Verordening op de heffing en de invordering van leges Castricum 2024

Geldend van 22-12-2023 t/m 14-05-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Castricum 2024

De raad van de gemeente Castricum:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2023;

gezien het advies van de commissie van 7 december 2023;

gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Castricum 2024

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • d.

    ‘maand’’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven:

  • a.

    voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    voor diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen, ten aanzien van die diensten, die in het openbaar belang worden verzocht;

  • d.

    voor het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • e.

    voor het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • f.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • g.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie of bijdrage uit de gemeentekas;

  • h.

    voor een omgevingsvergunning voor seizoengebonden bebouwing indien sprake is van samenloop met strandpacht;

  • i.

    voor voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • j.

    voor het houden van collecten, inzamelingsacties alsmede een klein kansspel door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending per post binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Castricum 2023 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die da¬tum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 10, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening en bijbehorende legestarieventabel treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Castricum 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in de openbare raadsvergadering van donderdag 7 december 2023.

Mevrouw R. Slootweg MSc

griffier

Mevrouw H.C. Heerschop

burgemeester

Tarieventabel behorend bij de Legesverordening Castricum 2024

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor:

 

1.1.1

de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

a.

woensdag 9.15 uur en 9.45 uur in het gemeentehuis

kosteloos

b.

maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

€ 696,60

c.

zaterdag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

€ 820,20

d.

zondag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

€ 943,70

e.

maandag tot en met zaterdag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek, van 9.00 tot 21.00 uur

€ 596,50

f.

zondag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek, van 9.00 tot 21.00 uur

€ 743,20

g.

gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt en geen toespraak wordt gehouden een en ander als bedoeld in het Reglement Burgerlijke Stand onder de noemer 'flitshuwelijk'

€ 229,60

h.

gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt, waarbij maximaal 10 personen aanwezig mogen zijn en er geen toespraak wordt gehouden

€ 366,50

i.

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.1.1.b t/m 1.1.1.f en 1.1.1.h worden verhoogd, indien het huwelijk/partnerschap wordt voltrokken in een specifiek aangewezen huis der gemeente

€ 117,80

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor :

 

1.5.1

Het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 118,10

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 118,10

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor :

 

1.6.1

Het verzorgen van getuigen van gemeentewege bij de huwelijksvoltrekking of de sluiting van een geregistreerd partnerschap, per getuige

€ 64,60

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt :

 

1.7.1

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.8 gerestitueerd.

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.8.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje met een lederen omslag

€ 67,50

1.8.2

een trouwboekje of partnerschapsboekje met een kunststof omslag

€ 32,40

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag :

 

1.9.1

van een nationaal paspoort:

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

1.9.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.9.1. (zakenpaspoort):

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

1.9.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

1.9.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag :

 

1.10.1

van een (vervangende) Nederlandse identiteitskaart:

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

c.

voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag :

 

1.11.1

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.9 tot en met 1.10 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief, zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs)

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

 
 
 

1.13.1

Het legesbedrag genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven zoals deze gelden op het moment van de aanvraag

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 
 
 

1.14.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.18, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,70

1.15.2

via de elektronische weg: per verstrekking

€ 9,70

1.15.3

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

€ 13,90

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.16.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking aan de balie in het gemeentehuis

€ 8,90

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van of maken van een selectie uit de basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,80

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Vervallen

 

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

 

Vervallen

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.22.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 84,00

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

1.25.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

 

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 13,90

c.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.25.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie als bedoeld in artikel 1.25.2.a tot en met artikel 1.25.2.e gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002"

 

a.

naturalisatie enkelvoudig standaard

 

b.

naturalisatie enkelvoudig verlaagd

 

c.

naturalisatie gemeenschappelijk standaard

 

d.

naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd

 

e.

mede naturaliserend minderjarig kind

 

1.25.3

Voor het in behandeling nemen van een optie als bedoeld in artikel 1.25.3.a

tot en met artikel 1.25.3.c gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002".

 

a.

optie enkelvoudig

 

b.

gemeenschappelijke optie

 

c.

mede opterend minderjarig kind

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Vervallen

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

Vervallen

 

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.30.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 228,55

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.31.1

Tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer

 
 

speelautomaten, voor de eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 
 

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 

c.

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 

d.

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de:

 
 

eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 
 

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

 

1.31.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 129,10

Artikel 1.32 Telecom en Nutsvoorzieningen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.32.1

in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

a.

indien het betreft tracés van 25-250 m¹

€ 586,80

b.

indien het betreft tracés van 250-1000 m¹

€ 830,50

c.

indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹

€ 1.124,50

d.

Het tarief ingevolge artikel 1.32.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting.

 

1.32.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.32.1 d is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd

 

1.32.4

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

€ 131,60

1.32.5

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.32.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 609,00

1.32.6

Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.32.1 genoemde tarief verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.32.7

Indien een begroting als bedoeld in 1.32.6 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.33.1

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 91,20

1.33.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.33.1.

€ 123,50

 

In afwijking van artikel 1.33.1 worden bij een kentekenoverschrijving op een bestaande bewonersontheffing geen leges in rekening gebracht.

 

1.33.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.33.1 wanneer deze langs electronische weg wordt aangevraagd

€ 103,90

 

In afwijking van artikel 1.33.3 worden bij een kentekenoverschrijving op een bestaande bewonersontheffing geen leges in rekening gebracht.

 

1.33.4

Indien de onder 1.33.3 t/m 1.33.4 genoemde ontheffing een ontheffing betreft voor het rijden met een (landbouw) voertuig op een fietspad, dan worden per ontheffinghouder voor de eerste twee ontheffingen geen leges in rekening gebracht

€ 137,10

1.33.5

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), in geval van een eerste aanvrage

€ 205,40

1.33.6

indien een gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven voor een periode korter dan 5 jaar, wordt een gedeelte van een jaar als heel jaar berekend

 

1.33.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats:

€ 119,10

a.

Voor de feitelijke aanwijzing en inrichting van een gehandicaptenparkeerplaats (verkeersteken E06) als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bedraagt het tarief

€ 297,90

b.

het wijzigen van het onderbord, als bedoeld in artikel 8 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), ten behoeve van een aangewezen gehandicaptenparkeerplaats bedraagt

€ 130,80

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.35.1

een intrekking van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 82,65

1.35.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemeen plaatselijke verordening (vuurwerk)

€ 76,90

1.35.3

een ontheffing om met een motorvoertuig het strand te betreden

€ 76,85

1.35.4

een tussentijds wijzigen van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 113,55

1.35.4.1

een vergunning van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (openbare plaats anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan)

€ 125,30

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 
 
 
 
 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 
 
 

regulier beoordeling: conceptverzoek voor een activiteit die niet in strijd is met het bestemmingsplan, waar slechts één adviseur voor nodig is en schriftelijk advies wordt ingewonnen via het VTH systeem.

 
 
 

intaketafel: conceptverzoek waarbij alle meervoudige complexe en niet complexe initiatieven die in strijd zijn met het omgevingsplan en die niet met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid of op basis van kruimelbeleid te vergunnen zijn.

 
 
 

integraal omgevingsoverleg: conceptverzoek waarbij een of meerdere activiteiten zijn waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en vooral interne adviseurs nodig zijn en incidenteel een externe adviseur aanhaakt.

 
 
 

omgevingstafel: conceptverzoek waarbij sprake is van meerdere activiteiten waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en waarbij naast interne adviseurs ook meerdere externe adviseurs nodig zijn.

 
 

4.

Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 
 

5.

Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 
 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

conceptverzoek;

 
 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 
 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 
 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 
 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 
 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 
 
 
 
 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 
 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 
 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 
 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 
 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Conceptverzoek

 
 

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

2.4.1

voor een informatieverzoek:

€ 58,50

 

2.4.2

voor een reguliere beoordeling:

€ 234,60

 

2.4.3

voor een intaketafel:

€ 821,10

 

2.4.4

voor een integraal omgevingsoverleg:

€ 1.642,00

 

2.4.5

voor een omgevingstafel:

€ 5.631,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

 

2,02%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 114,00

 

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

 

1,46%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 504,00

 

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

 

1,34%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 729,00

 

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

 

1,32%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 2.682,00

 

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

 

1,22%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 6.600,00

 

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

 

1,12%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 12.180,00

 

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:

 

0,79%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 27.975,00

 
 

met een maximum legestarief van:

€ 300.000,00

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

 

4,70%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 114,00

 

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

 

3,40%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.176,00

 

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

 

3,13%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.701,00

 

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

 

3,08%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 6.258,00

 

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

 

2,84%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 15.400,00

 

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

 

2,61%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 28.420,00

 

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:

 

1,84%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 65.275,00

 
 

met een maximum legestarief van:

€ 700.000,00

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 
 
 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 243,50

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen:

€ 335,00

 

b.

voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 335,00

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 335,00

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 335,00

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 143,50

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Gereserveerd

 
 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten:

 
 

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:

€ 4.106,00

 

b.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande een activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

€ 4.106,00

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 
 

[opgenomen in artikel 2.12]

 
 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.173,00

 

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.173,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 294,40

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 208,20

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 453,50

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 105,90

 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 117,10

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:

€ 235,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 
 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 1.173,00

 

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.173,00

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 3.754,00

 

b.

als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 3.754,00

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 
 
 
 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.173,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 
 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 117,00

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 117,00

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur

€ 117,00

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 117,00

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 235,00

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 

a.

een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 113,10

 

b.

een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 
 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 113,10

 

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 113,10

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 
 

gereserveerd

 
 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 235,00

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 
 
 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 10.379,50

 

2.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 
 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 173,10

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.46a Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

 
 
 
 
 

2.46.1.1

De leges bedragen:

 
 

a.

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan:

€ 451,50

 

b.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 451,50

 

c.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 10.142,90

 

2.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld.

 
 

3.

Als een begroting als bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

 

10,00%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 
 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.698,00

 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 
 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 208,20

 

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 208,20

 

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.933,00

 

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 208,20

 

Artikel 2.50 Advies

 
 
 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

 
 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 Mooi Noord-Holland in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

 
 

d.

voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen.

 
 

e.

voor een advies indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

 
 

f.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, d en e is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Artikel 2.51 Instemming

 
 
 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 
 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 
 
 
 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 

10,00%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 
 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 

c.

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 
 

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 
 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

 

5,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 
 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

 

10,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 
 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

 

15,00%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 
 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

 

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

80,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

60,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

 

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

80,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 
 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

60,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

25,00%

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 
 
 
 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

25,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 
 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 
 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 57,- wordt niet teruggegeven.

 
 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

(gereserveerd)

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 421,40

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 219,50

c.

een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Drank- en Horecawet bij wijziging leidinggevenden

€ 158,60

d.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 64,40

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

 

a.

Een vergunning voor het plaatsen van een terras

€ 257,50

b.

Een vergunning voor het wijzigen van een bestaand terras

€ 115,50

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing sluitingstijden

€ 88,60

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor :

 

3.3.1

een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf

€ 1.526,00

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

(Gereserveerd)

 

3.5.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 202,60

a.

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.5.1. bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 198,50

b.

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.5.1 bedoelde ontheffing

€ 198,50

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag :

 

1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

een risico-evenement (A)

€ 569,30

b.

een aandacht-evenement (B)

€ 395,70

c.

een regulier-evenement (C )

€ 98,50

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het hebben van een uithangbord, reclamebord, lichtreclame en andere daarmee gelijk te stellen voorwerpen.

€ 135,30

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het innemen van een standplaats voor de verkoop van waren

 

a.

vergunning voor een dag

€ 214,20

b.

vergunning voor een week

€ 250,90

c.

vergunning voor een maand

€ 269,30

d.

vergunning voor een half jaar

€ 342,60

e.

vergunning voor een jaar

€ 409,05

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het innemen van een standplaats met een voertuig (bijvoorbeeld caravan) of ligplaats met pleziervaartuig, weekendschip e.d. seizoen

€ 122,60

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het innemen van een ligplaats met een woonboot en dergelijke

€ 125,00

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: vergunning en ontheffing

€ 173,40

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning'ql-cursor'>

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- en verblijfsruimte

 

(Gereserveerd)

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

3.19

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing, vergunning of toestemming op grond van de APV en voor zover hiervoor in deze tabel geen tarief is opgenomen

€ 113,50

Artikel 3.19a Teruggaaf

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3:

 

a.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in hoofdstuk 1 tot en met 7 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges.

 

Artikel 3.19b Kinderopvang/Peuterspeelzalen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.19.5

voor een gastouderbureau tot het inschrijven van een gastouder

€ 133,60

Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in de openbare raadsvergadering van donderdag 7 december 2023.

Mevrouw R. Slootweg MSc

griffier

Mevrouw H.C. Heerschop

burgemeester

Bijlage 1 Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 UAV 2012 Staatscourant 2012 nr. 1567

[Deze bijlage kunt u vinden in Staatscourant 2012, 1567.]