Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707594
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707594/1
Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn 2024Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Utrecht (Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn 2024)
Burgemeester en wethouders van de Baarn;
Overwegende dat:
- 1.
dit mandaatbesluit van toepassing is op de door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht verleende mandaten;
- 2.
het algemeen bestuur en de directeur van de RUD Utrecht hebben ingestemd met mandaatverlening door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht aan de RUD Utrecht;
Gelet op:
- 1.
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
- 2.
de Gemeentewet;
- 3.
de Provinciewet;
- 4.
artikel 2 lid 3, artikel 18 en artikel 19 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht;
Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn 2024
Artikel 1 Definities
De in artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht opgenomen definities zijn van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder
- 1.
directeur: de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Utrecht, bedoeld in artikel 27 van de regeling;
- 2.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn;
- 3.
dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in artikel 19, tweede lid van de regeling;
- 4.
regeling: gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht;
Artikel 2 Mandaat en ondermandaat
- 1.
Het college verleent aan de directeur mandaat voor het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen welke nodig zijn ter uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst en aanvullende opdrachten welke tussen de gemeente Baarn en de RUD Utrecht gesloten is.
- 2.
Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot besluiten tot de intrekking van een vergunning overeenkomstig artikel 18.10 Omgevingswet.
- 3.
Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
- 4.
De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, in ondermandaat opdragen aan personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn.
Artikel 3 Voorschriften
- 1.
Bij de uitoefening van een mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en het college betrokken dan wel, indien dat in een van de genoemde regels is bepaald, in acht genomen, conform de algemene en specifieke instructies en financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.
- 2.
Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college toe.
- 3.
Het college zorgt ervoor dat de directeur over de informatie beschikt die noodzakelijk is conform het eerste lid. De directeur zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in de eerste volzin.
- 4.
Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Regionale uitvoeringsdienst uitvoert.
- 5.
De directeur treedt in overleg met het college indien hij het noodzakelijk acht af te wijken van de kaders of beleid, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4 Informatieplicht
- 1.
De directeur informeert het college periodiek over ingekomen aanvragen en verzoekschriften en over de resultaten van de controles van de Regionale uitvoeringsdienst, die betrekking hebbenop gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in artikel 2.
- 2.
Het college maakt binnen tien dagen na ontvangst van informatie, bedoeld in het eerste lid, kenbaar of nader overleg gewenst is.
- 3.
Onverminderd het eerste lid informeert een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend het college schriftelijk bij de toepassing van de procedures, bedoeld in afdeling 3.4, artikel 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 4.
Onverminderd het eerste en derde lid heeft een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend een voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indiende uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de gemeenteraad of de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken. In de gevallen, bedoeld in de vorige volzin, verschaft de directeur de benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, uit te oefenen.
- 5.
De directeur en het college overleggen regelmatig over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de bij of krachtens dit besluit in mandaat te nemen dan wel genomen besluiten.
- 6.
Periodiek wordt door de directeur in samenspraak met de colleges en gedeputeerde staten de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd waarover aan het dagelijkse bestuur wordt gerapporteerd.
Artikel 5 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:
- 1.
volmacht om in naam van het college privaatrechtelijke handelingen te verrichten, en
- 2.
machtiging om in naam van het college handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 6 Verslaglegging
De directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten via de reguliere planningscyclus en control cyclus, een en ander in overleg met de mandaatgevers. De verslaglegging wordt ter kennisneming het ter zake bevoegd bestuursorgaan wordt gezonden.
Artikel 7 Ondertekening
- 1.
De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens de mandaatgever.
De stukken in mandaat genomen worden door de RUD Utrecht als volgt ondertekend:
…[naam]… Directeur (interim) RUD Utrecht
Namens burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn,
2. Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het hiervoor bepaalde ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de directeur, wordt geplaatst.
Artikel 9 Intrekking
Het Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn van 12 december 2017 wordt ingetrokken.
Artikel 10 Bekendmaking en inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 11 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit RUD Utrecht gemeente Baarn 2024”
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn op d.d. 12 december 2023
drs. C.E. Creveld gemeentesecretaris, M.A. Röell burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl