Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707930
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707930/1
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 23-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Nederweert;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023.,
nummer BW-23-04676;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
“Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
-
1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.16, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 4.
artikel 1.19 (Wet op de kansspelen);
- 1.
- a.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de in artikel 2.1. lid 3 van de tarieventabel genoemde bijlage kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteiten.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De “Legesverordening 2023 en de daarbij behorende tarieventabel 2023” van 20 december 2022, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. De in onderdeel (2.1.2) van de bij deze verordening behorende tarieventabel, door burgemeester en wethouders vastgestelde genormeerde eenheidsprijs per type bouwwerk, zoals bedoeld in de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde, vigerende bouwkostenindicator. Deze bouwkostenindicator wordt bekendgemaakt op www.officielebekendmakingen.nl en een papieren versie ligt ter inzage bij de klantenbalie van het gemeentehuis.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2023.
De raad voornoemd,
De raadsgriffier,
T. Deckers
De voorzitter,
B.M.T.J. Op de Laak
Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Nederweert 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Tarieven burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking en partnerschapsregistratie |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap dan wel omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie: |
|
|
a. |
In het gemeentehuis waarbij gebruik wordt gemaakt van een door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte: |
|
|
1. binnen de normale kantooruren (met uitzondering van de gratis mogelijkheden vermeld onder artikel 1.1.d) |
€ 270,00 |
|
2. buiten normale kantooruren |
€ 420,00 |
b. |
Eynderhoof, Milderspaat 1 ,Nederweert-Eind Als bedoeld in artikel 63, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
|
|
1. maandag tot en met vrijdag |
€ 565,00 |
|
2. zaterdag |
€ 610,00 |
c. |
Op een zelf gekozen locatie binnen de gemeente Nederweert |
|
|
1. binnen de normale kantooruren |
€ 350,00 |
|
2. buiten de normale kantooruren |
€ 500,00 |
d. |
Eenvoudige/korte voltrekking van een huwelijk of partnerschapsregistratie. |
|
|
1. maandag 09.00 uur gemeentehuis |
€ 0,00 |
|
2. maandag 10.00 uur gemeentehuis |
€ 0,00 |
e. |
In afwijking van onder a t/m c genoemde tarieven, is het omzetten van een geregistreerd partnerschap zonder ceremonie aan de balie in het gemeentehuis gratis. |
€ 0,00 |
f. |
In een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek (oa ziekenhuis) |
€ 100,00 |
Artikel 1.2 Beschikking stellen van ambtenaren als getuigen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het ter beschikking stellen van ambtenaren als getuigen ten behoeve van een huwelijksvoltrekking / registratie partnerschap, per ambtenaar, per 15 min. |
€ 16,25 |
|
Artikel 1.3 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering |
€ 11,00 |
Artikel 1.4 Annuleren / wijzigen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 6 weken voorafgaand aan die gereserveerde datum. |
€ 65,00 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.5 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
a. |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
b. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in artikel 1.5a (zakenpaspoort): |
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 63,40 |
Artikel 1.6 Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
a. |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 40,90 |
Artikel 1.7 Toeslagen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen artikel 1.5 en artikel 1.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen |
€ 57,05 |
b. |
voor het bezorgen van een in de onderdelen artikel 1.5 en artikel 1.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen genoemde bedragen |
€ 4,95 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.8 Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 51,10 |
|
|
|
|
Artikel 1.9 Toeslagen |
|
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.8 wordt: |
|
|
a. bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 39,65 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Artikel 1.10 Definities |
|
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.11 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekken van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.12 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekken van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen |
|
Artikel 1.11 Verstrekkingen over in de basisregistratie opgenomen personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per mondelinge inlichting |
€ 6,80 |
b. |
tot het verstrekken van gegevens, per schriftelijke inlichting |
€ 12,80 |
c. |
enkelvoudig bewijs (uittreksel) van opneming in de BRP |
€ 8,00 |
d. |
een uittreksel van meerder personen wonende aan hetzelfde adres of deel uitmakende van één gezin |
€ 14,50 |
e. |
gegevens aan afnemers en bijzondere derden op papier |
€ 2,27 |
f. |
verstrekken van persoonslijst, 1e keer gratis, daarna |
€ 6,20 |
g. |
een bewijs van Nederlanderschap |
€ 8,00 |
Artikel 1.12 Verstrekkingen over niet in de basisregistratie opgenomen personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per mondelinge inlichting |
€ 6,80 |
b. |
tot het verstrekken van gegevens, per schriftelijke inlichting |
€ 12,80 |
Artikel 1.13 Op verzoek doornemen basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 16,25 |
|
Het op grond van Artikel 1.13 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.14 Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een afschrift van de programmabegroting, productenraming, gemeenterekening met toelichting, de kadernota of een afschrift van stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina: |
|
|
a. |
Zwart-wit, enkelzijdig A4-formaat |
€ 0,05 |
b. |
Zwart-wit, dubbelzijdig A4-formaat |
€ 0,10 |
c. |
Kleur, enkelzijdig A4-formaat |
€ 0,20 |
d. |
Kleur, dubbelzijdig A4-formaat |
€ 0,40 |
e. |
Zwart-wit, enkelzijdig A3-formaat |
€ 0,10 |
f. |
Zwart-wit, dubbelzijdig A3-formaat |
€ 0,20 |
g. |
Kleur, enkelzijdig A3-formaat |
€ 0,40 |
h. |
Kleur, dubbelzijdig A3-formaat |
€ 0,80 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.15 Vastgoedinformatie |
|
|
Voor het verstrekken van een afschrift van een aangevraagde of (in ontwerp) verleende omgevingsvergunning, van een gedane melding van een bodemonderzoeksrapport of een niet genoemd besluit of rapport op gebied van omgevingsrecht, inclusief de daarbij behorende tekeningen gelden de tarieven genoemd in paragraaf 1.5 (bestuursstukken) |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
|
a. het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (verder WKPB), dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 10,60 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. van en verzoek voor het verstrekken van informatie uit en over de niet gemeentelijke beperkingen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 16,25 |
. |
b. van een verzoek om andere informatie dan uit de WKPB-registratie en WKPB beperkingenregister, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 16,25 |
|
c. van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier |
€ 16,25 |
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|
|
a. kadastrale kaart analoog |
€ 5,75 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.16 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag zijn rijksleges verschuldigd zoals genoemd in de Wet Justitiële Gegevens j.o. Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent gedrag voor natuurlijke personen |
|
b. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 8,00 |
c. |
voor het ter legalisatie opzenden van een stuk, onverminderd de daarop vallende kosten, welke voordat de dienst wordt verleend, aan de aanvrager worden mede gedeeld. |
€ 14,65 |
d. |
voor het waarmerken van een kopie |
€ 5,10 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.17 Afschriften gemeentearchief |
|
|
1. |
Voor naspeuringen van in het gemeentearchief berustende stukken worden geen kosten in rekening gebracht. |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van: |
|
|
a. indien het gevraagde stuk reeds digitaal aanwezig is in het gemeentearchief worden geen kosten in rekening gebracht. |
|
|
b. indien een afschrift of digitale kopie gemaakt dient te worden van een in het gemeentearchief berustend stuk, gelden de tarieven zoals opgenomen onder paragraaf 1.5 Bestuursstukken. |
|
|
c. indien een afschrift of digitale kopie gemaakt dient te worden van een in het gemeentearchief berustend analoge tekening groter dan A3-formaat |
€ 4,00 |
|
|
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.18 Leegstandwet |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 85,00 |
|
b. verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 85,00 |
Artikel 1.19 Wet op de kansspelen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
a. voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
b. voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
|
c. voor perioden korter dan 12 maanden worden de onder 1.a en 1.b genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagt. Bij intrekking van de vergunning vindt geen restitutie plaats |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 15,00 |
|
|
|
Artikel 1.20 Telecommunicatiewet |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 140,00 |
|
a. als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 0,30 |
|
b. als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 0,10 |
|
c. als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 130,00 |
|
d. als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
2. |
als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 36,00 |
b. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 45,00 |
c. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8. lid 3 van de APV |
€ 36,00 |
d. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet |
€ 36,00 |
e. |
tot het wijzigen van een ontheffing als bedoeld in de onderdelen a, c, en d |
€ 18,00 |
f. |
tot het aanstellen van een verkeersregelaar |
€ 0,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken, uittreksels, vergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1. |
(gewaarmerkte) afschriften, afdrukken of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
Zie par. 1.5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het raadplegen van stukken of voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vervaardigen van opgaven, niet elders in deze bijlage genoemd, in het bijzonder belang van de aanvrager, voor zover de gemeente daartoe niet is gehouden krachtens de haar opgedragen taak en voor zover daarvoor geen afwijkend tarief is voorgeschreven: |
|
|
2. |
indien de opgave door een ambtenaar wordt samengesteld of het raadplegen geschiedt door of met bijstand van een ambtenaar, per kwartier of gedeelte daarvan |
gratis |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3. |
tot het verkrijgen van een visvergunning |
€ 12,00 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
4. |
een verzoek tot het verlenen van een ontheffing voor het laden en/of lossen van vuurwerkartikelen op grond van hoofdstuk 7.5.11 van het ADR (CV 1) |
€ 42,00 |
Artikel 1.23 Naturalisatie en optie |
|
|
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van het Nederlanderschap geldt het tarief dat is opgenomen in artikel 13 Rijkswet op het Nederlanderschap en het besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd |
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|
||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan en met de regels van het omgevingsplan; |
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij afwijkingsbevoegdheid: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.10 van de Omgevingswet; |
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
- |
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit : een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan en/of de regels van het omgevingsplan, voor zover het een activiteit betreft zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening. |
|
4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de kosten (afgerond op duizendtallen) exclusief btw, berekend overeenkomstig de inhoud of oppervlakte van het bouwwerk, vermenigvuldigd met de genormeerde eenheidsprijs per type bouwwerk zoals bedoeld in de door burgemeester en wethouders vastgestelde vigerende bouwkostenindicator. Deze bouwkostenindicator wordt bekendgemaakt op www.officielebekendmakingen.nl. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
Omgevingsoverleg (het beoordelen van principeverzoeken en initiatieven op gebied van fysieke leefomgeving); |
|
|
b. |
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
Een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
Toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
Een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
Intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
Wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
Een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag (per locatie): |
|
|
1. |
tot het uitsluitend ambtelijk beoordelen of een initiatief past binnen het omgevingsplan of tot het uitsluitend ambtelijk beoordelen in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen activiteit in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is:
|
€ 185,00 |
2. |
tot het uitsluitend ambtelijk beoordelen in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen activiteit vergunbaar of realiseerbaar is in het kader van de Omgevingswet en niet vallend onder artikel 2.4.1: |
€ 765,00 |
3. |
om een bestuurlijke beoordeling van een principeverzoek om medewerking op grond van de Omgevingswet: |
€ 970,00 |
4. |
om een beoordeling van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning: |
25 % |
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld; |
|
5. |
voor het krijgen van een verklaring vergunningsvrij bouwen of indien uit de toetsing zoals in artikel 2.4.1 of 2.4.2 genoemd blijkt dat het initiatief vergunningsvrij is |
€ 154,00 |
6. |
de leges zoals vermeld bij artikel 2.4.1 en/of artikel 2.4.4 worden bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor dezelfde activiteit als waarop de beoordeling betrekking had, in mindering gebracht op de leges zoals vermeld in paragraaf 2.3, mits deze aanvraag binnen één jaar na afronding van het vooroverleg wordt ingediend. |
|
7. |
indien binnen 12 maanden na een positieve beoordeling als vermeld in artikel 2.4.2 en/of artikel 2.4.3 voor dezelfde activiteit als waarop de beoordeling betrekking had, een formele en complete aanvraag bij ons is ingediend, die niet afwijkt van het standpunt en waarbij er tussentijds geen wijzigingen in wetgeving en/of beleid hebben plaatsgevonden, wordt |
50 % |
|
van de leges vermeld in artikel 2.4.2 en/of artikel 2.4.3 in mindering gebracht op de leges voor de aanvraag. |
|
8. |
de legestarieven als vermeld in artikel 2.4.2 en artikel 2.4.3 zijn niet cumulatief toepasbaar |
|
9. |
Indien als onderdeel van de beoordelingen onder 2.4 een omgevingstafel wordt georganiseerd wordt het tarief verhoogd met (per omgevingstafel) |
€ 0,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
Indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen: |
0,42% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 50,00 |
b. |
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
€ 420,00 |
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 100.000 |
0,21% |
c. |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
€ 2.310,00 |
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 1.000.000 |
0,17% |
d. |
Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
€ 4.010,00 |
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 2.000.000 |
0,13 % |
e. |
Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen: |
€ 7.910,00 |
|
vermeerderd met een % van de bouwkosten hoger dan € 5.000.000, met een maximum van: |
0,13 % € 20.000,00 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
||
a. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
|
1. |
Indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen: |
2,36% |
|
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 300,00 |
|
|
2. |
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
€ 2.360,00 |
|
|
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 100.000 |
1,18% |
|
|
3. |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
€ 12.980,00 |
|
|
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 1.000.000 |
0,94% |
|
|
4. |
Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
€ 22.380,00 |
|
|
|
vermeerderd met % van de bouwkosten hoger dan € 2.000.000 |
0,76% |
|
|
5 |
Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen: |
€ 45.180,00 |
|
|
|
vermeerderd met een % van de bouwkosten hoger dan € 5.000.000, met een maximum van: |
0,76% € 150.000,00 |
|
|
Het bepaalde hierboven is niet van toepassing op activiteiten als bedoeld in artikel 22.27 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (Bruidsschat Omgevingsplan). |
|
|
|
b. |
Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 5.573,00 |
||
c. |
Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij afwijkingsbevoegdheid: |
€ 770,00 |
||
d. |
Voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 770,00 |
||
e. |
Voor een overige buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 5.573,00. |
Artikel 2.7 |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 250,00 |
|
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 250,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 250,00 |
|
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Nederweert 2024 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 250,00 |
|
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 250,00 |
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 250,00 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 250,00 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer omgevingsplanactiviteiten, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, en/of op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.100,00 |
2. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van een milieubelastende activiteit als hierboven bedoeld en die wijziging geen significante nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid of het milieu als bedoeld in artikel 10.24, lid 4 van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief: |
€ 750,00 |
Artikel 2.13 |
|
|
Artikel 2.14 |
|
|
Artikel 2.15 |
|
|
Artikel 2.16 |
|
|
Artikel 2.17 |
|
|
Artikel 2.18 |
|
|
Artikel 2.19 |
|
|
Artikel 2.20 |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 |
|
Artikel 2.22 |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 |
|
Artikel 2.24 |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid van een weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 350,00 |
Artikel 2.26 |
|
Artikel 2.27 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 275,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 |
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 75,00 |
|
Artikel 2.31 |
|
|
Artikel 2.32 |
|
|
Artikel 2.33 |
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 150,00 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 150,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 275,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 275,00 |
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief: |
€ 750,00 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 275,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 275,00 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 275,00 |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 150,00 |
Artikel 2.43 |
|
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
|
€ 6.625,00 |
|
€ 11.115,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 275,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50 % |
||
met een maximum van: |
€ 1.000,00 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.150,00 |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 0,00 |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 0,00 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport (niet zijnde enkel een vooronderzoek): |
€ 250,00 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 380,00 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 250,00 |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 250,00 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 250,00 |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 1.500,00 |
|
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 250,00 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.050,00 |
|
b. |
voor een advies van de regionale kwaliteitscommissie: |
€ 750,00 |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
Zie voor tarieven paragraaf 2.2. (Voorfase) |
|
Artikel 2.53 |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedragen de kosten : |
154,00 |
|
|
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
75%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak. Indien bij rechterlijke uitspraak is bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven bestaat geen aanspraak op teruggave. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor een horecabedrijf |
€ 384,00 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 384,00 |
b. |
een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet, anders dan een wijziging als bedoeld in artikel 3.2.d. |
€ 75,00 |
c. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 0,00 |
d. |
het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet wordt een verlaagd tarief in rekening gebracht Dit onder de volgende voorwaarden: - het alleen een wijziging betreft van de leidinggevende; - de aanvrager een verklaring overlegt dat aan de inrichting niets veranderd is sinds de vorige afgifte van de vergunning;: - de vorige vergunning niet ouder is dan 10 jaar |
€ 34,00 |
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.3 Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), dat ingevolge het Regionaal integraal beleid Veiligheid en Gezondheid bij evenementen wordt aangemerkt als een gemiddeld risicoklasse evenement (B) |
€ 0,00 |
b. |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), dat ingevolge het Regionaal integraal beleid Veiligheid en Gezondheid bij evenementen wordt aangemerkt als een hoog risicoklasse evenement (C) |
€ 0,00 |
c. |
het verlenen van een brandpreventief advies voor het organiseren van een gemiddeld risicoklasse evenement (B) of hoog risicoklasse evenement (C) |
€ 0,00 |
Artikel 3.4 Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een melding als bedoeld in artikel 5:23, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening (snuffelmarkt) |
€ 32,00 |
Paragraaf 3.3 Seksbedrijven
Artikel 3.5 Vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
a. |
voor een seksinrichting |
€1.920,00 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 960,00 |
Artikel 3.6 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in artikel 3.6.2: |
|
|
a. voor een seksinrichting |
€ 960,00 |
|
b. voor een escortbedrijf |
€ 480,00 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
a. voor een seksinrichting |
€ 100,00 |
|
b. voor een escortbedrijf |
€ 75,00 |
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Artikel 3.7 Vergunningen op markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning buiten de reguliere weekmarkt |
€ 125,75 |
|
|
|
Paragraaf 3.5 Winkeltijdenwet
Artikel 3.8 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 15,00 |
b. |
tot het wijzigen van een in artikel 3.8.a bedoelde ontheffing |
€ 15,00 |
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 25,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2023.
De raadsgriffier,
drs. T. (Thijs) Deckers
De voorzitter,
B.M.T.J. (Birgit) Op de Laak
Bijlage zoals bedoeld in artikel 2.1. onder 3 : Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteiten
Onder een ‘kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ worden verstaan, een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan en/of de regels van het omgevingsplan voor zover het betreft:
- 1.
een bijbehorend bouwwerk, als bedoeld in het besluit bouwwerken leefomgeving, of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
- a.
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, mits:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
- 6.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 7.
het gebruiken van bouwwerken en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, voor zover gelegen:
- -
biinnen de bebouwde kom, uitgezonderd (zelfstandige of onzelfstandige) woningen en niet-recreatieve logiesvoorzieningen;
- -
buiten de bebouwde kom, het enkel het gebruik ten behoeve van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld onder 1 betreft, uitgezonderd (zelfstandige of onzelfstandige woningen) en logiesvoorzieningen.
- -
- 8.
het gebruik van gronden al dan niet in combinatie met een bouwactiviteit, voor een termijn van ten hoogste vijf jaar.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl