningen is verplicht deze zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

Inzamelvoorzieningen: (ondergrondse) verzamelcontainers voor herbruikbare fracties

  • 20.

    Het is verboden andere afvalstoffen dan welke in artikel 4 zijn bepaald in de betreffende verzamelcontainers te deponeren. In geval de aangetroffen fractie in de verzamelcontainers voor herbruikbare bestanddelen van het huishoudelijk afval te vervuild is, zal deze als restafval worden aangemerkt door de inzameldienst;

  • 21.

    De kosten voor inzameling en verwerking voor deze afgekeurde stroom zullen worden verhaald op de overtreder(s);

  • 22.

    Het openen van de verzamelcontainers van luiers en incontinentiemateriaal die in de openbare uimte staan, is beperkt tot de afvalpassen die hiervoor zijn aangemeld bij de inzameldienst. Een gebruiker van een perceel waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen, kan zich daarvoor telefonisch of digitaal aanmelden bij de inzameldienst.

Inzamelvoorzieningen: ondergrondse verzamelcontainers voor restafval

  • 23.

    Daar waar het (fijn) restafval wordt ingezameld middels ondergrondse restafvalcontainers is een perceelsgebonden afvalpas vereist om toegang tot de container te verkrijgen;

  • 24.

    De afvalpas is voorzien van een elektronische chip die de volgende gegevens registreert:

    straatnaam, huisnummer, postcode, plaats en het aantal aanbiedingen per ondergrondse restafvalcontainer;

  • 25.

    Het door de afvalpas geregistreerde aantal aanbiedingen in een kalenderjaar vormt de basis voor de gemeentelijke aanslag afvalstoffenheffing conform de Verordening Reinigingsheffingen;

  • 26.

    Als de gebruiker van een perceel geen huurder of eigenaar meer is van de woning waar de afvalpas voor is uitgereikt, moet deze de afvalpas achterlaten in de woning. In geval de afvalpas niet wordt achtergelaten blijft de verantwoordelijkheid voor de afvalpas en het gebruik ervan bij de vorige gebruiker liggen.

Artikel 8. Wijze en plaats van aanbieden

Krachtens artikel 10 lid 3 van de Verordening gelden de volgende regels ten aanzien van de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

Inzamelmiddelen: minicontainers, zakken en GFT-afvalemmers

  • 1.

    Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers of zakken dient ordelijk te geschieden door plaatsing van het inzamelmiddel op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats indien door de inzameldienst daartoe aanbiedtegels of – markeringen zijn geplaatst. Daarbij dient het voetgangers- en overige verkeer niet te worden gehinderd of in de doorgang te worden belemmerd en gevaar of schade te worden voorkomen. Aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

  • 2.

    Inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn;

  • 3.

    Uit de inzamelmiddelen mag geen huishoudelijk afval steken;

  • 4.

    Het is verboden om afvalstoffen naast de inzamelmiddelen te plaatsen;

  • 5.

    Afvalstoffen die ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen direct door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

  • 6.

    Het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van een ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 75 kilogram;

  • 7.

    Indien de inzameling om welke reden dan ook niet heeft plaatsgevonden, dienen de aangeboden afvalstoffen vóór het einde van de inzameldag weer op het eigen perceel te worden geplaatst;

Inzamelvoorzieningen: (ondergrondse) verzamelcontainers

  • 8.

    Het gebruik van een verzamelcontainer moet plaatsvinden conform de gebruiksinstructie op de container;

  • 9.

    Bij het aanbieden van afval in een verzamelcontainer mag geen verklemming van de inwerptrommel ontstaan door het inwerpen van te veel afval of te grote objecten;

  • 10.

    De inzamelvoorziening dient na gebruik goed te worden gesloten;

  • 11.

    Uit de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

  • 12.

    Het is verboden afvalstoffen naast de inzamelvoorziening te plaatsen;

Milieustraten

  • 13.

    De openingstijden van de milieustraten zijn aangegeven op de afvalwijzer en bij de toegangspoorten;

  • 14.

    Alleen met een afvalpas en een legitimatiebewijs is toegang tot de milieustraten mogelijk;

  • 15.

    Bij de afgifte van afvalstoffen is het “Acceptatiereglement Dar Milieustraten” van toepassing. Het acceptatiereglement is gepubliceerd op de website van de inzameldienst en wordt beschouwd als integraal deel uitmakend van de regels van dit uitvoeringsbesluit;

  • 16.

    In geval van strijdigheid prevaleert het acceptatiereglement boven de regels in dit artikel;

  • 17.

    Op de milieustraten kunnen alle huishoudelijke afvalstoffen vermeld in artikel 3 gescheiden worden aangeboden met uitzondering van bioafval (GFT);

  • 18.

    De aanbieder dient de afvalstoffen zo goed mogelijk gescheiden aan te bieden op de milieustraten en deze in de daarvoor bestemde afvalcontainers te deponeren of bij de daarvoor bestemde plekken achter te laten;

  • 19.

    Alle afvalstromen kunnen gratis worden aangeboden met uitzondering van bouw- en sloopafval (BSA), dakbedekkingsmateriaal, (grof) restafval, gips, grond, puin en verduurzaamd hout. Deze zeven stromen gelden als “betaalde stromen”;

  • 20.

    Voor de betaalde stromen geldt een gratis quotum van 200 kilo per perceel per kalenderjaar. De aangeboden betaalde afvalstromen worden daartoe in- en uitgewogen. Boven het quotum van 200 kilo dient het tarief afvalstoffenheffing per kilo te worden betaald, dat jaarlijks wordt vastgesteld in de Verordening Reinigingsheffingen.

  • 21.

    Alle aanwijzingen van medewerkers op de milieustraten dienen stipt te worden opgevolgd;

Luiers en incontinentiemateriaal

  • 22.

    Voor het aanbieden van luiers en incontinentiemateriaal dient gebruik te worden gemaakt van de in artikel 6 lid 14 voorgeschreven witte luierzak. Deze zakken kunnen vervolgens worden gedeponeerd in daarvoor bestemde verzamelcontainers bij kinderdagverblijven en in de openbare ruimte dan wel worden aangeboden bij de milieustraten;

  • 23.

    Het gebruik van de verzamelcontainers voor luiers en incontinentiemateriaal die in de openbare ruimte staan, is beperkt tot de afvalpassen die hiervoor zijn aangemeld bij de inzameldienst. Een gebruiker van een perceel waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen kan zich daarvoor telefonisch of digitaal aanmelden bij de inzameldienst.

Klein chemisch afval (KCA)

  • 24.

    Klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de milieustraten van de inzameldienst of afgegeven bij de in artikel 2 aangewezen inzamelaars voor zover deze delen van het KCA kunnen accepteren;

Oud papier en karton

  • 25.

    In afwijking van lid 4 mag oud papier en karton dat niet meer in de hiervoor minicontainer past, naast de minicontainer worden aangeboden;

  • 26.

    De gebruikers van percelen uit bovenbouwwoningen en bestaande hoogbouw beschikken gezien hun woonsituatie niet over een minicontainer en kunnen hun oud papier en karton zonder inzamelmiddel aanbieden ter inzameling;

  • 27.

    Het oud papier en karton dat op grond van lid 23 en 24 zonder inzamelmiddel ter inzameling wordt aangeboden, dient te worden aangeboden in:

    • dichte kartonnen dozen of

    • gebundelde en goed met touw dichtgeknoopte pakketten

  • zodanig dat het niet kan verwaaien;

Textiel

  • 28.

    Textiel en schoeisel dienen in een afgesloten zak te worden aangeboden in de hiervoor bestemde (ondergrondse) verzamelcontainers;

Grof restafval, grote elektrische apparaten, groot metaal, grof groenafval en kringloopgoederen

  • 29.

    Grof huishoudelijk restafval, grof tuinafval, groot metaal, grote elektrische en elektronische apparaten en kringloopgoederen kunnen op de milieustraten gescheiden worden afgegeven;

  • 30.

    Deze stromen kunnen ook zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden om op afroep bij het perceel te worden opgehaald;

  • 31.

    Voor het laten ophalen van grof restafval, grote elektrische apparaten, groot metaal en grof tuinafval dient een telefonische of digitale afspraak te worden gemaakt met de inzameldienst. Elk huishouden kan één keer per kalenderjaar gratis van deze ophaalservice van de inzameldienst gebruik maken. Voor elke vervolgafspraak is een tarief afvalstoffenheffing verschuldigd zoals jaarlijks vastgesteld in de Verordening Reinigingsheffingen;

  • 32.

    Voor het laten ophalen van kringloopgoederen dient een telefonische of digitale afspraak te worden gemaakt met de hiervoor aangewezen inzamelaars in artikel 2;

  • 33.

    Voor de overdracht aan de inzameldienst en de aangewezen inzamelaars gelden de aanbiedregels zoals die op de website van de inzameldienst zijn gepubliceerd bij het maken van een afspraak voor de ophaalservice. Deze aanbiedregels worden beschouwd als zijnde integraal deel uitmakend van dit uitvoeringsbesluit;

Kerstbomen

  • 34.

    Kerstbomen dienen zonder pot of emmer te worden aangeboden op de inzameldag;

  • 35.

    Bij de inzameling van kerstbomen mag geen ander snoeiafval worden aangeboden;

Artikel 9. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 9 van de Verordening gelden de volgende dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden en overdragen van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst en aangewezen inzamelaars:

  • 1.

    Inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de dagen en tijden die zijn vastgesteld in de adresgebonden afvalwijzer die jaarlijks wordt uitgegeven door de inzameldienst en inzichtelijk is via www.dar.nl/afvalwijzer of de Dar app;

  • 2.

    Inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag van de weg zijn verwijderd;

  • 3.

    De inzamelvoorzieningen voor glas (i.e. de glasbakken) mogen in verband met geluidhinder alleen tussen 8.00 en 21.00 uur worden gebruikt;

  • 4.

    Huishoudelijk afval kan gescheiden worden afgegeven op de regionale milieustraten op de dagen en tijden zoals die in de afvalwijzer zijn vastgesteld;

  • 5.

    Grof restafval, grote elektrische apparaten, grof tuinafval, groot metaal en kringloopgoederen die gescheiden bij een perceel worden ingezameld, mogen door de gebruiker van het perceel slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

  • 6.

    Kerstbomen mogen pas op de dag van inzameling worden aangeboden;

Artikel 10. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. De inzameldienst kan op grond van artikel 10 van de Verordening de inzameling staken als de inzamelmiddelen en -voorzieningen niet op een veilige en/of toegankelijke wijze bereikt kan worden;

  • 2. De betrokken percelen worden door de inzameldienst in voorkomende gevallen hierover nader worden geïnformeerd;

  • 3. Bij extreme weersomstandigheden, calamiteiten of andere situaties van overmacht kunnen de inzameldagen en aanbiedtijden zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, of de openingstijden van de milieustraten zoals bedoeld in artikel 9, vierde lid, worden aangepast. Dit wordt via de gebruikelijke mediakanalen van de inzameldienst en de gemeente gecommuniceerd;

  • 4. Artikel 8 lid 7 is van toepassing;

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 11, lid 1 van de Verordening kan de inzameldienst de bedrijfsafvalstoffen restafval, bioafval, oud papier en karton, glas en plastic+ uit de kantoor-, winkel- en dienstensector en basisscholen gescheiden inzamelen;

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Op grond van artikel 12, lid 4 van de Verordening gelden de volgende regels voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst:

  • 1.

    Bedrijven die krachtens artikel 12, lid 2 van de Verordening de in artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de Verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels als waren het bestanddelen van huishoudelijk afval.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden of achter te laten bij de milieustraten die in artikel 3 zijn aangewezen als inzamelplaatsen;

  • 3.

    De gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het eigendom van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden, overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

  • 4.

    De inzamelmiddelen voor bioafval en oud papier en karton dienen voorzien te zijn van een adressticker waarop duidelijk is aangegeven: straat, postcode en huisnummer van de bedrijfslocatie van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden;

Artikel 13. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Op grond van artikel 13, lid 1 van de Verordening gelden de volgende regels voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst:

  • 1.

    Bedrijfsafval in afvalcontainers mag niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor overdracht aan de inzamelaar op de dag van inzameling;

  • 2.

    Bedrijfsafval in afvalzakken mag niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor overdracht aan de inzamelaar op de dag van inzameling;

  • 3.

    Oud papier en karton dat zonder inzamelmiddel ter inzameling wordt aangeboden mag niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor overdracht aan de inzamelaar op de dag van inzameling;

  • 4.

    In aanvulling op het gestelde in lid 1 tot en met 3 mag bedrijfsafval in het binnenstadgebied, zoals bepaald in bijlage 2, uitsluitend binnen de volgende venstertijden in de openbare ruimte ter inzameling worden aangeboden:

    • maandag tot en met zaterdag: 07.00 – 12.00 uur en

    • zondag: 07.00 - 13.00 uur.

  • 5.

    In aanvulling op het gestelde in lid 4 mag in het afgesloten voetgangersgebied bedrijfsafval in de openbare ruimte ter inzameling worden aangeboden tussen 18.00-23.00 uur (avondvenster) op maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag en zaterdag op voorwaarde dat de inzameling van het bedrijfsafval plaats vindt door elektrische, CNG,LNG of waterstof aangedreven voertuigen.

  • 6.

    Bedrijfsafvalcontainers dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het eigendom van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden, overeenkomstig de daarvoor geldende regels;

  • 7.

    De inzamelmiddelen (bedrijfsafvalcontainers) dienen voorzien te zijn van een adressticker waarop duidelijk is aangegeven: straat, postcode en nummer van de bedrijfslocatie van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden;

  • 8.

    De aanbieder van inzamelmiddelen is verplicht deze zodanig te gebruiken, te onderhouden en ter inzameling aan te bieden dat deze geen hinder of overlast voor de omgeving of voor derden veroorzaken;

  • 9.

    Het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen in containers of zakken alsook het ter inzameling aanbieden van oud papier en karton zonder inzamelmiddel dient ordelijk te geschieden door plaatsing van het inzamelmiddel dan wel het oud papier en karton op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg. Daarbij dient het voetgangers- en overige verkeer niet te worden gehinderd of in de doorgang te worden belemmerd en gevaar of schade te worden voorkomen;

  • 10.

    Inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn;

  • 11.

    Uit de inzamelmiddelen mag geen afval steken;

  • 12.

    Het is verboden afvalstoffen naast de inzamelmiddelen te plaatsen;

  • 13.

    In afwijking van lid 8 dient oud papier en karton dat zonder inzamelmiddel ter inzameling wordt aangeboden, te worden aangeboden in:

    • dichte kartonnen dozen of

    • gebundelde en goed met touw dichtgeknoopte pakketten

    • zodanig dat het niet kan verwaaien.

  • 14.

    Indien de inzameling om welke reden dan ook niet heeft plaatsgevonden, dienen de aangeboden afvalstoffen vóór het einde van de inzameldag weer te worden teruggeplaatst in of op het eigendom van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden;

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2023.

  • 2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2024 blijven ingetrokken:

    • a.

      het ‘besluit tot vaststelling van het type huisvuilzak als bedoeld in artikel 4.2.2.3 van de APV’ d.d. 12 september 2003;

    • b.

      het besluit ‘Inzameling oud papier centrum Nijmegen 2020’ d.d. 7 januari 2020;

    • c.

      het ‘uitvoeringsbesluit inzameldagen en aanbiedtijden huishoudelijke afvalstoffen’ d.d.13 juli 2021;

Artikel 15. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Nijmegen 2024.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

A.P.W. van de Klift

De Gemeentesecretaris

H.M.F. Bruls

De Burgemeester

Bijlage 1: Centrumgebied Nijmegen wekelijkse inzameling oud papier en karton

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: Inzamelgebied ondergrondse containers restafval binnenstad Nijmegen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3: groene restafvalzak (50 liter)

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4: Rode restafvalzak (25 liter)

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5: plastic+ afvalzak

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 6: witte luierzak

afbeelding binnen de regeling