Beleidsregel Schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk

Geldend van 21-12-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 12 december 2023 ;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel Schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk;

  • 2.

    Inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij een gemeente is ingeschreven;

  • 3.

    Integrale schuldhulpverlening (in vervolg: schuldhulpverlening): het ondersteunen van een inwoner bij het voorkomen, oplossen en zorgdragen voor het niet terugkeren van zijn/haar financiële problemen. Hierbij hoort ook ondersteuning bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost;

  • 4.

    Aanvrager: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • 5.

    De Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1. Alle inwoners van de Gemeente Moerdijk van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

  • 2. Als de inwoner een zelfstandige is, kan hij/zij een verzoek indienen voor schuldhulpverlening, mits geen hulp mogelijk is vanuit het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), dan wel wanneer er flankerende hulp naast Bbz wordt gevraagd.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht, waarbij een laagdrempelige toegang een uitgangspunt is.

  • 2. Het college heeft de mogelijkheid om in het kader van schuldhulpverlening in ieder geval de volgende producten/diensten aan te bieden:

    • a.

      informatie-en adviestraject;

    • b.

      schuldhulpverleningstraject met als mogelijke onderdelen:

      • -

        betalingsregeling

      • -

        crisisinterventie

      • -

        budgetbeheer

      • -

        budgetcoaching

      • -

        herfinanciering

      • -

        schuldregeling

      • -

        nazorg

  • 3. Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan 2021-2025 “De kracht van een goede aanpak bij schulden en financiële zorg”. De vorm van het aanbod van schuldhulpverlening is individueel maatwerk, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Dit is ter beoordeling aan de gemeente Moerdijk. Maatwerk is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek en gezinssamenstelling. De factoren die een rol kunnen spelen zijn o.a.:

    • a.

      aard c.q. omvang van de schulden;

    • b.

      inkomsten en uitgaven;

    • c.

      psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

    • d.

      houding, gedrag, motivatie en vaardigheden van;

    • e.

      woonsituatie;

    • f.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 4. Het college houdt de regie op het gehele aanbod van schuldhulpverlening, inclusief de onderdelen die door gemeente Moerdijk zijn uitbesteed/gemandateerd aan een externe organisatie.

  • 5. Het college kan voorwaarden stellen bij het doen van een aanbod schuldhulpverlening aan aanvrager. Voorwaarden, die gesteld kunnen worden, zijn:

    • a.

      het aanvaarden van flankerende hulpverlening, die door het college noodzakelijk wordt geacht om te komen tot een duurzaam resultaat van de schuldhulpverlening. Het college verwacht dat de aanvrager hierin een gemotiveerde en actieve houding aanneemt;

    • b.

      het opleggen van de verplichting tot het openen van een basisbankrekening, indien de aanvrager niet beschikt over een betaalrekening op eigen naam en zonder debetstand bij een reguliere bank;

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1. Aanvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      Het nakomen van alle gemaakte afspraken gedurende de aanvraagperiode en het schuldhulpverleningstraject. Voor het schuldhulpverleningstraject gaat het o.a. om de afspraken zoals opgenomen in het plan van aanpak dat gepaard gaat met de beschikking;

    • b.

      Het niet aangaan van nieuwe financiële verplichtingen die het nakomen van aflossingsverplichtingen aan de schuldeisers belemmeren;

    • c.

      Het verrichten van maximale inspanningen om zoveel mogelijk aflossingscapaciteit te creëren door het inkomen te vergroten, inzetten van beschikbaar vermogen en het verminderen van uitgaven. Deze aflossingscapaciteit dient te worden ingezet om schulden af te lossen;

    • d.

      Het verrichten van voldoende inspanningen om de financiële vaardigheden te vergroten en waar nodig gebruik te maken van een aanbod voor begeleiding en/of training;

    • e.

      Eventuele bezittingen te gelde maken indien zij vermogen opleveren of indien hiermee kosten worden verminderd;

    • f.

      Het op orde brengen en houden van de financiële huishouding en administratie zodanig dat er geen nieuwe schulden ontstaan.

Artikel 5. Weigerings- en/of beëindigingsgronden

  • 1. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregel, besluit de gemeente om een aanvraag te weigeren, dan wel een lopende schuldhulpverleningstraject tussentijds te beëindigen, indien de aanvrager niet of onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4. Een besluit tot weigering of tussentijdse beëindiging gaat altijd gepaard met het opstellen en verzenden van een beschikking naar de betreffende inwoner.

  • 2. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot weigering dan wel (tussentijdse) beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      Het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      Aanvrager zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • c.

      De inkomens- woon- en leefsituatie van de aanvrager zijn dermate onzeker dat schuldhulpverlening (nog) niet mogelijk is. Bijvoorbeeld in geval van dak- en thuisloosheid, OGGZ-problematiek, opname in een instelling, detentie of een lopend echtscheidingsprocedure;

    • d.

      Op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan aanvrager is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • e.

      De aanvrager intimiderend, dreigend of agressief gedrag vertoont jegens medewerkers van de gemeente of de gemandateerde partij;

    • f.

      Aanvrager in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • g.

      De geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van aanvrager, niet (langer) passend is;

    • h.

      De schuldhulpverlening door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht;

    • i.

      De verzoeker gedurende het schuldverleningstraject fraude pleegt, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, Wgs;

    • j.

      Aanvrager niet langer inwoner is van de gemeente Moerdijk;

  • 3. Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging van schuldhulpverlening op grond van lid 1 en lid 2 van dit artikel, wordt aanvrager een redelijke termijn geboden om waar van toepassing, alsnog binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 6. Hernieuwde aanvraag na beëindiging traject

  • 1. Het college kan schuldhulpverlening weigeren indien minder dan zes maanden voorafgaande aan het verzoek een schuldhulpverleningstraject voortijdig is afgebroken.

  • 2. Het college kan schuldhulpverlening weigeren indien minder dan een jaar voorafgaande aan het verzoek een schuldregeling (in het 120 dagen model) voortijdig is afgebroken.

  • 3. Het college kan schuldhulpverlening weigeren indien minder dan twee jaar voorafgaande aan het verzoek een schuldbemiddeling of WSNP voortijdig is beëindigd of een saneringskrediet niet volledig is afgelost.

  • 4. Het college kan schuldhulpverlening weigeren indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan het verzoek:

    • Een schuldregeling vanwege fraude (zoals gedefinieerd in artikel 3.3. van de Wet) tijdens het traject voortijdig is beëindigd;

    • Achteraf fraude is vastgesteld binnen het schuldregelingstraject;

    • Door aanvrager een schuldregeling succesvol is afgerond (zowel minnelijk als wettelijk).

  • 5. Indien de herhaalde aanvraag tot stand komt na de genoemde termijnen in lid 1 tot en met 4 kan het college bij een eventuele hernieuwde toelating tot schuldhulpverlening aanvullende voorwaarden stellen.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8. Intrekking oude beleidsregel

  • 1. De beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk, vastgesteld op 29 januari 2019, wordt ingetrokken met ingang van datum waarop deze beleidsregel in werking treedt.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking

  • 2. De beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk in de vergadering van 12 december 2023.

De secretaris,

Ir. J.C. Slagboom,

De burgemeester,

J.P.M. Klijs

Toelichting

Inleiding algemeen

In december 2020 heeft de gemeenteraad het beleidsplan De ‘’kracht’’ van een goede aanpak bij schulden en financiële zorg 2021-2025 vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de gemeentelijke visie, de beleidsuitgangspunten en de meetbare doelen voor schuldhulpverlening opgenomen. Deze beleidsregels zijn een aanvulling op het beleidsplan en een nadere concretisering op de toegang en het aanbod van de schuldhulpverlening. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor (toelating tot) schuldhulpverlening en waaraan hij/zij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de betreffende inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of (tussentijds) beëindigen. Het is van belang te benadrukken dat de beëindiging en weigering enkel betrekking heeft op de schuldregelingstrajecten waarvoor een beschikking wordt afgegeven. Het gaat hier dus niet om lichtere vormen van ondersteuning zoals het geven van informatie en advies. Dat blijft te allen tijde mogelijk. Dat geldt ook voor een eventuele doorverwijzing naar ketenpartners.

De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is mede gebaseerd op artikel 1 van de Wgs.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie, zoals opgenomen in het beleidsplan, is schuldhulpverlening beschikbaar en toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente Moerdijk van 18 jaar en ouder. Als de inwoner een zelfstandige is, kan hij/zij een verzoek indienen voor schuldhulpverlening, mits geen hulp mogelijk is vanuit het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004), dan wel wanneer er flankerende hulp naast Bbz wordt gevraagd. De Bbz geldt in dit geval als een voorliggende voorziening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Voorop staat dat schuldhulpverlening in principe beschikbaar en toegankelijk is voor alle inwoners van de gemeente Moerdijk, waarbij het in te zetten instrumentarium (lid 2) afgestemd wordt op de persoonlijke situatie van de aanvrager. Dit is individueel maatwerk en ter beoordeling aan de gemeente en/of de gemandateerde partij. De genoemde factoren bij lid 3 zijn geen limitatieve opsomming, maar betreffen voorbeelden van factoren die van invloed zijn op het al dan niet inzetten van schuldhulpverlening.

Lid 4: Het college vindt het van belang vanuit haar integrale verantwoordelijkheid zelf regie te voeren op de schuldhulpverlening en daar waar zij dat nodig acht vanuit schuldhulpverlening diensten en producten in te zetten.

Artikel 4. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van aanvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming. Het college hecht er sterk aan dat de aanvrager zich conform de afspraken maximaal inspant om te doen wat nodig is om het schuldregelingstraject succesvol af te ronden. Specifiek bij het inzetten van het product schuldbemiddeling dient de aanvrager zich maximaal in te spannen om (naar vermogen) meer inkomen te verwerven om de aflossingscapaciteit te vergroten. Kan aanvrager meer uren gaan werken dan verwacht het college daartoe de bereidheid en de inzet. Het college zal er op toe zien dat aanvrager deze mogelijkheden benut.

Artikel 5. Weigerings- en/of beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd of (tussentijds) beëindigd.

Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren. Alvorens schuldhulpverlening op grond van artikel 5 lid 1 en lid 2 te weigeren of (tussentijds) te beëindigen wordt, conform lid 3, aanvrager eenmaal een termijn geboden om, waar van toepassing, alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Awb. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Het college heeft de bevoegdheid tot beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Komt aanvrager ook gedurende deze termijn zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van deze termijn maatwerk.

Van de genoemde gronden, verdienen de gronden onder g. en h. bijzondere aandacht. Dit kan betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van aanvrager. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 3 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van individueel maatwerk en dient de trajectbegeleider schuldhulpverlening van gemeente Moerdijk dit goed te motiveren in de beschikking.

Artikel 6. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject

Ook dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering van een hernieuwde afvraag, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om een aanvrager toch toe te laten (lid 1) en in onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Lid 1 geldt in het bijzonder met het oog op personen met verslavingsproblemen en/of psychosociale problemen die de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan of onbetaald laten van de schulden, onder controle hebben gekregen. Dit moet blijken uit door aanvrager getroffen, aantoonbare maatregelen. Een beroep op de hardheidsclausule vereist in het algemeen dat aanvrager van een zekere (persoonlijke) ontwikkeling en een structurele gedragsverandering blijk geeft die zich uitbetaalt in het feit dat hij/zij de situatie die hem in financiële problemen heeft gebracht onder controle heeft. Het is daarbij nodig dat een aanvrager over een langere periode laat zien dat de ingezette positieve ontwikkelingen bestendig zijn om van een structureel karakter te kunnen spreken. Hierbij geldt dat is vereist dat de omstandigheden onder controle zijn gekregen die destijds ook ten grondslag lagen aan het ontstaan en onbetaald laten van de schulden.

Artikel 8 & 9

Deze artikelen behoeven geen verdere toelichting