Verordening rekenkamer Limburg Centraal 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rekenkamer Limburg Centraal 2024

De Raad van de gemeente Meerssen;

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 4 december 2023;

gelet op de artikelen 81a ev., 149 en 182 ev. van de Gemeentewet;

BESLUIT: de volgende verordening vast te stellen:

VERORDENING OP DE GEZAMENLIJKE REKENKAMER LIMBURG CENTRAAL 2024

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Deelnemende gemeenten: gemeenten Beek, Beekdaelen, Meerssen, Simpelveld, Stein, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal; ieder voor zover dezelfde verordening is vastgesteld.

  • 2.

    Wet: Gemeentewet.

  • 3.

    Rekenkamer: de gezamenlijke rekenkamer Limburg Centraal voor de deelnemende gemeenten als bedoeld in artikel 81a Gemeentewet.

  • 4.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • 5.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • 6.

    Rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving.

  • 7.

    Samenwerkingsovereenkomst: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeenschappelijke rekenkamer Limburg Centraal 2024.

  • 8.

    Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamer;

  • 9.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 2 TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 2. Taak van de gemeenschappelijke rekenkamer

  • 1. Er is een gemeenschappelijke rekenkamer.

  • 2. Deze rekenkamer heeft tot taak het onderzoeken van de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid en beheer en het adviseren daarover aan de gemeenteraden.

  • 3. De rekenkamer kan gebruik maken van de bevoegdheden en taken zoals bedoeld in de artikelen 184 en 184a van de Gemeentewet.

  • 4. De rekenkamer voert onderzoeken uit die in planning en tijdsbeslag worden afgestemd met het onderzochte orgaan/instelling. Deze onderzoeken kunnen Limburg Centraal breed zijn of op één of meer deelnemende gemeenten betrekking hebben.

  • 5. Het onderzochte orgaan krijgt voldoende de tijd en gelegenheid om te reageren op bevindingen en voorlopige conclusies (in de rapporten) van de rekenkamer.

Artikel 3. Benoeming en samenstelling gemeenschappelijke rekenkamer

  • 1. De rekenkamer bestaat uit minimaal twee leden, onder wie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De leden worden door de gemeenteraden benoemd.

  • 2. Op de leden zijn de artikelen 81e, 81f en 81h van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar.

  • 4. De leden kunnen voor één periode worden herbenoemd.

  • 5. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter informeert de griffiers hiertoe regelmatig over de gang van zaken.

  • 6. Ook bewaakt de voorzitter het budget van de rekenkamer en fungeert de voorzitter als centraal aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken rond de rekenkamer.

Artikel 4. Eed of belofte

Ten aanzien van de voorzitter en de leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat zij alvorens hun functie te kunnen uitoefenen in de raadsvergadering in handen van de voorzitter de eed of verklaring en belofte afleggen.

Artikel 5. Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraden ontslaan de voorzitter en de leden of stellen hen op non-actief overeenkomstig hetgeen daarover in lid 2 t/m 4 van dit artikel is bepaald, met dien verstande dat de bevoegdheden conform de Gemeentewet door de gemeenteraden gezamenlijk worden uitgeoefend.

  • 2. Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap of voorzitterschap van de rekenkamer;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f.

      bij het einde van de benoemingstermijn, behoudens herbenoeming.

  • 3. De leden kunnen door de gemeenteraden worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

  • 4. Tevens kan een lid ontslagen worden wanneer hij niet functioneert zoals op grond van het functieprofiel leden rekenkamer Limburg Centraal mag worden verwacht.

HOOFDSTUK 3 FINANCIELE ASPECTEN

Artikel 6. Budget

  • 1. Het budget van de rekenkamer wordt jaarlijks door elke gemeente vastgesteld bij de begroting met een minimum van € 12.000,- voor instandhouding en onderzoek.

  • 2. Ten laste van het in lid 1 bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      eventuele kosten voor onderzoek en/of externe deskundigen;

    • c.

      eventuele kosten van de werving en selectie van de leden;

    • d.

      overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamer is voor besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Deze verantwoording wordt opgenomen in een jaarverslag.

  • 4. De rekenkamer is bevoegd binnen het aan haar beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 5. Reservevorming van het budget is niet mogelijk. Bij een groot en duur onderzoek kan de rekenkamer via de P&C-cyclus om extra budget verzoeken.

Artikel 7. Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en de leden van de rekenkamer

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun reguliere werkzaamheden.

  • 2. Dit bedrag wordt betaald door de deelnemende gemeenten gezamenlijk.

  • 3. Reis- en verblijfkosten komen voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 8. Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn en/of waar geheimhouding op rust.

  • 2. Om onderzoeken van de rekenkamer naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamer ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de door de rekenkamer aangewezen onderzoekers en deskundigen; een en ander met inachtneming van de Wet open overheid (Woo).

  • 3. Geheime informatie zoals bedoeld in lid 2 kan de rekenkamer delen met de raad, na afstemming met de griffier en gemeentesecretaris over de te volgen procedure hierin zodat de geheimhouding geborgd blijft.

HOOFDSTUK 4 WERKWIJZE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REKENKAMER

Artikel 9. Onderzoeksopdracht

  • 1. Jaarlijks op 1 november biedt de rekenkamer een jaarplan met begroting voor het volgende jaar ter kennisgeving aan de gemeenteraden aan, nadat deze voor wat betreft planning en tijdsbesteding zijn afgestemd met de betreffende organen/instellingen. In het jaarplan is in ieder geval opgenomen welke onderzoeken de rekenkamer overweegt op te pakken, voorzien van een evenwichtige verdeling van te plegen onderzoeken in de deelnemende gemeenten.

  • 2. De volgende criteria worden door de rekenkamer gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      het onderzoek moet te maken hebben met doelmatigheid of doeltreffendheid van het beleid en/of de rechtmatigheid van het gemeentebestuur en de bij wet genoemde instellingen;

    • b.

      er moet sprake zijn van substantieel belang;

    • c.

      het moet door de gemeente(n) te beïnvloeden beleid betreffen;

    • d.

      in de opvolgende onderzoeken dient sprake te zijn van een evenwichtige spreiding over gemeentelijke beleidsterreinen.

  • 3. Ten behoeve van het in het eerste lid genoemde jaarplan worden de gemeenteraden tijdig in de gelegenheid gesteld tot het doen van suggesties t.b.v. onderzoeken.

  • 4. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten zowel gezamenlijk als afzonderlijk.

  • 5. De rekenkamer informeert de gemeenteraden over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 6. Voordat met een onderzoek wordt gestart stelt de rekenkamer een onderzoeksopzet op, die ter kennisgeving wordt voorgelegd aan de betreffende raad/raden.

  • 7. In de onderzoeksopzet wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de afbakening van het onderzoeksterrein;

    • b.

      de formulering van de onderzoeksvraag;

    • c.

      de eventuele randvoorwaarden bij de uitvoering van het onderzoek;

    • d.

      de planning van het onderzoek;

    • e.

      de begroting.

  • 8. De rekenkamer beslist welke onderwerpen worden onderzocht en op welke wijze.

  • 9. De rekenkamer is bevoegd bij de gemeentelijke bestuursorganen van de deelnemende gemeenten en bij de bij wet genoemde instellingen inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 10. De gemeentelijke bestuursorganen dan wel de bij wet genoemde instellingen, verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 11. De rekenkamer kan zich, met in achtneming van het beschikbare budget, laten bijstaan door deskundigen en/of onderzoeksbureaus inhuren.

Artikel 10. Uitvoering van het onderzoek en rapportage, hoor en wederhoor

  • 1. De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamer kan de raad/raden tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek.

  • 3. De rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste 10 werkdagen bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest.

  • 4. De rekenkamer stelt daarna het bestuur van de gemeente(n) waarop het onderzoek betrekking heeft in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die tenminste 15 werkdagen bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken.

  • 5. Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, de zienswijze(n) van betrokkenen en de eventuele reactie van de rekenkamer daarop, zo spoedig mogelijk onder toezending van een afschrift aan het college(s) van burgemeester en wethouders en de overige betrokkenen aan de betrokken gemeenteraden aangeboden.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Voorziening en verdere uitwerking

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treedt een vertegenwoordiging van de gemeenteraden in overleg en neemt ter zake een besluit.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de "Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie Limburg Centraal 2022" vastgesteld bij raadsbesluit van 9 februari 2022.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rekenkamer Limburg Centraal 2024".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Meerssen op 14 december 2023.

De griffier,

Mevr. Mr. Y.R.G. Dreessen

De voorzitter,

Mevr. M.A.H. Clermonts-Aretz