Regeling vervalt per 01-01-2027

Beleidsregel subsidie verduurzamen sport- en welzijnsaccommodaties 2024-2026

Geldend van 09-10-2024 t/m 31-12-2026 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsregel subsidie verduurzamen sport- en welzijnsaccommodaties 2024-2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo,

Overwegende dat het wenselijk is om activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het realiseren van een energieneutraal Geldrop-Mierlo;

Overwegende dat de raad hiertoe op 6 februari 2023 besloten heeft een budget ten bedrage van maximaal € 300.000,- ter beschikking te stellen voor de periode 2024 t/m 2026 en op 9 november 2023 besloten heeft dit bedrag op te nemen in de meerjarenbegroting 2024-2027;

Gelet op:

het bepaalde in artikel 3 lid 2 van de algemene subsidieverordening Geldrop-Mierlo 2017 en de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Beleidsregel subsidie verduurzamen sport- en welzijnsaccommodaties Geldrop-Mierlo 2024-2026.

Artikel 1. Begrippen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    aanvrager: een vereniging of stichting zonder winstoogmerk met een lokaalgerichte sport- of welzijnsaccommodatie in eigendom, gelegen in Geldrop-Mierlo en waarop eveneens de volgende omschrijving van toepassing is: een kleinschalig georganiseerde organisatie, waarbij de werkzaamheden voor een groot deel door vrijwilligers worden uitgevoerd zonder specifieke inhoudelijke kennis over vastgoedmanagement en verduurzaming. Een aanvrager moet onder de doelgroep vallen van de gemeentelijke Subsidieregeling 2021-2024, of diens opvolger. Dit betekent dat de aanvrager in principe recht heeft op subsidie op grond van deze regeling als deze een verzoek indient of zou indienen voor een subsidie van minder dan € 50.000,-;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo;

  • c.

    energiebesparende maatregelen: het investeren in maatregelen in een sport- of welzijnsaccommodatie om energie te besparen of energie duurzaam op te wekken;

  • d.

    investeringskosten: de kosten van materialen noodzakelijk voor het treffen van energiebesparende maatregelen, plus de kosten van door een deskundig vakbedrijf terzake van deze duurzaamheidsmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren, exclusief BTW indien deze bij de belasting kan worden afgetrokken;

  • e.

    sport- of welzijnsaccommodatie: terrein met voorzieningen, zoals gebouw(en), erf en (sport)veld(en) gebruikt voor amateursport of lokaalgerichte welzijn en cultuur. Gebouw(en) en bijbehorend terrein en/of (sport)veld(en) vormen samen één accommodatie. De accommodatie van de aanvrager is primair gericht op het huisvesten van sport en/of sociaal-culturele activiteiten, en voldoet aan een behoefte voor de inwoners van Geldrop-Mierlo als bedoeld in de Algemene Subsidieverordening Geldrop-Mierlo 2017 en de nader vastgestelde regels in de Subsidieregeling Geldrop-Mierlo 2021 – 2024;

  • f.

    subsidieaanvraag: een verzoek aan het college voor een bijdrage aan de investeringskosten voor energiebesparende maatregelen.

Artikel 2. Doel en reikwijdte van de regeling

Op grond van deze regeling kan een subsidie worden verstrekt aan een vereniging of stichting met een lokaalgerichte sport- of welzijnsaccommodatie in eigendom en gelegen in Geldrop-Mierlo, waarbij wordt geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidieregeling geldt als bijdrage aan de investeringskosten voor energiebesparende maatregelen in een sport- of welzijnsaccommodatie van een vereniging of stichting. In de subsidieaanvraag dient te worden aangetoond dat met de investering wordt bijgedragen aan een of twee van de volgende beleidsdoelen:

    • a)

      een beperking van de energievraag waardoor de CO2-uitstoot van de accommodatie van aanvrager afneemt;

    • b)

      het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de accommodatie van aanvrager.

  • 2. De subsidie kan alleen worden aangevraagd door een aanvrager als bedoeld in artikel 1 sub a, waaronder wordt verstaan een vereniging of stichting met een lokaal gerichte sport- of welzijnsaccommodatie in eigendom en gelegen binnen de gemeente Geldrop-Mierlo.

  • 3. Indien de aanvrager een Vereniging van Eigenaren (VvE) is, moeten alle leden van deze VvE onder de in lid 2 beschreven doelgroep vallen.

  • 4. Indien aanvrager meerdere sport- of welzijnsaccommodaties in bezit heeft, moet per sport- of welzijnsaccommodatie een aparte aanvraag worden ingediend.

  • 5. De energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd na 31 december 2021.

  • 6. Indien in de periode tussen 1 januari 2022 tot en met datum inwerkingtreding van deze regeling reeds schriftelijk opdracht is verleend voor de uitvoering van de in lid 9 opgenomen energiebesparende maatregelen, of de uitvoering van deze maatregelen reeds is gestart of afgerond, kan alsnog een subsidieaanvraag op grond van deze regeling worden ingediend onder de voorwaarde dat deze uiterlijk twee maanden na datum inwerkingtreding van deze regeling is ontvangen;

  • 7. Indien de subsidieaanvraag plaatsvindt voordat de energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd, vindt de afronding van de uitvoering plaats uiterlijk 12 maanden na subsidieverlening. Deze periode kan, op basis van een onderbouwd verzoek, worden verlengd met maximaal 12 maanden.

  • 8. De subsidie mag niet worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten conform de Wet Bibob.

  • 9. De energiebesparende maatregelen dienen te vallen onder een of meer van de volgende categorieën:

    • a)

      energieadvies, waarbij geldt dat deze alleen in aanmerking komt voor subsidie wanneer aanvrager kan onderbouwen waarom geen gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheden voor een gratis advies via bijvoorbeeld Sportservice Noord-Brabant (SSNB), Sportstroom of Ontzorgingsloket maatschappelijk vastgoed Noord-Brabant, of waarom dit gratis advies onvoldoende is;

    • b)

      slimme meter met een energieverbruiksmanager/energiebeheerssysteem voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte;

    • c)

      ledverlichting (armatuur inclusief lichtbron) exclusief sfeerverlichting;

    • d)

      koude- of warmteterugwinning (WTW-installatie) voor ventilatie;

    • e)

      warmteterugwinning uit douchewater;

    • f)

      warmtepomp opgenomen op ISDE-apparatenlijst of daarmee gelijk te stellen, inclusief benodigde aanpassingen (zoals bijvoorbeeld radiatoren) en indien van toepassing aanleg van de bron;

    • g)

      infrarood verwarmingspaneel met bewegingssensor en thermostaat;

    • h)

      HR++-glas of ander goed isolerend glas (zoals triple glas) met een U-waarde van maximaal 1,2 W/m2K eventueel in combinatie met kozijnen en isolerende buitendeuren;

    • i)

      (verbeteren van de) isolatie van de thermische schil (gevels, bodem/vloer en dak) waarbij het isolatiemateriaal een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) heeft van 3,5 [m2 K/w]. Of in het geval van spouwmuurisolatie een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) van 1,1 [m2 K/w];

    • j)

      zonnecollectorsysteem voor het verwarmen van water of lucht (zoals een zonneboiler);

    • k)

      zonnepanelen;

    • l)

      zout(water)batterij bestemd voor de opslag van duurzaam opgewekte energie;

    • m)

      andere energiebesparende maatregelen indien door middel van een onafhankelijk advies aangetoond wordt dat deze tot vergelijkbare of grotere energiebesparing leiden dan bovengenoemde maatregelen.

  • 10. De energiebesparende maatregelen moeten in stand worden gehouden, onder andere door het plegen van noodzakelijk onderhoud en het uitvoeren van eventuele reparaties. Vervanging van de energiebesparende maatregelen mag alleen plaatsvinden door gelijkwaardige of betere maatregelen, ten aanzien van de energieprestaties waarvoor subsidie is verleend.

  • 11. De energiebesparende maatregelen moeten ten behoeve van het verkrijgen van een bij de maatregelen passend energielabel voldoende gedocumenteerd worden met bijvoorbeeld beeldmateriaal en technische specificaties.

  • 12. Als de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd betrekking hebben op een monument, moet de vergunning hiervoor verleend zijn alvorens de subsidie wordt toegekend.

Artikel 4. Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie voor energiebesparende maatregelen bedraagt maximaal 50% van de investeringskosten, met een maximum van € 30.000,- per sport- of welzijnsaccommodatie.

  • 2. Uitsluitend de investeringskosten komen in aanmerking voor subsidie, die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van energiebesparende maatregelen.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidie kan digitaal worden aangevraagd op een door het college vast te stellen wijze.

  • 2. Een aanvraag voor een bijdrage aan de investeringskosten wordt ingediend onder opgave van:

    • een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit de vertegenwoordigings-bevoegdheid blijkt voor organisaties die nu nog geen subsidie van de gemeente ontvangen;

    • de te treffen energiebesparende maatregelen;

    • op basis van een offerte met technische specificaties per maatregel de investeringskosten, de verantwoording dat voldaan wordt aan de vereisten uit de lijst toegestane energiebesparende maatregelen (artikel 3, lid 9) en een inschatting van de bespaarde hoeveelheid energie dan wel de hoeveelheid duurzaam op te wekken energie;

    • als de maatregelen in eigen beheer worden uitgevoerd, kan het in de vorige zin opgenomen woord ‘offerte‘ vervangen worden door ‘een onderbouwde raming van de materiaalkosten ‘;

    • per maatregel een onderbouwing van de financiering van de te treffen maatregel, inclusief eventueel aangevraagde en/of toegekende subsidies op grond van andere regelingen of bijdragen ten behoeve van dezelfde activiteiten;

    • per maatregel de gevraagde bijdrage van de gemeente;

    • een planning van de uitvoering van de werkzaamheden;

    • de statuten voor organisaties die nu nog geen subsidie van de gemeente ontvangen;

  • 3. Indien artikel 3 lid 6 van toepassing is op de subsidieaanvraag en de uitvoering is volledig afgerond, geldt de subsidieaanvraag tevens als aanvraag subsidievaststelling en is artikel 7 lid 2 t/m 9 van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Indien een aanvrager geen toegang heeft tot internet kunnen bovenstaande stukken, informatie en verklaringen per post worden aangeleverd aan de gemeente.

Artikel 6. Subsidieverlening

  • 1. Na ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag wordt binnen 8 weken een beslissing genomen over het verlenen van de subsidie.

  • 2. De beslistermijn genoemd in lid 1 kan voor maximaal 8 weken worden verdaagd. Hiervan wordt voor afloop van de beslistermijn genoemd in lid 1 mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 3. De verlening van de subsidie wordt digitaal per e-mail of per post beschikbaar gesteld aan de aanvrager van de subsidie.

  • 4. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt aan welke voorwaarden en verplichtingen moet worden voldaan.

  • 5. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de maximale hoogte van de subsidie.

  • 6. Het college kan aan de beschikking tot subsidieverlening nadere voorschriften en voorwaarden verbinden.

  • 7. Geen verleningsbeschikking volgt indien de uitvoering van de energiebesparende maatregelen reeds volledig is afgerond voordat een subsidieaanvraag op grond van deze regeling is ingediend als bedoeld in artikel 3 lid 6. In dat geval volgt alleen een subsidievaststellingsbeschikking als bedoeld in artikel 7 van deze regeling.

Artikel 7. Subsidievaststelling

  • 1. De aanvraag om subsidievaststelling moet uiterlijk twee maanden na gereedkomen van de werkzaamheden zijn ontvangen. In het geval artikel 3 lid 6 van toepassing is, dan gelden de daarin genoemde termijnen.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling bestaat uit:

    • a.

      de facturen voor zover deze gebaseerd zijn op de ingediende offertes als onderdeel van de subsidieaanvraag conform artikel 5. Bij uitvoering in eigen beheer betreffen dit de facturen van de materiaalkosten.

    • b.

      een inhoudelijk verslag, aangevuld met beeldmateriaal, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan als bedoeld in deze regeling en, indien van toepassing, de subsidieverleningsbeschikking;

    • c.

      alle overige gegevens en bescheiden die in het besluit tot subsidieverlening zijn benoemd. In het geval artikel 3 lid 6 van toepassing is en de uitvoering volledig is afgerond, dan dienen eveneens de gegevens als bedoeld in artikel 5 lid 2 te worden aangeleverd.

  • 3. Na ontvangst van een volledige en ontvankelijke aanvraag wordt binnen 8 weken een beslissing genomen over het vaststellen van de subsidie.

  • 4. De beslistermijn genoemd in lid 3 kan voor maximaal 8 weken worden verdaagd. Hiervan wordt voor afloop van de beslistermijn genoemd in lid 3 mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 5. De vaststelling van de subsidie worden digitaal per e-mail of per post beschikbaar gesteld aan de aanvrager van de subsidie.

  • 6. Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte investeringskosten en kan niet hoger zijn dan het bedrag dat conform artikel 6 lid 5 in de beschikking tot subsidieverlening is opgenomen.

  • 7. De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt in ieder geval of is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen waaronder de beschikking tot subsidieverlening is gegeven alsmede de hoogte van de definitieve subsidie.

  • 8. Na definitieve subsidievaststelling wordt het toegekende subsidiebedrag binnen 8 weken uitbetaald op het opgegeven rekeningnummer.

  • 9. Het college kan een Bibob-onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een verleende subsidie. In dat geval dient sprake te zijn van informatie, met duidelijke aanwijzingen die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van criminogene invloeden.

Artikel 8. Subsidiabele periode

  • 1. De subsidieaanvraag moet ontvangen zijn in de periode vanaf de dag van inwerkingtreding van deze Subsidieregeling tot en met 31 december 2026.

  • 2. Subsidieaanvragen die zijn ontvangen na de genoemde einddatum in lid 1 worden niet in behandeling genomen, tenzij bij besluit van het college de looptijd van deze subsidieregeling is verlengd. In deze verlenging moet een nieuwe einddatum zijn opgenomen.

  • 3. Subsidie kan slechts worden aangevraagd voor energiebesparende maatregelen die zijn uitgevoerd na 31 december 2021.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Voor de toekenning van subsidies geldt het volgende subsidieplafond:

    • In 2024: € 150.000,-

    • In 2025: € 100.000,-

    • In 2026: € 100.000,-

  • 2. Aanvragen worden pas in behandeling genomen als ze volledig en ontvankelijk zijn verklaard.

  • 3. Het nemen van besluiten op de aanvragen vindt plaats in volgorde van ontvangst van volledige en ontvankelijke aanvragen.

  • 4. Als het subsidieplafond is bereikt, worden geen subsidieaanvragen meer in behandeling genomen. Daaronder vallen ook reeds ontvangen subsidieaanvragen waarover nog geen beschikking is verleend.

  • 5. In het geval aanvragen niet in behandeling worden genomen wegens het bereiken van het subsidieplafond, dan schuiven deze aanvragen door naar het volgende jaar indien dit mogelijk is binnen de subsidiabele periode en het daarvan toepassing zijnde subsidieplafond.

Artikel 10. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan de subsidievoorwaarden genoemd in artikel 3 van deze regeling;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan de aanvraagvereisten genoemd in artikel 5 van deze regeling;

  • c.

    de subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college buiten de subsidiabele periode genoemd in artikel 8 van deze regeling;

  • d.

    de investeringskosten in de huidige accommodatie naar het oordeel van het college niet zinvol zijn vanwege bekende nabije verhuizings-, sloop- of verbouwplannen;

  • e.

    het subsidieplafond is bereikt zoals genoemd in artikel 9 van deze regeling;

  • f.

    sprake is van Europese staatssteun zoals genoemd in artikel 11 van deze regeling;

  • g.

    voor de aangevraagde activiteit al eerder een gemeentelijke subsidie is ontvangen of de maximale subsidie van € 30.000,- per accommodatie is bereikt;

  • h.

    blijkt uit resultaten van een ingesteld Bibob-onderzoek dat ernstig gevaar bestaat op het plegen van strafbare feiten conform de Wet Bibob, zoals bedoeld in artikel 7 lid 9 van deze regeling.

Artikel 11. Staatssteun

  • 1. Deze regeling houdt bij een subsidietoekenning rekening met de Europese staatssteunregels, zoals genoemd in artikel 107 en artikel 108 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU).

  • 2. Het college kan ambtshalve toetsen of sprake is van een interstatelijk effect bij de subsidieaanvrager, zoals genoemd in artikel 107 lid 1 VWEU. Voor deze beoordeling kan het college aanvullende gegevens opvragen bij de subsidieaanvrager die hiermee verband houden. Hierbij kan worden gedacht aan een uiteenzetting van de jaarlijkse activiteiten, etc.

Artikel 12. Stapelen en combinatie met andere subsidies

  • 1. De subsidie op grond van deze regeling mag worden gecombineerd met andere subsidies voor dezelfde investeringskosten van de energiebesparende maatregelen. Het gaat hierbij expliciet maar niet uitsluitend om landelijke regelingen zoals de Stimulering Bouw en Onderhoud van Sportaccommodaties (hierna: BOSA) en de Subsidieregeling Duurzaam en Maatschappelijk Vastgoed (hierna: DUMAVA), voor zover stapeling vanuit deze andere regelingen mogelijk is. Het maximale subsidiepercentage van alle regelingen tezamen is 80%.

  • 2. Het college is niet verantwoordelijk voor en onthoudt zich expliciet van absolute toezeggingen van subsidies op grond van een andere regeling.

  • 3. Het college kan expliciet niet aansprakelijk worden gesteld voor terugvordering of betaling van toegewezen subsidie op grond van enige andere regeling.

Artikel 13. Terugvordering

In de volgende gevallen kan de gemeente in ieder geval besluiten om de subsidie, geheel of gedeeltelijk, terug te vorderen, met een maximum van het genoemde bedrag in het vaststellingsbesluit, hetgeen maximaal € 30.000,- per aanvraag bedraagt:

  • a.

    de aanvrager heeft niet, althans niet tijdig, de energiebesparende maatregelen uitgevoerd;

  • b.

    de aanvrager voldoet niet aan de vastgestelde voorwaarde(n) genoemd in de deze regeling, de subsidieverlenings- en/of vaststellingsbeschikking.

Artikel 14. Verhouding tot subsidieverordening

De algemene subsidieverordening Geldrop-Mierlo 2017 is van toepassing op deze subsidieregeling indien geen uitputtende regeling is getroffen, of uitdrukkelijk in deze regeling naar de verordening wordt verwezen.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college ambtshalve of op verzoek afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking na publicatie.

  • 2. Deze subsidieregeling is van kracht tot het einde van de – al dan niet verlengde – subsidiabele periode als bedoeld in artikel 8.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Beleidsregel subsidie verduurzamen sport- en welzijnsaccommodaties Geldrop-Mierlo 2024-2026”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 12 december 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo,

N.J.H. Scheltens,

Gemeentesecretaris

J.C.J. van Bree,

Burgemeester