Verordening participatie Omgevingswet Rijssen-Holten 2022

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening participatie Omgevingswet Rijssen-Holten 2022

De raad van de gemeente Rijssen-Holten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2021;

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet en de Omgevingswet;

gezien het advies van de commissie Grondgebied;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening participatie Omgevingswet Rijssen-Holten 2022

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    ingezetenen: personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben;

  • -

    belanghebbenden: hetgeen de Algemene wet bestuursrecht daaronder verstaat;

  • -

    beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • -

    participatie: deelname van inwoners, lokale ondernemers en/of maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid, alsmede (het door de gemeente ondersteunen van) initiatieven van inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties met impact op de lokale samenleving. Participatie kan de vorm aannemen van informeren+, raadplegen, adviseren en coproduceren.

Paragraaf 2. Participatie

Artikel 2. Onderwerp van participatie

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

  • 2. Participatie wordt altijd toegepast als de Omgevingswet daartoe verplicht.

  • 3. Er is geen participatie mogelijk:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

    • f.

      als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Procedure participatie

  • 1. Het bestuursorgaan stelt bij de start van elke participatieprocedure in welke vorm participatie wordt toegepast en maakt dit bekend op de voor die participatieprocedure geschikte wijze.

  • 2. Als participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen een besluit, en legt dit vast in een participatienota:

    • a.

      het doel en de intentie van de participatie;

    • b.

      de doelgroep van de participatie;

    • c.

      beïnvloedingsruimte van participatie;

    • d.

      het niveau van de participatie (informeren+, raadplegen, adviseren of coproduceren)

Artikel 4. Eindverslag participatie

  • 1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 5. Evaluatie en monitoring

  • 1. De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

  • 2. Ten behoeve van de evaluatie verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over:

    • a.

      aantal participatieprocedures zoals doorlopen;

    • b.

      aard en doel van de participatieprocessen zoals doorlopen;

    • c.

      verbeterdoelen en aandachtspunten van de participatieprocessen zoals doorlopen.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie Omgevingswet Rijssen-Holten 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van [datum].

De voorzitter,

De griffier,