Verordening burgerinitiatief Amsterdam-Noord 2008

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  raad: deelraad van Amsterdam-Noord;

• b.

  commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 22 in de Verordening op de stadsdelen;

• c.

  dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord;

• d.

  burgerinitiatief: een schriftelijk voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen;

• e.

  ingezetene: een natuurlijk persoon van 12 jaar en ouder, ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam en woonachtig in stadsdeel Amsterdam-Noord;

• f.

  initiatiefgerechtigde: iedere natuurlijke persoon vanaf 12 jaar en iedere in Amsterdam Noord actieve en/of gevestigde rechtspersoon.

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over:

• a.

  onderwerpen waarover een bestuursrechtelijke procedure, civielrechtelijke procedure of klachtenprocedure gevoerd is, wordt, kan worden of had kunnen worden;

• b.

  een onderwerp dat niet de bevoegdheid van het stadsdeel betreft;

• c.

  beslissingen ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

• d.

  het vaststellen van tarieven en belastingen;

• e.

  het vaststellen van de begroting en de jaarrekening;

• f.

  onderwerpen die een individuele kwestie betreffen;

• g.

  een onderwerp waarover tijdens de lopende raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad reeds een besluit is genomen.

Het burgerinitiatief wordt ondersteund door tenminste 50 ingezetenen.

1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de raadsvoorzitter.

2. Het burgerinitiatief bevat:

• a.

  een plan van aanpak;

• b.

  naam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefnemer;

• c.

  een lijst met naam, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

3. In het plan van aanpak wordt een beschrijving gegeven van:

• a.

  het doel en de verwachte resultaten;

• b.

  de manier waarop het doel wordt bereikt;

• c.

  de middelen die daarvoor moeten worden ingezet;

• d.

  de termijn waarbinnen het voorstel uitgevoerd kan worden.

4. Voor de indiening van het burgerinitiatiefvoorstel wordt gebruik gemaakt van standaardformulieren van stadsdeel Amsterdam-Noord.

5. Indien een ingediend burgerinitiatief niet aan de vereisten van dit artikel voldoet, wijst de griffier de indiener hier zo spoedig mogelijk op.

1. De agendacommissie beslist bij de eerstvolgende vergadering na indiening van het burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikelen 2, 3 en 4, en maakt de beslissing bekend aan de indiener.

2. Voor de beoordeling of aan de eisen zoals bedoeld in het eerste lid is voldaan, is de toestand op de dag van behandeling in de agendacommissie bepalend.

1. Indien het burgerinitiatief voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikelen 2, 3 en 4 plaatst de  agendacommissie het burgerinitiatief:

• a.

  op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de raad waarbij de raad wordt voorgesteld met het burgerinitiatief in te stemmen of;

• b.

  op de agenda van de eerstvolgende raadscommissie waartoe het onderwerp behoort, waarbij de raadscommissie wordt verzocht de raad te adviseren met het burgerinitiatief in te stemmen.

2. Indien wenselijk, kan de agendacommissie in de gevallen zoals bedoeld in het eerste lid, besluiten het burgerinitiatief door te sturen naar het dagelijks bestuur voor een preadvies. In dat geval kan de agendacommissie besluiten het burgerinitiatief te agenderen voor een latere vergadering van de raad of een latere vergadering van de raadscommissie.

3. De agendacommissie nodigt de indiener van het burgerinitiatief schriftelijk uit om tijdens de behandeling van het burgerinitiatief een toelichting op het voorstel te geven.

4. Na behandeling van het burgerinitiatief in de raadscommissie, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, plaatst de agendacommissie het burgerinitiatief op de agenda van de daaropvolgende vergadering van de raad.

5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad een besluit heeft genomen ten aanzien van het burgerinitiatief wordt dit bekend gemaakt door kennisgeving van dit besluit in de lokale huis-aan-huisbladen.

6. De indiener wordt gelijktijdig schriftelijk geïnformeerd over de afhandeling en uitvoering van het burgerinitiatief.

De stadsdeelvoorzitter brengt in het burgerjaarverslag jaarlijks verslag uit over de werking van het recht op burgerinitiatief in de praktijk.

Op burgerinitiatieven die zijn ingediend onder werking van de Verordening op het burgerinitiatief van stadsdeel Amsterdam-Noord, vastgesteld op 25 juni 2003, blijft laatstgenoemde verordening van toepassing.

De Verordening op het burgerinitiatief van stadsdeel Amsterdam-Noord, vastgesteld op 25 juni 2003, wordt ingetrokken.

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de publicatie.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief Amsterdam-Noord 2008.