Regeling vervalt per 01-01-2025

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

Geldend van 16-03-2024 t/m 31-12-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. dinsdag 24 oktober 2021 november 2023 met kenmerk Z23/151061 / D - 183468;

gezien de Nota van Wijzing met zaaknummer Z23/153496 / D – 188219;

gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

Besluit:

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024.

Artikel 1 Definities.

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • -

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit.

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of;

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht.

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen.

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven.

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing.

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf.

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarie-ventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.11, onder c (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.15, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.21 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2022 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 juni 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. De in artikel 2.1, vijfde lid van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde, door burgemeester en wethouders vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk (de BouwKostenIndicator BKI) en bijbehorende regelingen worden afzonderlijk bekend gemaakt door publicatie in het elektronisch Gemeenteblad en treden in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. donderdag 14 december 2023.

De raad voornoemd,

griffier

voorzitter

Bijlage Tarieventabel behorende bij de legesverordening Echt-Susteren 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Tarief 2024

 
 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 
 
 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 
 
 
 
 

Gemeentehuis

Huwelijk op eigen gekozen locatie

Kasteel Eyckholt/ Roosterhoeve

a.

werkdagen tussen 09.00 en 17.00 uur

€ 327,00

€ 310,10

€ 479,35

b.

zaterdag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 507,50

€ 479,35

€ 648,55

c.

dinsdag om 09.00 uur en 09.15 uur

€ 0,00

€ 310,10

€ 479,35

Artikel 1.2

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor:

 
 
 

a.

benoeming en beëdiging op verzoek tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijk stand voor huwelijksvoltrekking/registreren van partnerschappen voor één dag. Hierin zijn niet inbegrepen de kosten van de aanvraag van een VOG.

€ 239,00

 
 

b.

benoeming op verzoek tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijk stand voor huwelijksvoltrekking/registreren van partnerschappen voor één dag. Hierin zijn niet inbegrepen de kosten van de aanvraag van een VOG.

€ 95,75

 
 

Artikel 1.3

Annuleren of wijzigen

 
 
 
 

Als een verzoek tot huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap geen doorgang zal vinden, is 50% van de te betalen legeskosten verschuldigd.

 
 
 

Artikel 1.4

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

 
 
 

a.

in kunststof

€ 35,60

 
 

b.

in leder

€ 48,40

 
 

2.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een duplicaat trouwboekje of partnerschapboekje

 
 
 

a.

in kunststof

€ 35,60

 
 

b.

in leder

€ 48,40

 
 

Artikel 1.5

Overige burgerlijke stand

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 
 
 

a.

het doen van nasporing in de registers van de burgerlijke stand, per kwartier of gedeelte daarvan:

€ 25,75

 
 

b.

een afschrift en/of uittreksel burgerlijke stand (tarieven legesbesluit akten burgerlijke stand; inclusief meertalige formulieren):

€ 16,60

Wettelijk vastgesteld bedrag

c.

het doen van inlichtingen in de registers van de burgerlijke stand in andere gemeenten in Nederland:

€ 17,15

 
 

d.

het doen van inlichtingen in de registers van de burgerlijke stand in gemeente buiten Nederland:

€ 17,15

 
 

e.

een verklaring huwelijksbevoegdheid (tarieven legesbesluit akten burgerlijke stand):

€ 29,00

Wettelijk vastgesteld bedrag

f.

een verklaring huwelijksbevoegdheid (meertalig):

€ 22,30

Wettelijk vastgesteld bedrag

g.

attestatie de vita (voor buitenlandse autoriteiten, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand).

€ 16,60

Wettelijk vastgesteld bedrag

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 
 
 

Artikel 1.6

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 
 
 

a.

een nationaal paspoort:

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk vastgesteld bedrag

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk vastgesteld bedrag

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk vastgesteld bedrag

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

Wettelijk vastgesteld bedrag

e.

een nationaal paspoort, zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort voor niet-ingezetenen

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 126,40

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 105,95

Wettelijk vastgesteld bedrag

Artikel 1.7

Nederlandse identiteitskaart

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 
 
 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

Wettelijk vastgesteld bedrag

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

€ 36,90

Wettelijk vastgesteld bedrag

c.

een Nederlandse identiteitskaart voor niet-ingezetenen

 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 121,95

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 87,00

Wettelijk vastgesteld bedrag

Artikel 1.8

Modaliteiten

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 
 
 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.6 en 1.7 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,05

Wettelijk vastgesteld bedrag

b.

indien er sprake is van bezoek op locatie worden extra kosten voor de aanvraag in rekening gebracht voor de documenten als bedoeld in de artikelen 1.6 en 1.7

€ 12,25

Wettelijk vastgesteld bedrag

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 
 
 

Artikel 1.9

Rijbewijzen

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

Wettelijk vastgesteld bedrag

Artikel 1.10

Modaliteiten

 
 
 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.9 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gezondheidsverklaring

€ 44,50

Wettelijk vastgesteld bedrag

3.

De administratiekosten voor het verstrekken van een gezondheidsverklaring bedragen

€ 8,65

 
 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 
 
 

Artikel 1.11

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 
 
 

a.

het verstrekken van gegevens van een ingezetene, per verstrekking

€ 17,15

 
 

b.

het verstrekken gegevens archief indien persoonsgegevens dienen te worden doorlopen, per kwartier of gedeelte daarvan, ongeacht het resultaat van de nasporing

€ 25,75

 
 

c.

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

Wettelijk vastgesteld bedrag

Artikel 1.12

Geautomatiseerde registers

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 
 
 

a.

schriftelijke inlichtingen uit de basisregistratie personen langs geautomatiseerde weg, per uitdraai

€ 624,00

 
 

b.

het verstrekken van variabele uitvoer uit de basisregistratie personen (o.a. leeftijdsopbouwstatistieken, tellingen naar geslacht etc.)

€ 52,30

 
 

Artikel 1.13

Bewijzen van opneming

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 
 
 

a.

het afgeven van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen, voor een persoon

€ 8,35

 
 

b.

het afgeven van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen, voor een gezin

€ 8,35

 
 

c.

het doen afgeven van een gewaarmerkte persoonslijst

€ 8,35

 
 

d.

een meertalig uittreksel

€ 8,35

 
 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

 
 
 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 
 
 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 
 
 

Artikel 1.14

Gemeentegarantie

 
 
 
 

Niet van toepassing

 
 
 

Artikel 1.15

Overige publiekszaken

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 
 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

Wettelijk vastgesteld bedrag

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 8,35

 
 

c.

tot het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland:

€ 8,35

 
 

d.

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn (binnen Nederland), afgegeven namens de burgemeester door aangewezen ambtenaar burgerzaken:

€ 8,35

 
 

e.

om een verklaring inzake Nederlanderschap

€ 8,35

 
 

f.

tot het verkrijgen van een andere, niet elders in deze tarieventabel genoemde verklaring over een bepaald persoon

€ 8,35

 
 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 
 
 

Artikel 1.16

Naspeuringen in het gemeentearchief

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 25,30

 
 

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

Artikel 1.17

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 
 
 
 

Voor het verstrekken van een afschriften of kopieën gelden de tarieven opgenomen in paragraaf 1.10 van deze tarieventabel.

 
 
 

Artikel 1.18

Uitlenen archiefbescheiden

 
 
 
 

Niet van toepassing

 
 
 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 
 
 

Artikel 1.19

Huisvestingswet 2014

 
 
 
 

Niet van toepassing

 
 
 

Artikel 1.20

Leegstandswet

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 254,70

 
 

Artikel 1.21

Wet op de kansspelen

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

Wettelijk vastgesteld bedrag

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten.

€ 79,00

Wettelijk vastgesteld bedrag

c.

voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

Wettelijk vastgesteld bedrag

d.

voor iedere volgende kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 317,00

Wettelijk vastgesteld bedrag

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties/particulieren

€ 25,80

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

Artikel 1.22

Kabels en leidingen (Telecommunicatiewet)

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 
 
 

a.

indien het betreft tracés vanaf 25m1 tot 250m1

€ 423,75

 
 

b.

indien het betreft tracés vanaf 250m1 tot 1.500m1

€ 488,15

 
 

c.

indien het betreft tracés vanaf 1.500m1 tot 5.000m1

€ 614,55

 
 

d.

indien het betreft tracés vanaf 5.000m¹ en meer wordt het tarief berekend aan de hand van een begroting.

 
 
 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés vanaf 0 tot 25 m1

€ 74,35

 
 

3.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in het eerste lid genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 380,35

 
 

Artikel 1.23

Medegebruik gemeentelijke infrastructuur voor plaatsen small cells

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

10%

 
 
 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het tweede lid zouden worden vastgesteld.

 
 
 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 
 
 

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 1.032,50

 
 

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 1.961,75

 
 

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 2.787,75

 
 

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:

€ 3.510,50

 
 

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 4.130,00

 
 

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 4.646,25

 
 

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 5.059,25

 
 

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:

€ 5.369,00

 
 

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 5.575,50

 
 

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 5.678,75

 
 

3.

Als het verzoek bedoeld in het tweede lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het eerste lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

80%

 
 
 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

 
 
 
 

a. hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

b. in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

c. is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

 
 
 

Artikel 1.24

Wegenverkeerswetgeving

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 
 

1.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen (betreffende de hoogte, breedte, wieldruk, gewicht en dergelijke van een motorvoertuig of van een daardoor voortbewogen aanhangwagen):

 
 
 

a.

voor een periode van één dag tot één week

€ 39,15

 
 

b.

voor een periode van meer dan één week tot één jaar

€ 78,75

 
 

c.

voor een periode van meer dan één jaar tot drie jaar (enkel mogelijk bij ontheffing landbouwvoertuigen > 3 meter)

€ 157,55

 
 

2.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 :

 
 
 

a.

voor een periode van één dag tot één week

€ 39,15

 
 

b.

voor een periode van meer dan één week tot één jaar

€ 78,75

 
 

c.

voor een periode van meer dan één jaar tot drie jaar (enkel mogelijk bij ontheffing gesloten verklaarde bos-/veldwegen)

€ 157,55

 
 

3.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor het berijden van de voetgangerszone centrumgebied Echt (voor eigenaar/ huurder voor de duur dat deze over een pand in de voetgangerszone beschikt, voor leveranciers e.d. voor één jaar, dit is excl. borg zender ad € 50,-; de borg wordt bij inleveren zender geretourneerd)

€ 39,10

 
 

4.

een dagontheffing t.b.v. verhuizing in de voetgangerszone centrumgebied Echt met zender (excl. borg ontheffingskaart € 25 + borg zender € 50; de borg wordt bij inleveren kaart en zender geretourneerd)

€ 26,65

 
 

5.

een nieuwe ontheffing met daarop een administratieve aanpassing t.g.v. een nieuw kenteken/voertuig of het verstrekken van een duplicaat (deze bepaling is van toepassing op ontheffingen o.g.v. artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990), waarbij de geldigheidsduur van de nieuwe ontheffing gelijk is aan bestaande ontheffing

€ 26,65

 
 

6. a.

een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (zonder speciale gehandicapteninrit)

€ 182,10

 
 

b.

een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (met speciale gehandicapteninrit)

€ 288,70

 
 

c.

het onderbord gehandicaptenparkeerplaats bij kentekenwijziging aan te passen

€ 26,65

 
 

7. a.

een ontheffing op grond van artikel 148, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet voor het houden van een wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

€ 77,65

 
 

b.

een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van een door de Minister van Verkeer en Waterstaat of Gedeputeerde Staten van Limburg te verlenen ontheffing voor het houden van een wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

€ 78,75

 
 

c.

een verklaring van geen bezwaar ten aanzien van het houden van een toertocht met voertuigen op de binnen de gemeente Echt-Susteren gelegen wegen, zijnde geen wedstrijd als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet

€ 39,10

 
 

8.

een verkeersbesluit

€ 157,55

 
 

9.

een ontheffing van het verbod vervoer personen achter een motorvoertuig voor de periode van één jaar (art. 61b RVV)

€ 78,75

 
 

10.

een (tijdelijke) verkeersmaatregel anders dan vermeld in deze legesverordening (niet zijnde een verkeersbesluit)

€ 39,15

 
 

11.

een gehandicaptenparkeerkaart

€ 62,90

 
 

Paragraaf 1.10

Diversen

 
 
 

Artikel 1.25

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,35

 
 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, doorslagen, scans of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 
 

a.

in formaat A4 zwart-wit, per bladzijde (eerste 5 kopieën worden gratis verstrekt

€ 0,60

 
 

b.

in formaat A4 kleur, per bladzijde

€ 1,25

 
 

c.

in formaat A3 zwart-wit, per bladzijde

€ 0,95

 
 

d.

in formaat A3 kleur, per bladzijde

€ 2,10

 
 

e.

kaarten, tekeningen en dergelijke, niet onder a. tot en met d. genoemd, ongeacht het formaat

€ 8,35

 
 

f.

digitale scans van tekeningen, en dergelijke, welke in PDF formaat worden doorgestuurd aan derden

€ 8,35

 
 

Artikel 1.26

Besluit maximumtarieven Wet open overheid (Woo)

 
 
 

1.

Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 8.6, tweede lid, van de Wet open overheid kan een vergoeding in rekening worden gebracht.

 
 
 

2.

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van documenten, bedraagt het tarief per kopie:

 
 
 

a.

in formaat A4 zwart-wit, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,05

Wettelijk maximum tarief

b.

in formaat A3 zwart-wit, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,10

Wettelijk maximum tarief

c.

in formaat A4 kleur, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,20

Wettelijk maximum tarief

d.

in formaat A3 kleur, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,40

Wettelijk maximum tarief

Artikel 1.27

Opgraving bijzondere begraafplaatsen

 
 
 
 

Voor het afgeven van een vergunning voor het opgraven van een stoffelijk overschot op een bijzondere begraafplaats geldt een tarief van

€ 496,10

 
 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Tarief 2024

 
 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 
 
 

Artikel 2.1

Definities

 
 
 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 
 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 
 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 
 
 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 
 
 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 
 
 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

 
 
 

5.

in afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan:

alle kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk tot en met de oplevering van dat (bouw)werk waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend. De kosten worden berekend op basis van de laatstelijk door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk. Deze genormeerde eenheidsprijzen worden bepaald middels de BouwKostenIndicator (BKI), de Regeling vaststellen bouwkosten voor Verbouw en Herbouw en de Regeling toepassing Standaard en Beter bij het vaststellen van bouwkosten. Over deze bouwkosten worden leges berekend en geheven. Het college van burgemeester en wethouders stelt jaarlijks een geactualiseerde BouwKostenIndicator vast. Deze BouwKostenIndicator (BKI) en bijbehorende regelingen worden bekend gemaakt in het elektronisch Gemeenteblad. Voor gebouwtypes en andere bouwwerken waarin de BouwKostenIndicator (BKI) niet voorziet, worden de bouwkosten berekend door een extern bouwkundig calculatiebureau. In bijzondere gevallen kunnen afwijkende en gelijkwaardige berekeningsmethodieken worden gehanteerd bij het vaststellen van de bouwkosten.

 
 
 

6.

Intaketafel: De intaketafel is een beoordeling van initiatieven die niet passen binnen de regels van het omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief en het eventuele vervolgproces.

 
 
 

7.

Omgevingstafel: Aan de omgevingstafel wordt de haalbaarheid beoordeeld van initiatieven waarvan is geoordeeld dat deze wenselijk zijn. Het doel van een omgevingstafel is het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een definitief plan dat gereed is voor een (vergunning)aanvraag.

 
 
 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 
 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 
 

a.

omgevingsoverleg;

 
 
 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 
 
 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
 
 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
 
 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
 
 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 
 
 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 
 
 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 
 
 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 
 
 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 
 
 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 
 
 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 
 
 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 
 
 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 
 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 
 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 
 
 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 
 
 
 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

 
 
 

1.

Voor een eerste beoordeling of voor de voorgenomen activiteit een vergunning nodig is:

€ 127,77

 
 

2.

voor een beoordeling van het initiatief aan de intaketafel:

€ 174,85

 
 

3.

voor een nadere beoordeling aan de omgevingstafel:

 
 
 

a.

voor de eerste beoordeling:

€ 1.000,00

 
 

b.

voor elke volgende beoordeling:

€ 300,00

 
 

4.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 
 
 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 
 
 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

1,000%

 
 
 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 75,00

 
 

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 250,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 25.000 van:

0,900%

 
 

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 475,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000 van:

0,700%

 
 

d.

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.875,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000 van:

0,799%

 
 

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 3.873,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 500.000 van:

0,873%

 
 

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 8.238,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

0,900%

 
 

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 21.738,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.500.000 van:

0,900%

 
 

h.

indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:

€ 44.238,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

1,300%

 
 

i.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

€ 109.238,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 10.000.000 van:

1,000%

 
 
 

met een maximum van:

€ 123.000,00

 
 

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit bestaande uit bouwactiviteit (ruimtelijk deel)

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij ook sprake is van een bouwactiviteit:

 
 
 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

2,100%

 
 
 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 155,00

 
 

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 525,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 25.000 van:

1,600%

 
 

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 925,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000 van:

1,400%

 
 

d.

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 3.725,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000 van:

1,500%

 
 

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 7.475,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 500.000 van:

1,750%

 
 

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 16.225,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

1,750%

 
 

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 42.475,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.500.000 van:

1,800%

 
 

h.

indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:

€ 87.475,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

2,300%

 
 

i.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

€ 202.475,00

 
 
 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 10.000.000 van:

1,800%

 
 
 

met een maximum van:

€ 227.000,00

 
 

2.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 525,00

 
 

3.

De tarieven genoemd onder lid 1 en lid 2 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

 
 
 

a.

als de activiteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 86,00

 
 

b.

als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 4.986,36

 
 

4.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt, indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het tarief verhoogd met:

 
 
 

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 750,00

 
 

b.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a:

€ 3.458,75

 
 

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 530,14

 
 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.438,30

 
 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.438,30

 
 

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 
 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 
 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 328,23

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 328,23

 
 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.921,77

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.921,77

 
 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.921,77

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.921,77

 
 

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Echt-Susteren 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 
 
 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 
 
 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 
 
 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 328,23

 
 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 328,23

 
 

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.921,77

 
 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 
 
 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.259,18

 
 

Artikel 2.12a

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 5.284,59

 
 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 7.129,18

 
 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.113,77

 
 

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten (gereserveerd)

 
 
 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 
 
 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 344,00

 
 

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 344,00

 
 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 
 
 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.376,00

 
 

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.376,00

 
 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.749,77

 
 

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 375,00

 
 

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 119,77

 
 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.438,30

 
 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.438,30

 
 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 
 
 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 51,11

 
 

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 85,13

 
 

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 85,13

 
 

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 
 
 

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 
 
 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.094,30

 
 

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 
 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.094,30

 
 

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.266,30

 
 

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.266,30

 
 

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 
 
 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 
 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 
 
 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 
 
 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 
 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 
 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 
 
 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 
 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 750,30

 
 

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 750,30

 
 

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 
 
 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 
 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 750,30

 
 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 750,30

 
 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 750,30

 
 

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 750,30

 
 

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 
 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 750,30

 
 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 
 
 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet, indien het gaat om:

 
 
 

a.

een bouwactiviteit:

€ 860,00

 
 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed:

€ 492,30

 
 

c.

een milieubelastende activiteit:

€ 860,00

 
 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c:

€ 430,00

 
 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 
 
 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 750,30

 
 

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleine dan wel ondergeschikte wijziging in het project

€ 85,13

 
 
 

Het in het vorige onderdeel bepaalde vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw (bouw)plan sprake is.

 
 
 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 750,30

 
 

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 85,13

 
 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 
 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 172,00

 
 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 
 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 
 
 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.905,40

 
 

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 234,30

 
 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 
 
 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

100%

 
 
 

met dien verstande dat de verhoging maximaal bedraagt:

€ 1.500,00

 
 

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 
 
 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 5.112,59

 
 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.027,70

 
 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.358,36

 
 

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift, danwel op verzoek van de aanvrager om een omgevingsvergunning voor de betreffende aanvraag een programma, een rapport, een berekening, of een onderzoek moet worden beoordeeld:

 
 
 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 187,55

 
 

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 187,55

 
 

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 187,55

 
 

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 187,55

 
 

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 187,55

 
 

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 187,55

 
 

g.

voor de beoordeling van een aeriusberekening

€ 187,55

 
 

h.

voor de beoordeling van een BENG-berekening

€ 187,55

 
 

i.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 187,55

 
 

Artikel 2.50

Advies

 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.581,08

 
 

b.

voor een advies van de Omgevingscommissie MER als bedoeld in de Verordening Omgevingscommissie MER 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 
 
 

i.

Voor de eerste welstandstoets per plan door genoemde commissie:

€ 148,18

 
 

ii.

Voor de tweede en volgende welstandstoets per plan, per toets door genoemde commissie, onverminderd de overige onderdelen van dit artikel:

€ 126,86

 
 

iii.

en als de aanvrager tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een toelichting wenst te geven, per toelichting, onverminderd de overige onderdelen van dit artikel:

€ 103,41

 
 

c.

Indien een plan door de Commissie voor Tweede Adviezen moet worden beoordeeld, bedraagt het tarief, onverminderd de overige onderdelen van dit hoofdstuk, per beoordeling:

€ 427,49

 
 

d.

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.50, lid 1, sub b bedraagt het tarief voor een beoordeling van een aanvraag door de Omgevingscommissie MER, als bedoeld in de Verordening Omgevingscommissie MER 2022, indien sprake is van activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten, onafhankelijk van het aantal behandelingen:

€ 252,66

 
 

e.

Indien bij een plan of aanvraag een beoordeling nodig is van de Omgevingscommissie MER ten aanzien van de toepassing van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu bedraagt het tarief, onverminderd de overige onderdelen van dit hoofdstuk, per beoordeling:

€ 587,29

 
 

f.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e bedraagt het tarief:

 
 
 
 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

Artikel 2.51

Instemming

 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 
 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 
 
 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 
 
 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 
 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.45, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning, of de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 
 
 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges

 
 
 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan gedaan:

 
 
 
 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 
 
 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 
 
 

c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 
 
 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 
 
 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 
 
 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 
 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 
 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 
 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 
 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 
 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na dagtekening van de verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

 
 
 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken

 
 
 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 
 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 
 
 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 
 

Artikel 2.59a

Intrekking op verzoek van de gemeente

 
 
 
 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning of een reeds verleende omgevingsvergunning op verzoek van de gemeente door de aanvrager wordt ingetrokken of indien een aanvraag op verzoek van de gemeente wordt omgezet naar een omgevingsoverleg zoals bedoeld in paragraaf 2.2, bedraagt de teruggaaf in afwijking van de overige artikelen in deze paragraaf:

100%

 
 
 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken of is omgezet naar een omgevingsoverleg.

 
 
 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 
 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 
 
 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 
 
 

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

€ 75,00

 
 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Tarief 2024

 
 

Paragraaf 3.1

Horeca

 
 
 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 
 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 214,00

 
 

b.

een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 106,80

 
 

c.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 38,20

 
 

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 
 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 410,75

 
 

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet (paracommercie).

€ 20,65

 
 

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet (wijzigen inrichting)

€ 56,00

 
 

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet (melding wijzigen leidinggevende)

€ 62,00

 
 

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet voor commerciële organisaties/particulieren

€ 25,00

 
 

f.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 
 
 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor een seksinrichting als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 
 
 

a.

voor een seksinrichting

€ 1.090,90

 
 

b.

voor een escortbedrijf

€ 1.090,90

 
 

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 
 
 

a.

voor een seksinrichting

€ 673,00

 
 

b.

voor een escortbedrijf

€ 673,00

 
 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 
 
 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 
 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

 
 
 
 

voor commerciële organisaties

€ 51,10

 
 
 

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

 
 
 
 

voor commerciële organisaties

€ 51,10

 
 
 

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 
 
 

Artikel 3.6

Organiseren evenement of markt

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties/particulieren:

€ 51,10

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten.

€ 20,65

 
 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 0,00

 
 

Artikel 3.7

Organiseren markt

 
 
 
 

Niet van toepassing

 
 
 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 
 
 

Artikel 3.8

Gereserveerd (Marktstandplaatsvergunningen)

 
 
 

Artikel 3.9

Gereserveerd (Overige administratieve dienstverlening markt)

 
 
 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties/particulieren:

€ 104,85

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten.

€ 20,65

 
 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

 
 
 
 

Niet van toepassing

 
 
 

Paragraaf 3.7

Huisvesting arbeidsmigranten

 
 
 

Artikel 3.11

Huisvestingsvoorziening arbeidsmigranten

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor de huisvesting van arbeidsmigranten op grond van artikel 2:80 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 214,00

 
 

2.

Indien de aanvraag om een exploitatievergunning betrekking heeft op de legalisatie van illegaal gestarte activiteiten zijn, naast de reguliere legeskosten, extra legeskosten verschuldigd. Deze extra legeskosten bedragen 100% van de reguliere legeskosten. De reguliere legeskosten worden vermeerderd met deze extra legeskosten.

 
 
 

Paragraaf 3.8

Algemene Plaatselijke Verordening Echt-Susteren

 
 
 

Artikel 3.12

Algemene bepaling

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, vrijstelling of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening (o.a. ontheffing geluidhinder, parkeren grote voertuigen, stookontheffing, etc.), tenzij anders aangegeven, per vergunning, vrijstelling of ontheffing:

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties/particulieren;

€ 52,30

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten.

€ 20,65

 
 

Artikel 3.13

Vertoningen op openbare plaatsen

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 104,85

 
 

Artikel 3.14

Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties / particulieren

€ 25,75

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

Artikel 3.15

Ontheffing ventverbod

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 
 
 

a.

voor commerciële organisaties/particulieren

€ 104,85

 
 

b.

voor een organisatie gevestigd binnen de gemeente Echt-Susteren die zich richt op sociaal culturele- en sportactiviteiten

€ 20,65

 
 

Paragraaf 3.9

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 
 
 

Artikel 3.16

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 50,00

 
 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. donderdag 14 december 2023.

De raad voornoemd,

griffier

voorzitter

Bijlage A bij artikel 2.6 lid 4 onder a. Tarieventabel Legesverordening 2024

I In deze bijlage wordt verstaan onder:

  • antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

  • bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

  • bouwwerken:een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

  • gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of omgevingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

  • hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

  • mantelzorg: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

II Gevallen waarin de leges zoals genoemd in artikel 2.6 lid 4 onder a van de tarieventabel Legesverordening 2024 worden geheven:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet of Omgevingswet aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Omgevingswet gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden;

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 12, voor een termijn van ten hoogste tien jaar;

III Voorwaarden bij bovengenoemde gevallen zijn:

  • a.

    Lid 9 en lid 11 is niet van toepassing op het gebruik dat ziet op een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.

  • b.

    Het aantal woningen mag niet toenemen tenzij sprake is van:

    • o

      een (pré)mantelzorgvoorziening;

    • o

      woningsplitsing in maximaal 2 woningen;

    • o

      een tijdelijke woonunit op een bestaand woonperceel noodzakelijk in verband met verbouw- of nieuwbouwplannen.

  • c.

    Er mag geen sprake zijn van m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten.