Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709134
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709134/1
Verordening leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening leges 2024De raad van de gemeente Elburg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
besluit:
Vast te stellen de volgende verordening: ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024’.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
-
a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
-
c. maand: het tijdvak dat loopt van een bepaalde dag in een kalendermaand tot dezelfde dag in de volgende kalendermaand;
-
d. jaar: het tijdvak dat loopt van een bepaalde dag in een kalenderjaar tot dezelfde dag in het volgende kalenderjaar;
-
e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’, worden rechten geheven voor:
-
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
-
b. het verlenen van een dienst op aanvraag;
-
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document, een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
-
d. een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse Identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
1. Leges worden niet geheven voor:
-
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
-
b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
2. het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikking op grond van de artikelen:
-
• artikel 2:1 lid 4: ontheffing verbod op samenscholing;
-
• artikel 2:6 lid 4: ontheffing aanbieden geschreven of gedrukte stukken;
-
• artikel 2:41 lid 1 en 2: ontheffing betreden gesloten woning of lokaal;
-
• artikel 2:60 lid 3: ontheffing houden hinderlijke of schadelijke dieren;
-
• artikel 4:18 lid 3: ontheffing recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen;
-
• artikel 5:3 lid 2: ontheffing te koop aanbieden van voertuigen;
-
• artikel 5:6 lid 2: ontheffing parkeren kampeermiddelen e.a.;
-
• artikel 5:11 lid 3: ontheffing aantasting groenvoorziening door voertuigen;
-
• artikel 5:13 lid 1: vergunning inzameling van geld of goederen;
-
• artikel 5:16 lid 3: ontheffing beperking venten met gedrukte stukken;
-
• artikel 5:23 lid 1: vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt;
-
• artikel 5:33 lid 5: ontheffing verkeer in natuurgebieden;
-
• artikel 5:34 lid 3: ontheffing afvalstoffen verbranden buiteninrichtingen of anderszins vuur te stoken;
-
• artikel 5:36 lid 2: ontheffing verstrooiing van as;
-
• artikel 5:51 lid 2: ontheffing innemen ligplaats;
van de Algemene plaatselijke verordening (APV).
Artikel 5. Tarieven
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt
3. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.
Artikel 6. Wijze van heffing
1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
2. De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via iDeal of soortgelijke betaling.
Artikel 7. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
-
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
-
b. digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via iDeal of soortgelijke betaling;
-
c. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
-
a. van zuiver redactionele aard zijn;
-
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen en of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
-
1. paragraaf 2 (reisdocumenten);
-
2. paragraaf 3 (rijbewijzen);
-
3. paragraaf 4 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen)
-
4. artikel 1.33 (verklaring omtrent het gedrag);
-
5. paragraaf 16 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van leges.
Artikel 12. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
1. De ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023’ van 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening leges 2024".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2023.
