Regeling vervallen per 19-03-2016

Verordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010

Geldend van 30-12-2010 t/m 18-03-2016

Inhoud

Artikel 1: Begripsbepalingen.

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het stadsdeel: Stadsdeel Noord;

    • b.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Noord;

    • c.

      de raad: de deelraad van het stadsdeel Noord;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • e.

      Parkeerverordening: de Parkeerverordening 2009 van de gemeente Amsterdam;

    • f.

      Centraal Mobiliteitsfonds: het Centraal Mobiliteitsfonds Amsterdam, zoals bedoeld in de Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008;

    • g.

      Parkeerfonds: het stadsdeelparkeerfonds van het stadsdeel Noord, zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008;

    • h.

      bruto fiscale parkeeropbrengsten: alle fiscale inkomsten uit parkeren in het stadsdeel Noord, zoals die uit parkeerapparatuur, vergunningen, dag(deel)-, week- en maandkaarten, omschreven in de Parkeerverordening, met uitzondering van de inkomsten uit naheffingsaanslagen.

Artikel 2: De voeding.

  • 1. De voeding van het Parkeerfonds bestaat uit:

    • 1.

      het restant van de bruto fiscale parkeeropbrengsten in het stadsdeel, dat niet wordt afgedragen aan het Centraal Mobiliteitsfonds;

    • 2.

      de aan het stadsdeel toekomende opbrengsten uit de naheffingsaanslagen.

  • 2. De voeding kan voorts bestaan uit andere daartoe door de raad aan te wijzen incidentele en structurele middelen, voor zover die hiervoor mogen worden aangewend.

Artikel 3: Voorwaarden besteding.

  • 1. De bruto fiscale parkeeropbrengsten worden uitsluitend aangewend als dekkingsbron voor:

    • 1.

      het ontwikkelen, voorbereiden en implementeren van het verkeer- en vervoerbeleid van het stadsdeel;

    • 2.

      de kosten van inning en administratie, en van de handhaving van de parkeervoorschriften;

    • 3.

      het verrichten van onderzoek met betrekking tot het verkeer- en vervoerbeleid van het stadsdeel;

    • 4.

      projecten in het kader van het verkeer- en vervoerbeleid

  • 2. De onder lid 1b van dit artikel genoemde maatregelen mogen het centrale verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Amsterdam niet tegenwerken;

  • 3. De raad legt per zittingsperiode van het dagelijks bestuur de primaire bestedingsrichting vast in een besluit, waarin een duidelijke koppeling is gelegd met het vigerende programakkoord van het stadsdeel;

  • 4. Het dagelijks bestuur zendt aan het college een afschrift van het in lid 2. van dit artikel genoemde besluit.

Artikel 4: Het beheer.

  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met het beheer van het Parkeerfonds.

  • 2. Het beheer vindt plaats conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (K.B. van 23 januari 2003).

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks, als onderdeel van de reguliere P&C-cyclus, een voorstel voor de bestedingen uit het Parkeerfonds vast. Dit gebeurt in een meerjarig perspectief van ten minste vier jaar.

  • 4. De raad bepaalt jaarlijks, tegelijk met de vaststelling van de begroting, de verdeling van de voor het desbetreffende begrotingsjaar uit het Parkeerfonds beschikbaar te stellen middelen.

  • 5. Bij het bestedingsvoorstel wordt uitgegaan van een reserve van ten minste €100.000,- in het Parkeerfonds, ter dekking van tegenvallende inkomsten in het Parkeerfonds of van onvermijdelijk hogere uitgaven uit het parkeerfonds binnen het begrotingsjaar;

  • 6. Als onderdeel van het bestedingsvoorstel wordt standaard een stelpost van €100.000,- opgenomen ten behoeve van kleine, incidentele initiatieven, passend binnen de in artikel 3 lid 1 genoemde bestedingsrichtingen;

  • 7. Het dagelijks bestuur legt jaarlijks via de reguliere P&C-cyclus verantwoording af over de voeding van en de voorgestelde en gerealiseerde bestedingen uit het Parkeerfonds.

Artikel 5: Overgangsbepaling.

  • Verplichtingen, reeds aangegaan onder het bestaande regime,worden geacht te zijn aangegaan onder de werking van deze verordening.

Artikel 6: Inwerkingtreding.

  • Deze verordening treedt in werking op 30 december 2010.

Artikel 7: Citeertitel.

  • Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010.