Besluit van provinciale staten van Zeeland houdende de Verordening grondwateronttrekkingsheffing Provincie Zeeland 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van provinciale staten van Zeeland houdende de Verordening grondwateronttrekkingsheffing Provincie Zeeland 2024

Besluit van provinciale staten d.d. 15 december 2023, kenmerk 375707 houdende vaststelling van de Verordening grondwateronttrekkingsheffing Provincie Zeeland 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Grondwaterheffingsverordening provincie Zeeland 2010.

Provinciale Staten van Zeeland;

  • gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 31 oktober 2023. nummer 282185;

  • gelet op artikel 13.4b van de Omgevingswet;

besluiten

vast te stellen de navolgende Verordening grondwateronttrekkingsheffing Zeeland 2024:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    "de wet": de Omgevingswet;

    "retourbemaling": het in de bodem brengen van het door middel van een daarvoor bestemde voorziening onttrokken grondwater, ter compensatie/vermindering van de gevolgen van deze onttrekking;

  • 2.

    Voorzieningen bestemd voor het onttrekken van grondwater die een samenhangend geheel vormen, worden als één voorziening aangemerkt.

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam "grondwateronttrekkingsheffing" wordt een provinciale belasting geheven, als bedoeld in artikel 13.4b van de wet.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is :

  • a.

    de houder van een omgevingsvergunning voor een wateronttrekkingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de wet als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.3 of 5.4 van de wet, als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening,

  • b.

    degene die voor de onttrekking van grondwater de op grond van de wet voorgeschreven melding heeft gedaan,

  • c.

    in andere gevallen dan bedoeld onder a of b: degene voor wie de onttrekking van grondwater plaatsvindt.

Artikel 4 Heffingsjaar

Het heffingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De heffing wordt geheven naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater gemeten in kubieke meters.

  • 2.

    Als op grond van vergunningvoorschriften water in de bodem wordt gebracht, wordt voor de grondslag van de heffing de helft van in de bodem gebrachte hoeveelheid water, gemeten in kubieke meters per heffingsjaar, in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid

  • 3.

    Als op grond van vergunningvoorschriften retourbemaling dient plaats te vinden, wordt voor de grondslag van de heffing de helft van de door retourbemaling in de bodem gebrachte hoeveelheid water, gemeten in kubieke meters per heffingsjaar, in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid.

Artikel 6 Tarief

Het tarief per kubieke meter onttrokken grondwater bedraagt € 0,0324.

Artikel 7 Wijze van heffing

De heffing wordt geheven bij wijze van aanslag.

Artikel 8 Termijn van betaling

Voorlopige en definitieve aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand, welke is vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet.

De tweede termijn vervalt twee maanden later.

Artikel 9 Vrijstellingen

Er wordt geen heffing opgelegd indien:

  • a.

    in een heffingsjaar minder dan 20.000 m3 grondwater wordt onttrokken;

  • b.

    grondwater wordt onttrokken in het kader van natuurverbeteringsprojecten in traditionele natuurgebieden en/of relatienota- en natuurontwikkelingsgebieden als bedoeld in het Natuurbeleidsplan;

  • c.

    het onttrekken van grondwater is vrijgesteld van heffing op grond van artikel 13.4b, vierde lid, van de wet;

  • d.

    grondwater wordt onttrokken door aquacultuurbedrijven die zout grondwater gebruiken voor de zilte teelt van gewassen en algen, wormachtigen, schaal- en schelpdieren, vis en dergelijke zilte organismen.

Artikel 10 Vermindering

Een onjuiste heffingsaanslag kan door de in artikel 227a, eerste lid, onderdeel b van de Provinciewet bedoelde ambtenaar ambtshalve worden verminderd.

Artikel 11 Overgangsbepaling en inwerkingtreding

  • 1.

    De Grondwaterheffingsverordening Provincie Zeeland 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, tevens de datum van ingang van de heffing.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Grondwateronttrekkingsheffing Zeeland 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van provinciale staten van Zeeland van 15 december 2023.

drs. J.J.M. Polman, voorzitter

drs. F.J. van Houwelingen MPA, statengriffier