Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten in de gemeente Heerde 2024

Geldend van 21-12-2023 t/m 31-12-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten in de gemeente Heerde 2024

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten in de gemeente Heerde 2024.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats(en) gelegen te Heerde aan de Meester Nijhoffstraat, Kamperweg en Elburgerweg en te Wapenveld aan de Kwartelweg;

  • -

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • °

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • °

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • °

      het doen verstrooien van as;

    • °

      het plaatsen van grafbedekking.

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • -

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • °

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • °

      het doen verstrooien van as;

  • -

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    particuliere urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • -

    algemene urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot:

    • °

      het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

    • °

      asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • °

      urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • -

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Dit is van toepassing voor rechten per jaar die voor het inwerking treden van deze verordening zijn aangegaan.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. Hoofdstuk 4.2. is van toepassing voor rechten die voor het in werking treden van deze verordening zijn aangegaan.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling in enig kalenderjaar

  • a. Ten aanzien van de tarieven als genoemd in de onderdelen 4.2.1 en 4.2.2. alsmede de onderdelen 4.3.1. en 4.3.2. voor zover sprake is van vijf jaartermijnen van 20% van de tarieventabel.

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan:

      • -

        lager is dan of gelijk is aan € 50,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen;

      • -

        hoger is dan € 50,00 echter lager is dan of gelijk is aan € 100,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen;

      • -

        hoger is dan € 100,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • 3.

      In afwijking van het tweede lid bestaat geen mogelijkheid tot automatische incasso voor niet-natuurlijke personen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde bedragen hoger is dan € 3.500,00. In dat geval gelden de betalingstermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

    • 4.

      Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

    • 5.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  • b. De overige in de tarieventabel genoemde tarieven moeten worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ”Verordening begrafenisrechten gemeente Heerde 2023”, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening begrafenisrechten gemeente Heerde 2024”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2023.

griffier,

voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de “Verordening begrafenisrechten gemeente Heerde 2024”.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitende recht op een graf voor veertig jaar wordt geheven

1.430,75

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor veertig jaar van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

715,25

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf of urnennis voor veertig jaar wordt geheven

357,50

1.4

Voor het telkens verlengen van het recht genoemd in 1.1, 1.2 en 1.3 met twintig jaar bedraagt het tarief 50% van de genoemde bedragen

 
 

1.5

in afwijking van het genoemde in 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 wordt ingeval van een bijzetting waarbij het bestaande grafrecht niet voorziet in de wettelijke termijn van grafrust een bedrag naar rato van het aantal resterende jaren voor de wettelijke grafrust geheven, waarna alsnog gebruik gemaakt kan worden van het genoemde in 1.4.

 
 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, wordt geheven:

 
 

2.1.1

in een particulier graf

1.391,00

2.1.2

in een algemeen graf

1. 391,00

2.1.3

in een particulier graf (zaterdag)

1.584,75

2.1.4

in een algemeen graf (zaterdag)

1.584,75

2.4

Voor het begraven van lijk van een kind jonger dan één jaar, wordt geheven:

 
 

2.4.1

in een particulier graf

347,75

2.4.2

in een algemeen graf

347,75

2.4.3

in een particulier graf (zaterdag)

396,25

2.4.4

in een algemeen graf (zaterdag)

396,25

2.5

Voor het begraven van lijk van een kind van één jaar of ouder en jonger dan 12 jaar, wordt geheven:

 
 

2.5.1

in een particulier graf

695,25

2.5.2

in een algemeen graf

695,25

2.5.3

in een particulier graf (zaterdag)

792,00

2.5.4

in een algemeen graf (zaterdag)

792,00

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 
 

3.1.1

In een particulier (urnen)graf, in een algemeen graf of in een urnennis

372,75

3.1.2

In een particulier (urnen)graf, in een algemeen graf of in een urnennis (zaterdag)

420,75

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn van een kind jonger dan één jaar wordt geheven:

 
 

3.2.1

In een particulier (urnen)graf, in een algemeen taf of in een urnennis

93,00

3.2.2

in een particulier (urnen)graf, in een algemeen graf of in een urnennis (zaterdag)

105,25

3.3

Voor het bijzetten van een asbus of urn van een kind van één jaar en ouder en jonger dan 12 jaar wordt geheven:

 
 

3.3.1

In een particulier urnengraf, in een algemeen graf of in een urnennis

186,00

3.3.2

in een particulier (urnen)graf, in een algemeen graf of in een urnennis (zaterdag)

210,00

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2020, vastgesteld bij raadsbesluit 5 oktober 2020, wordt geheven:

 
 

4.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

377,50

4.1.2

voor het plaatsen van gedenktekens, gedenkplaten en kruisen, per gedenkteken, gedenkplaat of kruis

59,25

4.1.3

voor het verwijderen van gedenkplaten in verband met bijzetting in een particulier urnengraf

46,50

4.1.4

voor het verwijderen en weer aanbrengen van gedenktekens alsmede voorwerpen voor het bijzetten van asbussen

46,50

4.2

voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte en voorwerpen als bedoeld in artikel 22 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 oktober 2020, wordt geheven per grafruimte per jaar

 
 

4.2.1

voor een particulier graf

125,25

4.2.2

voor een particulier urnengraf, voor een particuliere urnennis en voor een particulier graf van een kind jonger dan 12 jaar

62,75

4.3.

Voor het door of vanwege de gemeente te plegen onderhoud als bedoeld in artikel 22 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 oktober 2020, voor een periode van veertig jaar

 
 

4.3.1

voor een particulier graf, eenmalig:

5.509,50

 

of 5 jaartermijnen van 20% van dit tarief.

 
 

4.3.2

voor een particulier urnengraf, voor een particuliere urnennis en voor een particulier graf van een kind jonger dan 12 jaar, eenmalig:

2.754,50

 

of 5 jaartermijnen van 20% van dit tarief.

 
 

4.3.3

voor een algemeen graf voor zover er sprake is van een andere initiatiefnemer dan de gemeente

1.404,50

4.4

Voor het telkens verlengen van de termijn genoemd in 4.3 met twintig jaar bedraagt het tarief 50% van het in het betreffende kalenderjaar geldende tarief.

 
 

4.5

In afwijking van het genoemde in 4.3.en 4.4 wordt ingeval van een bijzetting, waarbij de afkoop van onderhoud niet voorziet in de wettelijke termijn van grafrust, een bedrag naar rato van het aantal resterende jaren voor de wettelijke grafrust geheven, waarna alsnog gebruik gemaakt kan worden van het genoemde in 4.4.

 
 

4.6

Een rechthebbende, die door middel van schriftelijke bewijstukken, kan aantonen wie de erfgenamen zijn van de gebruiker van een particulier (urnen)graf waarvoor het tarief van onderhoud is verschuldigd en kan aantonen, dat het vermogen en het inkomen van de gebruiker van het graf en de erfgenamen per persoon niet meer bedragen dan respectievelijk het vrij te laten vermogen in geval van een bijstandsuitkering en/of een inkomen tot 120% van de bijstandsuitkering voor de leefsituatie van de betreffende persoon, kan verzoeken om betaling van het onderhoudstarief in 10 jaartermijnen van 10% van het in het betreffende kalenderjaar geldende tarief.

 
 

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing en vervoer stoffelijke overschotten

5.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer bedraagt het tarief: het tarief dat door de gemeentelijke lijkschouwer aan de gemeente in rekening wordt gebracht.

 
 

5.2

Voor het vervoer van een aangetroffen stoffelijk overschot naar het mortuarium door of in opdracht van de politie, bedraagt het tarief: het tarief dat door de meldkamer-VSO (Infinea) aan de gemeente in rekening wordt gebracht.

 
 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van particuliere graven en urnennissen

6.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

24,25

6.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere urnengraven en particuliere urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

24,25

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen, verstrooien

7.1

Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk wordt geheven

1.391,00

7.2

Voor het opgraven en weer opnieuw begraven (schudden) in hetzelfde graf waardoor ruimte ontstaat voor het begraven van één overledene meer dan waarvoor het graf oorspronkelijk was bedoeld wordt geheven

1. 391,00

7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

1. 391,00

7.4.

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

388,50

7.4.1

Bij het weer terugplaatsen van de asbus worden de in hoofdstuk 3 genoemde rechten geheven

 
 

7.4.2

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven

€ 

63,75

Behorende bij raadsbesluit van 11 december 2023.

De raad van de gemeente Heerde,

griffier,

voorzitter,