De voorzitter, ir J.N. Rozendaal
De griffier, mr. D.H.A.A. Kassing
Bijlage: Tarieventabel, behorende bij de verordening leges 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
|
|
|
Paragraaf 1 Burgerlijke stand |
|
|
|
|
Artikel 1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
|
1.1.1.1 |
Voor zover de plechtigheden plaatsvinden op maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 462,50; |
1.1.1.2 |
Vervallen |
|
1.1.1.3 |
Vervallen |
|
1.1.1.4 |
Voor zover de plechtigheden plaatsvinden op maandag tot en met zaterdag op een ander tijdstip dan genoemd onder 1.1.1.1 |
€ 562,50; |
1.1.1.5 |
Op maandag van 8.30 uur tot 9.00 uur wordt gelegenheid geboden, in het gemeentehuis (Zuiderzeestraatweg Oost 19), tot een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap. |
|
Artikel 1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, zonder ceremonie aan het loket van het gemeentehuis (Zuiderzeestraatweg Oost 19): |
€ 78,00; |
|
||
Artikel 1.1.3 |
Overige bepalingen en tarieven gerelateerd aan huwelijksvoltrekkingen of geregistreerd partnerschap: |
|
1.1.3.1 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een trouwlocatie is het tarief |
€ 220,00 |
1.1.3.2 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een éénmalige trouwlocatie is het tarief |
€ 110,00 |
Artikel 1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.4.1 |
- een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering (incl. omslag) |
€ 28,00 |
1.1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 55,00 |
|
Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1.1 |
- van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.2 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
1.2.1.3 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.2.2 |
- van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in paragraaf 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
1.2.2.2 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.2.3 |
- van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
1.2.3.2 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.2.4 |
- van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.2.5 |
- van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
1.2.5.2 |
- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
|
Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
||
Artikel 1.2.7 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
|
Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
||
Artikel 1.2.8 |
Niet van toepassing. |
|
|
Paragraaf 3 Rijbewijzen |
|
Artikel 1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, het tarief als opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen verhoogd met het tarief van de ‘Afdracht van gemeenten voor afgifte rijbewijzen’ van artikel 26, lid 2 van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer 2022, zoals laatstelijk gewijzigd. Afgerond naar beneden op vijf cent. |
|
Artikel 1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het daarvoor in artikel 26, lid 2 van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer 2022, zoals laatstelijk gewijzigd, opgenomen tarief. Afgerond naar beneden op vijf cent. |
|
1.3.2.1 |
Vervallen |
|
Artikel 1.3.3 |
Voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief (staat vermeld op de gezondheidsverklaring) |
|
Artikel 1.3.4 |
Gereserveerd |
|
|
Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|
Artikel 1.4.1 |
Voor de toepassing van dit paragraaf, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
- tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 9,00; |
1.4.2.2 |
Indien de aanvraag, zoals bedoeld in paragraaf 1.4.2.1, de afhandeling en de betaling elektronisch plaatsvindt wordt de legesnota met 25% verminderd. |
|
Artikel 1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.4.4 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.4.5 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 21,50 |
Artikel 1.4.7 |
Het op grond van subonderdeel 1.4.6 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Paragraaf 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
|
Artikel 1.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ 81,50. |
|
Paragraaf 6 Naturalisatie |
|
Artikel 1.6.1 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek: conform het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 |
|
|
Paragraaf 7 Bestuursstukken (gereserveerd) |
|
|
Paragraaf 8 Vastgoedinformatie |
|
Artikel 1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
1.8.1.1 |
In formaat A4 of kleiner |
€ 8,25; |
1.8.1.1.1 |
- verhoogd per pagina, in formaat A4 of kleiner |
€ 1,05; |
1.8.1.1.2 |
- verhoogd per pagina, in formaat A3 |
€ 2,10; |
1.8.1.1.3 |
- verhoogd per pagina, in formaat A2 (plotter) |
€ 8,30; |
1.8.1.1.4 |
- verhoogd per pagina, in formaat A1 (plotter) |
€ 10,80; |
1.8.1.1.5 |
- verhoogd per pagina, in A0 formaat (plotter) |
€ 15,80; |
1.8.1.2 |
- een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in paragraaf 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk |
|
1.8.1.2.1 |
- van het gebied buiten de bebouwde kom |
€ 25,50; |
1.8.1.2.2 |
- van het gebied binnen de bebouwde kom |
€ 66,00; |
Artikel 1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
1.8.2.1 |
- de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 9,00; |
1.8.2.2 |
- de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 25,00; |
1.8.2.3 |
- een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 14,85; |
1.8.2.4 |
- het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 14,85; |
1.8.2.5 |
- het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ 14,85; |
Artikel 1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
€ 8,40; |
1. het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan; |
||
2. het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan; |
||
3. het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan; |
||
1.8.3.1 |
- verhoogd per adres; |
€ 0,25; |
1.8.3.2 |
- verhoogd per gelegde relatie |
€ 0,45; |
1.8.3.3 |
- verhoogd per adrescoördinaat |
€ 0,40; |
Artikel 1.8.4 |
- voor het afdrukken (op papier of digitaal) een deel van een luchtfoto, per pagina A4 of A3-formaat. Of in digitale vorm tiff-, jpg of ecw-formaat. |
€ 26,60. |
Artikel 1.8.5 |
Gereserveerd |
|
|
Paragraaf 9 Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1.1 |
- tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35; |
1.9.2.1 |
- tot het legaliseren van een handtekening |
€ 9,95. |
|
Paragraaf 10 Gemeentearchief (gereserveerd) |
|
|
Paragraaf 11 Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.11.1.1 |
- vervallen |
|
Artikel 1.11.2 |
- tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 0,00. |
|
Paragraaf 12 Leegstandwet |
|
Artikel 1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1.1 |
- tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 80,00; |
1.12.1.2 |
- tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 80,00. |
Artikel 1.12.2 |
Indien aanvragen als bedoeld in paragraaf 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.) |
|
|
Paragraaf 13 Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.13.1.1 |
- tot het verstrekken van een gemeentegarantie |
€ 80,00; |
1.13.1.2 |
- tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
€ 80,00. |
|
Paragraaf 14 (Vervallen) |
|
|
Paragraaf 15 (Vervallen) |
|
|
Paragraaf 16 Kansspelen |
|
Artikel 1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
- voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat (landelijk tarief) |
€ 56,50; |
1.16.1.2 |
- voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat (landelijk tarief) |
€ 56,50; |
- en voor iedere volgende kansspelautomaat (landelijk tarief) |
€ 34,00; |
|
1.16.1.3 |
- voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 240,00; |
1.16.1.4 |
- voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 240,00; |
- en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 144,00; |
|
Artikel 1.16.2 |
De paragrafen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
Artikel 1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 30,00; |
Artikel 1.16.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 580,00. |
|
Paragraaf 17 Telecommunicatie |
|
|
Werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding of opruiming van kabels |
|
Artikel 1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 504,00; |
1.17.1.1 |
- indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 390,00; |
1.17.1.2 |
- indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met |
€ 390,00; |
1.17.1.3 |
- indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet. |
|
Arikel 1.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in paragraaf 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vraag voor een instemmingsbesluit of melding voor (spoedeisende) werkzaamheden van minder ingrijpende aard |
€ 136,00. |
|
Paragraaf 18 Verkeer en vervoer |
|
Artikel 1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.1.1 |
- tot het verlenen van een ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit algemene bepalingen inzake het wegverkeer, Regeling voertuigen en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ 68,50; |
1.18.1.2 |
- tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen en landen van een helikopter of voet gestarte paramotor |
€ 34,40; |
Artikel 1.18.2 |
- tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 voor een kenteken waarvoor nog niet eerder een ontheffing is verleend |
€ 115,00; |
1.18.2.1 |
- tot het aansluitend verlengen van een ontheffing op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 als bedoeld in paragraaf 1.18.2 |
€ 68,50; |
1.18.2.2 |
- tot het gedurende het kalenderjaar wijzigen van een kenteken in een ontheffing, verleend op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 als bedoeld in paragraaf 1.18.2 |
€ 34,40; |
1.18.2.3 |
Vermindering op verzoek |
|
Indien de aanvraag, zoals bedoeld onder paragraaf 1.18.2 en de verlenging zoals genoemd in 1.18.2.1 plaatsvindt dan is er vermindering mogelijk. |
||
1. De leges is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de verstrekking van de ontheffing. |
||
2. Indien de ontheffing in de loop van het kalenderjaar wordt verstrekt, is de leges verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar, na de verstrekking van de ontheffing, nog volle kalendermaanden overblijven. |
||
3. Indien de ontheffing en de parkeerkaart in de loop van het kalenderjaar worden ingeleverd, bestaat aanspraak op vermindering voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar, na het inleveren van voorgenoemde documenten, nog volle kalendermaanden overblijven. |
||
1.18.2.4 |
Indien een aanvraag, als bedoeld onder paragraaf 1.18.2, wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen of na in behandeling name, op verzoek van de behandelend ambtenaar, niet voldaan is aan het verstrekken van nadere gegevens waardoor de aanvraag niet verder in behandeling kan worden genomen of op een aanvraag om een parkeerontheffing afwijzend wordt beschikt, wordt op schriftelijk verzoek 50% teruggaaf van de leges verleend. |
|
Artikel 1.18.3 |
- tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
|
1.18.3.1 |
- met doktersadvies |
€ 165,00; |
1.18.3.2 |
- zonder doktersadvies |
€ 99;00 |
1.18.3.3 |
- voor het verstrekken van een duplicaat van een GPK na verlies of diefstal |
€ 55,00. |
1.18.3.4 |
- Indien de aanvraag tot het verstrekken van een GPK geweigerd is, volgt een korting van de in rekening gebrachte leges van |
100% |
|
Paragraaf 19 Diversen |
|
Artikel 1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.19.1.1 |
- tot het verlenen van een vergunning voor de verkoop van vuurwerk |
€ 320,00; |
1.19.1.2 |
- het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ 850,00; |
1.19.1.2.1 |
- het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ 280,00; |
Artikel 1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.19.2.1 |
- gewaarmerkte afschriften van stukken, fotokopieën van stukken en/of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,30; |
1.19.2.1.1 |
- verhoogd, per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,20; |
1.19.2.1.2 |
- verhoogd, per pagina op papier van A3-formaat |
€ 0,30; |
1.19.2.1.3 |
- verhoogd, per pagina op papier van een ander formaat |
€ 0,50; |
1.19.2.2 |
- voor het verstrekken van minder dan 20 kopieën per aanvraag als genoemd in paragraaf 1.19.2.1 tot en met 1.19.2.1.3 wordt geen legesnota opgelegd. |
|
- Indien de aanvraag, zoals bedoeld in paragraaf 1.19.2.1 tot en met 1.19.2.1.3, de afhandeling en de betaling elektronisch plaatsvindt wordt de legesnota met 25% verminderd. |
||
1.19.2.3 |
- kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in paragraaf 1.19.2.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 8,30; |
1.19.2.4 |
- een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 26,30; |
1.19.2.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het plaatsen van “sandwichborden” |
€ 170,00. |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet |
|
|
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: |
|
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; |
||
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; |
||
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
||
4 |
Onder intaketafel wordt verstaan: |
|
Intern overlegorgaan waar initiatieven integraal afgewogen worden door adviseurs vanuit de diverse vakdisciplines om te beoordelen of het initiatief wenselijk c.q. kansrijk is voor het proces om te komen tot een omgevingsvergunning of het wijzigen van het omgevingsplan, eventueel in combinatie met het bepalen van eerste voorwaarden. |
||
5 |
Onder conceptaanvraag wordt verstaan: |
|
Een advies inzake de slagingskans van uw bouwplan. Voor het plan wordt gekeken of het bouwplan niet in strijd is met het omgevingsplan en wordt getoetst aan de welstandseisen. Bij een strijdigheid met het omgevingsplan zal onderzocht worden welke procedure gevolgd moet worden. |
||
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
Omgevingsoverleg |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.17. |
|
4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.18. |
|
5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
Tarief 2024 |
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
|
Intaketafel |
|
1 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van intaketafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief |
gratis |
|
||
|
Conceptaanvraag |
|
2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: |
€ 250,00 |
|
||
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
Tarief 2024 |
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 1.500 bedragen: |
€ 32,80 |
b. |
indien de bouwkosten € 1.500 tot € 7.500 bedragen: |
€ 75,05 |
c. |
indien de bouwkosten € 7.500 tot € 500.000 bedragen: |
1,05% |
van de bouwkosten; |
||
d. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
0,90% |
van de bouwkosten; |
||
e. |
indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen; |
0,75% |
van de bouwkosten; |
||
f. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
0,60% |
|
Met een maximum van |
€ 156.375,00 |
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1 |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 1.500 bedragen: |
€ 76,60 |
b. |
indien de bouwkosten € 1.500 tot € 7.500 bedragen: |
€ 175,10 |
c. |
indien de bouwkosten € 7.500 tot € 500.000 bedragen: |
2,45% |
van de bouwkosten; |
||
d. |
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen: |
2,10% |
van de bouwkosten |
|
|
e. |
indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
1,75% |
van de bouwkosten |
||
f. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
1,40% |
|
Met een maximum van |
€ 364.875,00 |
2 |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 219,95 |
|
||
3 |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
a. |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in paragraaf 2.4: |
|
4 |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
€ 219,95 |
|
||
5 |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder artikel 3 lid a onder 1 bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door de college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
|
Als een begroting als bedoeld in het twee lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.7 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Tarief 2024 |
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Elburg 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
1° voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 78,15 |
|
||
|
2°voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 78,15 |
|
||
2 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Elburg 2022 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 78,15 |
|
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 78,15 |
|
||
artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Elburg 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 78,15 |
|
||
|
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.11 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
Tarief 2024 |
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.024,00 |
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Artikel 2.13 |
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.14 |
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.15 |
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.16 |
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.17 |
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.18 |
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.19 |
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.024,00 |
b. |
voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.500,00 |
c. |
voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.200,00 |
|
||
Artikel 2.20 |
Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
1 |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
Tarief 2024 |
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 400,00 |
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 400,00 |
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
Tarief 2024 |
Artikel 2.23 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
Artikel 2.24 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
Artikel 2.25 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 274,15 |
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 158,45 |
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 274,15 |
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
Tarief 2024 |
Artikel 2.29 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 81,30 |
|
||
|
||
|
||
|
||
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
a. als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 129,25 |
|
||
b. |
b. als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 129,25 |
|
||
|
||
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 81,30 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 81,30 |
|
||
Artikel 2.33 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 274,15 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1 |
voor een omgevingsplanactiviteit: |
€ 274,15 |
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 274,15 |
3 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 274,15 |
|
||
Artikel 2.34a |
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 976,80 |
|
||
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
Tarief 2024 |
Artikel 2.35 |
Gereserveerd: Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
a. milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.288,00 |
|
||
Artikel 2.37 |
Gereserveerd: Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
Tarief 2024 |
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 400,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 400,00 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.288,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 400,00 |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
Tarief 2024 |
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 219,95 |
|
||
|
||
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 81,30 |
|
||
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor wat betreft een milieubelastende activiteit: |
€ 1.196,00 |
|
||
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor wat betreft een milieubelastende activiteit, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 1.196,00 |
|
||
Artikel 2.43 |
Gereserveerd: Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld. |
|
2 |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3 |
Als het college van burgemeester en wethouders besluit om, voordat het ontwerp van een plan als bedoeld in 2.45 lid 1 ter inzage is gelegd, hieraan geen medewerking te verlenen, wordt op verzoek van de aanvrager voor 50% van de geheven leges teruggaaf verleend. |
|
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 79,75 |
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
Tarief 2024 |
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
|
25% |
||
a. |
met een minimumbedrag van: |
€ 105,00 |
b. |
met een maximumbedrag van: |
€ 1.000,00 |
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 400,00 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 400,00 |
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 274,15 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 274,15 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 274,15 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 274,15 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 274,15 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 700,00 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 274,15 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 727,65 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke advies commissie omgevingskwaliteit Elburg 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
1. |
Indien de bouwkosten € 0,00 tot en met € 500.000,00 bedragen |
|
van de bouwkosten; |
0,19% |
|
met een minimum; |
€ 55,00 |
|
2. |
indien de bouwkosten meer dan € 500.000 tot en met € 1.000.000 bedragen; |
|
van de bouwkosten; |
0,12% |
|
3. |
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 tot en met € 2.500.000 bedragen: |
|
van de bouwkosten; |
0,08% |
|
4. |
indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000 tot en met € 5.000.000 bedragen: |
|
van de bouwkosten; |
0,05% |
|
5. |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
|
van de bouwkosten; |
0,03% |
|
met een minimum van; |
€ 250.000,00 |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke advies commissie omgevingskwaliteit Elburg 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 263,00 |
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering |
Tarief 2024 |
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges voor wat betreft de conceptaanvraag. |
100% |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg (conceptaanvraag) betrekking had; |
|
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg (conceptaanvraag); en |
|
c. |
binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 |
Gereserveerd: Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
Tarief 2024 |
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.17. |
|
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 94,25 wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
||
|
Paragraaf 1 Horeca |
|
Artikel 3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1.1 |
- een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 269,90; |
3.1.1.2. |
- een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 89,00; |
Artikel 3.1.2 |
- een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in [artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening] |
€ 262,00. |
Artikel 3.1.3 |
- een aanvraag tot het verlenen van een terrasvergunning |
€ 76,00. |
Artikel 3.1.4 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.1.5 |
- een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 89,00; |
Artikel 3.1.6 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.1.7 |
- een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 182,00. |
|
Paragraaf 2 Organiseren evenementen of markten |
|
Artikel 3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
- een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel |
€ 113,00; |
3.2.1.2 |
- een kleinschalig evenement |
€ 20,00; |
Artikel 3.2.2 |
Vervallen |
|
Artikel 3.2.3 |
Gereserveerd |
|
|
Paragraaf 3 Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.3.1.1 |
Tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.1.1.1 |
- voor een escortbedrijf |
€ 616,00; |
3.3.1.1.2 |
- voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in paragraaf 3.3.1.1.1 |
€ 616,00; |
3.3.1.1.3 |
- voor andere seksbedrijven dan bedoeld in paragraaf 3.3.1.1.1 en 3.1.1.1.2 |
€ 616,00. |
Artikel 3.3.2. |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.3.3 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.3.4 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.3.5 |
Gereserveerd |
|
|
Paragraaf 4 Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.4.1.1 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 81,00; |
Artikel 3.4.2 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 81,00 |
Artikel 3.4.3 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 81,00 |
Artikel 3.4.4 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 81,00 |
Artikel 3.4.5 |
- tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 81,00 |
Artikel 3.4.6 |
-tot het verlenen van een vergunning of ontheffing om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste en tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 |
|
|
Paragraaf 5 Marktstandplaatsen |
|
Artikel 3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.5.1.1 |
- tot het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning van een jaar tot maximaal zes jaar |
€ 249,00; |
Indien van de vergunning voor een periode langer dan 8 weken geen gebruik wordt gemaakt, wordt de vergunning ambtshalve ingetrokken, tenzij door de vergunninghouder is aangegeven met welke reden en voor welke termijn de standplaats tijdelijk niet wordt ingenomen. |
|
|
3.5.1.2 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats van een kwartaal tot maximaal een jaar |
€ 100,00; |
3.5.1.3 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats voor meer dan één dag tot een kwartaal |
€ 51,00; |
3.5.1.4 |
- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats voor één dag |
€ 25,50; |
3.5.1.5 |
- vervallen |
|
3.5.1.6 |
Voor de gebruikmaking van een aansluiting op een elektriciteitskast, per dag, per aansluiting: |
€ 7,50 |
Dit bedrag is inclusief 21% omzetbelasting. |
||
Artikel 3.5.2 |
Als een aanvraag om een standplaatsvergunning, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de op grond van paragraaf 3.5.1 tot en met 3.5.1.4 verschuldigde leges. |
|
|
Paragraaf 6 Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.6.1.1 |
- tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 81,00 |
|
Paragraaf 7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
Artikel 3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ 81,00 |
Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2023.
Griffier van Elburg, mr. D.H.A.A. Kassing
Bijlage A behorend bij paragraaf 2.3.5
1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
2. een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 5 m, en
b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 10 m, en
b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
5. een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
6. een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;
7. een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
8. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
9. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;
10. het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
b. de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,
c. de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
d. de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;
11. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2023.
Griffier van Elburg, mr. D.H.A.A. Kassing
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl