Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707954
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707954/2
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de Heffing en Invordering van leges Oss 2024
Geldend van 01-03-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de Heffing en Invordering van leges Oss 2024De raad van de gemeente Oss;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;
gelet op het advies van de adviescommissie van … 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit
vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
bewijzen van onvermogen en stukken nodig voor ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging en andere periodieke uitkeringen, beneden € 450,00 per jaar;
- d.
stukken en diensten, welke ambtshalve ter voldoening aan wettelijke of administratieve voorschriften moeten worden afgegeven of opgemaakt of verricht, tenzij daarvoor anders is bepaald;
- e.
stukken en inlichtingen, welke worden gevraagd door of vanwege het rijk, de provincie, de gemeenten, de waterschappen, veenschappen en veenpolders of enig ander openbaar lichaam, met uitzondering van de bedrijven der openbare lichamen, alsmede door vertegenwoordigers van vreemde mogendheden hier te lande;
- f.
stukken en diensten, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;
- g.
vergunningen voor het maken van muziek op openbare straten door muziekkorpsen;
- h.
stukken, diensten en inlichtingen, welke worden gevraagd door of ten behoeve van de gemeente Oss of haar diensten;
- i.
beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van gemeentelijke belastingen;
- j.
beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding, of toelage dan wel verhoging hiervan met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente Oss;
- k.
beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
- l.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- m.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- n.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen acht dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen acht dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
paragraaf 1.4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25 onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening Oss 2023’ van 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12. Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Oss 2024.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier,
drs. P.H.A. van den Akker
De voorzitter,
drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Oss 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
a. |
In het gemeentehuis Oss op maandag om 09.00 uur en 9.15 uur: |
€ 0,00; |
b. |
In het gemeentehuis van Oss voor een administratief huwelijk op maandag van 09.30 uur tot 12.00 uur en op dinsdag en woensdag van 09.00 uur tot 12.00 uur: |
€ 175,00. |
2. |
In het gemeentehuis Oss of het voormalige gemeentehuis van Ravenstein: |
|
a. |
op maandag t/m donderdag van 09.00 tot 17.00 uur: |
€ 370,00; |
b. |
op vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 500,00; |
c. |
op zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 700,00. |
3. |
In “De oude pastorie” te Macharen, Raadhuis Lithoijen of andere aangewezen vaste locatie: |
|
a. |
op maandag tot en met donderdag van 9.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 470,00; |
b. |
op vrijdag van 09.00 tot 20.00 uur: |
€ 600,00; |
c. |
op zaterdag en zondag van 09.00 uur tot 20.00 uur: |
€ 800,00. |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
a. |
op maandag t/m donderdag van 09.00 tot 17.00 uur: |
€ 370,00; |
b. |
op vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 500,00; |
c. |
op zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur: |
€ 700,00. |
2. |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij geen gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen locatie: |
€ 18,00. |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 370,00. |
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 370,00. |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
||
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 160,00; |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 323,00. |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 20,00. |
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
||
|
100% |
|
van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is; |
||
|
50% |
|
van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is; |
||
|
||
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
a. |
trouw- of partnerschapboekje met kunststof omslag |
€ 30,00; |
b. |
trouw- of partnerschapboekje met lederen omslag |
€ 49,00; |
c. |
duplicaat trouw- of partnerschapboekje met kunststof omslag |
€ 30,00; |
d. |
duplicaat trouw- of partnerschapboekje met lederen omslag |
€ 49,00. |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|||
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|
||
Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, is gelijk aan het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05. |
|
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
|
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
|
b. |
bij een aanvraag in verband met (beschadiging of) vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met: |
€ 0. |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
||
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 12,60; |
b. |
tot selectie van personen aan de hand van een geautomatiseerde selectie in de basisregistratie personen, per selectie, voor ieder uitgeselecteerd persoon, met een minimum van totaal € 50,00: |
€ 0,27. |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 12,60. |
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50. |
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 12,60. |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken [gereserveerd]
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken [gereserveerd] |
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken [gereserveerd] |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
a. |
een kopie van een bouwkundige tekening of van een tekening van technische installaties of een gedeelte daarvan, per kopie: |
€ 13,25. |
Het tarief bedraagt voor het doen van na- en opsporingen: |
|
|
a. |
van tekeningen als bedoeld onder lid 1 uit het gemeentelijke archief, per bestede tijdseenheid van 10 minuten of een gedeelte daarvan: |
€ 6,13; |
b. |
van het ter plaatse geldende omgevingsplan, gevolgd door het geven van inlichtingen voor het opstellen van taxatierapporten voor onroerende zaken door derden, per bestede tijdseenheid van 10 minuten of een gedeelte daarvan: |
€ 6,13; |
c. |
van de bodemsituatie, gevolgd door het geven van inlichtingen voor het opstellen van taxatierapporten voor onroerende zaken door derden, per bestede tijdseenheid van 10 minuten of een gedeelte daarvan: |
€ 6,13. |
d. |
Het op grond van lid 2, onderdeel a tot en met c verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
||
Om inzicht te verkrijgen in de beperkingen welke rusten op een perceel kan er inzage verkregen worden in Register en Registratie, hiervoor gelden de volgende tarieven: |
|
|
a. |
inzage in het (digitaal) Register |
€ 0,00; |
b. |
gewaarmerkt uittreksel uit Register, per uittreksel |
€ 10,20; |
c. |
gewaarmerkt uittreksel uit Registratie, per uittreksel |
€ 10,20; |
d. |
(On)belastverklaring, per verklaring |
€ 10,20; |
e. |
Afschrift toelichting gemeentelijke beperkingen, per afschrift |
€ 15,30. |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden [gereserveerd] |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gemeentegarantie [gereserveerd] |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag, is gelijk aan het maximale tarief zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd door Justis; |
|
b. |
tot het legaliseren van een handtekening bedraagt: |
€ 12,60; |
c. |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 1, eerste lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden; |
|
d. |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap bedraagt: |
€ 12,60. |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief [gereserveerd] |
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief [gereserveerd] |
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden [gereserveerd] |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 [gereserveerd] |
|||
Artikel 1.30 Leegstandwet [gereserveerd] |
|||
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50; |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50; |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00; |
||
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 27,46. |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
van een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomaten Oss 2011: |
€ 438,00; |
|
b. |
voor het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomaten Oss 2011: |
€ 112,80; |
|
c. |
van een exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
€ 438,00; |
|
d. |
voor het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
€ 112,80. |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een melding in verband met het verkrijgen van toestemming, per aaneengesloten (graaf/ blaas/ boor/ pers)werkzaamheden (of combinatie daarvan) van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden voor een tracé < 25 meter, inzake kabels en of leidingen: |
€ 94,00; |
|
b. |
een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming of vergunning over tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet en artikel 5, eerste lid van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI): |
€ 470,00; |
|
c. |
Het tarief genoemd in onderdeel a wordt bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, verhoogd met een toeslag: |
||
tot 1.000m1, per strekkende meter: |
€ 1,45; |
||
van 1.000 m1 tot 2.500 m1, per strekkende meter: |
€ 1,30; |
||
d. |
In afwijking van het gestelde in lid 1, onderdeel b en c, worden bij projecten bij aaneengesloten graafwerkzaamheden vanaf 2.500 m1 kosten van: |
€ 2,10; |
|
per strekkende meter in rekening gebracht voor de afstand van 0 tot en met 2499 m1 geldt het tarief genoemd in lid 1, onderdeel c. |
|||
2. |
Als er door onvoorziene omstandigheden c.q. calamiteiten of overschrijding van geplande tijdsduur van het project meer uren nodig zijn, dan worden deze uren op basis van nacalculatie in rekening gebracht. Voor de extra uren, die vooraf kenbaar zijn gemaakt door de aanvrager, geldt een intern tarief van € 94,00 per uur. Als de werkzaamheden buiten de aangegeven periode vallen wordt een marktconform tarief voor externe inhuur in rekening gebracht. |
|
|
3. |
Voor graafwerkzaamheden vanaf 10.000 m1, kan op verzoek van de aanvrager een offerte met de begroting van de kosten worden opgesteld. Deze offerte wordt, inclusief onderbouwing, voorafgaand aan de aanvraagbehandeling, schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. |
||
4. |
Indien een begroting als bedoeld in het vorige lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|||
|
|
||
a. |
een ontheffing op grond van artikel 123, 1e en 2e lid onder c van de Wegenverkeersreglement: |
€ 104,15; |
|
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 12,25; |
|
c. |
een verzoek van de houder aanbrengen van één of meer wijzigingen op het ontheffingsbewijs, mits gelijktijdig: |
€ 4,10; |
|
d. |
een verstrekking van een duplicaat van het ontheffingsbewijs: |
€ 4,10; |
|
e. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 25,50; |
|
f. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 100,00; |
|
g. |
een verstrekking van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart: |
€ 25,00; |
|
h. |
een verzoek van de houder aanbrengen van één of meer wijzigingen op de gehandicaptenparkeerkaart, mits gelijktijdig: |
€ 25,00. |
|
|
€ 50,00. |
||
|
€ 203,20. |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels [gereserveerd] |
||
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||
1 |
Het is niet toegestaan te strooien binnen of buiten de gemeentelijke trouwlocaties met welke soort materialen dan ook voor, bij of na het huwelijk. Voor het opruimen en verwijderen van deze materialen wordt een tarief geheven van: |
€ 50,00. |
2 |
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor ontheffing van geluidhinder als bedoeld in artikel 4:6A en B van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019, bedragen: |
€ 21,45. |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet. |
||
4. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bouwkosten: a. de kosten die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst” zoals opgenomen in bijlage I bij deze tarieventabel; b. uitsluitend voor zover het in de aanvraag begrepen type bouwwerk naar zijn aard redelijkerwijs niet kan worden geacht te zijn opgenomen in de ‘ROEB-lijst’ wordt onder bouwkosten mede het volgende verstaan. De aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfredzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen. |
||
5. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder kunstwerk: |
||
een object dat is gemaakt door een kunstenaar (met uitzondering van civiele werken zoals bruggen, geluidwallen e.d.). Een kunstenaar is iemand die zijn of haar creatieve talenten gebruikt om kunst te produceren. |
|||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
conceptverzoek; |
||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Conceptverzoek |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een conceptverzoek (of principeverzoek) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en passen binnen het omgevingsplan, is het tarief verdisconteerd in de leges die voor de omgevingsvergunning in rekening gebracht worden. |
|
2. |
In afwijking van het bepaalde in lid 2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een conceptverzoek (of principeverzoek) over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en in strijd zijn met omgevingsplan, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een quickscan op wenselijkheid/ kansrijkheid van het initiatief (intaketafel): |
€ 0,00; |
b. |
voor een beoordeling van de haalbaarheid van het initiatief (standaard principeverzoek: nagenoeg uitsluitend beoordeling van de ruimtelijke aspecten): |
€ 1.000,00; |
c. |
voor een beoordeling van de haalbaarheid van het initiatief (complex principeverzoek: beoordeling meerdere aspecten nodig zoals ruimtelijke inpassing, kostenverhaal, milieuplanologische aspecten of andere aspecten van uitvoerbaarheid ): |
€ 2.500,00. |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen: |
1,18% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 54,00; |
b. |
indien de bouwkosten € 25.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: |
1,07% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 294,39; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen: |
1,00% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 536,59; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: |
0,94% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 2.000,12; |
|
e. |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 2.500.000,00 bedragen: |
0,80% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 4.678,04; |
|
f. |
indien de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen: |
0,60% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 19.980,00. |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen: |
2,75% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 111,54; |
|
b. |
indien de bouwkosten € 25.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: |
2,50% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 686,90; |
|
c. |
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen: |
2,33% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 1.252,05; |
|
d. |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: |
2,18% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 4.666,94; |
|
e. |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 2.500.000,00 bedragen: |
1,86% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 10.915,44; |
|
f. |
indien de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen: |
1,40% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 46.620,00; |
|
Artikel 2.6a Plaatsen van een kunstwerk |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor het plaatsen van een kunstwerk: |
||
a. |
als de bouwkosten minder of gelijk aan € 10.000,00 bedragen: |
€ 54,00; |
b. |
als de bouwkosten meer dan € 10.000,00 bedragen: |
€ 347,00. |
Artikel 2.6b Plaatsen van een tijdelijke woon-unit |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor het plaatsen van een tijdelijke woon-unit bedraagt: onderdeel 1.6 van de ROEB-lijst vervalt |
€ 500,00. |
|
Artikel 2.7a Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 223,08. |
|
Artikel 2.7b Rioolaansluiting |
||
De leges bedragen voor de afgifte van een vergunning tot aanleg van een rioolaansluiting: |
€ 122,00. |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen: |
€ 0,00; |
b. |
voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00. |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit [gereserveerd] |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 223,08. |
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed [gereserveerd] |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten [gereserveerd]
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 223,08. |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 446,16. |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd] |
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde [gereserveerd] |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg [gereserveerd] |
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 278,85. |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 114,35. |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 196,60. |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie [gereserveerd] |
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, in samenhang met een provinciale verordening of artikel 4:10 E van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 een vergunning of ontheffing is vereist, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00. |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, in samenhang met een provinciale verordening of artikel 4:10 C van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 een vergunning of ontheffing is vereist, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 211,35. |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame [gereserveerd] |
||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente. Het tarief bedraagt: |
€ 105,68. |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen [gereserveerd] |
||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk: |
€ 158,51. |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
per maatwerkvoorschrift: |
€ 300,00; |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 300,00. |
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten [gereserveerd] |
||
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 300,00. |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 300,00; |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 300,00; |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.975,00; |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 300,00. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 54,00. |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 54,00. |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning [gereserveerd] |
||
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens [gereserveerd] |
||
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. |
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 54,00. |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.46a Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (binnen- en buitenplans) |
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: |
||
a. |
Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 200,00. |
|
b. |
Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: de kosten die voor de te voeren procedure zoals voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk is medegedeeld en blijkt uit een begroting die vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
c. |
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals bedoeld in bijlage II): |
€ 300,00. |
|
d. |
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan buitenplanse omgevingsplanactiviteit): de kosten die voor de te voeren procedure zoals voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk is medegedeeld en blijkt uit een begroting die vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
3. |
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. |
||
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,00%. |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
3. |
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten. |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 69,00; |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 69,00; |
|
c. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 69,00; |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld; |
||
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening organisatie en werkwijze Adviesteam Omgevingskwaliteit, Adviesteam Architectuur en Erfgoedcommissie Oss 2020. Het tarief bedraagt: |
€ 0,00; |
|
c. |
voor een advies van de agrarische commissie, bedraagt het tarief: als een bedrijfsbezoek nodig is, wordt het tarief verhoogd met: |
€ 1.040,60; € 114,95. |
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na conceptverzoek [gereserveerd] |
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag [gereserveerd] |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig [gereserveerd] |
||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten [gereserveerd] |
||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen. De teruggaaf bedraagt: |
60% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen. De teruggaaf bedraagt: |
60% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
10,00% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
60,00% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf [gereserveerd] |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
€ 438,00; |
b. |
een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
€ 112,80; |
c. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
€ 112,80; |
d. |
een aanvraag om een nachtvergunning (een exploitatievergunning voor horecaondernemers in het centrum van Oss met een uiterste sluitingstijd van 04.00 uur met bijzondere voorschriften): |
€ 438,00; |
e. |
een aanvraag tot het wijzigen van een nachtvergunning als bedoeld in onderdeel d: |
€ 112,80. |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 411,63; |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 74,75; |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 112,80; |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 112,80; |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 74,75; |
f. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een meerjarige ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 149,50. |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019: |
|||
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 828,45; |
|
b. |
voor een seksinrichting: |
€ 1.098,00. |
|
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning: |
|
||
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 207,00; |
|
b. |
voor een seksinrichting: |
€ 275,00. |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet [gereserveerd]
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden [gereserveerd] |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6a Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
|
a. |
een A-evenement (regulier evenement): |
€ 0,00; |
hieronder wordt verstaan de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door een of meer OOV-diensten niet noodzakelijk worden geacht; |
||
b. |
een B-evenement (aandacht evenement): |
€ 500,00; |
hieronder wordt verstaan de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door een of meer OOV-diensten voorstelbaar worden geacht; |
||
c. |
een C-evenement (risicovol evenement): |
€ 1.500,00; |
hieronder wordt verstaan de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door een of meer OOV-gemeente aan de hand van een risicoscan ingedeeld als een A-, B- of C-evenement. |
||
Artikel 3.6b Organiseren betaald voetbalwedstrijd |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:79 (voetbalvergunning) van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 1.500,00. |
|
Artikel 3.7 Organiseren markt [gereserveerd] |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt [gereserveerd] |
|
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt [gereserveerd] |
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Oss 2019 voor een reguliere standplaats als bedoeld in het Standplaatsenbeleid Oss uit 2010: |
€ 212,40. |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 113,00. |
Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte [gereserveerd] |
|
Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 113,00. |
Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten [gereserveerd] |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de Huisvestingswet 2014: |
€ 113,00. |
Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur [gereserveerd] |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 113,00. |
Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte [gereserveerd] |
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 100,00. |
Behorende bij raadsbesluit van [datum]
De griffier van Oss,
Bijlage I - Bouwkosten ROEB 2024 (vastgesteld 5-9-2023)
Bijlage II - bij de legesverordening gemeente Oss
Definitie (kleine) buitenplanse omgevingsplanactiviteiten
Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is:
Alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten vallen onder artikel 2.46a onder 1d van de Tarieventabel bij de Legesverordening gemeente Oss (buitenplanse omgevingsplanactiviteit), tenzij de activiteit valt binnen de volgende categorieën. Dan is het een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.46a onder 1c van de Tarieventabel bij de Legesverordening gemeente Oss. Dit geldt echter niet als de activiteit aanzienlijke gevolgen heeft voor de fysieke leefomgeving. Dan is geen sprake van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit. |
1. Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
|
2. Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:
|
3. Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:
|
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ongeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw; |
5. een antenne-installatie, mist niet hoger dan 40 meter; |
6. een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit); |
7. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied; |
8. ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7 voor een termijn van ten hoogste 10 jaar; |
9. het college van B&W kan ander gebruik en/of een activiteit aanwijzen als kleine omgevingsplanactiviteit:
|
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl