Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 13-02-2024 t/m 08-07-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Gouda;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023 nummer 7345;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit tot vaststelling van:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden direct na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending, binnen één maand na de dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (verstrekking volgens artikel 17 lid 2 Besluit basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2023’ van 21 december 2022, ‘legesverordening 2023 eerste wijziging’ van 12 april 2023 en ‘legesverordening tweede wijziging’ van 6 juni 2023 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2024.

De raad der gemeente voornoemd,

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Bijlage 1 Tarieventabel leges 2024 Gemeente Gouda

Aanduiding

Tekst

Tarief

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

2024

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

 

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de raadszaal van het Huis van de Stad op:

 

a.

vrijdag van 13.30 tot 15.30 uur:

€ 484,80

 

Het tarief bedraagt voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stad (maximaal 10 personen) op:

 

b.

maandag van 10.00 tot 16.30 uur; of dinsdag van 09.15 tot 16.30 uur; of woensdag van 09.15 tot 16.30 uur; of donderdag van 09.15 tot 16.30 uur, of vrijdag van 09.15 tot 16.30 uur:

€ 307,10

c.

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stad ingevolge artikel 4 wet Rechten Burgerlijke Stand op maandag om 09.15 uur of op maandag om 9.30 uur

gratis

d.

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een als “huis der gemeente” aangewezen locatie van maandag tot en met zaterdag:

€ 307,10

e.

Het tarief onder d. wordt bij een huwelijk/geregistreerd partnerschap of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een Algemeen erkende feestdag (niet mogelijk op 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag) verhoogd met:

€ 188,75

 

 

 

1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk zonder ceremonie

 

 

Indien bij het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk wordt gekozen om dit zonder ceremonie te doen dan bedraagt het tarief:

€ 67,20

 

 

 

1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 167,90

 

 

 

1.4

Gereserveerd

 

 

 

 

1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 201,60

b,

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 268,65

 

 

 

1.6

Gereserveerd

 

 

 

 

1.7

Annuleren of wijzigen datum

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 4 weken voorafgaand aan die gereserveerde datum of voor het niet verschijnen op de gereserveerde datum:

 

a.

voor een huwelijkvoltrekking/partnerschapsregistratie of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zoals bedoeld in artikel 1.1 onderdeel a, b, d en e en artikel 1.3: 

€ 134,20

b.

voor een huwelijkvoltrekking/partnerschapsregistratie of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zoals bedoeld in artikel 1.1 onderdeel c en artikel 1.2: 

€ 67,20

 

 

 

1.8

Overige burgerlijke stand

 

1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouw- of partnerschapsboekje in een kunstleer uitvoering

€ 30,60

b.

een trouw- of partnerschapsboekje in een leren uitvoering

€ 48,30

2

Het tarief bedraagt voor het

 

a.

kalligraferen van een trouw- of partnerschapsboekje

€ 19,80

b.

kalligraferen van kindgegevens in een trouw- of partnerschapsboekje

€ 6,45

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot

 

a.

aanwijzing van een tijdelijke locatie als “huis der gemeente”

€ 205,45

b.

aanwijzing van een vaste locatie als “huis der gemeente”

€ 322,85

 

 

 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

gereserveerd

 

c.

gereserveerd

 

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

 

 

 

1.10

Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

 

 

 

1.11

Versnelde uitreiking

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

 

 

 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

1.12

Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

 

 

 

1.13

Spoedlevering

 

1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

 

 

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

1.14

Definities

 

1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

 

 

 

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag aan de balie tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 16,60

b.

een aanvraag via DigiD tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 14,10

c.

een digitale aanvraag zonder DigiD en een schriftelijke aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 20,60

d.

een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200)

€ 16,60

 

 

 

1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 27,15

 

 

 

1.17

Verstrekking volgens artikel 17 lid 2 Besluit basisregistratie personen

 

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

gratis

 

 

 

 

 

 

1.18

gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.5

Gereserveerd

 

1.19

Gereserveerd

 

 

 

 

1.20

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

1.21

Gereserveerd

 

 

 

 

1.22

Gereserveerd

 

 

 

 

1.23

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

1.24

gereserveerd

 

 

 

 

1.25

Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 17,45

c.

om een verlof voor het uitstellen van de termijn voor de uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 17,45

 

 

 

Paragraaf 1.8

gereserveerd

 

1.26

gereserveerd

 

 

 

 

1.27

Gereserveerd

 

 

 

 

1.28

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

1.29

Huisvestingswet 2014

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 lid 1 onder a en b van de Huisvestingsverordening Gouda 2023:

€ 64,95

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 7 lid 2 van de Huisvestingsverordening Gouda 2023:

€ 86,55

3.

Conform artikel 9 van de uitvoeringsovereenkomst met de woningcorporaties worden voor de volgende urgentieaanvragen geen leges in rekening gebracht: 

 

a.

• urgentie op grond van artikel 9 categorie A Huisvestingsverordening Gouda 2023 (gemeentelijke taakstelling huisvesting statushouders);

 

b.

• urgentie op grond van artikel 9 categorie C Huisvestingsverordening Gouda 2023 (mantelzorgurgentie);

 

c.

• urgentie op grond van artikel 9 categorie D Huisvestingsverordening Gouda 2023 indien deze medische urgentie is gebaseerd op een verhuiskostenvergoeding WMO;

 

d.

• urgentie op grond van artikel 9 categorie G Huisvestingsverordening Gouda 2023 (woonkostentoeslag /bijzondere bijstand met verhuisplicht);

 

e.

• urgentie op grond van artikel 9 categorie N Huisvestingsverordening Gouda 2023 (stadsvernieuwings- en herstructureringsurgenten);

 

 

 

 

1.30

Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: 

€ 49,95

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 49,95

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

 

 

 

1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,

 

1

voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar,

 

1

voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

2

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

e.

De subonderdelen 1.31.1.a en 1.31.1.b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

f.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 9,35

 

 

 

1.32

Telecommunicatiewet

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek/aanvraag om:

 

1

een omgevingsvergunning leidingen/instemmingsbesluit voor kabels en leidingen als bedoeld in artikel 3.67 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 293,75

 

 

 

1.33

Wegenverkeerswetgeving

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

het verstrekken, aanpassen c.q. vervangen van een ontheffing als genoemd in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, waarbij de aanvraag meer dan 10 werkdagen vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend

€ 25,25

b.

Indien de onder 1.33 a. genoemde aanvraag 10 werkdagen of minder vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend en op de aanvraag vóór de beoogde aanvangsdatum is besloten, wordt het tarief als vermeld onder 1.33 a.verhoogd met

€ 25,25

c.

Indien de onder 1.33 a. genoemde aanvraag betrekking heeft op een huwelijk of evenement en er meer dan 1 ontheffing wordt aangevraagd, wordt het tarief als vermeld onder 1.33 a. voor elke extra ontheffing verhoogd met: 

€ 3,05

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij geen medisch advies noodzakelijk is

€ 38,10

e.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij medisch advies noodzakelijk is

€ 220,45

f.

verstrekking van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 38,10

 

 

 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 17,45

b.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1

per bladzijde A4 formaat of kleiner (zwart-wit):

€ 0,05

2

Per bladzijde A4 of kleiner formaat (kleur):

€ 0,20

3

Per bladzijde A3 formaat (zwart-wit):

€ 0,10

4

Per bladzijde A3 formaat (kleur):

€ 0,40

5

Per vel A2 formaat

€ 2,10

6

Per vel A1 formaat

€ 2,90

7

Per vel A0 formaat

€ 4,30

8

De tarieven genoemd in artikel 1.34 lid b onderdeel 5, 6 en 7. kunnen worden vermeerderd met de kosten van de drukkerij. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die is opgesteld.

 

9

Als een begroting als bedoeld in onderdeel 8 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag is ingetrokken.

 

c.

Indien het bedrag aan leges op basis van de tarieven in artikel 1.34 lid b lager is dan:

€ 9,35

 

dan vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen leges aangemerkt als één bedrag.

 

 

 

 

1.35

Diverse beschikkingen, bewijzen of registraties

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.

om een beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 9,35

2.

om een vergunning tot het houden van een openbare inzameling van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:7, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda:

€ 9,35

3.

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, met een geldigheidsduur langer dan één dag, wanneer het sluitingsuur is verlengd tot half twee ‘s nachts

€ 114,65

4.

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 , met een geldigheidsduur langer dan één dag, wanneer het sluitingsuur in relatie tot het Convenant Veilig Uitgaan vrij is

€ 143,40

5.

om een ontheffing tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, met een geldigheidsduur van één dag

€ 9,35

6.

om een ventvergunning, als bedoeld in artikel 5:8, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda, 2020 bij een geldigheidsduur van:

 

a.

een dag

€ 4,00

b.

een week

€ 9,35

c.

een maand

€ 15,00

d.

een kwartaal

€ 22,25

e.

een half jaar

€ 36,80

f.

een jaar

€ 45,20

7.

tot het verstrekken van een vergunningsbewijs ingevolge de wet Autovervoer Personen

€ 9,35

8.

om een (huis)aansluiting op het riool als bedoeld in artikel 4 van de Aansluitverordening riolering Gouda 2015

€ 136,45

9.

om een ontheffing voor de route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 34,10

10.

tot inschrijving in het register voor standplaatszoekenden als bedoeld in artikel 2 van de Beleidsregels toewijzen huurstandplaatsen woonwagens Gouda 2022

€ 25,60

 

 

 

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

6.

sloopkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

 

 

 

 

 

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

 

 

2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het beoordelen van een vooroverleg, bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief al dan niet aan de intaketafel (vooroverleg exclusief toets omgevingskwaliteit) in verband met het verstrekken van een indicatie of een voorgenomen groot project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is:

€ 613,80

b.

tot het bespreken op de omgevingstafel met diverse vakdisciplines om te komen tot verdere ruimtelijke randvoorwaarden naar aanleiding van een ingediend vooroverleg

€ 2.691,05

c.

tot het opstellen van een intentieovereenkomst voor een te doorlopen ruimtelijke procedure in het kader van de Omgevingswet

€ 2.764,25

d.

tot het laten plaatsvinden van vooroverleg toets omgevingskwaliteit in verband met het verstrekken van een indicatie of een voorgenomen project op gronden van welstand aanvaardbaar is

€ 381,60

 

 

 

Pargraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

bij bouwkosten van:

 

a.

€ 0,00 tot € 1.000.000,00

0,69%

 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 61,35

b.

€ 1.000.000,00 tot € 5.000.000,00

€ 6.900,00

 

vermeerderd met 0,58% van de bouwkosten > € 1.000.000,00

 

c.

€ 5.000.000,00 tot € 10.000.000,00

€ 30.200,00

 

vermeerderd met 0,54% van de bouwkosten > € 5.000.000,00

 

d.

€ 10.000.000,00 tot € 20.000.000,00

€ 57.600,00

 

vermeerderd met: 0,49 % van de bouwkosten > € 10.000.000,00

 

e.

€ 20.000.000,00 en hoger

€ 107.400,00

 

vermeerderd met 0,43% van de bouwkosten > € 20.000.000,00

 

 

 

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

bij bouwkosten van:

 

a.

€ 0,00 tot € 1.000.000,00

2,79%

 

over de bouwkosten met een minimum van:

€ 245,50

b.

€ 1.000.000,00 tot € 5.000.000,00

€ 27.900,00

 

vermeerderd met 2,32% van de bouwkosten > € 1.000.000,00

 

c.

€ 5.000.000,00 tot € 10.000.000,00

€ 120.800,00

 

vermeerderd met 2,19% van de bouwkosten > € 5.000.000,00

 

d.

€ 10.000.000,00 tot € 20.000.000,00

€ 230.600,00

 

vermeerderd met: 1,99 % van de bouwkosten > € 10.000.000,00

 

e.

€ 20.000.000,00 en hoger

€ 429.900,00

 

vermeerderd met 1,75% van de bouwkosten > € 20.000.000,00

 

2.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 573,25

3.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 689,95

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 689,95

c.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kruimel) volgens de definitie van bijlage 1:

€ 689,95

d.

Voor buitenplanse activiteiten niet vallend onder lid c. :

0,60%

 

van de bouwkosten

 

 

met een minimum van

€ 1.971,35

 

en een maximum van

€ 13.142,40

 

 

 

2.7

Omgevingsplanactiviteit: Slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bij sloopkosten van;

 

a.

0,00 - < € 10.000,00

€ 66,05

b.

≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00:

€ 66,05

 

vermeerderd met

6,21‰

 

van de sloopkosten > € 10.000,00

 

c.

≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00:

€ 169,75

 

vermeerderd met

2,02‰

 

van de sloopkosten > € 25.000,00

 

d.

≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00:

€ 338,70

 

vermeerderd met

1,07‰

 

van de sloopkosten > € 100.000,00

 

e.

≥ € 300.000,00 :

€ 577,05

 

vermeerderd met

0,23‰

 

van de sloopkosten > € 300.000,00

 

 

 

 

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, of de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 361,40

b.

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 722,90

2.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in het eerste lid een duurzaamheidsmaatregel, die voldoet aan de criteria van de Regeling Erfgoed en Duurzaamheid 2020, betreft, bedraagt het tarief, in afwijking van de bedragen genoemd in 1 a en 1 b:

 

a.

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 180,70

b.

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 361,40

3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in het eerste lid het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument betreft bedraagt het tarief:

 

a.

indien de sloopkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 361,40

b.

indien de sloopkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 722,90

4

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beeldbepalend pand of structuur dan wel het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beeldbepalend pand of structuur op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedoeld in artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouw- of sloopkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 361,40

b.

indien de bouw- of sloopkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 722,90

 

 

 

5

Het gestelde in de leden 1 t/m 4 is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de verordening fysieke leefomgeving Gouda is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

-

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

-

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

 

 

2.9

Gereserveerd

 

 

 

 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 487,50

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

 

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 487,50

 

 

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.309

 

 

 

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.309,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit

€ 2.316,30

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:  

€ 1.985,40

 

 

 

2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.309,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit

€ 2.316,30

c.  

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:  

€ 1.985,40

 

 

 

2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.309,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit

€ 2.316,30

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:  

€ 1.985,40

 

 

 

2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.309,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit

€ 2.316,30

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:  

€ 1.985,40

 

 

 

2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.309,00

 

 

 

2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.309,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit

€ 2.316,30

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:  

€ 1.985,40

 

 

 

2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.309,00

 

 

 

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

 

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.309,00

 

 

 

2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.309,00

 

 

 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 195,05

 

 

 

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

 

 

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

 

 

b. indrijven van voorwerpen,

 

 

c. ophogen van de grond, of

 

 

d. verharden van de grond,

 

 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

 

 

 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 882,70

 

 

 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 216,90

 

 

 

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2.37 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 328,45

 

 

 

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 195,05

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

 

 

 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

2.29

Gereserveerd

 

 

 

 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3.96 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een kapvergunning per vergunning

€ 85,45

b.

vermeerderd met per boom.

€ 6,55

c.

Het maximumtarief voor een kapvergunning bedraagt

€ 138,00

 

 

 

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 3.40, eerste lid, van de Verordenibg fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 197,15

b.

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 197,15

2.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in het eerste lid wordt ontvangen op het moment dat de werkzaamheden reeds zijn aangevangen of al hebben plaatsgevonden, bedraagt het tarief:

€ 262,75

 

 

 

2.32

Gereserveerd

 

 

 

 

2.33

Gereserveerd

 

 

 

 

2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

1.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel 2, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 195,05

2.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 195,05

c.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 195,05

3

een omgevingsvergunning tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.32 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 21,45

4

voor het aanwijzen van een dag waarop incidentele festiviteiten mogen worden gehouden als bedoeld in artikel 3.36 van de Verordening fysieke leefomgeving, aldaar omschreven geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 3.31 van de Verordening fysieke leefomgeving niet van toepassing zijn

€ 21,45

5

voor een ontheffing tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.33 tot en met 3.35 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 21,45

6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een omgevingsvergunning standplaats als bedoeld in artikel 3.43 van de Verordening fysieke leefomgeving voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten, die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 119,20

b.

verlenging van een omgevingsvergunning standplaats als bedoeld in artikel 3.43 van de Verordening fysieke leefomgeving voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 81,60

c.

een tijdelijke omgevingsvergunning standplaats, als bedoeld in artikel 3.43, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 14,60

d.

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.84, lid 1 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 321,50

e.

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld artikel 3.84, lid 2 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 37,35

f.

een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.86 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 109,65

g.

een wijziging van een omgevingsvergunning ligplaats als bedoeld in artikel 3.87 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 160,75

7.

een vergunning voor het in gebruik nemen van openbare grond zoals bedoeld in artikel 3.25 van de Verordening fysieke leefomgeving:

 

a.

in het geval van een bouwplaatsinrichting

€ 147,15

b.

in het geval van een uitstalling

€ 9,35

c.

in overige gevallen

€ 25,25

8.

een omgevingsvergunning groenvoorzieningen zoals bedoeld in artikel 3.38 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 25,25

9.

een omgevingsvergunning recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen zoals bedoeld in artikel 3.42 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 25,25

10.

een omgevingsvergunning marktstandplaats zoals bedoeld in artikel 3.59 van de Verordening fysieke leefomgeving:

gratis

11.

een omgevingsvergunning deelvervoer (deelscooters, deelfietsen) zoals als bedoeld in artikel 3.26a van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 1.517,90

12.

een omgevingsvergunning leidingen/instemmingsbesluit voor kabels en leidingen als bedoeld in artikel 3.67 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 293,75

 

 

 

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

 

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

a.

per maatwerkvoorschrift:

€ 2.206,80

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 2.206,80

 

 

 

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.206,80

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 1.544,20

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: 

€ 1.323,60

2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.206,80

 

 

 

2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.206,80

 

 

 

Paragraaf 2.10

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,30

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,30

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,30

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 110,30

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 124,10

 

 

 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning of een verzoek tot revisie van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project.

€ 124,10

 

Indien het oorspronkelijke legestarief lager is dan het tarief van lid 1, geldt het lagere bedrag.

 

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning die niet valt onder lid 1. is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 124,10

 

 

 

2.42

Gereserveerd

 

 

 

 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 65,65

 

Indien het oorspronkelijke legestarief lager is dan het tarief van lid 1, geldt het lagere bedrag.

 

 

 

 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

 

 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, zonder dat sprake is van andere activiteiten: 

€ 13.500,00

 

 

 

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 204,60

 

 

 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 

met een maximum van:

€ 10.000,00

 

 

 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 726,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 726,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 726,00

 

 

 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

het beoordelen van een rapport archeologisch bureauonderzoek

€ 266,65

b.

het beoordelen van een rapport archeologisch booronderzoek

€ 400,10

c.

het beoordelen van een rapport opgraving

€ 1.066,95

d.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 882,70

e.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 882,70

f.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 551,70

g.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.758,50

h.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 525,70

 

 

 

2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 120,75

2.

voor een advies van de gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit dat betrekking heeft op omgevingskwaliteit, redelijke eisen van welstand, erfgoed etc., als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet bedraagt het tarief:

 

 

bij een bedrag aan bouwkosten van:

 

a.

€ 0,00 - < € 10.000,00

€ 59,05

b.

≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00:

€ 59,05

 

vermeerderd met

13,75‰

 

van de bouwkosten > € 10.000,00

 

c.

≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00:

€ 265,30

 

vermeerderd met

5,70‰

 

van de bouwkosten > € 25.000,00

 

d.

≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00:

€ 695,40

 

vermeerderd met

2,30‰

 

van de bouwkosten > € 100.000,00

 

e.

≥ € 300.000,00 :

€ 1.156,25

 

vermeerderd met

0,46‰

 

van de bouwkosten > € 300.000,00

 

3.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen 1 en 2 van dit artikel, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel 3, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

4.

Extra toets omgevingskwaliteit

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.50.2 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe toets omgevingskwaliteit noodzakelijk is:

 

a.

€ 0,00 - < € 10.000,00

€ 65,65

b.

≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00

€ 65,65

c.

≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00

€ 302,25

d.

≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00

€ 795,20

e.

≥ € 300.000,00

€ 1.320,80

 

 

 

2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

ls de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het vierde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

ls de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdelen b, c. en d. en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdelen b, c. en d. en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, en betreft het monumenten, bestaat onder de in het vierde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

3.

ls de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdelen b, c. en d. en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdelen b, c. en d. en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het vierde lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

50%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

4.

Voor de toepassing van de leden 1 t/m 3 wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving

 

 

 

 

2.53

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges tot een te betalen bedrag van:

€ 155,95

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Verschuldigde leges lager dan:

€ 155,95

 

worden niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges tot een te betalen bedrag van:

€ 155,95

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Verschuldigde leges lager dan:

€ 155,95

 

worden niet teruggegeven.

 

 

 

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag:

70%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag:

60%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

c.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoelt in paragrafen 2.3 tot en met 2.12 gelijktijdig wordt ingetrokken/omgezet naar een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een bouwinitiatief of ruimtelijk initiatief als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, bedraagt de teruggaaf

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

70%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

65%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

60%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

 

2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan:

€ 177,30

 

wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

3.1

Exploitatie openbare inrichting

 

a.

een aanvraag om een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:9 , eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 524,55

b.

Een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 2:9, zesde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 70,95

c.

Een aanvraag om een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:9, negende lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 jo 3.25 van de verordening fysieke leefomgeving:

€ 25,85

 

 

 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet:

€ 297,55

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 9,35

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 70,95

d.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 70,95

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Alcoholwet, ten behoeve van het verstrekken van zwak alcoholische drank

€ 29,15

 

Als de aanvraag bedoeld in de onderdelen 3.1.b. en 3.2.d. gelijktijdig wordt gedaan, wordt het tarief slechts eenmaal geheven

 

 

 

 

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

3.3

Vergunning seksbedrijf

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 1.373,15

 

 

 

3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

a.

het wijzigen van de persoon van de leidinggevende/beheerder, niet zijnde de ondernemer/exploitant van de inrichting, op een verleende vergunning als bedoeld in 3.3 lid a.

€ 70,95

 

 

 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

3.5

Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) juncto artikel 15 van de Winkeltijdenverordening Gouda 2014 ten behoeve van de vestiging van een avondwinkel

€ 146,75

b.

het intrekken of wijzigen van een in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing

€ 73,75

c.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) voor andere doeleinden dan de in onderdeel 1.35.5.beschreven doeleinden

€ 24,95

d.

het intrekken of wijzigen van het in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing

€ 24,95

 

 

 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement

 

3.6

Organiseren evenement

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:22 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een vergunning voor een groot (C) evenement:

€ 531,50

b.

een vergunning voor een middelgroot (B) evenement:

€ 425,10

c.

een vergunning voor een klein (A) evenement :

€ 36,40

d.

een vergunning voor een evenement, niet vallende onder 3.6.a t/m 3.6 c.

€ 36,40

 

 

 

3.7

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.5

Gereserveerd

 

3.8

Gereserveerd

 

 

 

 

3.9

Gereserveerd

 

 

 

 

3.10

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Huisvestingsverordening Gouda 2023

 

3.11

Gereserveerd

 

 

 

 

3.12

Gereserveerd

 

 

 

 

3.13

Gereserveerd

 

 

 

 

3.14

Gereserveerd

 

 

 

 

3.15

Gereserveerd

 

 

 

 

3.16

Gereserveerd

 

 

 

 

3.17

Verhuurvergunning woning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 39 van de Huisvestingsverordening Gouda 2023

€ 226,85

 

 

 

3.18

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.7

Overige besluiten en in dit hoofdstuk niet benoemd besluiten

 

3.19

Vergunning ter bescherming van het ondernemersklimaat

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

een exploitatievergunning voor het uitoefenen van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:49, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 524,55

 

 

 

3.20

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 204,60

Bijlage 1 behorende bij de legesverordening 2024 van de gemeente Gouda

Betreft: definitie kleine buitenplanse afwijking zoals bedoeld in artikel 2.6, lid 3c van de tarieventabel.

Waar in deze bijlage wordt verwezen naar wet- of regelgeving dan wordt verwezen naar de wet- en regelgeving zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Onder een kleine buitenplanse afwijking wordt verstaan:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan met een oppervlakte van niet meer dan 150 m2 mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • c.

      de aanleg van zonnepanelen voor eigen gebruik bij een woning met een oppervlakte niet meer dan 100 m2;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Bij de toepassing van de bovenstaande blijft het aantal woningen gelijk. Deze eis is niet van toepassing op de gevallen, bedoeld in:

  • a.

    onderdeel 1, voor zover het betreft huisvesting in verband met mantelzorg,

  • b.

    onderdelen 9 en 11.

Onderdelen 9 en 11 zijn niet van toepassing op een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage