Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709012
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709012/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening fysieke leefomgeving 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening fysieke leefomgeving 2024De raad van de gemeente Ridderkerk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;
gelet op het advies van de commissie Samen wonen van 30 november 2023;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
BESLUIT:
Vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van de fysieke leefomgeving 2024
(Verordening fysieke leefomgeving 2024)
Hoofdstuk 1: Marktgelden
Artikel 1 Belastbaar feit
Voor het gebruik of genot van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen of voorwerpen, op het krachtens de “Marktverordening 2012” aangewezen marktterrein, wordt onder de naam van “marktgeld” een recht geheven, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 2 Belastingplicht
Het marktgeld wordt geheven aan degene, die het in artikel 1 omschreven gebruik of genot heeft.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
-
1. Maatstaf van heffing voor de berekening van het marktgeld is het aantal ingenomen m2 oppervlakte van de standplaats met een tent, kraam, verkoopwagen of ander soortgelijke inrichting.
-
2. Gedeelten van een m2 worden voor de toepassing van het tarief niet berekend.
-
3. Indien naast het innemen van een standplaats ook gebruik wordt gemaakt van een energieaansluiting worden de tarieven, genoemd in artikel 4, in rekening gebracht. .
Artikel 4 Tarieven marktgelden
- 1.
Voor het innemen van een standplaats met een tent, kraam, verkoopwagen of andere soortgelijke inrichting per vierkante meter (m2):
Per marktdag of gedeelte daarvan
€ 2,23
Per kalenderkwartaal
€ 14,71
Per kalenderhalfjaar
€ 26,67
Per kalenderjaar
€ 50,86
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt het tarief voor het gebruik van energie:
16 ampère
Bedrag in €:
per marktdag of een gedeelte daarvan
3,80
per kalenderkwartaal
46,20
per kalenderhalfjaar
92,00
per kalenderjaar
183,60
32 ampère
per marktdag of een gedeelte daarvan
7,30
per kalenderkwartaal
92,00
per kalenderhalfjaar
183,60
per kalenderjaar
367,50
Artikel 5 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
Het marktgeld wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Hoofdstuk 2 Standplaatsgelden
Artikel 7 Belastbaar feit
Voor het hebben of innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt onder de naam van “standplaatsgeld” een recht geheven, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 8 Belastingplicht
Het standplaatsgeld wordt geheven aan degene, die het in artikel 7 omschreven gebruik of genot heeft.
Artikel 9 Maatstaf van heffing
-
1. Maatstaf van heffing voor de berekening van het standplaatsgeld is het aantal ingenomen m2 oppervlakte van de standplaats met een tent, kraam, verkoopwagen of ander soortgelijke inrichting.
-
2. Gedeelten van een m2 worden voor de toepassing van het tarief niet berekend.
-
3. Indien naast het innemen van een standplaats ook gebruik wordt gemaakt van een energieaansluiting worden de tarieven, genoemd in artikel 10, in rekening gebracht
Artikel 10 Tarieven standplaatsgelden
-
1. Het tarief voor het innemen van een standplaats bedraagt:
Bedrag in €:
per dag voor de eerste 5 m2
plus voor elke m2 meer
7,40
1,90
per week voor de eerste 5 m2
plus voor elke m2 meer
28,20
6,90
per maand voor de eerste 5 m2
plus voor elke m2 meer
70,20
14,20
per half jaar voor de eerste 5 m2
plus voor elke m2 meer
168,40
33,40
per jaar voor de eerste 5 m2
plus voor elke m2 meer
280,50
55,60
-
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt het tarief voor het gebruik van energie:
16 ampère
Bedrag in €:
per dag of een gedeelte daarvan
3,80
per kalenderkwartaal
46,20
per kalenderhalfjaar
92,00
per kalenderjaar
183,60
32 ampère
per dag of een gedeelte daarvan
7,30
per kalenderkwartaal
92,00
per kalenderhalfjaar
183,60
per kalenderjaar
367,50
Hoofdstuk 3 Voorwerpen op of aan de weg
Artikel 11 Belastbaar feit
Voor voorwerpen op of aan de weg als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt onder de naam van “voorwerp op of aan de weg” een recht geheven, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 12 Belastingplicht
Het recht wordt geheven aan degene, die het in artikel 11 omschreven gebruik of genot heeft.
Artikel 13 Maatstaf van heffing
-
1. Maatstaf van heffing is van toepassing, per object, op voorwerpen die op of aan de weg geplaatst kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: containers, (bouw)kranen, bouwketen, portacabins, hijskranen en hoogwerkers.
-
2. Uitgezonderd van maatstaf van heffing zijn containers en big bags die korter dan 30 dagen op of aan de weg staan. Dit zoals vastgesteld in het ‘aanwijzingsbesluit artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Ridderkerk 2020’.
Artikel 14 Tarieven heffing
De volgende tarieven worden gehanteerd voor een ‘’voorwerp op of aan de weg’’:
Het tarief voor het gebruik van de openbare weg voor het plaatsen van een object, per object: |
Bedrag in €: |
Per dag |
29,70 |
Per week |
45,40 |
Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen
Artikel 15 Teruggaaf
Indien de belastingplichtige door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, geen gebruik meer kan maken van een standplaats waarvoor het standplaats- of marktgeld voor ten minste een kalenderhalfjaar is voldaan, wordt de aanslag naar tijdsduur verminderd indien binnen twee maanden na afloop van het gebruik daarom schriftelijk een aanvraag wordt ingediend, met dien verstande dat bij het bepalen van het tijdvak uitsluitend volle kalendermaanden in aanmerking worden genomen.
Artikel 16 Kwijtschelding
Bij de invordering van de hierboven genoemde tarieven wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 17 Bevoegdheid college van burgemeester en wethouders
-
1. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hierboven genoemde tarieven.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De verordening en tarieven Marktgelden 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening fysieke leefomgeving 2024”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 18 december 2023.
De griffier,
mr. J.G. van Straalen
De voorzitter,
dhr. C.A. Oosterwijk
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl