Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van regels over de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening precariobelasting Edam-Volendam 2024)

Geldend van 21-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van regels over de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening precariobelasting Edam-Volendam 2024)

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING EDAM-VOLENDAM 2024.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c. maand: een periode van 30 achtereenvolgende dagen;

  • d. jaar: een kalenderjaar;

  • e. woning: een als zodanig in de basisregistratie WOZ opgenomen object.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • b. vlaggenstokken en vlaggen zonder reclame of handelsnaam;

  • c. voorwerpen of werken, welke in een uitsluitend algemeen belang voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden;

  • d. voorwerpen door circussen;

  • e. zonneschermen aan woningen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 6. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak van een kalenderjaar is de belasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belasting wordt geheven over een ander belastingtijdvak dan een kalenderjaar is de belasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk een maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening precariobelasting 2023" van 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting Edam-Volendam 2024.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van

Edam-Volendam in zijn openbare vergadering

d.d. 14 december 2023,

de griffier,

J. Hage.

de voorzitter,

L.J. Sievers.

BIJLAGE 1 als bedoeld in artikel 5 - TABEL VAN TARIEVEN

Behorende bij de Verordening precariobelasting Edam-Volendam 2024

 
 

Heffingstijdvak

Nr.

Omschrijving

Eenheid

Dag

Week

Maand

Jaar

Seizoen 1-2 t/m 31-10

1

Bouwmaterialen

 
 
 
 
 
 
 

Door bouwmaterialen, grond, keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en kraanbanen) en stellingen ingenomen of door een schutting afgesloten grond

m2

€ 1,40

€ 3,75

€ 7,40

 
 

2

Terrassen, banken, tafeltjes, stoelen, tochtschermen, en dergelijke

m2

€ 1,40

€ 3,75

€ 7,40

 

€ 18,30

3

Voorwerpen voor reclamedoeleinden

 
 
 
 
 
 

3.1

Voorwerpen gebezigd tot reclamedoeleinden met een permanent karakter

m2

 
 
 

€ 11,55

 

3.2

Voorwerpen gebezigd tot reclamedoeleinden met een tijdelijk karakter

m2

€ 1,40

€ 3,75

 
 
 

4

Automaten en zonneschermen

 
 
 
 
 
 

4.1

Automaat

Automaat

 
 
 

€ 67,90

 

4.2

Zonnescherm 2 m² en kleiner

m2

 
 
 

€ 7,40

 

4.3

Zonnescherm groter dan 2 m²

m2

 
 
 

€ 13,90

 

5

Beerputten, gierputten, bakken en tanks

 
 
 
 
 
 
 

Voor het hebben in openbare gemeentegrond van een beerput, gierput, bak of andere verzamelplaatsen van stoffen

Tank etc.

 
 
 

€ 22,75

 

6

Rijwielhekken

m2

 
 
 

€ 6,15

 

7

Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of watertanks

 
 
 
 
 
 

7.1

Aftappunten voor levering van benzine, olie, gas of andere vloeibare brandstoffen

per stuk

 
 
 

€ 23,45

 

7.2

Tanks voor het bewaren van benzine, olie, gas of andere vloeibare stoffen

m2

 
 
 

€ 9,40

 

8

Uitstalling van goederen

 
 
 
 
 
 
 

Voor het uitstallen van winkelgoederen op of boven openbare gemeentegrond.

 
 
 
 
 
 

8.1

Voor de eerste 5 m²

 
 
 
 

€ 63,30

€ 39,45

8.2

Voor de volgende m²

m2

 
 
 

€ 11,95

€ 9,25

9

Viskaren en kisten

 
 
 
 
 
 

9.1

Voor het hebben in openbaar gemeentewater van viskaren

 
 
 

€ 7,40

 

9.2

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van kisten, kratten of fusten

 

€ 3,75

€ 11,95

€ 23,45

 

10

Bruggen en trappen

 
 
 
 
 
 
 

Voor het hebben op of boven openbare gemeentegrond van een trap, brug, paal of mast

per stuk

 
 
 

€ 6,15

 

11

Luifels

 
 
 
 
 
 
 

Voor het hebben op of boven openbare gemeentegrond van luifels

 
 
 
 
 
 

11.1

Voor de eerste 5 m²

 
 
 
 

€ 22,25

 

11.2

Voor de volgende m²

 
 
 

€ 5,25

 

12

Portocabins

 
 
 
 
 
 
 

Voor het hebben van portocabins, noodwinkels of andere tijdelijke huisvesting

€ 1,40

€ 3,75

€ 7,40

 
 

13

Tijdelijke standplaatsen

 
 
 
 
 
 
 

Voor het hebben van voorwerpen op een tijdelijke standplaats waarvoor een vergunning is afgegeven

€ 1,40

€ 3,75

€ 7,40