Verordening op de heffing en de invordering van leges IJsselstein 2024

Geldend van 20-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges IJsselstein 2024

De raad van de gemeente IJsselstein;

gelezen het collegevoorstel van 7 november 2023, zaaknummer 135679;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van leges IJsselstein 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening gemeente IJsselstein 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente IJsselstein 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

De griffier,

A.J.O. van Kooij MMC

De voorzitter,

mr. P.J.M. van Domburg

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening gemeente IJsselstein 2024

Aanduiding

Tekst

 

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

1.1

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 
 

Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of terzake van de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

a.

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 406,20

b.

Op enig ander moment dan genoemd in lid a

€ 502,05

c.

het tarief, als bedoeld in lid a en b wordt bij de voltrekking van het huwelijk, het partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in het voormalig stadhuis aan de Utrechtsestraat 79 vermeerderd met:

€ 118,50

d.

geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente, en indien de omzetting van een partnerschap in een huwelijk zonder enig ceremonieel plaats vindt op het stadhuis.

 
 
 
 

1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

a.

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 406,20

b.

Op enig ander moment dan genoemd in lid a

€ 464,80

 
 
 

1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.7

Diversen burgerlijke stand

 

a.

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 25,70

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

c.

Het tarief bedraagt voor het afgeven van verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 
 
 
 

1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 20,80

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 36,15

 
 
 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten*

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 63,42

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 63,42

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 63,42

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 63,42

 

* betreft maximum tarieven

 
 
 
 

1.10

Nederlandse identiteitskaart*

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor:

 

a

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 75,80

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

€ 40,92

3

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93

 

* betreft maximum tarieven

 
 
 
 

1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 
 

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09

 
 
 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

1.12

Rijbewijzen*

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, is gelijk aan het maximum bedrag zoals dat laatstelijk is vastgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

€ 48,15.*

 

* betreft maximum tarief

 
 
 
 

1.13

Modaliteiten*

 
 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met het genoemde bedrag in de geldende “Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen”

€ 34,10

b.

Voor het afgeven van een gezondheidsverklaring ten behoeve van het Centraal Bureau Rijbewijzen: het door het CBR vastgestelde tarief.

 
 

*betreft maximum tarief

 
 
 
 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

1.14

Definities

 
 

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 
 
 
 

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 12,05

b.

voor het op verzoek verstrekken van een persoonslijst

€ 12,05

c.

voor het verstrekken van informatie op basis van selecties uit het BRP-bestand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 25,70

 
 
 

1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.17

Schriftelijke verstrekking

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 25,70

 
 
 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

 

1.19

Afschriften van bestuursstukken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 58,75

b.

een afschrift van een gemeentelijk jaarverslag

€ 58,75

c.

een exemplaar van een verordening van de gemeente, de toelichting daaronder begrepen,

€ 29,30

e.

vermeerderd met per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

€ 0,55

f.

een afschrift van een mandaatbesluit

€ 29,30

g.

een afschrift van een delegatiebesluit

€ 29,30

h.

elk hier niet genoemd document per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

€ 0,55

 
 
 

1.20

Abonnement op bestuursstukken

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

1.21

Plan- of kaartinformatie

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.22

Informatie uit registers

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.23

Informatie uit adressenbestanden

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

1.24

Gemeentegarantie

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het bedrag dat is vastgesteld op grond van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden of de regeling die deze regeling vervangt.

€ 41,35*

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 12,05

c.

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 12,05

d.

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,05

 

* betreft maximum tarief

 
 
 
 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

1.28

Uitlenen archiefbescheiden

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

1.29

Huisvestingswet 2014

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 48,90

b.

een verklaring omtrent de zuiverheid van gebouwen, woning en huisraad bedraagt

€ 48,90

c.

het verkrijgen van een medische urgentie verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de Huisvestingsverordening, bedraagt het tarief het bedrag van de hieraan verbonden medische keuring door de gemeentelijke medische adviseur

 

d.

het verrichten van een medisch onderzoek in het kader van het verkrijgen een aanvullend advies omtrent het zoekprofiel, voor een woning als bedoeld in de Huisvestingsverordening bedraagt:

€ 194,75

e.

Indien een aanvraag voor een medische urgentie wordt ingetrokken op het moment dat het verzoek om advies al door de medische adviseur in behandeling is genomen zal, in afwijking van het tarief genoemd bij de leden c en d, hiervoor het bedrag worden berekend dat daarvoor door de medische adviseur bij de gemeente in rekening wordt gebracht.

 
 
 
 

1.30

Leegstandswet

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 132,65

 
 
 

1.31

Wet op de kansspelen

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: het maximale bedrag dat bepaald is in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd

 

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 30,20

 
 
 

1.32

Telecommunicatiewet

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of een aanvraag voor een APV-vergunning (artikel 2:11) voor kabels en leidingen:

 

1.

bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte tot 10 m1:

€ 128,70

2.

bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 10 m1 tot 250 m1:

€ 403,30

3.

bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 250 m1 tot 1500 m1:

€ 523,45

4.

bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 1500 m1 tot 5000 m1:

€ 617,85

5.

bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van meer dan 5000 m1: per strekkende meter tracélengte een bedrag van:

€ 0,15

6.

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 489,15

b.

In afwijking van het genoemde in lid 1 kan het college voor grote projecten een vast bedrag in rekening brengen. Dit wordt dan als begroting aan de melder ter kennis gebracht

 
 
 
 

1.33

Wegenverkeerswetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 46,10

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 46,10

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 196,70

d.

het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien geen geneeskundig onderzoek is vereist

€ 76,30

e.

Indien voor het verlengen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of anderszins een keuring vereist is, wordt het tarief in onderdeel d verhoogd met:

€ 93,80

f.

Indien de vergunning als bedoeld in onderdeel c niet wordt verleend, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

€ 29,30

g.

Indien de medische keuring of herkeuring uitsluitend heeft bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit verklaart, bedraagt het tarief:

€ 65,70

h.

Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een huisbezoek moet worden afgelegd bedraagt het tarief

€ 208,05

i

het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 184,75

j.

het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een jaar,als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 275,85

k.

het verlengen van een ontheffing voor de duur van een jaar,als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 138,50

l.

het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag

€ 91,10

m.

het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 185,85

n.

het overeenkomstig onderdeel m geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 260,05

o.

het overeenkomstig artikel onderdeel m geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.239,60

p.

het bedrag genoemd in onderdeel o wordt verhoogd met 50% van het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten, blijkend uit een begroting die terzake door of van­wege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

q.

het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van begunstigde

€ 185,85

r.

het wijzigen van het kenteken(bord) bij een bestaande gehandicaptenparkeerplaats

€ 50,00

s.

het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone

€ 123,95

t.

Indien de aanvraag voor het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone betrekking heeft op een tweede aanvraag op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief

€ 185,85

 
 
 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,25

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 48,55

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,25

d.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

per pagina op papier van A4-formaat, zwart-wit

€ 0,50

2.

per pagina op papier van A3-formaat, zwart-wit

€ 0,75

3.

per pagina op papier van A4-formaat, kleur

€ 1,65

4.

per pagina op papier van A3-formaat, kleur

€ 2,60

5.

Op A2-formaat

€ 20,70

6.

Op A1-formaat

€ 21,85

7.

Op A0-formaat

€ 23,15

8.

In afwijking van het gestelde in onderdeel d. sub 1 tot en met 7 bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

 
 
 
 

1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 132,65

b.

tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de APV, voor zover daarvoor niet in deze tabel onder de Hoofdstuk 1, 2 of 3 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt

€ 58,85

c.

voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV wordt geheven

€ 20,90

d.

van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13 APV, bedraagt

€ 104,50

e.

van een verzoek tot het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening bedraagt

€ 104,50

f.

van een vergunningaanvraag voor het plaatsen van sandwichborden overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10 van de APV, bedraagt

€ 104,50

g.

van een aanvraag voor een vergunning voor het in gebruik nemen van gemeenteterrein op grond van artikel 2:10 APV, bedraagt

€ 104,50

1.

Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object, wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van onderdeel g verhoogd met

€ 7,60

2.

Indien de vergunning voor langer dan één week wordt verleend, wordt het tarief van onderdeel g per 2 maanden verhoogd met

€ 15,15

h.

voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur), bedraagt

€ 172,15

i.

tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang.

€ 1.806,85

j.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang.

€ 508,15

 
 
 

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

a.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

b.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

c.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

d.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

e.

De opgegeven bouwkosten worden getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2022. De bedoelde Referentielijst is een bijlage bij deze legesverordening, die bij de gemeente ter inzage ligt, conform het bepaalde in artikel 139, lid 3 van de Gemeentewet.

 

f.

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

g.

sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, exclusief omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 
 
 
 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

omgevingsoverleg

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 
 
 
 

2.3

Bepalen tarief

 

a.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

b.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

d.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

e.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

f.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 
 
 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

a.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg minimaal twee activiteiten/ toetsingscomponenten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 877,05

b.

Indien de aanvrager één van onderstaande extra activiteiten toevoegt aan het omgevingsoverleg, worden de op grond van het eerste lid verschuldigde leges per extra activiteit verhoogd met:

€ 438,55

 

o Ruimtelijke Ordening (toets bestemmingsplan en ruimtelijk beleid)

 
 

o Stedenbouw (ruimtelijke inpassing)

 
 

o bodem

 
 

o Volkshuisvesting

 
 

o Verkeer en parkeren

 
 

o Economische Zaken

 
 

o Welstand/monumentencommissie

 
 

o Cultuurhistorie (o.a. archeologie, bouwhistorie, cultuurlandschap)

 
 

o Milieu (o.a. bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit)

 
 

o Recreatie en toerisme

 
 

o Duurzaamheid

 
 

o Landschap en water (o.a. flora en fauna, stikstofdepositie)

 
 

o Grondzaken

 
 

o Inrichting en beheer openbare ruimte

 
 

o Sport, welzijn, zorg, onderwijs

 
 

o Omgevingszaken (welke procedure)

 
 

o overige niet benoemde onderdelen

 

3.

tot het opnieuw beoordelen van een, naar aanleiding van de toetsing van het vooroverleg of principeverzoek, aangepast plan, wordt het tarief van lid 1 en 2 verhoogd met het naastgenoemd percentage, mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan.

 
 
 
 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, naast genoemd percentage van de bouwkosten:

 

a.

Indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen

0,85%

 

van de bouwkosten;(met een minimum van)

€ 55,00

b.

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 500.000 bedragen

€ 423,00

 

vermeerderd met

0,70%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

 

c.

Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen

€ 3.595,50

 

vermeerderd met

0,56%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 500.000 te boven gaan

 

d.

Indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen

€ 14.875,50

 

vermeerderd met

0,42%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 

e.

Indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen

€ 25.450,50

 

vermeerderd met

0,35%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 
 
 
 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen

5,15%

 

van de bouwkosten;(met een minimum van)

€ 81,35

b.

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 500.000 bedragen

€ 2.577,00

 

vermeerderd met

4,30%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

 

c.

Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen

€ 21.904,50

 

vermeerderd met

3,44%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 500.000 te boven gaan

 

d.

Indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen

€ 90.624,50

 

vermeerderd met

2,58%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 

e.

Indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen

€ 155.049,50

 

vermeerderd met

2,15%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 2.500.000 te boven gaan

 

2.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 5.922,20

3.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.922,20

 

Het onder 3 genoemde bedrag wordt verhoogd indien de bouw-, sloop - en aanlegkosten meer zijn dan € 1.000.000 met

€ 2.691,90

 
 
 

2.7

Omgevingsplanactiviteit: Slopen van een bouwwerk

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 470,55

 
 
 

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 109,60

b.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening wordt het bedrag uit lid 1 verhoogd met het hierna genoemde bedrag::

 

1.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met:

€ 72,38

 

vermeerderd met

2,00‰

 

van de bouwkosten

 

2.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

€ 522,38

 

vermeerderd met

1,5‰

 

van de bouwkosten

 

3.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

€ 859,88

 

vermeerderd met

0,44‰

 

van de bouwkosten

 

4.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

€ 1.651,88

 

vermeerderd met

0,11‰

 

van de bouwkosten

 
 

met een minimumbedrag van:

€ 121,38

c.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 328,90

d.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

1.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

2.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 
 
 
 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 576,10

 
 
 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit of op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet of in het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.665,05

b.

voor iedere aanvullende milieubelastende activiteit bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in lid a:

€ 2.165,35

 
 
 

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 866,85

 
 
 

2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit

 

1.

het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan

 

2.

het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet

 

3.

het verrichten van activiteiten waarvoor, ter bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden, in het omgevingsplan is bepaald dat een vergunning nodig is

 

4.

het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan

 

5.

het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan

 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 295,45

 
 
 

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

 
 

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

 
 

b. indrijven van voorwerpen,

 
 

c. ophogen van de grond, of

 
 

d. verharden van de grond,

 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 295,45

 
 
 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.558,90

 
 
 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 328,90

 
 
 

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 328,90

 
 
 

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

6,00%

a.

van de aanlegkosten met een minimum van:

€ 328,90

 
 
 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 328,90

 
 
 

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.34

Andere activiteiten

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

1.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 219,25

2.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 219,25

b.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 219,25

 
 
 

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 519,65

 
 
 

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.969,45

 
 
 

2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 519,65

 
 
 

Paragraaf 2.10

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

a.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

1.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,50

2.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,50

3.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,50

4.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,50

b.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 138,50

 
 
 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van, een naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project:

€ 142,55

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning bedraagt

€ 82,20

d.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, slopen of aanleggen

€ 82,20

 
 
 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 2.153,50

 
 
 

2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is:

€ 135,15

 
 
 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 10.856,35

 

Verhoogd met:

€ 1.615,15

 

indien de gemeenteraad dient te besluiten over de wijziging van het omgevingsplan.

 
 
 
 

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 438,55

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen

€ 261,35

 
 
 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 
 
 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

€ 2.153,50

 
 
 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

1.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 548,15

2.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 548,15

3.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 548,15

4.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 548,15

5.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 548,15

6.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 6.892,85

7.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 548,15

b.

De in dit artikel opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 
 
 

2.50

Advies

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

1.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.662,50

2.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de commissie Ruimtelijke Kwaliteit (Welstandscommissie) dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

3.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van het hier genoemde vaste bedrag + een ‰ van de bouwkosten

€ 72,38

 

vermeerderd met

2,00‰

 

van de bouwkosten

 

4.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van het hier genoemde vaste bedrag + een ‰ van de bouwkosten

€ 522,38

 

vermeerderd met

1,5‰

 

van de bouwkosten

 

5.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van het hier genoemde vaste bedrag + een ‰ van de bouwkosten

€ 859,88

 

vermeerderd met

0,44‰

 

van de bouwkosten

 

6.

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van het hier genoemde vaste bedrag + een ‰ van de bouwkosten

€ 1.651,88

 

vermeerderd met

0,11‰

 

van de bouwkosten

 
 

met een minimumbedrag van:

€ 121,38

7.

verhoogd met :

€ 121,38

 

voor iedere nieuwe welstandstoets die plaatsvindt na wijzigingen in het bouwplan.

 

b.

als een ander bestuursorgaan moet adviseren over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor advies wordt gevraagd zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

c.

voor een advies van de Stichting Agrarische Commissie:

 

1.

Standaardadvies bestaande bedrijven

€ 1.125,00

2.

Inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan

€ 1.325,00

3.

wanneer de agrarische beoordelingscommissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en/of rechterlijke uitspraken te betrekken

€ 1.395,00

4.

nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 700,00

5.

Indien het een second opinion betreft

€ 1.725,00

6.

Indien blijkt dat de adviesaanvraag dermate complex is kan elk van de bovenstaande tarieven als genoemd in onderdeel 1 tot en met 5 verhoogd worden met een bedrag per uur van:

€ 100,00

7.

Genoemde tarieven onder letter d. lid 1 tot en met 6 zijn inclusief BTW

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de leden a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

e.

Als een begroting als bedoeld in het vierde lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 

2.51

Instemming

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

1.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 1.615,15

2.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

b.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

70%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

b.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

1.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

2.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

3.

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving

 

c.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 136,20

 
 
 

2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 
 
 

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 
 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een half jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 
 
 

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 
 
 
 

2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 40,00 wordt niet teruggegeven.

 
 
 
 

2.62

Teruggaaf bij lagere bouw- en aanlegkosten

 
 

Er vindt geen legesteruggaaf plaats als gevolg van het lager zijn van de daadwerkelijke bouw-, sloop- en aanlegkosten, dan waarvan bij de indiening van de aanvraag is uitgegaan.

 
 
 
 

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 210,95

b.

Het tarief genoemd in onderdeel a wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met

€ 170,40

c.

een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras

€ 170,40

d.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 105,25

 
 
 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 664,70

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 370,50

c.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 64,10

d.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 64,60

 
 
 

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een seksinrichting of een escortbedrijf:

€ 958,30

 
 
 

3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 160,40

b.

Indien een bestaande vergunning dermate wordt gewijzigd dat er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuwe vergunning, dan is het in artikel 3:3 genoemde bedrag van toepassing; zulks doet zich in ieder geval voor als de vergunning op meer dan twee punten wordt gewijzigd.

 
 
 
 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet:

€ 95,95

b.

tot intrekking of wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 95,95

c.

Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 95,95

 
 
 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

3.6

Organiseren evenement

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening als het betreft:

 

1.

een ééndaags evenement

€ 553,95

2.

een meerdaags evenement

€ 699,50

b.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder), is

€ 83,95

 
 
 

3.7

Organiseren markt

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

3.8

Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

voor het innemen van een vaste standplaats op de warenmarkt:

€ 132,65

b.

voor het innemen van een dagstandplaats of standwerkersplaats op de warenmarkt:

€ 95,95

c.

Voor het innemen van een standplaats voor een proefperiode voor maximaal 3 marktdagen:

€ 95,95

d.

Als aan een aanvraag als bedoeld in onderdeel a een proefperiode is vooraf gegaan, wordt het bedrag genoemd in onderdeel a verminderd met het bedrag als genoemd in onderdeel c:

 
 
 
 

3.9

Overige administratieve dienstverlening markt

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

3.10

Losse standplaatsen

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 83,95

b.

Het overeenkomstig lid 1 geheven bedrag wordt vermeerderd met per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de in lid 1 bedoelde vergunning wordt verleend:

€ 0,40

 
 
 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

 

3.11

Vergunning of ontheffing onttrekken woonruimte

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 132,65

 
 
 

3.12

Vergunning of ontheffing samenvoegen woonruimte

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 132,65

 
 
 

3.13

Vergunning of ontheffing omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

3.14

Vergunning of ontheffing verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

3.15

Splitsingsvergunning of -ontheffing

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 132,65

 
 
 

3.16

Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

3.17

Verhuurvergunning opkoopbescherming

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

3.18

Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

 
 

Gereserveerd

 
 
 
 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 132,65

b.

Indien de tijdsbesteding meer bedraagt dan 30 minuten, wordt het overeenkomstig onderdeel a berekende bedrag verhoogd met € 20,00 per ieder daaraan besteed kwartier boven de 30 minuten met een maximum van:

€ 318,15