Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707323
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707323/1
Verordening leges Altena 2024
Geldend van 16-12-2023 t/m 28-12-2023
Intitulé
Verordening leges Altena 2024De raad van de gemeente Altena
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening leges Altena 2024
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- -
APV: de geldende Algemene Plaatselijke Verordening.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Voor belastingbedragen tot maximaal € 5,- vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet of nota verenigde verschuldigde bedragen leges of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Bij de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening leges 2023’ wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening leges Altena 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2023
De griffier,
drs. S.J. Peet
De voorzitter,
drs. E.B.A. Lichtenberg MCM
Tarieventabel, behorende bij de Verordening leges Altena 2024
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis: |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een huwelijk in het gemeentehuis op |
|
||
a. |
maandag en dinsdag tussen 9.00 en 9.15 uur (zonder toespraak) |
gratis |
gratis |
b. |
maandag tot en met donderdag om 11 uur, met een tijdsduur van maximaal 20 minuten |
€ 145,30; |
€ 138,40; |
c. |
maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 en 22.00 uur |
€ 463,80 |
€ 441,75 |
Artikel 1.2 Voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere door de gemeente aangewezen locatie |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere door de gemeente aangewezen locatie op:: |
|
||
a. |
maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 en 22.00 uur |
€ 547,10 |
€ 521,05 |
b. |
op een feestdag of een andere dag als genoemd onder a. of voor 9.00 of na 22.00 uur |
€ 1.166,30 |
€ 1.110,80 |
c. |
In de tarieven genoemd in artikel 1.2 onder a. en b. is niet inbegrepen het tarief dat door de eigenaar/locatiebeheerder in rekening wordt gebracht voor het gebruik van de locatie. |
||
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
Gratis |
Gratis |
|
Artikel 1.4 Eenmalig aanwijzen van een locatie als trouwlocatie of partnerschapslocatie voor de duur van de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het eenmalig aanwijzen van een locatie als trouwlocatie of partnerschapslocatie voor de duur van de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ 104,05 |
€ 99,10 |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
€ 79,45 |
€ 75,70 |
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige |
€ 40,65 |
€ 38,75 |
|
Artikel 1.7 (Gereserveerd) |
2024 |
2023 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
2024 |
2023 |
|
Het tarief (inclusief BTW) bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje of een duplicaat daarvan: |
€ 38,65 |
€ 36,85 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
|||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85* |
€ 77,85* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40* |
€ 58,85* |
|
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85* |
€ 77,85* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40* |
€ 58,85* |
|
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85* |
€ 77,85* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40* |
€ 58,85* |
|
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40* |
€ 58,85* |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
||
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80* |
€ 70,35* |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90* |
€ 37,95* |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,90* |
€ 34,25* |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05* |
€ 53,00* |
|
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 5,00** |
€ 5,00** |
* Wettelijk maximumtarief, afgerond op 5 eurocent naar beneden.
** Wettelijk maximumtarief van toepassing maar door onze gemeente gemaximeerd op € 5,-.
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 48,15* |
€ 48,15* |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|||
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 34,10* |
€ 34,10* |
* Wettelijk maximumtarief, afgerond op 5 eurocent naar beneden.
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
2024 |
2023 |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
||
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 10,35 |
€ 9,90 |
b. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 10,635 |
€ 9,90 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 12,30 |
€ 11,75 |
|
Artikel 1.17 Papieren verstrekking |
2024 |
2023 |
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50* |
€ 7,50* |
|
Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen |
2024 |
2023 |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 30,10 |
€ 28,70 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
* Wettelijk maximumtarief, afgerond op 5 eurocent naar beneden.
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||
a. |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 64,70 |
€ 61,65 |
b. |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 64,70 |
€ 61,65 |
c. |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
d. |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
e. |
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
f. |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
g. |
een afschrift van een gemeentelijke verordening per pagina: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
h. |
een afschrift van de toelichting behorende bij een gemeentelijke verordening per pagina |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
i. |
een afschrift van de nadere regelingen behorende bij een gemeentelijke verordening per pagina |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
j. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van de gemeentelijke welstandsnota: |
||
In kleur |
€ 293,50 |
€ 279,85 |
|
In zwart/wit |
€ 146,80 |
€ 139,85 |
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op: |
|
||
a. |
de verslagen van de raadsvergaderingen: |
€ 156,60 |
€ 149,15 |
b. |
de stukken behorende bij de raadsvergaderingen: |
€ 178,60 |
€ 170,10 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
|
||
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,60 |
€ 0,58 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 21,25 |
€ 20,25 |
d. |
in digitale vorm: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
||
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 16,00 |
€ 15,25 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 18,95 |
€ 18,05 |
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 13,20 |
€ 12,60 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed: |
€ 14,95 |
€ 14,25 |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|||
a. |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres: |
€ 12,40 |
11,85 |
b. |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie: |
€ 12,40 |
€ 11,85 |
c. |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat: |
€ 12,40 |
€ 11,85 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 (Gereserveerd) |
|||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35* |
€ 41,35* |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 10,35 |
€ 9,90 |
c. |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ 10,35 |
€ 9,90 |
d. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent nederlanderschap, niet bestemd als reispapier |
€ 12,75 |
€ 12,15 |
e. |
voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager |
€ 10,70 |
€ 10,20 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
2024 |
2023 |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 30,10 |
€ 28,70 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
2024 |
2023 |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 1.28 (Gereserveerd) |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 (Gereserveerd) |
||||
Artikel 1.30 Leegstandwet |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 261,25 |
€ 248,85 |
|
b. |
om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet: |
€ 134,50 |
€ 128,10 |
|
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
|
||
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50* |
€ 56,50* |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50* |
€ 56,50* |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00* |
€ 34,00* |
||
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 226,50* |
€ 226,50* |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50* |
€ 226,50* |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00* |
€ 136,00* |
||
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
||
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 13,20 |
€ 12,60 |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020: |
€ 505,45 |
€ 481,40 |
|
* Dit is het maximumtarief. |
||||
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren: |
€ 572,80 |
€ 481,40 |
|
a. |
verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuf van: |
€ 2,27 |
€ 2,16 |
|
b. |
In afwijking van onderdeel a wordt het tarief als bedoeld in onderdeel a voor een ononderbroken tracé met een sleuflengte van meer dan 20.000 strekkende meter verhoogd met het bedrag van de geraamde werkelijke kosten die zijn verbonden aan het behandelen van een aanvraag als bedoeld in dat onderdeel. Dit bedrag wordt gespecificeerd in een door het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde begroting. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding ten behoeve van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van minder ingrijpende aard als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren |
€ 315,45 |
€ 163,20 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor overleg op verzoek van de grondroerder in verband met een melding of aanvraag als bedoeld in artikel 4 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren, niet zijnde het overleg als bedoeld in artikel 15 van die verordening |
€ 389,30 |
€ 370,80 |
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 69,30 |
€ 66,00 |
|
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 30,00* |
€ 30,00* |
|
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 57,90 |
€ 55,15 |
|
d. |
De gemeentelijke kosten voor een verplicht voorgeschreven medisch advies worden doorberekend. Het tarief als bedoeld in artikel 1.33, onderdeel c wordt daartoe verhoogd met |
€ 205,20 |
€ 195,45 |
|
e. |
een vergunning tot het hebben van verwijzingsborden; per bord |
€ 29,50 |
€ 28,10 |
|
f. |
het –in de maand december voorafgaand aan, of in de eerste zes maanden van een kalenderjaar– in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of vernieuwen van een ontheffing inzake parkeren in de blauwe zones |
€ 46,10 |
€ 43,95 |
|
g. |
De ontheffing als bedoeld in artikel 1.33, onderdeel f is geldig gedurende (de rest van) het betreffende kalenderjaar |
|||
h. |
het –in de laatste zes maanden van een kalenderjaar– in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of vernieuwen van een ontheffing inzake parkeren in de blauwe zones |
€ 23,00 |
€ 21,95 |
|
i. |
De ontheffing als bedoeld in artikel 1.33, onderdeel h is geldig gedurende de rest van het betreffende kalenderjaar |
|||
j. |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vernieuwen van een ontheffing inzake parkeren in de blauwe zones, in verband met wijziging van het kenteken |
€ 22,50 |
€ 22,00 |
|
k. |
De ontheffing als bedoeld in artikel 1.33, onderdeel j is geldig gedurende hetzelfde kalenderjaar als de voorafgaande ontheffing |
|||
l. |
het in behandeling nemen van de aanvraag voor de plaatsing van een toeristisch recreatief bruin bord |
€ 232,55 |
€ 221,50 |
* Betreft door RDW landelijk gehanteerd tarief
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 10,60 |
€ 10,10 |
|
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 25,45 |
€ 24,25 |
|
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 9,15 |
€ 8,75 |
|
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,60 |
€ 0,59 |
|
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 21,25 |
€ 20,25 |
|
4. |
in digitale vorm: |
€ 0,30 |
€ 0,29 |
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||
a. |
om een afschrift van een bestemmingsplan compleet |
€ 103,75 |
€ 98,85 |
|
b. |
om schriftelijke informatieverstrekking op het gebied van Ruimtelijke Ordening en/of Milieu ten behoeve van taxatierapportages |
€ 44,75 |
€ 42,65 |
|
c. |
om schriftelijke informatieverstrekking uit het Bodem Informatie Systeem |
€ 30,30 |
€ 28,90 |
Artikel 1.36 Tarievenbesluit Wet open overheid (WOO) |
2024 |
2023 |
Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van de Wet open overheid zijn de tarieven verschuldigd conform hetgeen is opgenomen in het Besluit maximumtarieven open overheid. |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|||
a |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|||
b |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
|||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||||
a. |
omgevingsoverleg; |
|||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|||
a. |
voor een eerste overleg: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
b. |
voor elk volgend overleg: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
per in te schakelen adviseur verhoogd met: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
2024 |
2023 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
0,41% |
3,01%* |
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 336,95 |
€ 320,95 |
en een maximum van |
€ 1.000.000 |
€ 10.000.000 |
Met dien verstande dat de leges als bedoeld in artikel 2.5 nooit hoger zal worden vastgesteld dan 20% van de bouwsom. |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
2024 |
2023 |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
1. |
Wanneer de omgevingsplanactiviteit bestaat uit een bouwactiviteit: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
2,82% |
3,01%** |
|
van de bouwsom met een minimum van |
€ 336,95 |
€ 320,95** |
||
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
2,82% |
3,01%** |
|
van de bouwsom met een minimum van |
€ 336,95 |
€ 320,95** |
||
c. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht |
2,82% |
3,01%** |
|
van de bouwsom met een minimum van |
€ 336,95 |
€ 320,95** |
||
d. |
Het maximumbedrag aan leges voor a, b en c is |
€ 1.000.000 |
€ 10.000.000 |
|
e. |
De leges als bedoeld in artikel 2.6 lid 1 onder a tot en met d bedraagt maximaal 20% van de bouwsom tenzij sprake is van een achteraf ingediende aanvraag als bedoeld in artikel 2.47. |
|||
2. |
Wanneer de omgevingsplanactiviteit bestaat uit het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
c. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
*samen met ruimtelijk deel
**samen met bouwtechnisch deel
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
2024 |
2023 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 302,25 |
€ 287,90 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
2024 |
2023 |
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de ‘Erfgoedverordening Altena 2019’ in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:: |
||||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
||||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de ‘Erfgoedverordening Altena 2019’ is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
||||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
2024 |
2023 |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 0,00 |
€ 301,85 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
2024 |
2023 |
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de ‘Erfgoedverordening Altena 2019’ in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1.a van het Omgevingsbesluit: |
€ 0,00 |
€ 287,90 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 0,00 |
€ 287,90 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 0,00 |
€ 287,90 |
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
2024 |
2023 |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
€ 287,90 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
€ 1.036,40 |
n.v.t. |
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
k. |
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.125,25 |
n.v.t. |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.716,25 |
n.v.t. |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.125,25 |
n.v.t. |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.716,25 |
n.v.t. |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.125,25 |
n.v.t. |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.716,25 |
n.v.t. |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.125,25 |
n.v.t. |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.716,25 |
n.v.t. |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 7.125,25 |
n.v.t. |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.716,25 |
n.v.t. |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.886,50 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
2024 |
2023 |
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
||
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
2024 |
2023 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 303,50 |
n.v.t. |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
2024 |
2023 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 607,00 |
n.v.t. |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
2024 |
2023 |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingswaarde als bedoeld in de Erfgoedverordening Altena 2019 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 232,65 |
n.v.t. |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 689,10 |
€ 656,30 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 198,20 |
€ 188,80 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
0,80% |
0,80% |
van de aanlegkosten met een minimum van |
€ 227,45 |
€ 216,65 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet |
0,80% |
0,80% |
|
van de aanlegkosten met een minimum van |
€ 227,45 |
€ 216,65 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
0,80% |
0,80% |
van de aanlegkosten met een minimum van |
€ 227,45 |
€ 216,65 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
0,80% |
0,80% |
van de aanlegkosten met een minimum van |
€ 227,45 |
€ 216,65 |
|
d |
De totale leges voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.28 bedraagt maximaal 20% van de aanlegkosten. |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 (Gereserveerd) |
|||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 139,45 |
€ 132,85 |
|
Artikel 2.31 (Gereserveerd) |
|||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg |
2024 |
2023 |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 0,00 |
0,00 |
Artikel 2.33 Gereserveerd |
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
2023 |
2022 |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
c. |
betreft een aanvraag met betrekking tot een voorziening voor bed en breakfast of een voorziening voor gastouderopvang in een woning: |
€ 40,40 |
€ 38,50 |
|
d. |
Betreft een aanvraag met betrekking tot een tijdelijke vergunning van maximaal 2 jaar voor kamergewijze verhuur van maximaal 1 kamer |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
|
e. |
betreft een aanvraag met betrekking tot het toestaan van een bestaande bedrijfswoning als burgerwoning |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
f. |
betreft een aanvraag met betrekking tot het toestaan van het gebruik van agrarische gronden als tuin |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
|
g. |
betreft een aanvraag met betrekking tot het toestaan van een beroep aan huis in bestaande bebouwing |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
2024 |
2023 |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
per maatwerkvoorschrift: |
€ 249,00 |
n.v.t. |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 249,00 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
2024 |
2023 |
||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|||
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
|
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: |
€ 1.295,50 |
n.v.t. |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.295,50 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
2024 |
2023 |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.295,50 |
n.v.t. |
Artikel 2.37.1 Wijziging maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften |
2024 |
2023 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet |
€ 2.591,00 |
n.v.t. |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
2024 |
2023 |
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 124,50 |
n.v.t. |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 124,50 |
n.v.t. |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 124,50 |
n.v.t. |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 124,50 |
n.v.t. |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 249,00 |
n.v.t. |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning wordt over de meer- of minderkosten van het project hetzelfde tarief toegepast als op grond van dit hoofdstuk wordt toegepast voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. Met dien verstande dat (ook bij minderkosten) tenminste een bedrag van: |
€ 188,10 |
€ 179,15 |
verschuldigd is. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de wijziging zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is |
||
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:: |
€ 124,50 |
n.v.t. |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
2024 |
2023 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
2024 |
2023 |
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan tenzij de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald. |
€ 13.474,00 |
€ 12.832,40 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 90,80 |
€ 86,50 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
2024 |
2023 |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
40% |
||
met een maximum van: |
€ 10.000 |
n.v.t. |
||
Deze verhoging vervalt indien alsnog, binnen vier weken nadat door de gemeente is gewezen op de verplichting om een aanvraag in te dienen, een ontvankelijke aanvraag wordt ingediend. |
||||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
2024 |
2023 |
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de Afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
€ 3.238,75 |
n.v.t. |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
2024 |
2023 |
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 0,00 |
€ 326,35 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 0,00 |
€ 629,05 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 0,00 |
€ 435,85 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 7.773,00 |
n.v.t. |
|
g. |
voor de beoordeling van een flora en fauna onderzoeksrapport |
€ 0,00 |
€ 435,85 |
|
h. |
voor de beoordeling van een luchtkwaliteit onderzoeksrapport |
€ 0,00 |
€ 435,85 |
|
i. |
voor de beoordeling van een explosieven onderzoeksrapport |
€ 545,80 |
€ 519,85 |
|
j. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 0,00 |
€ 435,85 |
|
Artikel 2.50 Advies |
2024 |
2023 |
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Altena 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Altena 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 0,00 |
n.v.t. |
|
d. |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
e |
Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.50 onderdeel d. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
Artikel 2.51 Instemming |
2024 |
2023 |
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
||||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Gereserveerd |
||
Artikel 2.53 Gereserveerd |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
2024 |
2023 |
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100%. |
n.v.t. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
2024 |
2023 |
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100%. |
n.v.t. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
2024 |
2023 |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
2024 |
2023 |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
2024 |
2023 |
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
2024 |
2023 |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
2024 |
2023 |
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
||
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
2024 |
2023 |
|
Een bedrag minder dan € 9,- wordt niet teruggegeven. |
|
Paragraaf 2.15 Duurzaamheid
Artikel 2.62 Vermindering van leges in verband met duurzaamheid |
2024 |
2023 |
|
Als uit een aanvraag om een omgevingsvergunning blijkt dat een of meer van onderstaande duurzaamheidsmaatregelen is genomen, bestaat aanspraak op vermindering van leges voor de betreffende duurzaamheidsmaatregel. De vermindering bedraagt: |
|||
a. |
indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het isoleren van bestaande woningen en na realisatie de totale isolatiewaarde van: |
||
1. het dak een waarde heeft van Rc = 6,3 m2K/W of hoger en; |
|||
2. de gevel een waarde heeft van Rc= 4,7 m2K/W of hoger, en; |
|||
3. de vloer een waarde heeft van Rc = 3,7 m2K/W of hoger: |
100% |
100% |
|
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel; |
|||
en als in voorkomend geval niet meer dan 20 centimeter wordt afgeweken van de in het omgevingsplan voor de betreffende locatie vastgelegde rooi-, dak- en gootlijnen of bouwvlakken |
100% |
100% |
|
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
b. |
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het renoveren van een bestaande woning waardoor die woning een NOM-woning wordt bedraagt de vermindering: |
100% |
100% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel; |
|||
en als in voorkomend geval niet meer dan 20 centimeter wordt afgeweken van de in het bestemmingsplan voor de betreffende locatie vastgelegde rooi-, dak- en gootlijnen of bouwvlakken bedraagt de vermindering |
100% |
100% |
|
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
c. |
Indien de duurzaamheidmaatregel bestaat uit de plaatsing van zonnepanelen met een output van in totaal minimaal 1200 Wp op het dak of aan de gevel bedraagt de vermindering |
100% |
100% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
d. |
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het aanbrengen van een begroeid dak dat na realisatie een waterbergende capaciteit heeft van minimaal 18 liter per m2 bedraagt de vermindering |
100% |
100% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
e. |
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit het plaatsen van een buitenunit voor een warmtepomp met een geluidsproductie van de luchtunit van maximaal 40 dB bedraagt de vermindering |
100% |
100% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
f. |
Indien de duurzaamheidsmaatregel bestaat uit plaatsing van zonnecollectoren voor een zonneboiler met een vermogen van minimaal 4,5 Gj bedraagt de vermindering |
100% |
100% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges voor zover dat betrekking heeft op deze duurzaamheidsmaatregel. |
|||
g. |
indien bij nieuwbouw een nul-op-de-meter-woning (NOM) wordt gerealiseerd bedraagt de vermindering |
25% |
25% |
van het op grond van artikel 2.5 en 2.6 verschuldigde bedrag aan leges |
|||
h. |
Voor de toepassing van artikel 2.62 wordt verstaan onder |
||
dB: decibel de maat voor een hoeveelheid geluid |
|||
Gj: Gigajoule |
|||
K: temperatuur uitgedrukt in Kelvin |
|||
M2: vierkante meter oppervlakte |
|||
NOM-woning: nul-op-de-meter-woning, zijnde een woning waarin gedurende een jaar gemiddeld net zoveel energie wordt geproduceerd (door zon, wind of warmtepompen) als wordt verbruikt (voor verwarming, warm tapwater en huishoudelijk gebruik; bij een NOM-woning is het saldo van de ingaande minus uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie (bij een normaal leefpatroon) op jaarbasis ≤ nul (= energieneutraal) en is sprake van een additionele energieopwekkingscapaciteit voor gebruiksgebonden energie van ten minste: |
|||
3.150 kWh indien het een vrijstaande of half vrijstaande woning betreft; |
|||
2.700 kWh indien het een rijwoning betreft; of |
|||
1.780 kWh indien het een appartement betreft; |
|||
Rc: warmteweerstand (R) van een constructie (c); |
|||
W: hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt; |
|||
Wp: Wattpiek, het energievermogen aan elektriciteit dat met een zonnepaneel kan worden opgewekt; |
|||
Zonnecollector: apparaat dat zonlicht (direct licht bij zonnig weer en diffuus licht bij bewolkt weer) omzet in warmte; |
|||
Zonnepaneel paneel dat bestaat uit meerdere zonnecellen waarmee zonlicht omgezet wordt in elektriciteit. |
|||
Artikel 2.63 Vrijstelling leges kleine energie opwekkende bouwwerken |
2024 |
2023 |
|
Voor kleine windturbines met een ashoogte van maximaal 15 meter en voor bouwwerken die niet hoger zijn dan 5 meter en geen groter oppervlak beslaan dan 5 m² en die tot doel hebben energie op te wekken, water te besparen of op andere wijze de uitstoot van CO2 beperken of beperkt houden, worden geen leges geheven. |
|||
Artikel 2.64 Vrijstelling leges monument en woning in bescherm stads- en dorpsgezicht |
2024 |
2023 |
|
Voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen als bedoeld in deze paragraaf, aan een monument of aan een woning in een beschermd stads- en dorpsgezicht, wordt geen leges geheven als bedoeld in artikel 2.5 en 2.6. voor zover het deze duurzaamheidsmaatregelen betreft. |
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|||
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020: |
€ 464,95 |
€ 442,85 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid,van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020: |
€ 59,45 |
€ 56,65 |
c. |
Een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV: |
€ 113,00 |
€ 107,65 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|||
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 321,80 |
€ 306,50 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 59,45 |
€ 56,65 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 130,50 |
€ 124,30 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 113,00 |
€ 107,65 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 60,25 |
€ 57,40 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020: |
€ 4.670,50 |
€ 4.448,10 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
2024 |
2023 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning: |
€ 2.883,60 |
€ 2.746,30 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 31,95 |
€ 30,45 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 31,95 |
€ 30,45 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement en
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor een meldingsplichtig evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de APV |
gratis |
gratis |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020 (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
||
a. |
een categorie A evenement (regulier evenement, laag risico): |
€ 48,90 |
€ 46,60 |
b. |
een categorie A evenement (regulier evenement, laag risico) door een niet commerciële instelling van maatschappelijke, sociale of culturele aard: |
€ 18,95 |
€ 18,05 |
c. |
een categorie B evenement (aandacht evenement, enig risico): |
€ 599,75 |
€ 571,20 |
d. |
een categorie B evenement (aandacht evenement, enig risico) door een niet commerciële instelling van maatschappelijke, sociale of culturele aard: |
€ 37,70 |
€ 35,95 |
e. |
een categorie C evenement (risicovol evenement, hoog risico): |
€ 1.198,20 |
€ 1.141,15 |
f. |
een categorie C evenement (risicovol evenement, hoog risico) door een niet commerciële instelling van maatschappelijke, sociale of culturele aard: |
€ 56,70 |
€ 54,00 |
Artikel 3.7 Snuffelmarkt |
2024 |
2023 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|||
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening Altena 2020: |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 (Gereserveerd) |
||||
Artikel 3.9 (Gereserveerd) |
||||
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
Een vergunning voor vijf jaar als bedoeld in artikel 5:18 van de APV voor het innemen of hebben van een losse standplaats buiten de reguliere markten gedurende één dag in de week |
€ 485,90 |
€ 462,80 |
|
b. |
Er wordt voor de leges als bedoeld in onderdeel a. geen ontheffing verleend indien gedurende het geheel of een gedeelte van de looptijd van de vergunning (5 jaar) geen gebruik wordt gemaakt van de vergunning. |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.11 Gereserveerd |
||
Artikel 3.12 (Gereserveerd) |
||
Artikel 3.13 (Gereserveerd) |
||
Artikel 3.14 (Gereserveerd) |
||
Artikel 3.15 (Gereserveerd) |
||
Artikel 3.16 (Gereserveerd) |
Artikel 3.17 (Gereserveerd) |
Paragraaf 3.7 Overige besluiten
Artikel 3.19 Inzamelen van geld of goederen |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen, al dan niet met een intekenlijst: |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
||
Artikel 3.20 Vuurwerk |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV: |
€ 137,05 |
€ 130,55 |
||
Artikel 3.21 Verbranden afval |
2024 |
2023 |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV: |
€ 137,05 |
€ 130,55 |
||
Artikel 3.21 Niet benoemd besluit op aanvraag |
2024 |
2023 |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van één van de overige vergunningen op grond van de APV: |
|
||
a. |
geldig voor de periode variërend van een dag tot een week, per dag |
€ 18,95 |
€ 18,05 |
|
b. |
geldig voor de periode variërend van een week tot een maand |
€ 116,60 |
€ 111,05 |
|
c. |
geldig voor de periode variërend van een maand tot een jaar |
€ 231,25 |
€ 220,25 |
|
d. |
geldig voor een periode langer dan een jaar |
€ 270,40 |
€ 257,55 |
Behorende bij het raadsbesluit van de gemeente Altena van 12 december 2023
De griffier,
drs. S.J. Peet
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl