Besluit van de inspecteur en de ontvanger der provinciale belastingen van Noord-Holland van 14 december 2023 tot vaststelling van het Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de omgevingsdiensten Noordzeekanaalgebied, Noord-Holland Noord, en IJmond, en leges- of grondwateronttrekkingsheffing en -invordering aan de directies Beheer en Uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland

1. De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied tot het heffen van leges op grond van de vigerende Legesverordening Noord-Holland ten behoeve van:

• a.

  Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen in het kader van de Omgevingswet;

• b.

  Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsverordening;

• c.

  Hoofdstuk 3 Milieubelastende activiteiten;

• d.

  Hoofdstuk 5 Wateractiviteit;

• e.

  Hoofdstuk 7 Ontgrondingsactiviteit;

• f.

  Hoofdstuk 10 Luchtvaartwet;

• g.

  Hoofdstuk 11 Overige diensten;

• h.

  het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a tot en met g genoemde bevoegdheid.

2. Ten aanzien van de in het eerste lid, a tot en met g genoemde bevoegdheden kan de gemandateerde ondermandaat verlenen aan een leidinggevende binnen zijn organisatie.

3. Ten aanzien van de in het eerste lid onder h genoemde bevoegdheid kan de gemandateerde ondermachtiging verlenen aan medewerkers binnen zijn organisatie.

1. De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt de directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord tot het heffen van leges op grond van de vigerende Legesverordening Noord-Holland ten behoeve van:

• a.

  Hoofdstuk 5 Wateractiviteit;

• b.

  Hoofdstuk 6 Baden en zwemmen;

• c.

  Hoofdstuk 9 Natura 2000 Flora en fauna;

• d.

  Hoofdstuk 11 Overige diensten;

• e.

  het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a tot en met d genoemde bevoegdheden.

2. Ten aanzien van de in het eerste lid, onder a tot en met d genoemde bevoegdheden kan de gemandateerden ondermandaat verlenen aan een leidinggevende binnen zijn organisatie.

3. Ten aanzien van de in het eerste lid onder e genoemde bevoegdheid kan de gemandateerde ondermachtiging verlenen aan medewerkers binnen zijn organisatie.

1. De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat en machtigt de directeur van de Omgevingsdienst IJmond tot het heffen van leges op grond van de vigerende Legesverordening Noord-Holland ten behoeve van:

• a.

  Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen in het kader van de Omgevingswet;

• b.

  Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsverordening;

• c.

  Hoofdstuk 3 Milieubelastende activiteiten;

• d.

  Hoofdstuk 5 Wateractiviteit;

• e.

  Hoofdstuk 11 Overige diensten;

• f.

  Het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a tot en met e genoemde bevoegdheden.

2. Ten aanzien van de in het eerste lid, onder a tot en met e genoemde bevoegdheden kan de gemandateerde ondermandaat verlenen aan een leidinggevende binnen zijn organisatie.

3. Ten aanzien van de in het eerste lid onder d genoemde bevoegdheid kan de gemandateerde ondermachtiging verlenen aan medewerkers binnen zijn organisatie.

1. De ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt:

• a.

  de medewerker debiteurenadministratie van de unit Financiële – en Inkoopadministratie van de directie Concernzaken van de provincie Noord-Holland voor het uitbrengen van de eerste aanmaning tot betaling van de verschuldigde leges ingevolge de vigerende Legesverordening Noord-Holland, de verordening Grondwateronttrekkingsheffing¬ en de Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Noord-Holland 1999;

• b.

  de unitmanager van de unit Financiële – en Inkoopadministratie van de directie Concernzaken van de provincie Noord-Holland voor het uitbrengen van de tweede aanmaning tot betaling van de verschuldigde leges ingevolge de vigerende Legesverordening Noord-Holland, de verordening Grondwateronttrekkingsheffing en de Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Noord-Holland 1999.

2. Ten aanzien van de onder het eerste lid, onderdelen a en b genoemde bevoegdheid is de genoemde functie het laagste niveau waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.

1. Dit besluit treedt, na de verkregen toestemming door de directeuren van de omgevingsdiensten, in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

2. Het Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, en leges- of grondwaterheffing en –invordering aan de directies Beheer en uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland wordt ingetrokken en blijft van toepassing voor zover mandaat of machtiging is vereist bij de toepassing van overgangsrecht bij of krachtens de Omgevingswet.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdiensten Noordzeekanaalgebied, Noord-Holland Noord, en IJmond en leges- of grondwateronttrekkingsheffing en -invordering aan de directies Beheer en Uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland.