Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR708661
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR708661/4
Legesverordening gemeente Someren 2024
Geldend van 30-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Legesverordening gemeente Someren 2024De raad van de gemeente Someren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;
gelet op:
- •
de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet,
- •
- •
b e s l u i t :
vast te stellen de Legesverordening gemeente Someren 2024
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- •
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- •
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- •
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- •
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- •
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- b.
dienstverleningen, waarvoor niet meer dan € 1,00 verschuldigd is;
- c.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- d.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
d. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
3. artikel 1.17 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
4. artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
1. De ‘Legesverordening Someren 2023’ van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente Someren 2024.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier,
H.M.L. van Soest
de voorzitter,
D. Blok
Tarieventabel, behorende bij legesverordening gemeente Someren 2024
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Gereserveerd
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Paragraaf 3.8 Brandveiligheid
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op (De Legesverordening van het jaar waarin de aangifte wordt gedaan is van toepassing.): |
||
a. |
zaterdag, zondag en erkende christelijke dagen, en dagen waarop het gemeentehuis is gesloten |
|
1. intern |
€ 907,65 |
|
2.extern |
€ 1.018,95 |
|
b. |
Dinsdagochtend om 9:15 uur en om 9:30 uur |
gratis |
c. |
Op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag de gehele dag en op dinsdag op de overige uren |
|
1. intern |
€ 492,30 |
|
2. extern |
€ 603,55 |
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
||
a. |
zaterdag, zondag en erkende christelijke dagen, en dagen waarop het gemeentehuis is gesloten |
|
1. intern |
€ 907,65 |
|
2. extern |
€ 1.018,95 |
|
b. |
Op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag de gehele dag |
|
1. intern |
€ 492,30 |
|
2. extern |
€ 603,55 |
|
Artikel 1.3 Gereserveerd |
||
Artikel 1.4 Gereserveerd |
||
Artikel 1.5 Gereserveerd |
||
Artikel 1.6 Gereserveerd |
||
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen |
||
Het tarief bedraagt voor annuleren of wijzigen van een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk, zonder plausibele reden: |
€ 62,70 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
||
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 46,30 |
b. |
een duplicaat van een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 46,30 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart |
||
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
b. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in a. (zakenpaspoort): |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40 |
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon. |
€ 36,90 |
Artikel 1.11 Modaliteiten |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 18,00 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
||
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,10 |
|
Artikel 1.13 Modaliteiten |
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||
Artikel 1.14 Definities |
||
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 13,10 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 13,10 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een geselecteerde computeruitdraai uit de basisregistratie |
€ 74,90 |
b. |
tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie, voor één persoon: |
€ 13,10 |
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 22,20 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
||
Artikel 1.19 Afschriften van de bestuursstukken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
een exemplaar van de programmabegroting |
€ 41,80 |
b. |
een exemplaar van de jaarstukken |
€ 41,80 |
Artikel 1.20 Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
||
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||
1.21 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
Tot het verlenen van bijstand bij het raadplegen van kadastrale gegevens voor elk kwartier of gedeelte daarvan, al dan niet gepaard gaan de met de afgifte van een afdruk uit deze kadastrale stukken |
€ 20,20 |
b. |
Vermeerderd met het tarief voor het raadplegen van online informatie via de kadastrale balie van de actuele gegevens van het Kadaster. De vooraf aan de aanvrager kenbaar te maken tarieven worden door het Kadaster vastgesteld. |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||
1.22 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
a. |
Tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijk beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 31,30 |
b. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 7,45 |
c. |
Bij toezending per post van de gevraagde gegevens worden de kosten verhoogd met: |
€ 3,70 |
Artikel 1.23 Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
||
Artikel 1.24 Gereserveerd |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag conform het gestelde in: Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent gedrag voor natuurlijke en rechtspersonen |
€ 41,35 |
b. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of document |
€ 13,10 |
c. |
Bij toezending per post van de gevraagde gegevens worden de kosten verhoogd met |
€ 3,70 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
||
Artikel 1.26 Naspeuringen in het gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt voor: |
||
1. |
het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 22,20 |
2. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustende stuk: |
|
1. Zwart-wit op A-4 formaat of kleiner, enkelzijdig |
€ 0,05 |
|
2. Zwart-wit op A-3 formaat, enkelzijdig |
€ 0,10 |
|
3. Kleur op A-4 formaat of kleiner, enkelzijdig |
€ 0,20 |
|
4. Kleur op A-3 formaat, enkelzijdig |
€ 0,40 |
|
5.Zwart-wit op A-4 formaat of kleiner, dubbelzijdig |
€ 0,10 |
|
6. Zwart-wit op A-3 formaat, dubbelzijdig |
€ 0,20 |
|
7. Kleur op A-4 formaat of kleiner, dubbelzijdig |
€ 0,40 |
|
8. Kleur op A-3 formaat, dubbelzijdig |
€ 0,80 |
|
9. Zwart-wit op A-2 formaat, enkelzijdig |
€ 0,20 |
|
10. Zwart-wit op A-1 formaat, enkelzijdig |
€ 0,40 |
|
11. Zwart-wit op A-0 formaat, enkelzijdig |
€ 0,80 |
|
3. |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 7,05 |
4. |
het op verzoek verstrekken van digitale bestanden, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 22,20 |
Artikel 1.27 Gereserveerd |
||
Artikel 1.28 Gereserveerd |
||
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
||
Artikel 1.29 Gereserveerd |
||
Artikel 1.30 Leegstandswet |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet: |
€ 268,60 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet: |
€ 89,05 |
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
b. |
voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat |
€ 226,50 |
c. |
en voor iedere volgende speelautomaat |
€ 136,00 |
d. |
indien het enkel een administratieve aanpassing/ wijziging is van een bestaande aanwezigheidsvergunning |
nihil |
Artikel 1.32 Gereserveerd |
||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
voor het verstrekken van een ontheffing voor langzaam verkeer zonder kenteken, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 41,80 |
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 106,60 |
c. |
tot het verkrijgen van een ontheffing van de parkeerschijfzone, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 geldig vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024 |
€ 82,80 |
d. |
tot het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats met bord en onderbord voorzien van kenteken |
€ 242,67 |
e. |
tot vervanging van het onderbord van een individuele gehandicaptenparkeerplaats in verband met wijziging van het kenteken |
€ 94,60 |
2. |
Indien op de onder 1.33 onder 1d genoemde aanvraag afwijzend wordt beschikt of indien op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht wordt besloten de aanvraag niet te behandelen bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
€ 187,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
||
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 5,55 |
b. |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, waaronder begrepen verstrekkingen op grond van de Wet open overheid, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
|
1. Zwart-wit op A-4 formaat of kleiner, enkelzijdig |
€ 0,05 |
|
2. Zwart-wit op A-3 formaat, enkelzijdig |
€ 0,10 |
|
3. Kleur op A-4 formaat of kleiner, enkelzijdig |
€ 0,20 |
|
4. Kleur op A-3 formaat, enkelzijdig |
€ 0,40 |
|
5.Zwart-wit op A-4 formaat of kleiner, dubbelzijdig |
€ 0,10 |
|
6. Zwart-wit op A-3 formaat, dubbelzijdig |
€ 0,20 |
|
7. Kleur op A-4 formaat of kleiner, dubbelzijdig |
€ 0,40 |
|
8. Kleur op A-3 formaat, dubbelzijdig |
€ 0,80 |
|
9. Zwart-wit op A-2 formaat, enkelzijdig |
€ 0,20 |
|
10. Zwart-wit op A-1 formaat, enkelzijdig |
€ 0,40 |
|
11. Zwart-wit op A-0 formaat, enkelzijdig |
€ 0,80 |
|
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van computeruitdraaien van gegevens, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
|
1. per pagina op A-4 formaat |
€ 0,05 |
|
d. |
kaarten en tekeningen al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34.a en 1.34.b genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
|
1. per kaart of tekening op papier van A-4 formaat |
€ 0,05 |
|
2. per kaart of tekening op papier van A-3 formaat |
€ 0,10 |
|
3. per kaart of tekening op papier van A-2 formaat |
€ 0,20 |
|
4. per kaart of tekening op papier van A-1 formaat |
€ 0,40 |
|
5. per kaart of tekening op papier van A-0 formaat |
€ 0,80 |
|
e. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 44,45 |
f. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 7,00 |
g. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een plattegrond van de gemeente |
€ 2,95 |
h. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van digitale bestanden, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 22,20 |
i. |
Bij verzending per post van de in dit hoofdstuk gevraagde stukken worden de leges verhoogd met |
€ 3,70 |
Artikel 1.35 Kabels en leidingen |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2, en voor een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2, van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Someren 2018, waarbij de sleuflengte < 100 m1 is of een montagegat c.q. lasgat met een oppervlakte van > 2 m2 |
€ 213,95 |
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2, en voor een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2, van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Someren 2018, waarbij de sleuflengte ≥ 100 m1 is |
€ 427,95 |
c. |
Het tarief genoemd in artikel 1.35 onder a en in artikel 1.35 onder b wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, van |
€ 2,05 |
d. |
Het tarief genoemd onder artikel 1.35 onder a en in artikel 1.35 onder b wordt vermeerderd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen, van; |
|
1. over de eerste 2.000 m1, een bedrag van |
€ 1,45 |
|
2. over de lengte langer dan 2.000 m1, maar kleiner dan 10.000 m1, een bedrag van |
€ 0,85 |
|
3. over de lengte van 10.000 m1 of meer een bedrag van |
€ 0,75 |
|
e. |
Voor degene aan wie leges als bedoeld onder 1.35.1, 1.35.2, 1.35.3 of 1.35.4 in rekening is gebracht, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt 50%. |
|
Artikel 1.36 Kinderopvang |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang (Wko) voor: |
||
a. |
Het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, Wko |
€ 1.110,00 |
b. |
Het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, Wko |
€ 627,15 |
c. |
Voor het in afwijking van artikel 1.17.2 in behandeling nemen van een voorziening voor gastouderopvang, waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijk register is opgenomen met een andere voorziening én er een inspectie heeft plaatsgevonden van die gastouder in de afgelopen drie jaar óf waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd én er een inspectie plaatsgevonden heeft van het opvangadres in de afgelopen drie jaar. |
€ 513,60 |
Artikel 1.37 Burgerlijke stand |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, ongeacht het resultaat van die naspeuring, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 22,20 |
b. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
€ 11,25 |
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Artikel |
Omschrijving |
Vast tarief |
Variabel tarief |
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
||||
Artikel 2.1 Definities |
||||
Definities |
||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|||
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit zoals die zijn opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht). De tarieventabel en de ROEB-lijst zijn beide onderdeel van de verordening. Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2020 (u.A.V. 2012) voor het uit te voeren werk, exclusief 21% omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Bij de vaststelling van de bouwkosten worden deze afgerond op hele bedragen van € 1.000,00 met dien verstande dat bedragen tot en met € 500,00 naar beneden worden afgerond en bedragen hoger dan € 500,00 naar boven. |
|||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||||
a. |
een conceptverzoek; |
|||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
||||
Artikel 2.4 Conceptverzoek |
||||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek tot het verkrijgen van een indicatie of een binnenplanse omgevingsvergunning kan worden verleend, waarbij een standpunt van het college van burgemeester en wethouders nodig is, bedraagt het tarief: |
€ 319,50 |
||
2. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek tot wijziging van een omgevingsplan of een concept verzoek tot verkrijgen van een indicatie of een buitenplanse omgevingsplan activiteit (BOPA) vergund kan worden, waarbij een standpunt van het college van burgemeester en wethouders nodig is, bedraagt het tarief: |
€ 2.130,00 |
||
3. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek in het kader van een vergunningsaanvraag tot het houden van een omgevingstafel over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|||
a. |
per overleg |
€ 200,00 |
||
b. |
per in te schakelen adviseur verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van het conceptverzoek de aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|||
c. |
Als een begroting als bedoeld in onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
indien de bouwkosten €15.000,00 of minder bedragen: |
€ 531,50 |
||
b. |
indien de bouwkosten €15.001,00 tot en met €25.000 bedragen: |
€ 531,30 |
||
voor elk geheel bedrag van €1.000,00 boven € 25.000,00; vermeerderd met |
€ 40,85 |
|||
c. |
indien de bouwkosten €25.001,00 tot en met €45.000,00 bedragen |
€ 940,80 |
||
voor elk geheel bedrag van €1.000,00 boven €25.000,00; vermeerderd met |
€ 35,55 |
|||
d. |
indien de bouwkosten €45.001,00 tot en met €90.000,00 bedragen: |
€ 1.775,00 |
||
voor elk geheel bedrag van €1.000,00 boven € 45.000,00; vermeerderd met |
€ 30,70 |
|||
e. |
Indien de bouwkosten €90.001,00 tot en met €300.000,00 bedragen: |
€ 2.958,40 |
||
voor elk geheel bedrag van €1.000,00 boven €90.000,00; vermeerderd met |
€ 25,80 |
|||
f. |
indien de bouwkosten €300.001,00 of meer bedragen: |
€ 8.401,85 |
||
voor elk geheel bedrag van €1.000,00 boven €300.000,00; vermeerderd met |
€ 21,10 |
|||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1. als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingsweten hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
€ 385,00 |
|||
2. als de omgevingsplanactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 900,00 |
|||
3. als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 385,00 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een in bijlage I bij deze tabel genoemd(e) bouwwerk/installatie/gebruik: |
€ 900,00 |
||
d. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit anders dan in het hierboven genoemde lid 2.6 onder c voor: |
|||
1. Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.916,80 |
|||
2. Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.875,20 |
|||
3. Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.916,80 |
|||
4. Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 11.833,65 |
|||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 385,00 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 385,00 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 385,00 |
||
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|||
1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 46,75 |
|||
2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 46,75 |
|||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|||
1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 46,75 |
|||
2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 46,75 |
|||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 46,75 |
|||
2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 46,75 |
|||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 46,75 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 46,75 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 307,70 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 307,70 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
€ 307,70 |
||
Artikel 2.11 Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.5 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.12 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.13 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.14 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.15 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.16 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.17 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.18 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.19 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.20 Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.6 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.21 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.22 Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
||||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||||
Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 448,50 |
||
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 448,50 |
||
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 448,50 |
||
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 448,50 |
||
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a.aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b.indrijven van voorwerpen, c.ophogen van de grond, of d.verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan: |
€ 448,50 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 448,50 |
||
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 448,50 |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 448,50 |
||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 448,50 |
|||
Artikel 2.27 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 448,50 |
||
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 385,00 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 385,00 |
||
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
||||
Artikel 2.29 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel [4:11] van de Algemene plaatselijke verordening OF artikel […] van de [citeertitel bomenverordening]] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 211,80 |
|||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 124,30 |
||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 160,95 |
||
Artikel 2.33 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 356,25 |
||
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 356,25 |
||
1. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 356,25 |
|||
2. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 356,25 |
|||
3. voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 356,25 |
|||
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||||
a. |
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
b. |
Als een begroting als bedoeld in onderdeel a, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Artikel 2.36 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
||||
a. |
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
b. |
Als een begroting als bedoeld in onderdeel a, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|||
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
||||
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
||||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 128,00 |
||
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 131,00 |
||
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur |
gratis |
||
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2. |
Het op grond van het eerste lid, onder d verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
||||
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 385,00 |
|||
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van: |
||||
1. |
een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project. |
€ 160,95 |
||
2. |
de te naamstelling van een vergunning |
€ 58,45 |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 160,95 |
|||
Artikel 2.42 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.43 Gereserveerd |
||||
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan voor: |
|||
1. Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.916,80 |
|||
2. Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.875,20 |
|||
3. Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.916,80 |
|||
4. Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 11.833,65 |
|||
2. |
Indien de aanvraag onder slechts betrekking heeft op een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleinschalige wijziging in het omgevingsplan, zoals: - toepassing van het NAF-beleid; - toepassing van de LIR; - het verzoek van het bestemmen van een bestaande tuin buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak; - het verzoek van het bestemmen van een bestaande paardenbak buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak; - wijziging bestemmingsvlak met tegenprestatie ten behoeve van bestaande legale voorzieningen buiten het bouwvlak; - alternatieve beplantingsplannen voor bestaande landschappelijke inpassingsplichten; dan worden de legeskosten verminderd tot een bedrag van |
€ 1.074,48 |
||
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 356,25 |
|||
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
||||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,000% |
|||
met een maximum van: |
€ 1.420,05 |
|||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||||
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1. Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied |
€ 5.916,80 |
|||
2. Alle andere plannen in het stedelijk gebied |
€ 8.875,20 |
|||
3. Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied |
€ 5.916,80 |
|||
4. Alle andere plannen in het buitengebied |
€ 11.833,65 |
|||
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 356,25 |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 900,00 |
||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 900,00 |
||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 900,00 |
||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 900,00 |
||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 900,00 |
||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.950,00 |
||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport, bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
Het op grond van het onder g verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
Artikel 2.50 Advies |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€0,00 |
||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Someren 2023, dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, per overleg: |
€326,00 |
||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Someren 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b, per overleg: |
€326,00 |
||
d. |
voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen |
€ 1.012,55 |
||
e. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Artikel 2.51 Instemming |
||||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Paragraaf 2.13 Vermindering |
||||
Artikel 2.52 Vermindering na conceptverzoek |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b. en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|||
voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.4 onder 1: |
100,000% |
|||
voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.4 onder 2: |
50,000% |
|||
Van het conceptverzoek |
||||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had; |
|||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek ; en |
|||
c. |
binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|||
3. |
Als de aanvraag om een wijziging van het omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.45 is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de wijziging van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het vierde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de wijziging van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|||
voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.4 onder 2: |
50,000% |
|||
Van het conceptverzoek. |
||||
4. |
Voor de toepassing van het derde lid wordt de aanvraag om wijziging van het omgevingsplan gedaan: |
|||
a. |
voor dezelfde wijziging als waarop het conceptverzoek betrekking had; |
|||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek ; en |
|||
c. |
binnen 12 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|||
Artikel 2.53 Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
||||
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,000% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100,000% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||
a. |
als de aanvraag door de gemeente in behandeling is genomen: |
60,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
b. |
als de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van de gemeente: |
100,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||||
a. |
als de aanvraag door de gemeente in behandeling is genomen: |
60,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
b. |
als de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van de gemeente: |
100,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
||||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25,000% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
||||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,000% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
||||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
||||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Verkooptarief |
Paragraaf 3.1 Horeca |
||
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 423,60 |
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing(sluitingsuur) als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor één vaste dag per week gedurende één kalenderjaar: |
€ 2.603,45 |
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing(sluitingsuur) als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening geldig voor één etmaal: |
€ 62,70 |
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing geluidhinder buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 13,70 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 951,40 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet: |
|
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 258,00 |
d. |
een aanvraag om wijziging va het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de alcoholwet: |
€ 258,00 |
e. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 61,55 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
||
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet: |
€ 133,70 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
||
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:. |
€ 100,60 |
|
a. |
voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 100,60 |
b. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 13,70 |
c. |
Doorberekening van de leges |
|
1. Indien de aanvraag wordt ingediend door een lokale stichting/vereniging op het gebied van sport en cultuur: 25% doorberekening van de onder 3.6.1 bedoelde leges. |
||
2. Indien de aanvraag wordt ingediend door een lokale ondernemersvereniging: 50% doorberekening van de onder 3.6.1 bedoelde leges. |
||
3. Indien de aanvraag wordt ingediend door een evenementenorganisatie anders dan bedoeld in 3.6. onder c. 100% doorberekening van de onder 3.6 bedoelde leges. |
||
Artikel 3.7 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
||
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Marktverordening Someren 2005 |
€ 13,90 |
b. |
een vergunning voor een incidentele standplaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 13,90 |
c. |
een vergunning voor een vaste standplaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 48,05 |
Paragraaf 3.6 Gereserveerd |
||
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
||
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 86,85 |
|
Paragraaf 3.8 Brandveiligheid |
||
Artikel 3.20 Brandveiligheid |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
||
a. |
een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik, als bedoeld in artikel 2.lid 1 van de Brandbeveilingingsverordening 2012) |
€ 440,15 |
b. |
Het onder 3.20.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de onderstaande bedragen indien en voor zover deze op de inrichting, waarop de vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn. |
|
1. voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 500 m² per m² |
€ 2,15 |
|
2. voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 501 m² tot en met 2.000 m² |
€ 1.538,40 |
|
2.1. verhoogd per m² boven de 500 m² met: |
€ 1,20 |
|
3. voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 2.001 m² tot en met 5.000 m² |
€ 3.313,40 |
|
3.1 verhoogd per m² boven de 2.000 m² met: |
€ 0,35 |
|
4. voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 5.001 m² tot en met 50.000 m², |
€ 4.260,10 |
|
4.1 verhoogd per m² boven de 5.000 m² met: |
€ 0,10 |
|
5. voor een inrichting met een oppervlakte van meer dan 50.001 m², |
€ 7.573,50 |
|
5.1 verhoogd per m² boven de 50.000 m² met: |
||
c. |
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d., bedragen de leges 10% van de onder 3.20 en 3.20 berekende bedragen. |
|
d. |
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn van maximaal 5 jaar, is 50% van de onder 3.20 a en 3.20 b berekende bedragen verschuldigd. |
|
e. |
Indien een aanvraag om een gebruiksvergunning betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, wordt de verhoging als bedoeld onder 3.20 b, uitsluitend berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. |
|
f. |
Indien een gebruiksvergunning betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, is 50% van het overeenkomstig 3.20 a vermelde bedrag, verhoogd met het onder 3.20 b berekende bedrag, verschuldigd. |
|
g. |
Indien een gebruiksvergunning betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting, worden de leges berekend als bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigd gedeelte. |
|
h. |
Voor een kennisgeving van het besluit tot opheffing van het staken van het gebruik van een gebouw ingevolge artikel 17 van de Woningwet en/of strijdig gebruik van een inrichting ingevolge de Brandbeveiligingsverordening 2012 van gemeente Someren, is 25% van het overeenkomstig 3.20 a vermelde bedrag, verhoogd met het onder 3.20 b berekende bedrag, verschuldigd, met dien verstande, dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gesloten gedeelte. |
|
i. |
Het tarief voor het overdragen van een gebruiksvergunning naar een andere gebruiker bedraagt |
€ 107,90 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl