Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 21-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023 met registratienummer Z.23.413185;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag; of

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

    • c.

      het afgeven van bewijzen van onvermogen;

    • d.

      nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

    • e.

      vergunningvrije bouwwerkzaamheden die bij gemeentelijke monumenten en/of in beschermd dorpsgezicht vergunningplichtig zijn.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.

  • 4. Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. De leges voor elektronische dienstverlening kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven worden bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via de internetkassa.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg wordt gedaan, door middel van directe betaling via internetkassa;

    • d.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van artikel 1.33 lid e van de tarieventabel (gehandicaptenparkeerkaart).

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeesters en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 van 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. De in onderdeel 2.1.4 van de tarieventabel genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd en het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2024 van Cobouw Bouwkosten liggen kosteloos ter inzage op het gemeentehuis.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

De griffier,

mevrouw L. Roest-Jonkers

De voorzitter,

mevrouw A. Fokkens-Kelder

Bijlage 1 Tarieventabel Heerenveen behorende bij legesverordening 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap en omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

1.1.1

op maandag tot en met vrijdag:

 

a.

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen

€ 330,00

b.

op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur

€ 125,00

c.

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

€ 370,00

1.1.2

op zaterdag:

 

a.

op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen

€ 890,00

b.

op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

€ 535,00

1.1.3

op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

€ 1.860,00

1.1.4

op een avond op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)

€ 930,00

 

 

Artikel 1.2 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 330,00

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

 

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 330,00

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag en gebruik toga

 

Het tarief bedraagt voor het:

 

a.

in behandeling nemen van een aanvraag voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen

€ 218,00

b.

voor het gebruik van een toga door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen

€ 61,95

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente en spelen carillon

 

Het tarief bedraagt voor het:

 

a.

Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van getuigen voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per getuige

€ 43,60

b.

spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2 te Heerenveen

€ 20,10

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

 

1.7.1

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft van

€ 63,10

1.7.2

Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt afgezegd is een recht verschuldigd van

€ 63,10

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de datum of het tijdstip van een voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap

€ 40,15

Artikel 1.8 Trouwboekje, partnerschapsboekje en andere akten

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje

€ 32,60

1.8.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van

 

1.9.1

een Nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort:

 

a.

voor een persoon die op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

b.

voor een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.9.2

een reisdocument voor vluchtelingen of vreemdelingen

€ 63,40

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

1.10.1

een Nederlandse identiteitskaart:

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

1.10.2

een vervangende identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,90

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

 

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9.1a, 1.9.1b, 1.10.1a en 1.10.1b genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

b.

bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, verhoogt met de kostprijs van het formulier: € 1

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 definities

 

 

1.14.1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.14.2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,20

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 9,20

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

 

1.17.1

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 14,35

Paragraaf 1.5 Gereserveerd

Artikel 1.19 Gereserveerd

Artikel 1.20 Gereserveerd

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Taxatie- en /of verkoopopdracht

 

 

1.21.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht

€ 82,30

Artikel 1.22 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.23 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.25.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.25.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 9,20

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

 

1.26.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor elk afzonderlijk onderdeel

€ 43,90

1.26.2

In aanvulling op artikel 1.26.1 geldt, indien meer dan 2 uren nodig zijn voor de naspeuringen, een uurtarief van

€ 82,30

Artikel 1.27 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.28 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Verkoop vuurwerk

 

 

1.29.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV

€ 82,30

Artikel 1.30 Leegstandswet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

 

1.30.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 82,30

1.30.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 36,15

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

 

1.31.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

 

1.31.1.1

voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.31.1.2

voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten:

 

a.

voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

b.

voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.31.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of onbepaalde tijd

€ 226,50

1.31.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd:

 

a.

voor de eerste kansspeelautomaat

€ 226,50

b.

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.31.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 82,30

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

 

1.32.1

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

€ 378,25

1.32.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste en vijfde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 2.11 van de APV

€ 106,80

1.32.3

Het in 1.32.1 genoemde bedrag wordt met een variabele leges per strekkende meter kabel- of leidingtracé verhoogd met

€ 1,15

1.32.4

Indien er sprake is van een kabel- of leidingtracé van 5.000 meter of meer, wordt het in 1.32.1 genoemde bedrag verhoogd met de voor het project op basis van een projectbegroting geraamde kosten.

 

1.32.5

Indien een begroting als bedoeld in 1.32.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 82,30

b.

om een jaarlijkse ontheffing voor een blauwe zone (bord E10) als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens

€ 50,00

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 82,30

d.

tot de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats met paal en borden, ook bij een verhuizing binnen de gemeente (een en ander als bijdrage in de kosten)

€ 236,35

e.

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

 

1.

zonder keuring door een arts of adviseur

€ 82,25

2.

inclusief keuring door een arts of adviseur

€ 163,70

f.

voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer

€ 82,30

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.34.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,50

1.34.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

a.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,40

b.

per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,50

1.34.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,50

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

 

1.35.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 82,30

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Artikel

Omschrijving

tarief

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

Definities

 

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

  • -

    Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

  • -

    Vooroverleg: verzoek waarbij het gaat om de vraag of een initiatief (een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving), realiseerbaar is. Het gaat hier niet om informatieverzoeken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan een schetsplan, een principeverzoek, conceptaanvraag en een concept-verzoek.

  • -

    Omgevingstafel: uitgebreid overleg over een initiatief (een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving), waarbij brede afstemming, indien van toepassing ook met externe partijen, nodig is.

 

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; een en ander als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien de opgave van bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het taxatieboekje [Her]bouwkosten bedrijfspanden 2024 van Cobouw Bouwkosten.

  • -

    onder c bedoelde prijs: de prijs exclusief omzetbelasting.

 

2.1.5

Bouwkosten grondgebonden zonnepark: In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.4 hiervoor wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations).

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Omgevingsoverleg/Vooroverleg/Omgevingstafel;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

 

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

2.4.1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg over het verkrijgen van een indicatie of een initiatief (een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving) voor de bouwactiviteit (ruimtelijke deel) in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is, bedraagt het tarief

25%

2.4.1.1

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor dat initiatief (activiteit of activiteiten) zouden worden vastgesteld,

 

2.4.1.2

De op grond van het eerste lid verschuldigde leges bedragen minimaal

€ 121,35

2.4.2

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een Omgevingstafel over een initiatief (een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving), bedraagt het tarief per tafel:

€ 750

Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

2.5.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 36.000:

0,88%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 121,35

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 36.000 tot € 510.000:

0,98%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 510.000 tot € 1.100.000:

1,09%

 

van de bouwkosten;

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.100.000 tot € 10.700.000:

0,81%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 10.700.000:

0,70%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 75.000,-

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

2.6.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 36.000:

2,00%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 121,35

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 36.000 tot € 510.000:

2,24%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 510.000 tot € 1.100.000:

2,48%

 

van de bouwkosten;

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.100.000 tot € 10.700.000:

1,84%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 10.700.000:

1,60%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 125.000,-

2.6.2

Als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingsweten hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,65

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1291,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1291,50

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 107,85

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 286,80

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 286,80

Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

2.8.1.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Heerenveen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

2.8.1.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 410,75

2.8.1.1.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 410,75

2.8.1.2

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

2.8.1.2.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 410,75

2.8.1.2.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 410,75

2.8.1.3

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

2.8.1.3.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 410,75

2.8.1.3.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 410,75

2.8.2

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

P.M

2.8.3

Artikel 2.8.1, aanhef en onder 2.8.1.1, en artikel 2.8.2, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Heerenveen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

2.8.3.1

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

2.8.3.2

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 410,75

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 410,75

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Heerenveen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 410,75

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 410,75

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 410,75

2.10.2

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

2.11.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 410,75

Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.925,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

 

a.

per milieubelastende activiteit:

€ 3.925,00

 

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3925,00

c.

Indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 14.715,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925,00

c.

Indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 14.715,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

2.17.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten,

 
 

per milieubelastende activiteit:

 

a.

Bij oprichting:

 

1.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900,00

2.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925,00

b.

Bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

 

2.20.1

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.20.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 6 Gereserveerd

Artikel 2.21 Gereserveerd

Artikel 2.22 Gereserveerd

Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 t/m artikel 2.27 Gereserveerd

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€107,85

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€107,85

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€107,85

Paragraaf 8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 82,30

Artikel 2.31 Gereserveerd

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 82,30

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 82,30

Artikel 2.33 Gereserveerd

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

2.34.1

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

107,85

2.34.2

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

2.34.2.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

107,85

2.34.2.2

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

107,85

2.34.2.3

betreft een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

107,85

Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

2.35.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€107,85

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€107,85

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

 

2.36.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€2615,00

2.36.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€2615,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€107,85

Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

 

2.38.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€94,50

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€94,50

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur

€94,50

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€94,50

2.38.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€107,85

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning (betreft ondergeschikte wijziging, waarbij geen inhoudelijke toets nodig is).

€107,85

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€107,85

Artikel 2.42 Gereserveerd

Artikel 2.43 Gereserveerd

 

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€2.258,90

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€107,85

Paragraaf 12 Modaliteiten

Artikel 2.47 t/m artikel 2.49 Gereserveerd

Artikel 2.50 Advies

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

2.50.1

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 756,00

2.50.2

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie (hûs&hiem en/of Team Omgevingskwaliteit Heerenveen) als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten, bij inwinnen advies indien de bouwkosten:

 

2.50.2.1

lager dan of gelijk zijn aan € 5.000

€ 58,00

2.50.2.2

meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000 en vermeerderd met 3,02 ‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000

€ 58,00

2.50.2.3

meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000 en vermeerderd met 2,77 ‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000

€ 118,00

2.50.2.4

meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000 en vermeerderd met 2,67 ‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 100.000

€ 326,00

2.50.2.5

meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000 en vermeerderd met 1,44 ‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 250.000

€ 727,00

2.50.2.6

meer bedragen dan € 750.000 en vermeerderd met 0,96 ‰ van de bouwkosten die meer bedragen dan € 750.000

€ 1.447,00

2.50.2.7

met een maximum van

€2.880,00

2.50.2.8

Bij de berekening van de verschuldigde leges conform artikel 2.50.2.1 tot en met artikel 2.50.2.7 wordt het eindbedrag naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

2.50.3

Voor welstandsadviezen voor vooroverlegplannen, niet zijnde monumentenplannen, verstrekt aan de deelnemende gemeente, betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, worden de tarieven gerekend die afhankelijk zijn van de bestede tijd in de lokale commissie:

 

2.50.3.1

tot 15 minuten:

€ 89,00

2.50.3.2

van 15 tot 30 minuten:

€ 122,00

2.50.3.3

van 30 tot 45 minuten:

€ 155,00

2.50.3.4

van 45 tot 60 minuten:

€ 190,00

2.50.4

Bij behandeling van een vooroverlegplan in de bureaucommissie:

€ 155,00

2.50.5

Bij behandeling van een vooroverlegplan in de centrale commissie:

€ 190,00

2.50.6

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor:

€ 58,00

2.50.7

Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds leges in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw berekend conform artikel 2.50.2 t/m artikel 2.50.2.7 en wordt het verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend.

 

2.50.8

Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast dan wel een andere ontwerper voor het plan is ingeschakeld wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform artikel 2.50.2 t/m artikel 2.50.2.7, zonder dat verrekening plaats vindt met de in rekening gebrachte leges voor het vorige plan.

 

2.50.9

Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.

 

2.50.10

Voor het uitoefenen van adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein van Erfgoed, de monumenten en van de ontwikkeling van gemeentelijk beleid, kan hûs&hiem op verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken, waarvoor een uurtarief van € 132,00 per adviseur wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams.

 

2.50.11

In afwijking van de tarieven genoemd in artikel 2.50.2 t/m artikel 2.50.2.7 bedraagt het tarief als ambtelijk wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de Welstandsnota per bouwaanvraag

€ 47,25

2.50.12

Voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de artikelen 2.50.1 t/m 2.50.11: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit de begroting die door het college van burgemeester en wethouders is op gesteld.

 

2.50.12.1

Als een begroting als bedoeld in 2.50.12 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

 

2.51.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

2.51.1.1

Indien het de provincie betreft:

€ 1.891,00

2.51.1.2

Indien het een ander bestuursorgaan betreft: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.51.2

Het bedrag bedoeld in artikel 2.51.1.2, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

 

2.52.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

25%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.52.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

c.

Binnen 18 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

2.52.3

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€121,35

 

 

Artikel 2.53 Gereserveerd

Paragraaf 14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig (vergunningsvrij)

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van die aanvraag:

€121,35

 

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, worden de voor het in behandeling nemen van die aanvraag verschuldigde leges verminderd tot het minimumrecht van

€121,35

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip na 4 weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges:

60%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip na 8 weken na de indiening van de aanvraag:

60%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

  • 1.

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
  • 1.

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

10%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 121,35 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 162,15

b.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:30, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 82,30

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 347,90

b.

het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichting- en/of zedelijkheidseisen

€ 82,30

c.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 82,30

d.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 82,30

e.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 82,30

f.

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 82,30

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning Seksbedrijf

 

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 856,90

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtings- en zedelijkheidseisen:

€ 429,00

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening.

€ 82,30

Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markten

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

 

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

€ 38,30

3.6.2

Indien voor het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement een of meerdere overleggen moet worden gevoerd met externe partijen, zoals politie, brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van het bepaalde onder het eerste lid een tarief verschuldigd van

€ 586,95

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

38,30

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.9 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor:

 

a.

één dag

€ 24,10

b.

één maand

€ 53,00

c.

één jaar

€ 434,05

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

 

3.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 82,30

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

 

 

3.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 82,30

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

 

3.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 82,30

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

 

3.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 82,30

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

 

 

3.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 82,30

Paragraaf 3.7 Kinderopvang

Artikel 3.16 Aanvraag exploitatie

 

Het tarief bedraagt:

 

3.16.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in exploitatie nemen van een kindercentrum, peuterspeelzaal, voorziening gastouderopvang of een gastouderbureau, als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang (Wko)

€ 38,30

3.16.2

indien de aanvraag uit het eerste lid niet ontvankelijk wordt verklaard

€ 38,30

Artikel 3.17 Verhoging toetsing GGD of GGD Advies

 

Het tarief van artikel 3.16.1 wordt verhoogd in verband met de inspectie voor registratie in het landelijk register op grond van artikel 1.45 lid 3 Wko. De verhoging bedraagt:

 

a.

voor de volledige inspectie GGD van een kindercentrum (kinderdagverblijf, peuteropvang en/of buitenschoolse opvang) en gastouderbureau:

€ 1.370,10

b.

voor de volledige inspectie GGD van een voorziening gastouderopvang:

€ 489,30

c.

voor de verkorte inspectie GGD van een kindercentrum (kinderdagverblijf, peuteropvang en/of buitenschoolse opvang) als bedoeld in artikel 1.45 Wko:

€ 402,70

d.

voor de verkorte inspectie GGD van een voorziening gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 Wko

€ 195,75

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

3.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 82,30