Verordening rioolheffing gemeente IJsselstein 2024

Geldend van 20-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening rioolheffing gemeente IJsselstein 2024

De raad van de gemeente IJsselstein;

gelezen het voorstel van het college van 7 november 2023, zaaknummer 116061,

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing gemeente IJsselstein 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, verder te noemen hemel- en grondwater.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

  • 2. Met betrekking tot de belasting als bedoeld in het eerste lid, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet als bedoeld in artikel 4 - voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstellingen

In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij het bepalen van het belastbaar feit en belastingplicht buiten aanmerking gelaten: transformatorstations als bedoeld in de Wet WOZ.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt voor gebruikers van percelen die in hoofdzaak tot woning dienen geheven per perceel, en voor gebruikers van percelen die niet in hoofdzaak tot woning dienen naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.

  • 2. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

  • 3. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    • a.

      watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    • b.

      bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

  • 4. de eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 5. De op de voet van het vierde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd.

Artikel 7 Belastingtarieven

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 3, bedraagt voor percelen die in hoofdzaak tot woning dienen:

    • a.

      € 158,62 per perceel per belastingjaar,

    • b.

      vermeerderd met € 174,94 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon.

  • 2. De belasting als bedoeld in artikel 3, is voor percelen die niet in hoofdzaak tot woning dienen, afhankelijk van het waterverbruik conform bijbehorende tarieventabel.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat betaling via automatische incasso in acht termijnen mogelijk is, mits wordt voldaan aan de daaraan verbonden en in het Incasso Reglement van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) opgenomen voorwaarden.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening rioolheffing gemeente IJsselstein 2023’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing gemeente IJsselstein 2024”.

Ondertekening

Besloten in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

de griffier,

A.J.O. van Kooij MMC

de voorzitter,

mr. P.J.M. van Domburg

TARIEVENTABEL Behorende bij de Verordening rioolheffing gemeente IJsselstein 2024

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven

Het tarief als bedoeld in artikel 6, lid 2 bedraagt voor een bedrijf of instelling bij een waterverbruik:

Categorie

Staffel

Vast tarief

Variabel tarief

Categorie 1

0 m3 tot en met 500 m3

€ 93,27

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 50 m3 boven 0 m3

 

€ 65,35

Categorie 2

501 m3 tot en met 750 m3

€ 746,76

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 50 m3, boven 500 m3

 

€ 65,35

Categorie 3

751 m3 tot en met 3000 m3

€ 1.073,51

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 50 m3, boven 750 m3

 

€ 65,35

Categorie 4

3001 m3 tot en met 6000 m3

€ 4.014,22

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 100 m3, boven 3000 m3

 

€ 130,70

Categorie 5

6001 m3 tot en met 12000 m3

€ 7.935,18

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 100 m3, boven 12000 m3

 

€ 130,70

Categorie 6

12001m3 tot en met 24000m3

€ 15.777,10

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 100 m3, boven 24000 m3

 

€ 130,70

Categorie 7

Meer dan 24000m3

€ 31.460,93

 
 

Voor elke eenheid, per bandbreedte tot 100 m3, boven 24000 m3

 

€ 130,70

Rekenvoorbeelden:

Verbruik van 30 m3. Vast tarief categorie 1, verhoogd met 1 x variabel tarief (bandbreedte 0-50)

Verbruik van 330 m3. Vast tarief categorie 1, verhoogd met 7 x variabel tarief (bandbreedte 0-50, 50-100, 100-150, 150-200, 200-250, 250-300 en 300-350 m3).

Verbruik van 523 m3. Vast tarief categorie 2 verhoogd met 1 x variabel tarief (bandbreedte 500-550 m3).

Verbruik van 665 m3. Vast tarief categorie 2 verhoogd met 4 x variabel tarief (bandbreedte 500-550, 550-600, 600-650 en 650-700 m3).

Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2023,

de griffier,

A.J.O. van Kooij MMC