Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707159
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707159/1
Verordening precariobelasting Waalre 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening precariobelasting Waalre 2024De raad van de gemeente Waalre;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023, nr.; 2022-99
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Verordening precariobelasting Waalre 2024
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag : een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
- b.
week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen.
- c.
maand : een kalendermaand;
- d.
jaar : een kalenderjaar;
- e.
vergunning : een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
- f.
terras: een geheel van tafels, stoelen en/of andere roerende zaken, die de belastingplichtige buitenshuis opstelt om andere in de gelegenheid te stellen iets te nuttigen.
- g.
Delen van jaren, maanden, weken, dagen, vierkante en strekkende meters worden voor een geheel gerekend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een recht geheven voor:
- a.
ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare eredienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
- b.
ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Artikel 3 Belastingplicht
Het recht genoemd in artikel 6 van deze verordening wordt geheven van degene, die de vereiste vergunning heeft verkregen, van de opvolger in die vergunning of van:
- 1.
degene, door wie of op wiens last oppervlakte is ingenomen of aan de openbare dienst is onttrokken.
- 2.
degene, die het genot heeft door het hebben van door hem of op zijn last aangebrachte inrichtingen of voorwerpen.
- 3.
degene, door wie of wiens last inrichtingen, voorwerpen, goederen of waren zijn geplaatst of aangebracht.
Artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen of werken, welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van eigendommen, welke aan derden zijn of zullen worden verhuurd of in beheer en exploitatie zijn of zullen worden gegeven.
- b.
particuliere werken of inrichtingen waarvan de belanghebbenden zich het recht bij overeenkomst hebben voorbehouden, alsmede in het geval dat de verplichting tot betaling van de rechten het gevolg zou zijn van een op verzoek of op bevel van het gemeentebestuur ingetreden wijziging van de bestaande toestand.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Wegens het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen en wegens het hebben van de navolgende goederen/zaken of voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater, wordt een recht geheven als volgt:
- 1.
Benzine- en andere pompinstallaties, putten, tanks en toebehoren:
- a.
voor een benzine- of pompinstallatie met inbegrip van leidingentank en vulput, per jaar € 59,75.
- b.
Voor een vul- of aftapput, met inbegrip van leidingen per jaar € 20,20.
- c.
Voor een tank van 6.000 liter inhoud of minder, met inhoud van leidingen en vul put, per jaar € 41,00 voor elke 1.000 liter inhoud of gedeelte daarvan per jaar € 8,05 met een maximum van € 59,75.
- 2.
Het uitstallen van waren voor het –niet ter gelegenheid van de kermis- uitstallen van waren en het innemen van een standplaats met een kraam, wagen, fiets, mand of dergelijk voorwerp tot verkoop van waren per m2 per week of gedeelte daarvan € 0,26, per maand € 0,84, per jaar € 8,05.
- 3.
Het tarief bedraagt voor het op of boven een terras hebben van banken, tafeltjes, stoelen en parasols, alsmede het hebben van plankieren, tochtschermen , bloem- of plantenbakken per m2 per week of gedeelte daarvan € 0,26, per maand € 0,84, per jaar € 8,05.
- 4.
In- of uitritten benzinepompen:
- a.
Voor een in- of uitrit of verlaagd trottoir ten behoeve van ten hoogste drie benzine en/of andere aftappunten per jaar € 159,74.
- b.
voor een in- of uitrit of verlaagd trottoir ten behoeve van méér dan drie benzine en/of andere aftappunten, per jaar € 320,54.
- c.
Het recht genoemd onder a. en b. wordt niet geheven, indien de aftappunten uitsluitend worden gebezigd voor eigen gebruik, mits de eigenaar en/of de gebruiker gedoogt, dat bij de aftappunten vanwege en op kosten van de gemeente het opschrift “uitsluitend voor eigen gebruik” wordt aangebracht. Onder in- of uitrit wordt verstaan: elk ten dienst van het perceel of erf met het oog op het rijverkeer speciaal aangebrachte verandering of versterking in de bedekking van de openbare grond.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
- a.
Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
- b.
Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
- c.
De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
- d.
bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening bepaalde tarieven voor een week wordt in totaal per maand niet meer geheven dan dat bij de toepassing van het tarief voor een maand zou zijn verschuldigd.
- e.
bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening bepaalde tarieven voor een maand wordt in totaal per jaar niet meer geheven dan dat bij de toepassing van het tarief voor een jaar zou zijn verschuldigd bij open ruimten tussen op de grond geplaatste, neergelegde of opgetaste goederen/zaken, die aan de belastingplichtige toebehoren, wordt voor de berekening van het recht geacht door die goederen/zaken in gebruik te zijn genomen.
Artikel 7 Belastingtijdvak
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan
Artikel 8 Wijze van heffing
De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Ontheffing
Voor voorwerpen en inrichtingen waarvoor het recht per jaar is vastgesteld en die in de loop van het jaar zijn verwijderd wordt, op een daartoe ingediend schriftelijk verzoek, ontheffing verleend over zoveel gedeelten als er nog volle kalenderkwartalen in het belastingjaar zijn.
Artikel 11 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de rechten in deze verordening wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeesters en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 14 Overgangsrecht
De ‘Verordening Retributie en Precariobelasting 2023’ vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2024.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Retributie en Precariobelasting Waalre 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2023.
De raad van de gemeente Waalre,
de griffier, de voorzitter,
W.A. Ernes M.F. Oosterveer
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl