Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707063
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR707063/1
LEGESVERORDENING 2024
Geldend van 28-12-2023 t/m heden
Intitulé
LEGESVERORDENING 2024De raad van de gemeente Hardenberg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 november 2023, nummer 576043;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Besluit:
Vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2024
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- d.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en mde de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit.
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht.
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Het college is bevoegd tot het vaststellen van een normbouwkostenregeling voor de bepaling van de bouwkosten, bedoeld in artikel 2.1, lid 5, 2.5 en 2.6 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overgangsrecht
De ‘Legesverordening 2023’ van 6 december 2022, met zaaknummer 396775, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Legesverordening 2024'.
Ondertekening
Tarieventabel
behorende bij de verordening op de heffing en invordering van de leges 2024
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Pargraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overig publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingsweg 2014
Paragraaf 3.7 Kinderopvang
Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Zaaknummer: 576043
Tarieventabel
Tarieventabel, behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paagraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap in het huis der gemeente: |
||
a. |
op dinsdag en woensdag om 9.00 uur in het gemeentehuis te Hardenberg |
kosteloos |
b. |
op maandag tot en met vrijdag op overige tijdstippen dan genoemd onder sub a |
€ 443,00 |
c. |
op zaterdag, zondag en algemene feestdagen |
€ 555,00 |
Artikel 1.1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op een vrije locatie |
|
a. |
op maandag tot en met vrijdag |
€ 499,00 |
b. |
op zaterdag, zondag en algemene feestdagen |
€ 610,00 |
Artikel 1.2 |
Omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwlijk indien voor zover geen gebruik wordt gemaakt van een trouwlocatie |
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien en voor zover geen gebruik wordt gemaakt van een trouwlocatie |
€ 145,00 |
|
Artikel 1.3 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
De tarieven genoemd onder 1.1 worden voor de voltrelkking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek vermeerderd met: |
€ 145,00 |
|
Artikel 1.4 |
Omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwlijk |
|
De tarieven genoemd onder 1.1 en 1.1.1 worden voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek vermeerderd met: |
€ 145,00 |
|
Artikel 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
||
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden |
€ 118,00 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden |
€ 297,00 |
Artikel 1.6 |
In behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
||
Artikel 1.6.1 |
Herziene naamskeuze |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doen van herziene naamskeuze op grond van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam, zijn op grond van artikel IIIC van genoemde wet leges verschuldigd. Artikel 3 van de Wet rechten burgerlijke stand is van toepassing. Hiervoor geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
Artikel 1.7 |
Inzetten van een bodedienst ter ondersteuning van de huwelijksvolstrekking |
|
Het tarief bedraagt voor hetinzetten van een bodedienst ter ondersteuning van de huwelijksvoltrekking |
€ 236,00 |
|
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje, inclusief uittreksel uit de burgerlijke stand: |
€ 49,00 |
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt : |
€ 63,40 |
|
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.9.a (zakenpaspoort): |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
|
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
|
b. |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon : |
€ 36,90 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 0,00 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
||
Het maximale wettelijke tarief en naar beneden afgerond op vijf cent |
||
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met het hiervoor geldende maximale wettelijke tarief en naar beneden afgerond op vijf cent |
|
b. |
bij het laten thuisbezorgen van een rijbewijs, per rijbewijs vermeerderd met |
€ 0,00 |
c. |
bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing bij een eerder afgegeven rijbewijs, welk document bij de aanvraag anders dan tengevolge van diefstal niet of niet compleet kan worden overlegd, behalve wanneer een proces verbaal van diefstal dat door de politie is afgegeven kan worden overlegd, de in 1.12 verschuldigde leges, vermeerderd met |
€ 35,00 |
d. |
Bij verkoop gezondheidsverklaring CBR: het tarief zoals vermeld op de CBR gezondheidsverklaring vermeerderd met administratiekosten van: |
€ 1,50 |
Paragraaf 1.4 Verstrekking in het kader van basisregistratie personen
Artikel 1.14 |
Definities |
|
Voor de toepassing van artikel 1.15, met uitzondering van het onderdeel b wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
||
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
a. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
tot het verstrekken van gegevens, per aanvraag |
€ 13,70 |
|
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Beluit basisregistratie personen |
€ 7,50 |
|
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde dag schriftelijk is ingetrokken |
|
Artikel 1.18.1 |
Bewijs van opneming |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen: |
||
a. |
via de publieksbalie of post |
€ 13,70 |
b. |
via het digitaal loket |
€ 12,30 |
Artikel 1.18.2 |
Verstrekking afschrift persoonslijst |
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst |
€ 13,70 |
|
Artikel 1.18.3 |
Kopie of afschrift van verklaring onder ede |
|
Het tarief bedraagt voor een gewaarmerkte kopie of afschrift van een verklaring onder ede |
€ 8,30 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
a. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
b. |
een afschrift van de beleidsbegroting |
€ 57,00 |
c. |
een afschrift van de nota van aanbieding |
€ 23,70 |
d. |
een afschrift van de bijlagen bij de beleidsbegroting |
€ 23,70 |
e. |
een afschrift van de jaarrekening |
€ 57,00 |
f. |
een afschrift van het jaarverslag |
€ 23,70 |
g. |
een afschrift van de bijlagen bij de jaarrekening per boekwerk |
€ 23,70 |
h. |
het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
i. |
tot het verstrekken van het gemeenteblad |
€ 4,50 |
j. |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad |
€ 129,60 |
k. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen tot het verstrekken van: |
|
l. |
een afschrift van de algemene plaatselijke verordening |
€ 24,40 |
m. |
een afschrift van de bouwverordening |
€ 72,80 |
n. |
een afschrift van de overige verordeningen |
€ 19,20 |
per bladzijde of gedeelte daarvan vermeerderd met |
€ 0,60 |
|
o. |
wijzigings- c.q. aanvullingsbladen van de onder 1.19.a t/m 1.19.n genoemde verordeningen per bladzijde of gedeelte daarvan |
€ 0,60 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 |
Plan-, kaart of overige informatie |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
een aanvraag tot het verstrekken van een analoge basiskaart Hardenberg (incl. media) in: |
||
a. |
A0 formaat, per afdruk |
€ 56,10 |
b. |
A1 formaat, per afdruk |
€ 28,20 |
c. |
A2 formaat, per afdruk |
€ 20,80 |
d. |
A3 formaat, per afdruk |
€ 14,00 |
e. |
A4 formaat, per afdruk |
€ 8,30 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
een aanvraag tot het verstrekken van een digitale basiskaart Hardenberg (SFN of DXF) voor: |
||
f. |
bebouwd gebied per hectare |
€ 20,20 |
g. |
landelijk gebied per hectare |
€ 3,20 |
h. |
de tarieven als bedoeld in h en i vermeerderd met éénmalige handelingskosten |
€ 69,90 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
i. |
het adrescoördinatenbestand, per adrescoördinaat |
€ 0,30 |
j. |
huisnummerkaarten vermeerderd met een bedrag handelingskosten voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
k. |
kaartmateriaal op maat voor ieder daaraan besteed kwartier, excl. basiskaart kosten |
€ 20,20 |
l. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een: |
|
kadastrale kaart in A4 formaat |
€ 15,10 |
|
m. |
kadastraal uittreksel |
€ 15,10 |
n. |
Het tarief bedraagt ter zake: |
|
voor het verlenen van inzage A.K.R. voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
|
o. |
voor een aanvraag tot het opnieuw uitzetten/aangeven van kadastrale grenzen van een perceel dat in het verleden door de gemeente als bouwkavel is verkocht, voordat dit aan het Kadaster is aangewezen |
€ 209,50 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een luchtfoto (incl. media) in: |
||
p. |
A0 formaat, per afdruk |
€ 56,10 |
q. |
A1 formaat, per afdruk |
€ 28,20 |
r. |
A2 formaat, per afdruk |
€ 20,80 |
s. |
A3 formaat, per afdruk |
€ 14,00 |
t. |
A4 formaat, per afdruk |
€ 8,30 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een luchtfoto (digitaal): |
||
u. |
per bestand (JPG, PDF) 250 m* 250 m (stedelijk) |
€ 56,10 |
v. |
per bestand (JPG, PDF) 500 m * 500 m (buitengebied) |
€ 56,10 |
w. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
een aanvraag tot het verstrekken van een makelaarsrapportage |
€ 61,40 |
|
x. |
een uittreksel of gewaarmerkt afschrift van het beperkingenbesluit in het kader van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen |
€ 15,10 |
1.21.1 |
Het op grond van subonderdeel j, k en n verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde dag schriftelijk is ingetrokken |
Paragraaf 1.7 Overige Publiekszaken
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
b. |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ 15,00 |
c. |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ 16,20 |
d. |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 16,20 |
e. |
Het bewijs van Nederlanderschap wordt kosteloos afgegeven in het geval dat een bewijs van toevoeging wordt overlegd waarop het bedrag van de eigen bijdrage overeenkomt met het bedrag genoemd in artikel 35 van de Wet op de rechtsbijstand. |
|
f. |
tot het afgeven van een internationaal bewijs van inenting |
€ 6,70 |
g. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2018. |
|
h. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afleggen van een optieverklaring gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie-en naturalisatiegelden 2018. |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 |
Naspeuring in, afschrift of uittreksel uit het gemeentearchief |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van, exclusief de administratie- en verzendkosten, zie k: |
||
a. |
Opvraag kopie uit akten (historische) burgerlijke stand (alleen met opgave concrete datum) |
€ 8,70 |
b. |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 20,20 |
Scannen, digitalisering (indien digitaal niet aanwezig) |
||
Het op grond van dit subonderdeel verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde dag schriftelijk is ingetrokken |
||
c. |
Scannen van beeldmateriaal tot A4, per scan |
€ 8,70 |
d. |
Scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) tot A3, per scan |
€ 0,60 |
e. |
Scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) groter dan A3, per scan |
€ 5,80 |
f. |
Digitaliseren van geluidsfragment |
€ 14,60 |
Scannen, digitalisering (indien digitaal aanwezig) |
||
g. |
Ter beschikking stelling documenten, per document in pdf-formaat |
€ 4,70 |
Het tarief bedraagt voor een printerafdruk, exclusief administratie en verzendkosten, zie k: |
||
h. |
Printerafdruk A4 per afdruk |
€ 0,70 |
i. |
Pinterafdruk A3 per afdruk |
€ 0,70 |
j. |
Printerafdruk A0 per afdruk |
€ 6,50 |
Administratie en verzending |
||
k. |
Administratiekosten, verzendkosten, incl. porto |
€ 6,00 |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 76,10 |
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 76,10 |
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
Artikel 1.31 |
Wet op kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
|
c. |
Voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan 4 jaar of onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden, maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 34,30 |
Artikel 1.32 |
Telecommunicatie en overige kabels en leidingen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen, in stand houden of opruimen van overige kabels en/of leidingen: |
€ 303,20 |
a. |
als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 2,00 |
b. |
als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegronden, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 1,10 |
c. |
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 182,00 |
d. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Het tarief als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen. |
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ 54,20 |
b. |
tot het verkrijgen van een jaarlijkse ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.a |
€ 34,90 |
c. |
tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.a |
€ 12,90 |
d. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de regeling voertuigen voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ 54,20 |
e. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de regeling voertuigen anders dan bedoeld in onderdeel 1.d |
€ 34,90 |
f. |
tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (ontheffing blauwe zone) |
€ 30,00 |
g. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij: |
|
een medische keuring noodzakelijk is |
kosteloos |
|
geen medische keuring noodzakelijk is |
kosteloos |
|
h. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer |
€ 11,00 |
i. |
tot het verlenen van een ontheffing om, voor het ververoer van gevaarlijke stoffen, af te mogen wijken van de op grond van artikel 24 lid 2 Wvgs aangewezen route en tevens ontheffing voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen op adressen buiten de aangewezen route |
€ 101,70 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels en diverse vergunningen of beschikkingen |
|
1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een waarmerking van een kopie van een document |
€ 16,20 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
voor het verstrekken van een exemplaar van de Brandbeveiligingsverordening |
€ 33,20 |
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
voor het verlenen van een vergunning tot het gebruik maken van gemeentegronden welke bestemd zijn voor de openbare dienst als terras ten behoeve van een horeca-inrichting, ongeacht of het gebruik al dan niet overeenkomstig de bestemming van de grond betreft geldig voor een jaar: |
|
a. voor een terras buiten Hardenberg-kern |
€ 209,50 |
|
b. voor een terras binnen Hardenberg-kern van minder dan 50 m2: |
€ 418,50 |
|
c. voor een terras binnen Hardenberg-kern van meer dan 50 m2: |
€ 697,40 |
|
b. |
voor het verlenen van een vergunning tot het gebruik maken van gemeentegronden welke bestemd zijn voor de openbare dienst ongeacht of het gebruik al dan niet overeenkomstig de bestemming van de grond betreft, anders dan bedoeld onder 3a: |
|
a. per m2 per dag |
€ 1,60 |
|
b. per m2 voor twee aaneensluitende dagen |
€ 2,00 |
|
c. per m2 voor drie aaneensluitende dagen |
€ 2,30 |
|
d. per m2 voor vier aaneensluitende dagen |
€ 2,60 |
|
e. per m2 voor vijf aaneensluitende dagen |
€ 3,00 |
|
f. per m2 voor zes aaneensluitende dagen |
€ 3,30 |
|
g. per m2 voor zeven aaneensluitende dagen |
€ 3,50 |
|
Beslaat het gebruik een aaneensluitende periode van meer dan een week dan wordt het bedrag geheven van |
€ 3,35 |
|
per m2 voor de eerste week, vermeerderd met |
€ 0,90 |
|
per m2 maal het aantal weken dat het gebruik voortduurt, met dien verstande dat ter berekening van de verschuldigde leges over een jaar het aantal weken op 46 wordt gesteld. Indien een kermis wordt georganiseerd door een niet-commerciële, in de gemeente gevestigde, organisatie, worden slechts 25% van de leges genoemd in dit artikel in rekening gebracht. |
||
c. |
Voor het verlenen van een toestemming tot het wekelijks gebruik maken van gemeentegrond gedurende één of meer dagdelen per week, anders dan bedoeld onder 3a, per dagdeel, per m2 |
€ 0,12 |
vermeerderd met een vast bedrag per week van |
€ 1,55 |
|
Ter berekening van de leges over een jaar wordt het aantal weken gesteld op 46. De minimumleges overeenkomstig dit lid bedragen |
€ 18,70 |
|
Indien zulks voor de houder van de toestemming voordeliger is, vindt de berekening plaats zoals genoemd in 3b |
||
4. |
De in 3c bedoelde leges worden niet geheven voor het verlenen van een toestemming tot het gebruik maken van gemeentegronden voor zover het gebruik plaatsvindt in een aaneengesloten periode van zes weken vallende in de periode vanaf de laatste maandag van de maand juni tot en met de eerste zaterdag van de maand september |
|
5. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
a. |
het verstrekken van een vergunning voor het venten in de gemeente, geldig voor: |
|
a. een dag |
€ 7,40 |
|
b. meer dan één dag doch ten hoogste voor één week |
€ 14,90 |
|
c. meer dan één week doch ten hoogste voor één maand |
€ 33,20 |
|
d. meer dan één maand doch ten hoogste voor zes maanden |
€ 103,70 |
|
e. meer dan zes maanden doch ten hoogste voor één jaar |
€ 206,90 |
|
b. |
het verstrekken van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 33,20 |
c. |
een ontheffing van de verbodsbepalingen met betrekking tot geluidhinder als bedoeld in de APV |
|
a. indien de ontheffing geldig is voor één dag tot en met drie dagen |
€ 24,40 |
|
b. indien de ontheffing geldig is voor vier dagen tot één week |
€ 57,20 |
|
c. indien de ontheffing geldig is voor één week of langer |
€ 114,70 |
|
d. |
het verstrekken van een vergunning voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen door een ander dan de inzameldienst als bedoeld in de APV: |
|
a. indien de vergunning geldig is voor één dag |
€ 17,10 |
|
b. indien de vergunning geldig is voor één week |
€ 20,60 |
|
c. indien de vergunning geldig is voor één maand |
€ 51,40 |
|
d. indien de vergunning geldig is voor één jaar |
€ 127,30 |
|
e. |
het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een rommelmarkt als bedoeld in de APV |
€ 56,90 |
f. |
De in de artikelen 5c en 5e bedoelde leges worden niet geheven voor zover deze betrekking hebben op activiteiten die op Koningsdag plaatsvinden. |
|
6. |
Het tarief bedraagt ter zake het verstrekken van een gemeentelijke huisnummerlijst |
€ 29,60 |
7. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een rioolaansluiting per aanvraag |
€ 42,80 |
8. |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,30 |
b. |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
c. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,70 |
d. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 0,70 |
e. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 6,40 |
f. |
De tarieven per pagina genoemd onder 8b tot en met 8e zijn eveneens van toepassing op afschriften, doorslagen of fotokopieën die moeten worden gescand of bewerkt worden tot pdf- of ander bestand en digitaal worden verzonden. |
|
9. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen. |
€ 24,70 |
a. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,20 |
10. |
voor het plaatsen van een publicatie t.b.v. een vergunning/ontheffing wordt een tarief in rekening gebracht van |
€ 24,70 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||
Intaketafel: de intaketafel is een beoordeling van een initiatief dat mogelijk niet past binnen de regels van het omgevingsplan. De intaketafel leidt tot standpunt over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. |
||
Omgevingstafel: De omgevingstafel is een beoordeling van initiatieven waarvan bij de intaketafel is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Het doel van een omgevingstafel is het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een definitief plan. |
||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip 'bouwkosten' betreffen de in de omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien door een door burgemeester en wethouders vastgestelde gemeentelijke normbouwkostenregeling en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten lager zijn dan deze normbouwkosten. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsverguning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
||
1. |
Voor een beoordeling aan de intaketafel: |
|
a. |
zonder principe-uitspraak van het college |
€ 328,60 |
b. |
met principe-uitspraak van het college |
€ 639,55 |
2. |
voor een beoordeling aan de omgevingstafel |
|
a. |
als het een beoordeling betreft door de gemeente Hardenberg |
€ 1.250,00 |
b. |
als het een beoordeling betreft door de Omgevingsgtafel IJsselland |
€ 938,80 |
3. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor de betreffende dienst of diensten. |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
indien de bouwkosten: |
||
a. |
minder bedragen dan € 500,-- : |
€ 43,00 |
b. |
€ 500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 2.500,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 16,15 |
|
met een minimum van |
€ 55,50 |
|
c. |
€ 2.500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 50.000,--: |
|
per € 500,--, bouwkosten |
€ 13,30 |
|
met een minimum van |
€ 80,75 |
|
d. |
€ 50.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 120.000--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 12,95 |
|
met een minimum van |
€ 1.330,00 |
|
e. |
€ 120.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 250.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 11,75 |
|
met een minimum van |
€ 3.108,00 |
|
f. |
€ 250.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 500.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 9,95 |
|
met een minimum van |
€ 5.875,00 |
|
g. |
€ 500.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 1.000.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 9,05 |
|
met een minimum van |
€ 9.950,00 |
|
h. |
€ 1.000.000,-- of meer bedragen |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 9,05 |
|
met een minimum van |
€ 18.100,00 |
|
met een maximumlegesbedrag van |
€ 221.813,73 |
|
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
indien de bouwkosten: |
||
a. |
minder bedragen dan € 500,--: |
€ 29,50 |
b. |
€ 500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 2.500,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 9,25 |
|
met een minimum van |
€ 29,50 |
|
c. |
€ 2.500,-- of meer bedragen, doch minder dan € 50.000,-- : |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 5,80 |
|
met een minimum van |
€ 46,25 |
|
d. |
€ 50.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 120.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 4,25 |
|
met een minimum van |
€ 580,00 |
|
e. |
€ 120.000,-- of meer bedragen, doch minder dan € 250.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 2,85 |
|
met een minimum van |
€ 1.020,00 |
|
f. |
€ 250.000,-- of meer, doch minder dan € 500.000,--: |
|
per € 500,-- aan bouwkosten |
€ 1,65 |
|
met een minimum van |
€ 1.425,00 |
|
g. |
€ 5000.000,-- of meer, doch minder dan € 1.000.000,--: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 1,15 |
|
met een minimum van |
€ 1.650,00 |
|
h. |
€ 1.000.000,-- of meer bedragen: |
|
per € 500,--, aan bouwkosten |
€ 1,15 |
|
met een minimum van |
€ 2.300,00 |
|
met een maximumlegesbedrag van |
€ 28.186,27 |
|
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 579,55 |
3. |
De tarieven genoemd onderlid 1 en 2 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt: |
|
a.1 |
Als sprake is van een extra beoordeling aan de in het omgevingsplan opgenomen regels: |
€ 347,75 |
a.2 |
Als naast de extra beoordeling als bedoeld in lid 3a1 tevens een ruimtelijk kwaliteitsplan moet worden beoordeeld, dan wordt het tarief onder lid 3a1 vermeerderd met |
€ 337,35 |
b. |
als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 2.318,20 |
4. |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief zoals vermeld in lid 1 verhoogd met: |
€ 561,90 |
a. |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
|
b. |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a: het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van behandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten voor de beoordeling van een ruimtelijk kwaliteitsplan. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, word voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt. |
|
Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit gepaard gaande kosten op grond van hoofdstuk 12 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald met toepassing van een grondexploitatieovereenkomst. |
||
Artikel 2.7 |
Uitgezonderde bouwwerken |
|
Leges als bedoeld in artikel 2.5 en artikel 2.6 worden niet geheven voor de volgende bouwwerken: - collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking voor percelen gelegen binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht en bij een beschermd monument. - collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking indien niet geplaatst op of geïntegreerd in een dak voor percelen gelegen bij en in de directe omgeving van een woning, bedrijfswoning of dienstwoning en die bedoeld zijn voor het eigen gebruik van de woning, bedrijfswoning of dienstwoning. |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Arikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 579,55 |
|
2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 579,55 |
|
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 579,55 |
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Hardenberg 2018 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 869,30 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 869,30 |
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 289,75 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 289,75 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.826,25 |
2. |
In afwijking van het eerste lid van dit artikel bedraagt het tarief voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
€ 1.482,30 |
Artikel 2.13 |
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.826,25 |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 405,70 |
|
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.826,25 |
Paragraaf 2.6 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 579,55 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 579,55 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische (verwachtings)waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 579,55 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 579,55 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 579,55 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 561,90 |
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: |
||
a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, |
||
b. indrijven van voorwerpen, |
||
c. ophogen van de grond, of |
||
d. verharden van de grond, |
||
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 579,55 |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 579,55 |
|
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening danwel zoals bedoeld in het omgevingsplan Hardenberg in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 562,15 |
|
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 562,15 |
|
en als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 2.318,20 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening danwel het omgevingsplan Hardenberg in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 77,85 |
|
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van objecten op de weg, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 347,75 |
|
Artikel 2.33 |
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 231,80 |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 77,85 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 77,85 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 |
Gereserveerd |
|
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief ongeacht het aantal milieubelastende activiteiten: |
€ 1.531,70 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.531,70 |
Artikel 2.37 |
Gereserveerd |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief per uur: |
€ 128,02 |
|
2. |
Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in lid 1 worden de kosten aan de aanvrager meegedeeld in een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 |
Buiten behandeling stellen |
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bedraagt het tarief in afwijking van de overige tarieven in dit hoofdstuk: |
€ 657,50 |
|
tenzij het tarief van de activiteit waarvoor de aanvraag werd ingediend lager is, in welk geval dit lagere tarief in rekening wordt gebracht. |
||
Artikel 2.39.1 |
Gereserveerd |
|
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het bouwplan of in het project: |
€ 221,85 |
|
tenzij het tarief van de activiteit waarvoor de aanvraag tot wijziging werd ingediend lager is, in welk geval dit lagere tarief in rekening wordt gebracht. |
||
2. |
In afwijking van het tarief genoemd onder 1 is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning, in andere gevallen dan als gevolg van een geringe wijziging in het project of een wijziging van de tenaamstelling, hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 347,75 |
|
Artikel 2.42 |
Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 231,80 |
|
tenzij de intrekking op verzoek van de gemeente plaatsvindt, in welk geval geen leges verschuldigd zijn voor de intrekking. |
||
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
||
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 75,55 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
€ 231,80 |
|
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.651,65 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 115,90 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 224,30 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 115,90 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 115,90 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 224,30 |
f. |
voor de beoordeling van een aeriusberekening: |
€ 115,90 |
g. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 224,30 |
h. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 115,90 |
2. |
de tarieven genoemd in lid 1 worden in voorkomende gevallen vermeerderd met de externe advieskosten die door een externe adviseur aan de gemeente in rekening worden gebracht. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
b. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld onder a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het omgevingsoverleg geheven leges van: |
100% |
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
||
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
||
c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
||
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 72,50 |
tenzij het tarief van de activiteit waarvoor de aanvraag werd ingediend lager is, in welk geval dit lagere tarief verschuldigd blijft. |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag bouwactiviteit of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
1. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in artikelen 2.5 en 2.6, lid 1, of zijn aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in paragraaf 2.9 en op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de verschuldigde leges. |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
85% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
75% |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
70% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
50% |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
55% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
25% |
|
2. |
In afwijking van lid 1 bedraagt de teruggaaf indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken: |
100% |
van de op grond van artikel 2.5 en artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges; |
||
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag bouwactiviteit of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
1. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in artikelen 2.5 en 2.6, lid 1, of zijn aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in paragraaf 2.9 op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
85% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
75% |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
70% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
50% |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges: |
55% |
|
en bedraagt de teruggaaf van de op grond van artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges: |
25% |
|
2. |
In afwijking van lid 1 bedraagt de teruggaaf indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken: |
100% |
van de op grond van artikel 2.5 en artikel 2.6, lid 1 en paragraaf 2.9 verschuldigde leges; |
||
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|
Als het college van burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder een verleende omgevingsvergunning intrekt voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in artikel 2.5 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 5 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
|
van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in artikel 2.5 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
van de op grond van artikel 2.5 verschuldigde leges. |
||
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf overige leges |
|
De artikelen 2.56, 2.57 en 2.58 voorzien uitsluitend in een mogelijke teruggaaf van de op grond van artikel 2.5, artikel 2.6, lid 1 of paragraaf 2.9 verschuldigde leges. Voor alle overige leges op grond van dit hoofdstuk wordt geen teruggaaf verleend. |
||
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Een bedrag minder dan € 100,-- wordt niet teruggegeven. |
||
Artikel 2.62 |
Teruggaaf indien nog geen legesaanslag werd opgelegd |
|
Als een aanvrager recht heeft op teruggaaf op grond van deze paragraaf, maar de legesaanslag voor de betreffende activiteiten waarvoor dit recht op teruggaaf bestaat, is nog niet aan de aanvrager opgelegd, dan zal het teruggaafbedrag in mindering worden gebracht op de nog op te leggen en nog te betalen legesaanslag voor die betreffende activiteiten. |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a. |
een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 166,40 |
b. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 82,00 |
c. |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in art 30a, tweede lid van de Alcoholwet: |
€ 82,00 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing voor het geopend houden van cafés en dergelijkeinrichtingen na het algemeen sluitingsuur, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening, voor: |
||
d. |
een dag tot een jaar: |
€ 56,00 |
e. |
een vrij sluitingsuur: |
€ 111,20 |
f. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 56,00 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als gevolg van de Algemeneplaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in artikle 3.4: |
||
a. |
voor een eerste vergunning met een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar |
€ 2.219,20 |
b. |
voor een verlenging van een bestaande vergunning |
€ 1.407,50 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning |
€ 1.407,50 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
Voor een ontheffing in het kader van de winkeltijdenwet of het vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet |
€ 37,10 |
b. |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.5.a bedoelde ontheffing over te dragen aaneen ander |
€ 37,10 |
c. |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.5.a bedoelde ontheffing |
€ 37,10 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor hetorganiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening(evenementenvergunning) indien het betreft: |
||
a. |
een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel |
€ 24,70 |
b. |
een herdenkingsplechtigheid |
€ 0,00 |
c. |
een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg |
€ 24,70 |
vervallen |
||
d. |
een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 24,70 |
Artikel 3.7 |
Organiseren markt |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
||
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 56,90 |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 |
Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 33,20 |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.15 |
Splitsingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van eensplitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 76,10 |
Paragraaf 3.7 Kinderopvang
Artikel 3.16 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld inartikel 1.45, eerste lid van de Wet Kinderopvang |
€ 687,60 |
Artikel 3.17 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet Kinderopvang |
€ 238,40 |
Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 76,10 |
Gewaarmerkt door de griffier van de gemeente Hardenberg
Als behorende bij het raadsbesluit van 12 december 2023,
De griffier van de gemeente Hardenberg
F.G.S. Droste
Bijlage A (lijst van activiteiten als bedoeld in artikel 2.6 lid 4 onder a van de tarieventabel)
1. |
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen: |
a. |
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf, |
b. |
de oppervlakte niet meer dan 150 m2; |
2. |
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aande in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: |
a. |
niet hoger dan 5 m, en |
b. |
de oppervlakte niet meer dan 50 m²; |
3. |
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: |
a. |
niet hoger dan 10 m, en |
b. |
de oppervlakte niet meer dan 50 m²; |
4. |
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortigeuitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht ophet isoleren van een gebouw; |
5. |
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m; |
6. |
een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998; |
7. |
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren totkrachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellidomschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijvingvan dat procedé genoemde nevenbestanddelen; |
8. |
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied; |
9. |
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten,en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voorwerknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen; |
10. |
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: |
a. |
de recreatiewoning ten tijde van het te nemen besluit op de aanvraag voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet en de Omgevingswet aaneen bestaande woning gestelde eisen; |
b. |
de bewoning niet in strijd is met de ten tijde van het te nemen besluit op de aanvraag bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder,de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden, of niet instrijd zijn met de hiervoor genoemde ten tijde van het nemen te besluit op de aanvraag geldende regels, voor zover die regels van of op grond vande hiervoor genoemde wetten zijn opgegaan in de Omgevingswet of bij of krachtens die wet gestelde regels; |
c. |
de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en |
d. |
de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was; |
11. |
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl