Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 28-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Rozendaal, gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2022;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening :

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

  • d.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 4a Vermindering belastingbedrag kleinschalige lokale evenementen

  • 1. Indien is voldaan aan wat is bepaald in de volgende leden van dit artikel, worden de leges per belastbaar feit verminderd met het op grond van de tarieventabel verschuldigde bedrag voor: belastbare feiten als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 7 (evenementen ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening) van de tarieventabel, voor zover die betrekking hebben op het organiseren in één straat of buurt van kleinschalige, niet-commerciële activiteiten, die niet langer duren dan drie dagen;

  • 2. de vermindering, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend indien het activiteiten in de gemeente Rozendaal betreft die de Rozendaalse gemeenschap ten goede komen en waarbij de behartiging van een kerkelijk, levensbeschouwelijk, charitatief, cultureel, wetenschappelijk of sociaal maatschappelijk belang op de voorgrond staat en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

  • 3. Aanspraak op vermindering, als bedoeld in het eerste lid, bestaat alleen indien een verzoek daartoe wordt ingediend tegelijkertijd met de aanvraag van de vergunning of ontheffing waar het verzoek betrekking op heeft.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2023 van 13 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. De in artikel 2.1, vijfde lid van de tarieventabel genoemde bijlage 1 gemeentelijke normbouwkostenregeling wordt met instemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekendgemaakt op www.overheid.nl.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Rozendaal 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Rozendaal

d.d. 12 december 2023,

de griffier,

K.M. Schaap

de voorzitter,

drs. E.Weststeijn

Bijlage Tarieventabel 2024,

behorende bij de Legesverordening 2024

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

1.1.1.1

Maandag tot en met vrijdag conform de “Verordening tot regeling van de uren waarop het bureau van de burgerlijke stand voor het publiek geopend zal zijn en van de dagen en de uren waarop kosteloos huwelijken worden voltrokken”

€ 467,00

1.1.1.2

op woensdag om 14.00 of 15.00 uur, als aan de voorwaarden voor een bescheiden huwelijk wordt voldaan

€ 231,00

1.1.1.3

buiten de openingstijden zoals genoemd in artikel 1.1.1.1 en op zaterdag tot 17.00 uur

€ 709,00

1.1.1.4

op zaterdagavond na 17.00 uur

€ 935,00

1.1.1.5

op zondag en feestdagen

€ 935,00

1.1.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum

€ 56,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

1.1.2.1

Maandag tot en met vrijdag conform de “Verordening tot regeling van de uren waarop het bureau van de burgerlijke stand voor het publiek geopend zal zijn en van de dagen en de uren waarop kosteloos huwelijken worden voltrokken”

€ 467,00

1.1.2.2

buiten de openingstijden zoals genoemd in artikel 1.1.1.1 en op zaterdag tot 17.00 uur

€ 709,00

1.1.2.3

op zaterdagavond na 17.00 uur

€ 935,00

1.1.2.4

op zondag en feestdagen

€ 935,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 467,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 467,00

1.1.5

Voor het afvaardigen van een trouwambtenaar voor een huwelijksceremonie op een van de aangewezen trouwlocaties van de gemeente Rozendaal (voor bruidsparen die reeds een geregistreerd partnerschap of kosteloos huwelijk zijn aangegaan) zijn de onder art. 1.1.1.1 t/m 1.1.1.5 vermelde tarieven voor 50% van toepassing.

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.6.1

een trouwboekje of partnerschapboekje met standaard omslag

€ 42,00

1.1.6.2

een trouwboekje of partnerschapboekje met omslag “kasteel Rozendaal”

€ 48,00

1.1.6.3

Voor het laten bijschrijven van kinderen bedraagt het tarief per kind

€ 11,30

1.1.6.4

Voor het laten bijschrijven van getuigen bedraagt het tarief per getuige

€ 3,40

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige:

€ 43,00

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 30,00

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een Buitengewoon ambtenaar Burgerlijke Stand aan te wijzen voor één dag

€ 117,50

1.1.11

Het tarief bedraagt voor de aanvraag van een eenmalige trouwlocatie

€ 117,50

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort :

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,80

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,80

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,80

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart :

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,50

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,00

1.2.6

Van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,90

1.2.7

Voor de versnelde uitreiking van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 57,00

1.2.8

Voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.7 genoemde bedragen:

€ 0,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 48,00

1.3.2

Het tarief in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,00

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de Basisregistratie Personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 0,00

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 0,00

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie Personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 20,50

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit de Basisregistratie Personen :

 

1.4.6.1

ten name van één persoon

€ 0,00

1.4.6.2

ten name van meer dan twee personen

€ 0,00

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van zijn/haar persoonslijst

€ 20,50

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentelijke programmabegroting

€ 40,00

1.7.1.2

een afschrift van de gemeentelijke programmarekening

€ 40,00

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

 

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,60

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,60

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde, zwart-wit

€ 0,60

1.8.1.1.2

idem in kleur

€ 0,85

1.8.1.2.1

in formaat A3 zwart-wit

€ 1,15

1.8.1.2.2

idem in kleur

€ 1,75

1.8.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk: het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld.

 

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basis-registratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 28,25

1.8.2.2

de legger als bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 28,25

1.8.2.3

Een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 28,25

1.8.2.4

Het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 28,25

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld.

 

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld.

 

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoordinaat:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld.

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 43,05

1.9.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 15,65

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 0,00

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 20,80

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

 

1.10.2.1

afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pag.

€ 0,60

1.10.2.2

idem in kleur

€ 0,85

1.10.2.3

uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 0,60

1.10.2.4

Idem in kleur

€ 0,85

Hoofdstuk 11 Huisvesting

1.11.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 65,00

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 202,00

1.12.2

Tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet

 

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten betreffen in hetzelfde gebouw, zoals een flat, school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie: niet van toepassing

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van 12 maanden voor één speelautomaat

€ 56,00

1.16.1.2

Voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste spelautomaat

€ 56,00

 

iedere volgende automaat

€ 34,00

1.16.1.3

Voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 224,00

1.16.1.4

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 224,00

 

En voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1. en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning).

€ 59,00

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:38 van de algemene plaatselijke verordening

€ 224,00

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie: niet van toepassing

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 38,00

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 36,00

1.18.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

Dit tarief is exclusief de kosten van de keuring.

€ 41,50

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning voor incidentele lozing van afvalwater

€ 229,00

1.19.1.2

voor het aanleggen van een rioolaansluiting:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld.

 

1.19.1.3

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 11, 12, 13 of 31 van de Afvalstoffenverordening Rozendaal 2005

€ 39,00

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van :

 

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,15

1.19.2.2

fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,60

1.19.2.2.2

idem in kleur

€ 0,85

1.19.2.2.3

per pagina op papier van A3-formaat

€ 1,15

1.19.2.2.4

idem in kleur

€ 1,75

1.19.2.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 27,00

1.19.2.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 21,30

Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1 Definities

 
 

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplichtin het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 
 

2.1.5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden voor het vaststellen van bouwkosten voor nieuwbouw of uitbreiding van bouwwerken de basisbedragen getoetst aan de bedragen van ‘Bijlage 1 gemeentelijke normbouwkostenregeling’ van deze verordening. Indien blijkt dat de opgegeven bouwkosten lager zijn dan de uitkomst van de uitgevoerde controleberekeningen, wordt het bedrag van de bouwkosten ambtshalve vastgesteld op het resultaat van de controleberekeningen.

Voor het vaststellen van bouwkosten voor verbouwingen (exclusief eventuele uitbreidingen waarvoor Bijlage 1 van deze verordening van toepassing is) worden voor de controleberekening marktconforme richtprijzen gehanteerd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen (van het deel) van het bouwwerk dat door zelfwerkzaamheid wordt gebouwd, exclusief omzetbelasting.

 
 

2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

omgevingsoverleg;

 
 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 
 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 
 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 
 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 
 
 
 
 
 
 
 

2.3 Bepalen tarief

 

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

2.4 Omgevingsoverleg

 
 
 

2.4.1

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 202,00

 
 
 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

2,30%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 100,00

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000:

2,00%

 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 500,00

2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 274,00

 

1.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 95,00

 

2.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 367,00

 

3.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 95,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 274,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld

 

2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 367,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 367,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 367,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 100,00

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 100,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 100,00

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 100,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 100,00

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 100,00

2.8.2

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 100,00

2.8.3

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 100,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 100,00

2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 100,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 100,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 100,00

2.10.2

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 100,00

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld inhet omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één activiteit

€ 2.178,00

b.

voor twee activiteiten

€ 3.000,00

c.

voor drie of meer activiteiten

€ 1.200,00 per activiteit

2.13 Diverse activiteiten bedrijfstakken

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen dan wel bestaat uit een of meer activiteiten in de categorieën en sectoren als bedoeld in de afdelingen 3.2 en 3.4 t/m 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één activiteit

€ 2.178,00

b.

voor twee activiteiten

€ 3.000,00

c.

voor drie of meer activiteiten

€ 1.200,00 per activiteit

 
 

2.14 Vervallen

 

2.15 Vervallen

 

2.16 Vervallen

 

2.17 Vervallen

 

2.18 Vervallen

 

2.19 Vervallen

 

2.20 Vervallen

 

Paragraaf 2.6 Vervallen

2.21 Vervallen

 

2.22 Vervallen

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

2.23.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied,anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,00

2.23.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,00

2.23.3

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen],als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,00

2.23.4

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,00

2.23.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,00

2.23.6

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 350,00

2.24 Vervallen

 

2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 750,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 750,00

2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 90,00

 
 

2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

De werkelijke kosten voor de aanleg van de uitweg op het openbare weggedeelte op basis van een door aanvrager vooraf voor akkoord verklaarde raming van de kosten.

 

2.28 Vervallen

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

2.29 Vervallen

 

2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 0,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 0,00

2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 0,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 0,00

 
 

2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a. Één dag

€ 34,50

b. Langer dan één dag tot een week

€ 58,00

c. Langer dan een week tot één maand

€ 106,00

d. Langer dan een maand tot zes maanden

€ 213,00

e. Langer dan 6 maanden tot een jaar

€ 379,00

2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 202,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 202,00

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 202,00

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 202,00

2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 1.386,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.386,00

2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

2.36.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit:

€ 1.386,00

2.36.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.386,00

2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.386,00

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

2.38.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

€ 1.386,00

2.38.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 157,00

2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 157,00

2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 157,00

2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 90,00

2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

Het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld

 

2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 628,00

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%,

 

2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 
 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit: het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld

 
 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld

 
 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld

 
 

2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 
 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 367,00

 

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 367,00

 

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 367,00

 

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 367,00

 

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 367,00

 

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 367,00

 

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 367,00

 

2.50 Advies 

 
 

2.50.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 367,00

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 367,00

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie]in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 367,00

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.50.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

2.51 Instemming

 
 

2.51.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 
 

2.51.2

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 
 
 

Paragraaf 2.13 Vermindering

2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

2.52.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.52.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

2.52.3

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ [].

2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

10%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

12%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

14%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.]

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschriftop de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 en 4 van de Alcoholwet

€ 283,00

3.1.2

Indien de vergunning als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet uitsluitend de toevoeging van een bestuursreglement betreft, bedraagt het tarief

€ 70,00

3.1.3

een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning op grond van artikel 30 van de Alcoholwet

€ 70,00

3.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 35 van de Alcoholwet

€ 65,00

3.1.5

Indien de vergunning als bedoeld in artikel 30A, tweede lid van de Alcoholwet uitsluitend de toevoeging van een leidinggevende betreft, bedraagt het tarief

€ 136,00

Hoofdstuk 2 Ontheffingen/vergunningen ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.18 (standplaats), welke geldig is voor:

 

3.2.1.1

1 dag

€ 34,50

3.2.1.2

Langer dan een dag tot een week

€ 58,00

3.2.1.3

Langer dan een week tot een maand

€ 106,00

3.2.1.4

Langer dan een maand tot 6 maanden

€ 213,00

3.2.1.5

Langer dan 6 maanden tot een jaar

€ 379,00

 
 
 

3.2.2

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.15 (ventvergunning), welke geldig is voor :

 

3.2.2.1

1 dag

€ 34,50

3.2.2.2

Langer dan een dag tot een week

€ 58,00

3.2.2.3

Langer dan een week tot een maand

€ 106,00

3.2.2.4

Langer dan een maand tot 6 maanden

€ 213,00

3.2.2.5

Langer dan 6 maanden tot een jaar

€ 379,00

 
 
 

3.2.3

Tot het verkrijgen van vergunning als bedoeld in artikel 4.11 (kapvergunning)

€ 0,00

 
 
 
 
 
 

3.2.4

Tot het verkrijgen van vergunning als bedoeld in artikel 2.10a (voorwerpen openbare weg), welke geldig is voor :

 

3.2.4.1

1 dag

€ 0,00

3.2.4.2

Langer dan een dag tot een week

€ 0,00

3.2.4.3

Langer dan een week tot een maand

€ 0,00

3.2.4.4

Langer dan een maand tot 6 maanden

€ 0,00

3.2.4.5

Langer dan 6 maanden tot een jaar

€ 0,00

 
 
 

3.2.5

Om vergunning als bedoeld in artikel 2.12 (inritvergunning)

€ 0,00

 

verhoogd met de werkelijke kosten voor de aanleg van de inrit op het openbare weggedeelte op basis van een door aanvrager vooraf geaccordeerde raming van de kosten.

Prijs op aanvraag

 
 
 

3.2.6

Tot het verkrijgen van een reclamevergunning VERVALLEN

 
 
 
 

3.2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing van het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 0,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

Een vergunning voor een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 2.226,00

3.3.2

Het op grond van artikel 3.10 van de Algemene plaatselijke verordening wijzigen van een vergunning voor een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 1.113,00

3.3.3

Het op grond van artikel 3.11 van de Algemene plaatselijke verordening verlengen van een vergunning voor een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 2.226,00

Hoofdstuk 4 n.v.t.

Hoofdstuk 5 n.v.t.

Hoofdstuk 6 n.v.t.

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 72,00

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

Bijlage 1 gemeentelijke normbouwkostenregeling (tabel 2023 wordt gebruikt voor 2024)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling