Algemene subsidieverordening Vlissingen 2023

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening Vlissingen 2023

De raad van de gemeente Vlissingen,

gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 149 en 156, eerste lid, van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de:

Algemene subsidieverordening Vlissingen 2023

Artikel 1 Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

  • de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);

  • onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • subsidieregeling: nadere regels als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening:

  • verdrag: Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie

  • wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2.

    Bij subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Subsidieregeling

  • 1.

    Het college kan subsidieregelingen vaststellen over het verstrekken van subsidies en legt daarin in ieder geval vast:

    • a.

      op welk beleidsterrein de regeling betrekking heeft;

    • b.

      welke activiteiten voor subsidieverstrekking in aanmerking komen;

    • c.

      voor zover van toepassing, de aanwijzing van beoogde doel(en) en doelgroep(en);

    • d.

      indien van belang: het subsidieplafond, de wijze waarop de beschikbare gelden worden verdeeld en de beoordelingscriteria;

    • e.

      welke aanvullende verplichtingen aan de subsidieverstrekking (kunnen) worden verbonden;

    • f.

      overige voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor een subsidie

Artikel 4. Staatssteunregels

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het college stelt binnen de kaders van de begroting subsidieplafonds vast en deze mogen niet worden overschreden.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college via het vastgestelde aanvraagformulier dat op de website van de gemeente Vlissingen is geplaatst.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting voor de kosten van de activiteiten. De begroting bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      als de aanvrager een onderneming is:

  • 1°. een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • 2°. een verklaring als bedoeld in de verordening met betrekking tot de-minimissteun (de-minimisverklaring);

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.]

  • 4.

    Het college is bevoegd bij subsidieregeling andere gegevens en bescheiden op te vragen en van de voorgaande leden worden af te wijken.

Artikel 7 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie voor één of meer kalenderjaren, wordt uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om een andere subsidie, wordt minimaal 12 weken voor aanvang van de activiteit ingediend.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8. Meerjarige verlening

Het college kan een subsidie anders dan een incidentele subsidie verlenen voor maximaal vier jaar. In voorkomend geval geeft het college bij verleningsbeschikking aan op welke wijze de subsidieontvanger tussentijds verantwoording dient af te leggen.

Artikel 9 Beslistermijn subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, uiterlijk binnen 12 weken nadat de aanvraag is ontvangen, deze termijn kan eenmaal met ten hoogste 8 weken worden verlengd.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

  • 4.

    Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Artikel 10 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de weigert het college de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, of

    • b.

      als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

  • 2.

    Onverminderd het vorige lid weigert het college de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

    • a.

      subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

    • b.

      de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Onverminderd de vorige leden kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren als:

    • a.

      de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • c.

      de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • d.

      de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • e.

      de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • f.

      de aanvraag niet past binnen het gemeentelijk beleid;

    • g.

      de aanvrager niet alle benodigde vergunningen, ontheffingen en/of vrijstellingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteit heeft gekregen;

    • h.

      het gaat om activiteiten van politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke aard;

    • i.

      de aangevraagde subsidie minder dan € 250,- bedraagt.

  • 4.

    De structurele subsidieverlening aan een instelling kan op grond van algemene financiële of beleidsinhoudelijke overwegingen worden beëindigd of verminderd op grond van een door het college te nemen besluit bij vaststelling van het Subsidieprogramma.

  • 5.

    Het college stelt de instelling schriftelijk in kennis van het voornemen zoals genoemd in tweede lid, met in achtneming van een redelijk termijn, voorafgaand aan het jaar waarop de beschikking betrekking heeft.

Artikel 11 Bevoorschotting

  • 1.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, worden in de verleningsbeschikking de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

  • 2.

    Als er sprake is bevoorschotting worden structurele subsidies van meer dan € 10.000,- in vier kwartaaltermijnen bevoorschot.

Artikel 12 Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat één of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onmiddellijk schriftelijk aan het college.

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert het college onmiddellijk schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders, en het doel van de rechtspersoon;

Artikel 13 Verantwoording subsidies

  • 1.

    De subsidieontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid dient uiterlijk op 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college, tenzij bij de subsidieverlening een andere termijn is gesteld.

  • 2.

    De subsidieontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede lid dient uiterlijk 12 weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling in bij het college, tenzij bij de subsidieverlening een andere termijn is gesteld.

  • 3.

    De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten in de vorm van een financieel verslag of jaarrekening;

    • c.

      een financiële balans per einddatum van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      bij subsidies van €200.000 en hoger moet er een accountantsverklaring ingediend worden. In de verleningsbeschikking kan dit anders bepaald worden.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kunnen andere gegevens worden verlangd.

Artikel 14 Vaststelling subsidies

  • 1.

    Het college stelt binnen 12 weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling van een subsidie de subsidie vast

  • 2.

    Het college stelt na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling van een jaarsubsidie, de subsidie voor 1 december van het lopende jaar vast.

  • 3.

    Het college kan de termijnen in lid 1 en 2 met ten hoogste 8 weken verlengen.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 15 Hardheidsclausule

  • 1.

    In de gestelde termijn van deze verordening voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2024 en waarop nog niet is beslist, zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Vlissingen 2018 van toepassing.

  • 2.

    De Algemene subsidieverordening Vlissingen 2018 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Vlissingen 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Vlissingen op 14 december 2023.

De griffier,

De voorzitter,