Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707765
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707765/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2024De raad van de gemeente Land van Cuijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
- 1.
in te trekken de Legesverordening Land van Cuijk 2023;
- 2.
vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Land van Cuijk 2024 (Legesverordening Land van Cuijk 2024)
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- d.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- b.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.
- c.
het in behandeling nemen van aanvragen voor een evenementenvergunning als bedoeld in paragraaf 3.4, artikel 3.6 van de tarieventabel en alle relevante bij het houden van het evenement aanhangende toestemmingen in de tarieventabel voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.12 (schriftelijke verstrekkingen uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.15, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.19 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11. Overgangsrecht
-
1. De 'Legesverordening Land van Cuijk 2023' vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12. Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.
-
2. De datum en het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. De in paragraaf 2.5 en 2.6 genoemde NEN 2580 norm en UAV 2012 worden bekendgemaakt door terinzagelegging bij de balie in de publiekshal van de gemeente Land van Cuijk (gemeentehuis Cuijk).
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Land van Cuijk 2024'.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk
in zijn openbare vergadering van 14 december 2023.
De griffier,
Richard van der Weegen
De voorzitter,
Marieke Moorman
Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Land van Cuijk 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
Artikel 1.2 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum |
|
Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
Artikel 1.6 Leges akten burgerlijke stand Artikel 1.6.1 Naamskeuze |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 Modaliteiten |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.10 Rijbewijzen |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.12 Verstrekkingen van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Informatie is digitaal algemeen beschikbaar. Voor afschriften van stukken zie paragraaf 1.10, artikel 1.22. |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.13 Plan- of kaartinformatie |
|
Artikel 1.14 Informatie uit adressenbestanden of registers |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.15 Overige publiekszaken |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.16 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
Artikel 1.17 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.18 Leegstandswet |
|
Artikel 1.19 Wet op de kansspelen |
|
Artikel 1.20 Kabels en leidingen |
|
Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
Artikel 1.23 Diverse vergunningen, beschikkingen |
|
Artikel 1.24 Publicatiekosten |
|
Artikel 1.25 Inschakeling externe deskundigen |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven Artikel 2.3 Bepalen tarief |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Conceptaanvraag, vooroverleg of principeverzoek |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruik bouwwerk (ruimtelijk deel) |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (Afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (Afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (Afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (Afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (Afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (Afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) Artikel 2.19 Sport en recreatie (Afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: geluidswaarde Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: andere activiteiten |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel Paragraaf 2.11 Overige tarieven Artikel 2.37 Wijzigen omgevingsvergunning Artikel 2.38 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning Artikel 2.39 Intrekken omgevingsvergunning Artikel 2.40 Wijzigen van het omgevingsplan Artikel 2.41 Niet genoemd besluit op aanvraag Paragraaf 2.12 Modaliteiten Artikel 2.42 Achteraf ingediende aanvraag Artikel 2.43 Uitgebreide voorbereidingsprocedure Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten Artikel 2.45 Advies Artikel 2.46 Instemming Paragraaf 2.13 Vermindering Artikel 2.47 Vermindering na voorfase Paragraaf 2.14 Teruggaaf Artikel 2.48 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten Artikel 2.49 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure Artikel 2.50 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure Artikel 2.51 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten Artikel 2.52 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten Artikel 2.53 Minimumbedrag voor teruggaaf |
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.5 Organiseren evenement/markt |
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Artikel 3.6 Ontheffing venten |
|
Artikel 3.7 Standplaatsvergunning |
Paragraaf 3.5 Diversen
Artikel 3.8 Kinderopvang |
||
Artikel 3.9 Constructies, borden of andere voorwerpen |
||
Artikel 3.10 Afgezette openbare plaatsen |
||
Artikel 3.11 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen |
||
Artikel 3:12 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren |
||
Artikel 3.13 Verkoopregister |
||
Artikel 3:14 Vuurwerk aanwezig hebben en verkopen |
||
Artikel 3:15 Carbidschieten |
||
Artikel 3:16 Exploitatie risicobranches |
||
Artikel 3:17 Overige geluidhinder |
||
Artikel 3:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen |
||
Artikel 3:19 overnachten op of aan de weg |
||
Artikel 3:20 Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke |
||
Artikel 3:21 Te koop aanbieden van voertuigen |
||
Artikel 3:22 Parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen |
||
Artikel 3.23 Reclamevoertuigen |
||
Artikel 3:24 Parkeren grote voertuigen |
||
Artikel 3:25 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen |
||
Artikel 3:26 Beperking verkeer in natuurgebieden |
||
Artikel 3:27 Stookverbod |
||
Artikel 3:28 Asverstrooiing |
||
Artikel 3:29 Inrijden voetgangerszone |
||
Artikel 3:30 Zondagswet |
||
Artikel 3:31 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.32 Niet benoemd besluit op aanvraag |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
De regels over de openstelling voor, de vormen van en de locatie met betrekking tot het sluiten van een huwelijk of een registratie van een partnerschap zijn opgenomen in het Reglement Burgerlijke Stand. |
||
Het tarief bedraagt voor de (standaard)voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
||
a. |
maandag tot en met donderdag |
€ 487,00 |
b. |
vrijdag |
€ 554,00 |
c. |
zaterdag en op dagen, waarop blijkens een voorafgaande openbare kennisgeving krachtens een besluit van burgemeester en wethouders de gemeentesecretarie gesloten zal zijn |
€ 775,00 |
d. |
in afwijking van het bepaalde in onderdeel 1.1, onderdelen a. tot en met c. bedraagt het tarief, indien wordt gekozen voor korte en sobere ceremonie (eenvoudige voltrekking) |
€ 144,00 |
Artikel 1.2 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
€ 170,00 |
|
Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige |
€ 49,00 |
|
Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
€ 54,00 |
|
Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
||
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 43,00 |
b. |
een duplicaat van trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 43,00 |
Artikel 1.6 Leges akten burgerlijke stand |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
Artikel 1.6.1 Naamskeuze |
||
Voor het opmaken van een akte van naamskeuze en het toevoegen van een latere vermelding aan de geboorteakte(n) geldt het tarief zoals bepaald door de minister voor Rechtsbescherming op grond van artikel IIIC van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam (Stb. 2023, 116). |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag tot: |
|
a. |
het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
b. |
het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
c. |
het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.7 a. en 1.7 b. aan een persoon, die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
d. |
het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.7 a. en 1.7 b. aan een persoon, die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden: |
|
voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
|
Artikel 1.9 Modaliteiten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.7 en 1.8 genoemd document, de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden. |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.10 Rijbewijzen |
Voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
Artikel 1.11 Modaliteiten |
Het legesbedrag op grond van artikel 1.10 wordt bij spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2023, afgerond naar beneden op vijf cent |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.12 Verstrekkingen van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Voor de toepassing van deze paragrafen, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. Onder één verstrekking wordt mede verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 17,75 |
b. |
het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 26,55 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
c. |
tot de afgifte van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen |
€ 18,00 |
d. |
tot de afgifte van een BRP-persoonslijst |
€ 24,40 |
e. |
tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap niet bestemd tot reispapier |
€ 18,80 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
f. |
tot het verstrekken van lijsten met gegevens, welke verkregen zijn op basis van de door de aanvrager opgegeven selectiecriteria, waarvoor de basisregistratie personen dient te worden doorlopen |
€ 26,55 |
g. |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen (maximumtarief) |
€ 7,50 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Informatie is digitaal algemeen beschikbaar. Voor afschriften van stukken zie paragraaf 1.10. |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.13 Plan- of kaartinformatie |
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van tot het verstrekken van geografische informatie, voor ieder daaraan te besteden kwartier. |
€ 26,55 |
b. |
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13 a hiervoor bedraagt het tarief een verhoging voor het te verstrekken digitale informatielagen binnen en buiten de bebouwde kom. Afhankelijk van de complexiteit en het aantal te leveren informatielagen zal per verzoek een tarief geoffreerd worden. |
|
c. |
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13 a hiervoor bedraagt het tarief een verhoging voor het te verstrekken analoge informatielagen binnen en buiten de bebouwde kom. Afhankelijk van de complexiteit, het aantal te leveren informatielagen en formaat zal per verzoek een tarief geoffreerd worden |
|
Artikel 1.14 Informatie uit adressenbestanden of registers |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
||
a. |
uit de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 12,20 |
b. |
uit de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 12,20 |
c. |
van een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 12,20 |
d. |
uit het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 12,20 |
e. |
uit het register bedoeld in artikel 57, eerste lid van de Woningwet |
€ 12,20 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB): |
||
f. |
voor het verstrekken van een uittreksel uit het WKPB-beperkingenregister, per uittreksel: |
€ 12,20 |
g.. |
voor het verstrekken van een uittreksel uit de WKPB-registratie, per uittreksel: |
€ 12,20 |
h. |
voor het verstrekken van een onbelastverklaring uit het WKPB beperkingenregister, per verklaring: |
€ 12,20 |
i. |
voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal register via Kadaster On-Line: de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.15 Overige publiekszaken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ 15,50 |
c. |
Tot afgifte van alle andere verklaringen, tot welker afgifte het gemeentebestuur op verlangen van particulieren bevoegd is, een en ander voor zover niet begrepen in enige andere paragraaf van deze verordening en daarbij behorende tabel |
€ 15,50 |
d. |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verlening van het Nederlanderschap gelden de tarieven zoals opgenomen in artikel 3 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.16 Naspeuringen in gemeentearchief |
||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 26,55 |
|
Artikel 1.17 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.18 Leegstandswet |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 154,80 |
b. |
om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 138,40 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
Artikel 1.19 Wet op de kansspelen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 33,20 |
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:40A van de Algemene Plaatselijke Verordening waarbij er sprake is van een eerste aanvraag |
€ 1.107 |
b. |
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:40A van de Algemene Plaatselijke Verordening waarbij er sprake is van een aanvraag voor waarvoor al eerder een exploitatievergunning is verleend |
€ 553,60 |
c. |
het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning zoals het bijschrijven van een beheerder |
€ 110,75 |
d. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 1.19, lid 4 intrekt, of als de gemeente de vergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de op grond van artikel 1.19, lid 4a t/m 4c verschuldigde leges. |
|
5. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 276,80 |
Artikel 1.20 Kabels en leidingen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of een vergunning, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
€ 459,50 |
2. |
Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, bij aaneengesloten werkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer met een toeslag over de bemeten tracélengte per strekkende meter verhoogd met |
€ 1,44 |
3. |
Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond of een of meerdere netbeheerders, per uur overleg verhoogd met |
€ 99,65 |
4. |
Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien de aanvrager verzoekt om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling, of het bijwonen van een bouwvergadering per vergadering, per uur overleg verhoogd met |
€ 99,65 |
5. |
Het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt, indien met betrekking tot een aanvraag/melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld. |
|
6. |
Indien een begroting als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel is uitgebracht, wordt een aanvraag/melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
7. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering de helft van het bedrag genoemd in het eerste lid van dit artikel |
€ 229,75 |
8. |
Indien het betreft de melding voor een proefsleuf wordt het legesbedrag verrekend met de aanvraag of melding waartoe deze proefsleuf dient, indien en zodra de aanvraag of melding wordt ingediend conform het eerste lid van dit artikel. |
|
9. |
Het tarief genoemd onder het eerste en tweede lid van dit artikel wordt vermeerderd met een bedrag per strekkende meter over de totaal bemeten tracélengte. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: |
|
a. |
tot 2.500 m1, per strekkende meter tracélengte |
|
b. |
vanaf 2.500 m1 wordt een begroting opgesteld van de kosten voor de te voeren procedure. Deze kosten worden inclusief onderbouwing, voorafgaand aan de aanvraagbehandeling, schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.21 Wegenverkeerswetgeving |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 68,70 |
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 53,10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
c. |
Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een keuring plaatsvindt op basis van (medische) stukken |
€ 72,00 |
d. |
Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een standaardkeuring (spreekuur) plaatsvindt |
€ 109,65 |
e. |
Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij een keuring op het thuisadres plaatsvindt |
€ 128,45 |
f. |
Tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen sprake is van een herkeuring, zoals het geval is bij een duplicaat en het omwisselen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 27,70 |
Het tarief voor een ontheffing of een vrijstelling op grond van artikel 25 van het "Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" (ontheffing parkeerschijfzone) voor bewoners bedraagt: |
||
g. |
voor een periode van maximaal 3 maanden |
€ 18,90 |
h. |
voor een periode van maximaal 6 maanden |
€ 28,15 |
i. |
voor een periode van maximaal 12 maanden |
€ 44,30 |
j. |
voor onbepaalde tijd |
€ 66,45 |
k. |
voor de verstrekking van een duplicaat van een ontheffing |
€ 31,60 |
l. |
voor het aanbrengen van een wijziging in een ontheffing |
€ 13,55 |
Het tarief voor een ontheffing of een vrijstelling op grond van artikel 25 van het “Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990” (ontheffing parkeerschijfzone) voor bedrijven bedraagt: |
||
l. |
voor een periode van maximaal 3 maanden |
€ 50,30 |
m. |
voor een periode van maximaal 6 maanden |
€ 75,90 |
n. |
voor een periode van maximaal 12 maanden |
€ 126,30 |
o. |
voor onbepaalde tijd |
€ 188,25 |
p. |
voor de verstrekking van een duplicaat van een ontheffing |
€ 31,60 |
q. |
voor het aanbrengen van een wijziging in een ontheffing |
€ 13,55 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.22 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,85 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in hoofdstuk 1 van deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 33,20 |
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 3,35 |
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 1,10 |
2. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 2,25 |
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 4,40 |
e. |
In afwijking van het bepaalde in subonderdeel d. hiervoor bedraagt het tarief voor kopieën van stukken die de gemeente op grond van een wettelijke bepaling ter inzage moet leggen dan wel elektronisch moet bekendmaken, per kopie |
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,11 |
2. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,21 |
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 0,55 |
Artikel 1.23 Diverse vergunningen, beschikkingen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een: |
||
a. |
verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder |
€ 593,00 |
Artikel 1.24 Publicatiekosten |
||
De in hoofdstuk 1 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten van wettelijk verplichte openbare kennisgevingen, blijkende uit een begroting die terzake door af vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van deze rubriek wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van wettelijke verplichte openbare kennisgevingen aan de aanvrager ter kennis is gebracht |
||
Artikel 1.25 Inschakeling externe deskundigen |
||
De in titel 1 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkende uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van deze rubriek wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 |
Definities |
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; |
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; |
|
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten van een grondgebonden zonnepark verstaan: de kosten van constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonneparken worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations). |
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
vooroverleg, een conceptaanvraag of een principeverzoek; |
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2. 2 Voorfase
Artikel 2.4 |
Conceptaanvraag, vooroverleg of principeverzoek |
Tarief |
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning of voor een vooroverleg: |
€ 245,96 |
b. |
een principeverzoek ten aanzien van het verlenen van planologische medewerking voor een project dat niet binnen het omgevingsplan past |
€ 620,88 |
2. |
de tarieven genoemd in lid 1 worden per in te schakelen externe adviseur verhoogd met het bedrag dat de externe adviseur aan de gemeente in rekening brengt. |
|
3. |
Het bedrag bedoeld in lid 2 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2. 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, wordt het tarief bepaald op basis van de gebruiksfunctie(s) en de gebruiksoppervlakte daarvan, zoals hieronder opgenomen. Wanneer een bouwactiviteit meer dan één gebruiksfunctie kent wordt het tarief bepaald op basis van de som van de tarieven per gebruiksfunctie en daaraan gekoppelde gebruiksoppervlakte. De uitzondering hierop is de woonfunctie waar de oppervlakte wordt bepaald inclusief de nevenfuncties. |
||
Er kan naast een nieuwe gebruiksfunctie ook sprake zijn van activiteiten binnen een bestaande gebruiksfunctie. In het laatste geval wordt gerekend met de gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteiten (bijvoorbeeld interne wijzigingen) plaatsvinden ook al blijft de gebruiksfunctie in aard ongewijzigd. |
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten bedraagt het tarief naar gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 voor een: |
||
a. |
Woonfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 250 m²: |
€ 214,24 |
vermeerderd met |
€ 8,98 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
||
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 250 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 2.191,07 |
vermeerderd met |
€ 7,90 |
|
per m² boven de 250 m² gebruiksoppervlakte |
||
4. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 4.167,07 |
vermeerderd met |
€ 2,20 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
||
5. |
Tijdelijke woonunit met instandhoudingstermijn max 3 jaar |
€ 214,24 |
6. |
Tijdelijke pre-mantelzorgwoning met instandhoudingstermijn max 10 jaar |
€ 214,24 |
b. |
Bijeenkomstfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met: |
€ 8,57 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
c. |
Industriefunctie (niet-agrarisch) |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met |
€ 5,37 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 2.736,45 |
|
vermeerderd met |
€ 0,85 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
d. |
Industriefunctie (agrarisch) |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met |
€ 1,50 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
e. |
Kantoor-, onderwijs-, logies-, cel-, winkel- en gezondheidsfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met |
€ 11,98 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 5.845,22 |
|
vermeerderd met |
€ 7,18 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
f. |
Sportfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met |
€ 10,71 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 1.000 m²: |
€ 5.249,09 |
|
vermeerderd met |
€ 3,64 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
4. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 1.000 m²: |
€ 7.069,09 |
|
vermeerderd met |
€ 0,44 |
|
per m² boven de 1.000 m² gebruiksoppervlakte |
|
g. |
Overige gebruiksfuncties |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 214,24 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 214,24 |
|
vermeerderd met |
€ 0,44 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
h. |
Tarief vloer- en dakconstructies |
|
|
Als de activiteit uitsluitend bestaat uit het vernieuwen van de vloer-/dakconstructie, draagconstructie of onderdelen hiervan, wordt in afwijking van de tarieven genoemd onder a tot en met g 15% van het totale oppervlakte (gezien als bovenaanzicht) in rekening gebracht. |
15,00% |
i. |
Tarief gevelwijzigingen |
|
|
Indien de activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend geheel bestaan uit wijzigingen aan een gevel zonder uitbreiding van de gebruiksoppervlakte: |
€ 214,24 |
j. |
Bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde |
|
|
In afwijking van de hierboven bij artikel 2.5, onderdeel a t/m g genoemde tarieven, geldt voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde, een tarief van: |
0,95% |
|
van de bouwkosten |
|
|
met een minimum van |
€ 214,24 |
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, wordt het tarief bepaald op basis van de gebruiksfunctie(s) en de gebruiksoppervlakte daarvan, zoals hieronder opgenomen. Wanneer een bouwactiviteit meer dan één gebruiksfunctie kent wordt het tarief bepaald op basis van de som van de tarieven per gebruiksfunctie en daaraan gekoppelde gebruiksoppervlakte: |
|
|
Er kan naast een nieuwe gebruiksfunctie ook sprake zijn van activiteiten binnen een bestaande gebruiksfunctie. In het laatste geval wordt gerekend met de gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteiten (bijvoorbeeld interne wijzigingen) plaatsvinden ook al blijft de gebruiksfunctie in aard ongewijzigd. |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten bedraagt het tarief naar gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
a. |
Woonfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 250 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 13,48 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 250 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 3.286,61 |
|
vermeerderd met |
€ 11,86 |
|
per m² boven de 250 m² gebruiksoppervlakte |
|
4. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 6.250,61 |
|
vermeerderd met |
€ 3,30 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
5. |
Tijdelijke woonunit met instandhoudingstermijn max 3 jaar |
€ 321,36 |
6. |
Tijdelijke pre-mantelzorgwoning met instandhoudingstermijn max 10 jaar |
€ 321,36 |
b. |
Bijeenkomstfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met: |
€ 12,85 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
c. |
Industriefunctie (niet-agrarisch) |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 8,05 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 4.104,67 |
|
vermeerderd met |
€ 1,28 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
d. |
Industriefunctie (agrarisch) |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 2,24 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
e. |
Kantoor-, onderwijs-, logies-, cel-, winkel- en gezondheidsfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 17,97 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m²: |
€ 8.767,82 |
|
vermeerderd met |
€ 10,76 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
f. |
Sportfunctie |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 500 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 16,07 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
3. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 500 m² doch kleiner dan of gelijk is aan 1.000 m²: |
€ 7.873,63 |
|
vermeerderd met |
€ 5,46 |
|
per m² boven de 500 m² gebruiksoppervlakte |
|
4. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 1.000 m²: |
€ 10.603,63 |
|
vermeerderd met |
€ 0,65 |
|
per m² boven de 1.000 m² gebruiksoppervlakte |
|
g. |
Overige gebruiksfuncties |
|
1. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde kleiner is dan of gelijk is aan 30 m²: |
€ 321,36 |
2. |
Indien de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30 m²: |
€ 321,36 |
|
vermeerderd met |
€ 0,65 |
|
per m² boven de 30 m² gebruiksoppervlakte |
|
h. |
Tarief vloer- en dakconstructies |
|
|
Als de activiteit uitsluitend bestaat uit het vernieuwen van de vloer-/dakconstructie, draagconstructie of onderdelen hiervan, wordt in afwijking van de tarieven genoemd onder a tot en met g 15% van het totale oppervlakte (gezien als bovenaanzicht) in rekening gebracht. |
|
i. |
Tarief gevelwijzigingen |
|
|
Indien de activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend geheel bestaan uit wijzigingen aan een gevel zonder uitbreiding van de gebruiksoppervlakte |
€ 321,36 |
j. |
Bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde |
|
1. |
In afwijking van de hierboven bij artikel 2.6, lid 1, onderdeel a t/m g genoemde tarieven, geldt voor het in behandeling nemen van een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een bouwactiviteit voor een bouwwerk geen gebouw zijnde, een tarief van: |
1,42% |
|
van de bouwkosten |
|
|
met een minimum van |
€ 321,36 |
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit uitsluitend bestaande uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 2.100,00 |
3. |
De tarieven genoemd onder het eerste en tweede lid worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt: |
|
a. |
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 3.933,70 |
b. |
Als sprake is van een beoordeling aan de in het omgevingsplan opgenomen regels zoals bedoeld in artikel 22.280 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan: |
€ 330,00 |
c. |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
€ 612,20 |
d. |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a: |
€ 10.500,00 |
e. |
de tarieven vermeld onder c en d worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen. |
|
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 195,90 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 560,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Land van Cuijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 264,98 |
|
2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 264,98 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 560,00 |
|
2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 560,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 560,00 |
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Land van Cuijk is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 264,98 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 264,98 |
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 264,98 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 560,00 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 420,00 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
€ 3.100,00 |
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
€ 3.100,00 |
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
€ 3.100,00 |
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
€ 3.100,00 |
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
€ 3.100,00 |
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
€ 3.100,00 |
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
€ 3.100,00 |
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
€ 3.100,00 |
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
€ 3.100,00 |
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
€ 3.100,00 |
k. |
voor de activiteit lozen in riool (vangnetvergunning): |
€ 3.100,00 |
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
€ 3.100,00 |
Artikel 2.13 |
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.425,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 6.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 8.100,00 |
Artikel 2.14 |
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.425,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 6.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 8.100,00 |
Artikel 2.15 |
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.425,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 6.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 8.100,00 |
Artikel 2.16 |
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.425,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 6.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 8.100,00 |
Artikel 2.17 |
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.425,00 |
Artikel 2.18 |
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.425,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 6.025,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 8.100,00 |
Artikel 2.19 |
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.425,00 |
Artikel 2.20 |
Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 500,00 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 500,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 280,00 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 280,00 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 280,00 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 280,00 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 1.680,00 |
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: |
|
|
a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, |
|
|
b. indrijven van voorwerpen, |
|
|
c. ophogen van de grond, of |
|
|
d. verharden van de grond, |
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 280,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 280,00 |
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 280,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 600,00 |
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 208,78 |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 136,03 |
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 280,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 280,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 79,30 |
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 133,80 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 203,42 |
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 600,00 |
Artikel 2.32 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 560,00 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 560,00 |
2. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.120,00 |
3. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 840,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.33 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 280,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 280,00 |
Artikel 2.34 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.150,00 |
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 2.150,00 |
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
€ 2.150,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit |
€ 2.150,00 |
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 2.150,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.36 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.120,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 1.120,00 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.150,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 1.120,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.37 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
tenzij de wijziging een, naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project betreft, in welk geval het tarief bedraagt: |
€ 153,30 |
Artikel 2.38 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 560,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.39 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten, tenzij artikel 2.50 van toepassing is: |
€ 975,60 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor alle overige activiteiten, tenzij artikel 2.50 van toepassing is: |
€ 140,00 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
a. |
als het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is: |
€ 5.600,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 10.500,00 |
2. |
de tarieven vermeld onder het eerste lid worden niet in rekening gebracht als op andere wijze kostenverhaal is overeengekomen. |
|
Artikel 2.41 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 560,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.42 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
35% |
|
met een maximum verhoging van: |
€ 2.500,00 |
Artikel 2.43 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 3.500,00 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.120,00 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1.120,00 |
d. |
de tarieven vermeld onder b en c worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen. |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag of verleende vergunning een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 160,20 |
b. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 560,00 |
c. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 280,00 |
d. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 560,00 |
e. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 9.756,00 |
f. |
voor archeologisch bureau-onderzoek of booronderzoek |
€ 461,35 |
g. |
voor gecombineerd archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek |
€ 494,35 |
h. |
voor PvE proefsleuvenonderzoek, opgraving of fysieke bescherming |
€ 527,35 |
Artikel 2.45 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
per advies van de gemeenteraad: |
€ 840,00 |
b. |
per advies van de agrarische commissie: |
€ 860,00 |
|
en indien voor het uitbrengen van dit advies door de agrarische commissie een bedrijfsbezoek moet worden afgelegd, per bedrijfsbezoek vermeerderd met: |
€ 95,00 |
c. |
per advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld: |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.46 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.47 |
Vermindering na voorfase |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.40, is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptaanvraag, vooroverleg of principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning, of de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de op grond van paragraaf 2.2 geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan gedaan: |
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de conceptaanvraag, het vooroverleg of het principeverzoek betrekking had; |
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg, de conceptaanvraag of het principeverzoek; en |
|
|
c. binnen 12 maanden na het laatste vooroverleg of, als de voorfase volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.48 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.49 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges op grond van de artikelen . De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.50 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.51 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.52 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.53 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, lid 1,van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) |
€ 276,80 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 2:28, lid 16 van de APV voor het wijzigen van de lokaliteiten/terrassen op de vergunning |
€ 132,85 |
c. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel leidinggevenden als bedoeld in artikel 2:28, lid 14 van de APV |
€ 55,35 |
d. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vierde lid, van de APV: |
€ 49,80 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een reguliere vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 553,60 |
b. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet aan een para-commerciële rechtspersoon |
€ 265,75 |
c. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ 55,35 |
d. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet voor het wijzigen van de lokaliteiten/terrassen op de vergunning |
€ 166,05 |
e. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel leidinggevenden als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 99,65 |
f. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 55,35 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV: |
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 575,75 |
b. |
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 808,30 |
c. |
voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 808,30 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.4 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
||
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 188,25 |
b. |
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 188,25 |
c. |
voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 188,25 |
Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.5 Organiseren evenement/markt |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de APV (evenementenvergunning), als het betreft: |
||
a. |
een C-evenement: evenement met een hoger risico, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of schadelijk gevolgen te beperken. |
€ 1.384,00 |
b. |
een B-evenement: evenement met verhoogde aandacht, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken. |
€ 830,45 |
c. |
een A-evenement: laag risico-evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken. |
€ 276,80 |
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Artikel 3.6 Venten |
||
Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:15, lid 2, van de APV: |
||
a. |
tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende één dag |
€ 16,60 |
b. |
tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een maand |
€ 132,85 |
c. |
tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een half jaar |
€ 199,30 |
d. |
tot het in de gemeente venten of verkopen gedurende een jaar |
€ 398,60 |
Artikel 3.7 Standplaatsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 lid 1 van de APV: |
||
a. |
voor het innemen of hebben van een standplaats ter uitoefening van de handel op of aan de weg dan wel op een vanaf de weg onmiddellijk bereikbare plaats (zogenaamde standplaatsvergunning) per standplaats voor elke dag waarvoor de vergunning geldt |
€ 16,60 |
b. |
voor een maand |
€ 132,85 |
c. |
voor een half jaar |
€ 199,30 |
d. |
voor een jaar |
€ 398,60 |
e. |
voor een verzorgingspost tijdens de Vierdaagsevrijdag |
€ 16,60 |
f. |
voor een commerciële standplaats/uitstalling op de weg tijdens de Vierdaagsevrijdag |
€ 88,60 |
g. |
Voor het nachtelijk afmeren in de passantenhaven tijdens de Vierdaagseweek per vaartuig per nacht |
€ 16,60 |
Paragraaf 3.5 Diversen
Artikel 3.8 Kinderopvang |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: |
|||
a. |
voor een buitenschoolse opvang (BSO), een kinderdagverblijf (KDV) of een peuterspeelzaal (PSZ) |
€ 1.051,35 |
|
b. |
voor een gastouderbureau (GOB) |
€ 874,00 |
|
c. |
voor een gastouderopvang (GO) worden geen leges geheven |
€ 0,00 |
|
Artikel 3.9 Constructies, borden of andere voorwerpen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV |
|||
a. |
voor het aanbrengen van constructies, borden of andere voorwerpen bestemd of gebruikt tot commerciële reclame voor elke dag en per 10 constructies, borden of andere voorwerpen waarvoor de vergunning wordt gevraagd |
€ 6,60 |
|
b. |
voor het aanbrengen van constructies, borden of andere voorwerpen bestemd of gebruikt tot niet-commerciële reclame voor elke dag en per 10 constructies borden of andere voorwerpen waarvoor de vergunning wordt gevraagd |
€ 1,65 |
|
c. |
voor de ingebruikneming van een weg ten behoeve van een terras behorende tot een openbare inrichting of behorende tot meerdere openbare inrichtingen |
€ 88,55 |
|
d. |
voor het plaatsen van bouwketen, containers en/of steigers |
€ 49,80 |
|
Artikel 3.10 Afgezette openbare plaatsen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1, lid 4 van de APV (afgezette openbare plaatsen) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3.11 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:6, lid 4 van de APV (verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3:12 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:60, lid 2 van de APV (houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3.13 Verkoopregister |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vrijstelling van het verkoopregister als bedoeld in artikel 2:67 van de APV |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:14 Vuurwerk aanwezig hebben en verkopen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72, lid 1 van de APV (vuurwerk aanwezig hebben en verkopen) |
€ 276,80 |
||
Artikel 3:15 Carbidschieten |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a, lid 4 van de APV (carbidschieten) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:16 Exploitatie risicobranches |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:80, lid 2 van de APV (exploitatie risicobranches) |
€ 276,80 |
||
b. tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:80, lid 12 van de APV (exploitatie risicobranches) |
€ 132,85 |
||
Artikel 3:17 Overige geluidhinder |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, lid 2 van de APV (overige geluidhinder) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, lid 3 van de APV (recr. nachtverblijf buiten kampeerterreinen) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3:19 overnachten op of aan de weg |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:20, lid 2 van de APV (overnachten op of aan de weg) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3:20 Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:2, lid 4 van de APV (parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.) |
€ 99,65 |
||
Artikel 3:21 Te koop aanbieden van voertuigen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:3, lid 2 van de APV (te koop aanbieden van voertuigen) |
€ 99,65 |
||
Artikel 3:22 Parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:6, lid 2 van de APV (parkeren kampeermiddelen e.a. voertuigen) |
€ 33,20 |
||
Artikel 3.23 Reclamevoertuigen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de APV (parkeren reclamevoertuigen) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:24 Parkeren grote voertuigen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, lid 5 van de APV (parkeren grote voertuigen) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:25 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:11, lid 3 van de APV (aantasting groenvoorz. door voertuigen) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:26 Beperking verkeer in natuurgebieden |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:33, lid 5 van de APV (beperking verkeer in natuurgebieden) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:27 Stookverbod |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34, lid 3 van de APV (stookverbod) |
€ 49,80 |
||
Artikel 3:28 Asverstrooiing |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:36, lid 3 van de APV (asverstrooiing) |
€ 16,60 |
||
Artikel 3:29 Inrijden voetgangerszone |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. om een ontheffing voor onbepaalde tijd voor het inrijden van een voetgangerszone |
€ 66,45 |
||
b. om een incidentele ontheffing voor het inrijden van een voetgangerszone |
€ 18,80 |
||
c. voor het wijzigen van een eerder afgegeven ontheffing |
€ 13,25 |
||
Artikel 3:30 Zondagswet |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3, lid 3 of artikel 4, lid 3 van de Zondagswet (verwekken geruchten/houden vermakelijkheden in strijd met Zondagswet) |
€ 33,20 |
Artikel 3:31 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap: |
|
a. voor een verhuurvergunning woonruimte: |
€ 250,00 |
b. voor een verhuurvergunning verblijfsruimte: |
€ 250,00 |
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.32 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 33,20 |
Behorende bij raadsbesluit d.d. 14 december 2023
Mij bekend,
De griffier,
Richard van der Weegen
Disclaimer:
Deze verordening is opgemaakt 24 oktober 2023 op basis van het uitgangspunt dat op 1 januari 2024 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking treedt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl