Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2024

Zaaknummer:Z23-088204

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023, gezien het besluit van de gemeenteraad van Amstelveen om middelen ter beschikking te stellen voor de subsidieregeling

“verduurzamen bestaande woningen Amstelveen”;

besluiten vast te stellen de:

Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2024

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • aanvullend advies: voor de nadere omschrijving van het begrip ‘aanvullend advies’ verwijzen wij u naar de nota van toelichting

  • aardgasvrij: een gebouw waar de aardgasaansluiting op het door de netbeheerder beheerde aardgasnet verwijderd is;

  • aardgasvrij datum: de beoogde datum waarop vastgoed binnen een gebied aardgasvrij zal zijn.

  • afsluiting: het door de netbeheerder (laten) verwijderen van de aardgasaansluiting waardoor een verblijfsobject of gebouw geen gebruik meer kan maken van aardgas;

  • ASV 2023: de vingerende Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023;

  • balansventilatie: ventilatiesysteem met mechanische toevoer en mechanische afvoer van lucht met warmteterugwinning en sturing (CO2- en/of vochtsturing). Deze bestaan in centraal opgestelde varianten en decentrale systemen;

  • bestaand: een gebouw dat niet als nieuwbouw wordt aangemerkt;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • complex: meerdere verblijfsobjecten binnen hetzelfde gebouw;

  • collectieve aardgasaansluiting: de door de netbeheerder beheerde aansluiting op het aardgasnet die de collectieve installatie van aardgas voorziet;

  • collectieve installatie: een installatie die meerdere verblijfsobjecten binnen één complex of meerdere aan elkaar verbonden complexen voorziet van ruimteverwarming of warm tapwater;

  • fysieke gebouwgebonden voorziening: voorziening die op of aan een gebouw of op de bijbehorende gronden worden getroffen;

  • gebied: een door denkbeeldige lijnen begrensd deel van het grondgebied van de gemeente Amstelveen;

  • goedkeuringsverplichting: de huurrechtelijke verplichtingen van de huurder op grond van artikel 7:220, derde lid, BW;

  • individuele installatie: een installatie die een enkel verblijfsobject binnen één complex en/of meerdere aan elkaar verbonden complexen voorziet van ruimteverwarming of warm tapwater;

  • kookvoorziening: een toestel waarop een pan geplaatst kan worden om via verwarming van de pan de inhoud van de pan op te warmen, te koken of te bakken zoals een kookplaat, comfort of fornuis;

  • maatwerkadvies: voor de nadere omschrijving van het begrip ‘maatwerkadvies’ verwijzen wij u naar de nota van toelichting

  • netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 2 van de Gaswet door de Minister is aangewezen is om een wettelijke taak omtrent de gasdistributie uit te voeren;

  • nieuwbouw: een bouwwerk waarvoor nog geen melding of kennisgeving van de gereedkoming van bouw, zoals genoemd in artikel 7, lid g van het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen en vereist volgens artikel 1.25, lid 2 van het Bouwbesluit 2012 is gedaan;

  • particuliere verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen (max 10 in Amstelveen) voor permanente bewoning verhuurt;

  • procesbegeleiding: voor de nadere omschrijving van het begrip ‘procesbegeleiding’ verwijzen wij u naar de nota van toelichting

  • ruimteverwarmingsinstallatie: technisch bouwsysteem waarin warmte wordt opgewekt, gedistribueerd en/of afgegeven of een combinatie daarvan, zoals bedoeld in de omschrijving van een verwarmingssysteem in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012;

  • verblijfsobject: kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is, zoals bedoeld in artikel 1, lid m van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • VVE: vereniging waarvan een woning- of appartement eigenaar van rechtswege lid is. De Vereniging van Eigenaren is verantwoordelijk voor en heeft zeggenschap over (gemeenschappelijke delen van) het gebouw en de bijbehorende grond;

  • woning: een gebouw dat voor bewoning is bestemd met de daarbij horende grond of een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd, dat als een zelfstandige woning zoals bedoeld in artikel 7:234 BW wordt aangemerkt, of een woonboot;

  • wooncomplex: meerdere voor bewoning bestemde verblijfsobjecten binnen hetzelfde gebouw.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023

De Algemene Subsidieverordening Amstelveen 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling heeft tot doel het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen (waaronder aardgas, benzine, diesel etc.) van bestaande woningen en wooncomplexen door stimulering van de transitie naar een fossiel-onafhankelijk Amstelveen in 2040.

Artikel 1.4 Activiteiten

De subsidiabele activiteiten worden in artikel 2.4 en artikel 3.3 uitgewerkt.

Artikel 1.5 Doelgroep van de regeling

De doelgroep van de regeling wordt in artikel 2.3 en artikel 3.2 uitgewerkt.

Hoofdstuk 2 Stadsbrede subsidie

Artikel 2.1 Gebieds- en fossielonafhankelijk datumbepaling

  • 1.

    Het gebied waarbinnen subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.4, plaats dienen te vinden is gelijk aan het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Amstelveen.

  • 2.

    De beoogde datum waarop al het vastgoed binnen het onder het eerste lid bepaalde gebied fossiel-onafhankelijk zal zijn is 2040.

Artikel 2.2 Subsidieplafond en volgorde behandeling aanvragen

  • 1.

    Het subsidieplafond voor hoofdstuk 2 is vastgesteld op € 290.000

  • 2.

    Het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.

Artikel 2.3 De aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 2.4 kan uitsluitend worden aangevraagd door de volgende personen;

    • a.

      Eigenaren van een woning; en

    • b.

      Huurder van een woning die beschikt over een schriftelijke toestemming van de verhuurder om maatregelen waarvoor subsidie is aangevraagd uit te voeren: en

    • c.

      Verenigingen van Eigenaren, een coöperatieve flatvereniging of een ander rechtspersoon met leden waarbij de leden binnen een gebouw van die rechtspersoon gebruik maken van een verblijfsobject.

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten en hoogte subsidie

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het treffen van de volgende fysieke gebouw gebonden voorzieningen in het in artikel 2.1, eerste lid, bepaalde gebied:

  • 1.

    In een wooncomplex, welke daardoor -ten dele- aardgasvrij wordt:

    • a.

      een collectieve gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een aardgasvrije (subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per woning);

    • b.

      een collectieve gasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie omzetten naar een hybride systeem (subsidie bedraagt maximaal € 500 per woning);

    • c.

      een collectieve gasgestookte tapwaterinstallatie omzetten naar een aardgasvrije (subsidie bedraagt maximaal € 500 per woning).

In een bestaande woning.

  • 2.

    Isoleren van woning tot en met bouwjaar 1945

    • a.

      HR++ glas met een Ug-waarde ≤ 1,2 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 90 per m2 met een maximum van € 2.000);

    • b.

      triple glas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) ) (de subsidie bedraagt € 150 per m2 met een maximum van € 2.000);

    • c.

      vacuümglas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 150 per m² met een maximum van € 2.000);

    • d.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 30 per m² met een maximum van € 3.000);

    • e.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 38 per m² met een maximum van € 4.000);

    • f.

      bodemisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 6 per m² met een maximum van € 500);

    • g.

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 11 per m² met een maximum van € 700).

  • 3.

    Isoleren van woning vanaf bouwjaar 1946

    • a.

      triple glas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 150 per m² met een maximum van € 2.000);

    • b.

      vacuümglas met een Ug-waarde ≤ 0,7 (W/m2K) (de subsidie bedraagt € 150 per m² met een maximum van € 2.000);

    • c.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 30 per m² met een maximum van € 3.000);

    • d.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 38 per m² met een maximum van €4.000);

    • e.

      bodemisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 6 per m² met een maximum van € 500);

    • f.

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt € 11 per m² met een maximum van € 700).

  • 4.

    Ventileren van de woning

    • a.

      vraaggestuurde balansventilatie met WTW (luchtvochtigheid en/of CO2) (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 500).

  • 5.

    Opslag en gebruik duurzame energie

  • a.

    huisaccu voor (tijdelijke) opslag van zelfopgewekte elektriciteit (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 900).

  • 6.

    Duurzaam verwarmen en koelen

    • a.

      douche WTW (de subsidie bedraagt maximaal € 100);

    • b.

      Zonneboilersysteem (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuur kosten met een maximum van € 900);

    • c.

      Warmtepompboiler (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 900);

    • d.

      bodemenergiesysteem waardoor de woning aardgasvrij wordt (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 1.000);

    • e.

      hybride warmtepompsysteem dat voldoet aan geluidseisen en systeemeisen conform het moment van aanvraag van de subsidie geldende bouwtechnische regelgeving1 (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 400);

    • f.

      lucht-water warmtepompsysteem - waardoor de woning aardgasvrij wordt - dat voldoet aan geluidseisen en systeemeisen conform het moment van aanvraag van de subsidie geldende bouwtechnische regelgeving2 (de subsidie bedraagt 20% van de totale factuurkosten met een maximum van € 1.000);

    • g.

      lage temperatuur vloerverwarming bij een geïsoleerde vloer met een Rc-waarde ≥ 2.5 (de subsidie bedraagt 20% van de totale aanschafkosten met een maximum van € 500);

    • h.

      lage temperatuur convectoren of radiatoren (de subsidie bedraagt 20% van de totale aanschafkosten met een maximum van € 500);

  • 7.

    Overige maatregelen

    • a.

      inductiekookplaat of keramische kookplaat ter vervaging van aardgas (de subsidie bedraagt € 100);

    • b.

      photovoltaïsche plus thermische zonnepanelen (PVT) (voor elektra en warmte) (de subsidie bedraagt € 200 per paneel);

  • c.

    maatregelen met als doel de spouwmuur natuurvrij te maken (de subsidie bedraagt 30% van de kosten met een maximum van € 300).

  • 8.

    Zelfstandig isoleren

    • a.

      dakisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 500);

    • b.

      isolerende voorzetwanden met een Rd-waarde ≥ 2,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 500);

    • c.

      vloerisolatie met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) (de subsidie bedraagt 30% van de materiaalkosten met een maximum van € 350).

  • 9.

    De hoogte van de totale subsidie bedraagt maximaal € 7.000 per jaar.

  • 10.

    De subsidie wordt zodanig berekend dat de hoogte van de totale subsidie inclusief de aanvullende subsidies zoals bedoeld in artikel 2.4, elfde lid, twaalfde lid, dertiende lid en veertiende lid niet meer bedraagt dan 40% van de totale factuurkosten.

  • 11.

    Indien subsidie aangevraagd wordt voor het verduurzamen, conform artikel 2.2 lid 1, van een gemeentelijk monument, een rijksmonument of een woning in een beschermd dorps- of stadsgezicht kan een aanvullende subsidie van € 1.000 verleend worden.

  • 12.

    Indien subsidie voor dakisolatie aangevraagd wordt gelijktijdig met buren kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 5%.

  • 13.

    Indien subsidie voor een warmtepomp aangevraagd wordt en er een natuurlijk koudemiddel met een GWP ≤ 3 wordt gebruikt kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 10%.

  • 14.

    Indien subsidie voor isolatiemaatregelen aangevraagd wordt en er een van de onderstaande natuurlijke isolatiematerialen wordt gebruikt kan het subsidiebedrag verhoogd worden met 10%:

    • a.

      Grasvezelisolatie;

    • b.

      Vlasvezelisolatie;

    • c.

      Hennepisolatie;

    • d.

      Schapenwolisolatie;

    • e.

      Katoenisolatie;

    • f.

      Cellulose;

    • g.

      Houtwol;

    • h.

      Kurkisolatie;

    • i.

      Stro;

    • j.

      Jute;

Artikel 2.5 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    Een subsidie wordt direct ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Aanvragen moeten achteraf, tot een maximum van 13 weken na uitvoering van de duurzaamheidsinvestering(en), doch tot uiterlijk 9 december 2024, worden aangevraagd. Indien de datum van uitvoering niet kan worden aangetoond is de factuurdatum leidend. Als de aanvrager zelf de fysieke voorzieningen treft, dan is de datum van aanschaf van noodzakelijke materialen leidend.

  • 3.

    Het college kan de aanvrager op diens schriftelijke verzoek uitstel verlenen voor het indienen van een aanvraag voor de duur van maximaal vier weken.

  • 4.

    Het college beschikt uiterlijk dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 5.

    Het college kan een beschikking op een aanvraag voor de duur van maximaal vier weken verdagen.

  • 6.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt bij het college ingediend.

  • 7.

    Voor een aanvraag voor subsidie moet men gebruik maken van het daarvoor door het college opgestelde aanvraagformulier.

  • 8.

    In aanvulling op artikel 7, tweede lid, van de ASV 2023 worden bij de subsidieaanvraag, in het kader van deze regeling de volgende gegevens en stukken aangeleverd:

    • a.

      overzicht van de getroffen voorzieningen;

    • b.

      facturen voor de uitgevoerde subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten die subsidiabel zijn voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt zijn, inclusief betaalbewijzen;

    • c.

      foto’s van de aangebrachte voorzieningen;

    • d.

      energielabel van de woning;

    • e.

      WOZ-waarde van de woning (niet van toepassing bij een huurwoning);

    • f.

      indien van toepassing, een kopie van de geldende goedkeuringsverplichtingen van een VvE;

    • g.

      aanvullend bewijs bij isolatiemaatregelen:

      • i.

        isolatiewaarden inclusief de U/R-waarde);

      • ii.

        netto oppervlakte in m², zoals aangegeven in de offerte en/of factuur.

  • 9.

    Indien de aanvrager niet de eigenaar is van de woning waarop de aanvraag betrekking heeft, bevat het aanvraagformulier naast de genoemde eisen uit het achtste lid van dit artikel:

    • a.

      een ondertekende toestemmingsverklaring van de eigenaar of VvE dat de bedoelde aanvrager de binnen deze regeling als subsidiabel aangemerkte activiteiten in het betreffende gebouw mag gaan uitvoeren, waarbij de eigenaar indien van toepassing tevens verklaart dat hij:

      • i.

        de verwijdering van de gasaansluiting niet ongedaan zal maken;

      • ii.

        zal borgen dat het, zonder voorafgaande instemming van het college van burgemeester en wethouders, in de toekomst niet mogelijk is om het vastgoed alsnog van aardgas te voorzien.

    • b.

      het college kan een vonnis van de kantonrechter dat de verhuurder op grond van artikel 7:243BW of artikel 7:215BW medewerking met de voorgestelde voorzieningen oplegt accepteren als vervanging van een getekende toestemmingsverklaring van de eigenaar, zoals genoemd in het tweede lid, onder a.

  • 10.

    Bij de subsidieaanvraag voor activiteiten met betrekking tot collectieve installaties, zoals bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, worden de volgende gegevens en stukken aangeleverd:

    • a.

      een overzicht van de aan de collectieve installatie verbonden verblijfsobjecten;

    • b.

      een overzicht van de aanwezigheid van gasaansluitingen in de verblijfsobjecten;

    • c.

      een overzicht waaruit blijkt welk van de eigenaren en huurders de intentie heeft om de individuele woning gebonden gasaansluiting, zoals bedoeld onder b, binnen 1 jaar af te sluiten;

    • d.

      bewijs dat de aanvrager gemachtigd is de aanvraag te doen.

Artikel 2.6 Niet subsidiabele kosten en gebouwgebonden voorzieningen

  • 1.

    In aanmerking voor subsidie komen de gemaakte kosten voor de uitvoering van de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.4, met uitzondering van:

    • a.

      de kosten voor zelf verrichte arbeid, indien de voorzieningen door de aanvrager zelf worden getroffen;

    • b.

      de kosten voor biomassaverbrandingsketels, hout- of pelletkachels;

    • c.

      de kosten voor installaties of fornuizen op fossiele brandstoffen als kolen, olie, butaangas of andere brandstoffen;

    • d.

      de kosten voor pannen en ander keukengerei;

    • e.

      de kosten voor voorzieningen die gericht zijn op het voldoen aan wettelijke verplichtingen;

    • f.

      de kosten voor voorzieningen die gericht zijn op het voldoen aan de gangbare minimum kwaliteitseisen;

    • g.

      de kosten voor zonnepanelen die geen PVT-panelen betreffen.

Artikel 2.7 Weigeringsgronden (hoofdstuk 2)

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, derde lid, van de ASV 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in deze regeling als:

    • a.

      de kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

    • b.

      de subsidieaanvraag de maximale subsidiehoogte overschrijdt;

    • c.

      het subsidieplafond bereikt is;

    • d.

      de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

    • e.

      de subsidie hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten na aftrek van andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

    • f.

      de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een verouderde maatregel;

    • g.

      de maatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

    • h.

      een al in de woning aanwezig aardgasvrije voorziening wordt vervangen;

    • i.

      er voor de activiteit waar subsidie voor is aangevraagd al eerder in de afgelopen twee jaar subsidie is verleend. Het is slechts eenmaal per twee jaar mogelijk om subsidie aan te vragen voor een zelfde maatregel.

Artikel 2.8 Aanvullende verplichtingen (hoofdstuk 2)

  • 1.

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 1.7 van deze regeling en artikel 10 van de ASV 2023, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      de aanvrager zal indien van toepassing de afsluiting van de gasaansluiting niet ongedaan maken;

    • b.

      een door de gemeente aangestelde inspecteur wordt op verzoek van de gemeente in de gelegenheid gesteld de uitgevoerde werkzaamheden ter plaatse te inspecteren;

    • c.

      voor zover vereist, het verkrijgen van de vergunningen voor de subsidiabele activiteiten;

    • d.

      in geval van verhuurd vastgoed, dient de verhuurder te borgen dat het voor huurders niet mogelijk is om indien van toepassing de woning in de toekomst van aardgas te voorzien;

    • e.

      de aanvrager is akkoord dat de gemeente Amstelveen gebouwgebonden data opslaat. Persoonsgegevens worden niet opgeslagen;

    • f.

      op verzoek van de gemeente Amstelveen wordt medewerking verleend aan publicitaire acties.

Hoofdstuk 3 Stadsbrede subsidie Advies en procesbegeleiding voor VvE’s

Artikel 3.1 Subsidieplafond en volgorde behandeling aanvragen

  • 1.

    Het subsidieplafond voor hoofdstuk 3 is vastgesteld op € 70.000 in 2024.

  • 2.

    Het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledig ingediende aanvragen.

Artikel 3.2 De aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 3.3 kan uitsluitend worden aangevraagd door de Verenigingen van Eigenaren.

Artikel 3.3 Subsidiabele activiteiten en hoogte subsidie

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen voor het uitvoeren van de volgende diensten:

    • a.

      maatwerkadvies voor gebouwen met een bouwjaar tot 1995 (de subsidie bedraagt 75% van de factuurkosten met een maximum van € 3.000);

    • b.

      procesbegeleiding (de subsidie bedraagt 75% van de factuurkosten met een maximum van € 2.000);

    • c.

      specialistisch/aanvullend advies (de subsidie bedraagt 75% van de factuurkosten met een maximum van € 2.000).

  • 2.

    Procesbegeleiding, maatwerkadvies en specialistisch/aanvullend advies kunnen gecombineerd worden.

  • 3.

    Deze diensten bevatten alleen onderwerpen die betrekking hebben op het besparen van energie en het opwekken van duurzame energie voor het gebouw.

Artikel 3.4 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    Een subsidie wordt direct ambtshalve vastgesteld

  • 2.

    Aanvragen met betrekking tot dit hoofdstuk kunnen vanaf het ondertekenen van de offerte worden aangevraagd, tot een maximum van 13 weken na uitvoering van de duurzaamheidsinvestering(en), doch tot uiterlijk 9 december 2024, worden aangevraagd.

  • 3.

    In aanvulling op  artikel 1.8 van deze regeling en artikel 7, tweede lid, van de ASV 2023 worden bij de subsidieaanvraag, in het kader van deze regeling de volgende gegevens en stukken aangeleverd:

    • a.

      uittreksel Kamer van Koophandel van de VvE;

    • b.

      schriftelijke toestemming van het bestuur van de organisatie voor de offerte;

    • c.

      Ondertekende offerte namens de VvE.

Artikel 3.5 Controle achteraf

In aanvulling op artikel 15, derde lid, van de ASV 2023 kunnen de subsidieaanvragen voor activiteiten genoemd indit hoofdstuk achteraf worden gecontroleerd en er kan achteraf om verantwoording worden gevraagd. Hierbij kunnen facturen voor de uitgevoerde subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten die subsidiabel zijn voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt zijn, inclusief betaalbewijzen worden opgevraagd. Ook kunnen rapporten en notulen van de Algemene Leden Vergadering (ALV) worden opgevraagd.

Artikel 3.6 Weigeringsgronden hoofdstuk 3

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, derde lid, van de ASV 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in deze regeling als:

    • a.

      de kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

    • b.

      de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

    • c.

      de subsidie hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten na aftrek van andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

    • d.

      er voor de activiteit waar subsidie voor is aangevraagd al eerder in de afgelopen twee jaar subsidie is verleend. Het is slechts eenmaal per twee jaar mogelijk om subsidie aan te vragen voor een zelfde maatregel.

Artikel 3.7 Aanvullende verplichtingen hoofdstuk 3

Naast de verplichtingen op grond van artikel 1.7 en artikel 1.10 van de ASV 2023, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1.

    bestuur en/of commissie zal extra tijd steken in dit project;

  • 2.

    bestuur en/of commissie gaat onder begeleiding van de gemeente Amstelveen, waar mogelijk, gebruik te maken van nationale en/of provinciale subsidieregelingen;

  • 3.

    de adviseur heeft aantoonbare ervaring betreffende het onderwerp;

  • 4.

    Additionele verplichtingen maatwerkadvies:

    • a.

      de adviseur beschikt over een EPA-W certificering.

  • 5.

    Additionele verplichtingen specialistisch/aanvullend advies:

    • a.

      VvE’s met een bouwjaar van vóór 1995 beschikken over een integraal maatwerkadvies.

  • 6.

    de aanvrager is akkoord dat de gemeente Amstelveen gebouwgebonden data opslaat. Persoonsgegevens worden niet opgeslagen;

  • 7.

    op verzoek van de gemeente Amstelveen wordt medewerking verleend aan publicitaire acties.

Artikel 3.8 Subsidiabele activiteiten bevatten minimaal de volgende onderdelen:

1. Maatwerkadvies:

  • a.

    indicatieve energielabels;

  • b.

    een of meerdere maatregelen. Iedere maatregel bevat de kosten, baten en subsidiemogelijkheden;

  • c.

    minimaal 3 scenario’s waarbij maatregelen worden gecombineerd.

  • d.

    toelichting van ieder scenario, dat begrijpelijk is voor het gemiddelde VvE lid, inclusief de kosten, baten, subsidiemogelijkheden en verandering van de indicatieve energielabels;

  • e.

    rapport, met een procesplan tot aan de uitvoer;

  • f.

    optioneel: presentatie tijdens een informatiebijeenkomst voor alle bewoners;

  • g.

    besluitvorming in de ALV.

2. Procesbegeleiding en specialistisch/aanvullend advies:

  • a.

    rapport van het doorlopen traject;

  • b.

    besluitvorming in de ALV.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze regeling afwijken, indien toepassing ervan zouden leiden tot kennelijk onredelijke situaties.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 en is geldig voor subsidie aanvragen tot en met 11 december 2024.

Artikel 4.3 Intrekking oude subsidieregeling

De Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2023 (kenmerk: Z22-093503) wordt per 1 januari 2024 ingetrokken.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzamen bestaande woningen Amstelveen 2024.

Ondertekening

De secretaris,

Bert Winthorst

De voorzitter,

Tjapko Poppens


Noot
1

Met de bouwtechnische regelgeving wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 / Besluit Bouwwerken Leefomgeving dat naar verwachting in 2024 ingaat. Deze bouwtechnische regels gelden ook voor vergunningsvrije activiteiten.

Noot
2

Met de bouwtechnische regelgeving wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 / Besluit Bouwwerken Leefomgeving dat naar verwachting in 2024 ingaat. Deze bouwtechnische regels gelden ook voor vergunningsvrije activiteiten.