Beleidsregels Persoonsgebonden Re-integratiebudget Maastricht-Heuvelland

Geldend van 22-12-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Beleidsregels Persoonsgebonden Re-integratiebudget Maastricht-Heuvelland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals;

  • Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, hierna te noemen het college, d.d. 12 december 2023,

  • Gelet op artikel 8 van de Verordening re-integratie Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2023, alsmede de artikelen 6,7, 8a, 9, 9a, 10, 10a, 10b, 10c, 10d, 10da en 10f van de Participatiewet alsmede de Algemene Wet bestuursrecht.

Besluit de volgende regeling vast te stellen:

Beleidsregels Persoonsgebonden Re-integratiebudget Maastricht-Heuvelland

Artikel 1. Definities

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende: personen behorende tot de doelgroep als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet;

    • b.

      uitkering: een periodieke uitkering voor levensonderhoud op grond van de wet;

    • c.

      re-integratietraject: voorziening gericht op ondersteuning bij het verkrijgen van algemeen geaccepteerd werk en de naar het oordeel van het college noodzakelijke geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Met ondersteuning wordt het geheel aan activiteiten bedoeld die de gemeente biedt ter bevordering van de arbeidsinschakeling. Dit geheel aan activiteiten vormt het re-integratietraject.

    • d.

      prb: persoonsgebonden re-integratiebudget;

    • e.

      Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen;

    • g.

      RIB: Re-integratiebedrijf, de uitvoerder van het prb.

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Aanvraag

  • 1. Belanghebbende die een aanvraag voor een persoonsgebonden re-integratiebudget wil indienen, gebruikt daarvoor het aanvraagformulier persoonsgebonden re-integratiebudget.

  • 2. De aanvraag voor een persoonsgebonden re-integratiebudget wordt door belanghebbende vóór de startdatum van het re-integratietraject bij het college ingediend.

  • 3. Het college houdt het recht om naast de gegevens van het aanvraagformulier aanvullende gegevens op te vragen.

Artikel 3. Voorwaarden

  • 1. Doelstelling van het persoonsgebonden re-integratiebudget (prb) is dat belanghebbende binnen maximaal één jaar voldoende inkomsten uit duurzame arbeid verwerft om uitkeringsonafhankelijk te worden door middel van:

    • a.

      een regulier dienstverband, of

    • b.

      zelfstandig ondernemerschap (al dan niet in combinatie met Besluit bijstandverlening zelfstandigen).

  • 2. De doelgroep van het prb bestaat uit belanghebbenden die naar verwachting binnen één jaar in staat zijn om voldoende inkomsten uit dienstbetrekking of zelfstandig ondernemerschap te verwerven om zelfstandig in hun bestaan te kunnen voorzien. Het gaat om belanghebbenden die met ondersteuning in staat zijn om hun re-integratietraject zelf mede vorm te geven. Het prb kan worden aangevraagd door:

    • belanghebbenden die binnen één jaar naar betaald werk kan en;

    • die behoren tot doelgroep als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet.

  • 3. Het prb-traject kan enkel worden ingezet met als doel uitstroom naar betaald werk binnen één jaar.

  • 4. Alleen belanghebbenden met de werkfitheidscategorie plaatsing en ontwikkeling kunnen in aanmerking komen voor een prb-traject.

  • 5. De first supplier aanpak met de ketenpartners is leidend. Dit betekent dat eerst gekeken dient te worden of Podium24 de begeleiding/bemiddeling kan doen, voordat een prb kan worden ingezet.

  • 6. Tijdens het prb-traject kan belanghebbende werken met behoud van uitkering. Naast een van de vormen van werken met behoud van uitkering kunnen ook de vormen van gesubsidieerde arbeid worden ingezet. Voorwaarde is dat de plaatsing minimaal 2 maanden duurt.

  • 7. Als belanghebbende start met een vorm van werk moet het RIB hier een bewijsstuk van inleveren in de vorm van een arbeidscontract, dan wel een trajectcontract werken met behoud van uitkering. Indien gesubsidieerde arbeid wordt ingezet geldt het arbeidscontract van Podium24 als bewijsstuk.

  • 8. Het RIB, de uitvoerder van het prb, moet voldoen aan de door de gemeente gestelde kwaliteitseis Blik op werk.

  • 9. Bij zelfstandig ondernemerschap dient een toetsbaar ondernemersplan te worden ingeleverd.

  • 10. Als een jongere (16-27 jaar) start met een leer-werktraject moet het RIB hier een bewijsstuk van inleveren in de vorm van een leer-werkcontract.

  • 11. Aansluitend aan het leer-werktrajecttraject dient sprake te zijn van duurzame uitstroom middels arbeid gedurende minimaal 6 maanden (uit 12 maanden). Voor de 6-uit-12-maandeneis hoeft geen sprake te zijn van een aaneengesloten periode.

  • 12. Voor de doelgroep jongeren zoals genoemd in artikel 10f Participatiewet geldt het succesvol afsluiten van een leer-werktraject en het behalen van een startkwalificatie als resultaat.

  • 13. Onkosten in relatie tot het traject worden aanvullend vergoed, indien hier vooraf goedkeuring voor is gegeven.

  • 14. Het RIB maakt gebruik van het format trajectplan en het format offerte prb van de gemeente.

Artikel 4. Hoogte van het prb

Het college stelt de hoogte van het prb vast op maximaal € 4000,- exclusief btw per persoon. Op basis van no-cure-less pay. Aan de inzet van de voorziening is een budgetplafond gekoppeld.

Artikel 5. Weigeringsgronden

  • 1. Een persoonsgebonden re-integratiebudget kan naast de in artikel 4:25 jo 4:35 Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen, dat:

    • a.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor een prb beschikbaar wordt gesteld;

    • b.

      het door het college vastgestelde budgetplafond is bereikt;

    • c.

      het verstrekken van een prb niet past binnen het beleid van de gemeente.

  • 2. Mocht uit de voortgang blijken dat verplichtingen niet worden nagekomen kan een sanctie worden opgelegd.

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een prb-aanvraag binnen 20 werkdagen na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen. De aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Het college kan de in lid 2 genoemde termijn verlengen, indien dit noodzakelijk is voor de afhandeling van het onderzoek. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 7. Facturering

  • 1. Betaling vindt plaats op basis van facturen.

  • 2. Betaling van het prb vindt – na goedkeuring door de gemeente – rechtstreeks plaats aan het RIB als zijnde de uitvoerder van het prb.

  • 4. Een voorschot op het persoonsgebonden re-integratiebudget is niet mogelijk.

  • 5. Verzamelfacturen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in geval van onbillijkheid of klaarblijkelijke hardheid afwijken van de in deze beleidsregels opgenomen bepalingen.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht per 1 juli 2023 onder intrekking van het uitvoeringsbesluit Persoonsgebonden Re-integratiebudget Maastricht-Heuvelland 2015.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Persoonsgebonden Re-integratiebudget Maastricht-Heuvelland.

Ondertekening

Toelichting

Algemeen

Middels een Persoonsgebonden re-integratiebudget (prb) wordt aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden zelf hun re-integratietraject vorm te geven. De aanvraag voor een prb wordt dan ook ingediend door de cliënt. Een prb wordt aangemerkt als een door het college van B en W noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 1.Definities

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze beleidsregels. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze beleidsregels.

Artikel 2.Aanvraag

De doelgroep prb is verruimd met 16 en 17-jarigen met een kwalificatieplicht of leerplicht én 18 tot 27-jarigen zonder startkwalificatie.

Pre-start zelfstandig ondernemerschap.

Belanghebbenden die zelfstandig ondernemer willen worden, worden aangemeld bij de collega’s van het Zelfstandigenloket. Deze worden, na de eerste screening en gesprekken met het zelfstandigenloket, vervolgens aangemeld bij het Instituut voor midden- en kleinbedrijf (IMK) voor een test/ onderzoek. Dit onderzoek en het vervolgtraject wordt vanuit het prb betaald.

Artikel 3.Voorwaarden

Een prb wordt ingezet voor een re-integratietraject met als doel het duurzaam verwerven van voldoende inkomsten om zelfstandig in het bestaan te kunnen voorzien door middel van:

  • a)

    algemeen geaccepteerde arbeid of

  • b)

    zelfstandig ondernemerschap.

Onder duurzame inkomsten uit een dienstbetrekking of zelfstandig ondernemerschap wordt verstaan: voldoende inkomsten om gedurende minimaal 6 uit 12 maanden zelfstandig in het levensonderhoud te kunnen voorzien.

Belanghebbende is de maat der dingen. Bij de inzet van een prb wordt optimaal de mogelijkheid geboden om maatwerk te bieden. Er wordt zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij de individuele situatie van de cliënt. Uit een traject/plan van aanpak moet het individuele maatwerk en het doel van het re-integratietraject duidelijk blijken. Afwijken van de uitgangspunten prb zijn mogelijk op grond van maatwerk. In dat geval geldt het volgende:

  • 1.

    In het trajectplan dient het RIB te motiveren waarom een hoger bedrag en/of een langere trajectduur noodzakelijk wordt geacht. De beoordeling van de noodzaak om af te wijken van de algemene richtlijn (hardheidsclausule) ligt in beginsel bij de w-consulent. De verantwoordelijk teammanager dient deze beoordeling te fiatteren.

  • 2.

    Wijzigingen van het traject in het kader van een prb moeten door de uitvoerder van het traject en/of de cliënt worden gemeld en gemotiveerd bij de w-consulent. In die gevallen dat er een hoger budget, dan wel een langere trajectduur noodzakelijk is, moet de cliënt hiertoe vooraf een ondertekende aanvraag indienen.

  • 3.

    Bovendien kunnen door w-consulenten op basis van inhoudelijke overwegingen afwijkende afspraken gemaakt worden met een RIB. Deze afspraken moeten passen binnen de budgetafspraken.

  • 4.

    Maatwerk met toepassing van de hardheidsclausule:

Het college kan in geval van onbillijkheid of klaarblijkelijke hardheid afwijken van de in deze beleidsregels opgenomen bepalingen.

Artikel 4. Hoogte van het prb

Het beschikbare budget per re-integratietraject bedraagt maximaal € 4.000,- exclusief btw op basis van no cure-less pay. Aan de inzet van de voorziening is een budgetplafond gekoppeld. Dit budgetplafond wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

Financieringssytematiek PRB no cure-less pay

Het no cure-less pay principe is als volgt in de vergoeding van het prb opgebouwd:

  • Vergoeding 15% trajectkosten

Bij vaststelling van het trajectplan (akkoord door gemeente, RIB & belanghebbende). Het RIB dient dit trajectplan ondertekend aan te leveren.

  • Vergoeding 25% trajectkosten

  • a)

    nadat de cliënt minimaal 2 maanden aaneengesloten heeft gewerkt met behoud van uitkering of gesubsidieerde arbeid heeft verricht gedurende minimaal 12 uur per week. Het RIB levert hiervoor een bewijsstuk aan (arbeids- of trajectcontract).

  • b.)

    inleveren van toetsbaar ondernemingsplan.

  • Vergoeding 25% trajectkosten

  • a)

    nadat de cliënt minimaal 2 maanden aaneengesloten reguliere arbeid heeft verricht. Het RIB levert hiervoor een bewijsstuk aan (arbeidscontract).

  • b)

    start zelfstandig ondernemerschap (al dan niet met Besluit bijstandverlening zelfstandigen). Het RIB levert hiervoor een bewijsstuk aan (inschrijving bij Kamer van Koophandel).

  • Vergoeding 35%/ 60% trajectkosten

Resterende 35% wordt betaald als de doelstelling (uitstroom middels duurzame arbeid) is behaald. Het RIB dient hiervoor een bewijsstuk aan te leveren (loonstrookjes, arbeidscontract ofwel bewijs van het continueren van zelfstandig ondernemerschap (al dan niet in combinatie met BBZ).

Indien tijdens de trajectfase slechts 1 van de vormen van werk is ingezet en dus ook betaald is, bedraagt de vergoeding bij het behalen van de doelstelling (uitstroom middels duurzame arbeid) 60% van de overeengekomen trajectprijs (25% + 35%).

De bewijslast ligt bij de uitvoerder van het PRB. Voordat de gemeente overgaat tot betaling van de onderscheiden percentages moet het RIB de vermelde bewijsstukken aanleveren.

Indien het PRB wordt ingezet bij een jongere ter bekostiging van noodzakelijke ondersteuning bij een leer-werktraject gelden aparte financieringsafspraken. Indien een dergelijk traject aan de orde is dient contact te worden opgenomen met de gemeente en worden er in overleg met het RIB aparte financieringsafspraken gemaakt.

De gemeente beoordeelt of de organisatie die het betreffende traject gaat uitvoeren voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. Organisaties die beschikken over een keurmerk van de stichting Blik op Werk, voldoen in ieder geval aan de kwaliteitseisen. In alle andere gevallen beoordeelt de gemeente vooraf of de kwaliteit voldoende geborgd is. De uitvoerder dient hiervoor een volledig ingevulde en ondertekende ‘Verklaring Uitvoerder’ in te leveren. Afstemming met een adviseur PW (re-integratie).

In het geval dat de uitvoerder derden inzet bij de uitvoering van het traject dan gelden de kwaliteitseisen ook voor de derden.

Indien de uitvoerder en/of de derden die de uitvoerder inzet niet aan deze eisen voldoet dan wordt de aanvraag afgewezen. Mocht gedurende de uitvoering van het traject blijken dat uitvoerder en/of derden die de uitvoerder van het traject inzet bij de uitvoering van het traject niet meer voldoet aan de gestelde eisen dan behoudt de gemeente zich het recht voor om het traject tussentijds te beëindigen.

Artikel 5.Weigeringsgronden

  • 1.

    Is er een door de cliënt volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier prb tijdig ingediend?

  • 2.

    Is er de afgelopen 2 jaar al een PRB ingezet?

  • 3.

    Is het trajectplan door belanghebbende en RIB volledig ingevuld en ondertekend?

  • 4.

    Komt het trajectdoel overeen met het profiel?

  • 5.

    Wordt het trajectdoel juist omschreven? (vermeld moet worden dat doelstelling is duurzame uitstroom middels arbeid gedurende 6 maanden (uit 12 maanden) aansluitend aan traject).

  • 6.

    Is (tijdig) een vorm van werk in het re-integratietraject opgenomen en wordt dit vermeld in het trajectplan? (conform format).

  • 7.

    Is er sprake van individueel maatwerk?

  • 8.

    Is het juiste format gebruikt voor het trajectplan?

  • 9.

    Is de juiste offerte ingediend, volledig ingevuld en ondertekend (offerte: ·15%-25%-25%-35%/60%)

  • 10.

    Onkosten kunnen aanvullend worden vergoed (dus niet in offerte opnemen)

  • 11.

    Wordt het maximale budget en de maximale termijn overschreden?

  • 12.

    Afwijkingen van budget en termijn dienen gemotiveerd te worden en vervolgens gefiatteerd door de verantwoordelijk teammanager.

Artikel 6.Beslistermijn

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7.Facturering

Facturering is per belanghebbende op basis van een op onderdelen gespecificeerde factuur (in overeenstemming met de eerder ingediende offerte) onder vermelding van:

  • a.

    naam uitvoeringsorganisatie prb;

  • b.

    factuurnummer en datum;

  • c.

    naam en voorletters, geboortedatum en BSN van belanghebbende.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9.Inwerkingtreding en citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.