Besluit van de raad van de gemeente Stichtse Vecht tot vaststelling van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Stichtse Vecht 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Stichtse Vecht tot vaststelling van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Stichtse Vecht 2024

De raad van de gemeente Stichtse Vecht;

Gelet op:

- het voorstel van de voorzitter van de raad van 17 oktober 2023;

- de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

- de bespreking in de commissie Bestuur en Financiën van 5 december 2023,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening gemeentelijke rekenkamer Stichtse Vecht 2024

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- college: college van burgemeester en wethouders;

- rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

- voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

1. Er is een rekenkamer.

2. De rekenkamer bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3. Klankbordgroep

1. Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.

2. De auditcommissie vervult de functie van klankbord namens de raad voor de rekenkamer.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal een keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

1. De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

2. De secretaris is werkzaam bij de griffie.

3. De secretaris legt verantwoording af over zijn of haar werkzaamheden aan de rekenkamer.

Artikel 6. Budget

De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

Artikel 7. Vergoeding

1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter 30 % en voor gewone leden 25 % van de vergoeding voor raadsleden.

3. De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

Artikel 8. Slotbepalingen

1. De verordening rekenkamercommissie gemeente Stichtse Vecht, vastgesteld op 27 november 2012 en gewijzigd op 1 juli 2019, wordt ingetrokken.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamer Stichtse Vecht 2024.

Ondertekening

19 december 2023

Griffier Voorzitter

B. Espeldoorn-Bloemendal drs. A.J.H.T.H. Reinders

Toelichting

Algemeen

Deze modelverordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

Artikel 3. Klankbordgroep

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken. De raad kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. Ook is het mogelijk een al ingesteld gremium, zoals een auditcommissie, als aanspreekpunt aan te wijzen. De raad kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten.

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

De rekenkamer heeft een secretaris die ambtelijke ondersteuning biedt. Deze secretaris legt verantwoording af over zijn/haar werkzaamheden aan de rekenkamer en wordt aangestuurd door de rekenkamervoorzitter.

In de Wet versterking decentrale rekenkamers is de mogelijkheid (die rekenkamercommissies hadden) om de secretaris bij de griffie onder te brengen behouden gebleven. Artikel 81j, derde lid van de Gemeentewet stelt: ‘De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren.’ In dit geval benoemt niet het college deze ambtenaren (zoals gesteld in artikel 81 j, tweede lid) maar de raad. De griffier neemt de rechtspositionele besluiten over de secretaris in overleg met de rekenkamervoorzitter. De griffier en de rekenkamervoorzitter zorgen er in gezamenlijkheid voor dat de secretaris organisatorisch zodanig wordt ingebed in de griffie (qua voorzieningen en arbeidsvoorwaarden) dat deze zijn/haar werk goed kan doen. Op dit moment staat er in de wet dat de secretaris van de rekenkamer wordt aangewezen door het college. Er ligt een reparatiewet bij de Raad van State.

Artikel 6. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en (op declaratiebasis) een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

Artikel 8. Slotbepalingen

Dit artikel regelt de ingangsdatum en de intrekking van de oude verordening.