Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707174
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707174/1
Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 31 oktober 2023
Zaaknummer: 2023-417531
Gelet op artikel: gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer;
overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een rioolvoorziening en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een rioolvoorziening voor afvalwater;
overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool.
B E S L U I T
- 1.
De huidige Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2011 in te trekken bij inwerking treden van de Omgevingswet, en;
- 2.
De Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023 vast te stellen met ingang van 1 januari 2024.
Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a
beheerder van het openbaar riool: het college.
Artikel 2 Plicht tot afkoppelen
-
1 De beheerder kan de wijze bepalen waarop het afkoppelen plaatsvindt.
-
2 De gebiedsaanwijzing heeft geen betrekking op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare weg.
-
3 Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.
-
4 De gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop zij bekend is gemaakt.
-
5 De beheerder kan ontheffing verlenen van de verplichting tot afkoppelen die voortvloeit uit de gebiedsaanwijzing, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater kan worden gevergd.
Artikel 3 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 4 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck
In de openbare vergadering d.d. 12 december 2023
Met vriendelijke groet,
NAMENS DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier,
Mr. P.J.F. Bemelmans
De voorzitter,
F.A.P. van Kessel
Toelichting
Achtergrond:
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, wordt de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater van rechtswege onderdeel van het omgevingsplan. Hierdoor is het noodzakelijk dat de huidige verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck wordt ingetrokken en vervangen wordt door de nieuwe Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023. Het vervallen van de huidige verordening en het ingaan van de nieuwe verordening zal gelijktijdig zijn aan het ingaan van de Omgevingswet.
Eerdere besluitvorming in dezen heeft betrekking op de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Cranendonck. Deze verordening is vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck 5 juli 2011, geldend vanaf 21 juli 2011, De huidige verordening is met de komst van de Omgevingswet niet meer actueel en dus niet uitvoerbaar bij nieuwe casussen vanaf 1 januari 2024.
Met de komst van de Omgevingswet op 1 januari 2024 dient de huidige Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2011 te worden ingetrokken. Deze moet vervangen worden door een nieuwe verordening: de Verordening afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Cranendonck 2023.
Voor de nieuwe verordening is gebruik gemaakt van de modelverordening die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld. De tekst en terminologie sluiten aan bij de Omgevingswet.
Onderdeel van het omgevingsplan:
Op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, wordt de Verordening op afvoer van hemelwater en grondwater van rechtswege onderdeel van het omgevingsplan. Artikel 4.6, eerste lid, aanhef en onder f, van de Invoeringswet Omgevingswet regelt dat voor de verordening en de op grond daarvan aangewezen gebieden. In de verordening staan een aantal bepalingen die naar aard of inhoud geen onderdeel van het omgevingsplan moeten zijn. Dit raadsbesluit regelt dat deze bepalingen onmiddellijk vervallen voor dat moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 januari 2024). Het deel van de verordening dat nog resteert is onmiddellijk daarna dus onderdeel van het omgevingsplan.
Het verval van de verschillende bepalingen is aanbevolen om een van de hieronder genoemde redenen.
Strijd met Omgevingswet of Omgevingsbesluit
Artikel 1, onderdeel a, van de verordening bevat een definitie van het begrip ‘bouwwerk’. Dat begrip is ook in de Omgevingswet, Bijlage I, gedefinieerd. De definitie in de Omgevingswet geldt daardoor al voor het omgevingsplan en een afwijkende definitie zou daarmee in strijd zijn.
Artikel 2, eerste lid, van de verordening bepaalt dat de werkingsgebieden van de regels vastgesteld kunnen worden door het college. Deze bevoegdheid komt, na inwerkingtreding van de Omgevingswet toe aan de raad, die deze in een delegatiebesluit kan delegeren aan het college.
Artikel 2, zevende lid, van de verordening bevat een bepaling over de toepasselijkheid van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bij de voorbereiding van een aanwijzingsbesluit voor een gebied. Omdat de aanwijzingsbesluiten een onderdeel zullen zijn van het omgevingsplan vergt het aanwijzen van een nieuw gebied een wijziging van het omgevingsplan, waarvoor de regels gelden van de Omgevingswet, onder meer de artikelen 2.8 en 16.30 van de Omgevingswet. Het zevende lid van artikel 2 zou daarmee in strijd kunnen zijn. Het is in elk geval een overbodige bepaling om op te nemen in het omgevingsplan nu de Omgevingswet hierin voorziet.
Artikel 3 van de verordening betreft een sanctiebepaling, waarvan de grondslag gelegen is in artikel 154 van de Gemeentewet. Op grond van artikel 2.1, tweede lid van het Omgevingsbesluit mag deze bepaling niet opgenomen worden in het omgevingsplan. Het handhaven van de bepalingen van het omgevingsplan gaat via de Omgevingswet.
Artikel 4 van de verordening betreft de bevoegdheid om toezichthouders aan te wijzen. Artikel 18.6 van de Omgevingswet attribueert deze bevoegdheid rechtstreeks aan het college. Artikel 4 van de verordening is daarmee in strijd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl