Algemeen mandaat- en machtigingsbesluit basistakenpakket en plustaken Heemstede - Omgevingsdienst IJmond 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Algemeen mandaat- en machtigingsbesluit basistakenpakket en plustaken Heemstede - Omgevingsdienst IJmond 2024

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede;

gelet op artikel 16 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst IJmond en

afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat

  • -

    de colleges van burgemeester en wethouders en het college van Gedeputeerde Staten een gemeenschappelijke regeling hebben getroffen waarbij de Omgevingsdienst IJmond in het leven is geroepen;

  • -

    ingevolge artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling deze regeling is ingesteld in het belang van het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit in het samenwerkingsgebied;

  • -

    de Omgevingsdienst IJmond voor de gemeente onder meer het basistakenpakket uitvoert;

  • -

    het huidige mandaatbesluit in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet geactualiseerd moet worden;

  • -

    dat daarnaast ook andere regelgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming en Wet open overheid, actualisatie nodig maken;

  • -

    in het huidige mandaat plustaken genoemd zijn die opnieuw vastgelegd moeten worden naast het nieuwe basistakenpakket;

  • -

    gekozen wordt voor een algemeen geformuleerd mandaatbesluit, inhoudende dat – tenzij in dit mandaatbesluit uitzonderingen zijn beschreven – aan de Omgevingsdienst IJmond alle mandaten worden verleend die nodig zijn voor het kunnen uitvoeren van het basistakenpakket.

Gezien de op voorhand gegeven schriftelijke instemming, bedoeld in artikel 10:4 eerste lid, Algemene wet bestuursrecht, van de directeur van de Omgevingsdienst IJmond;

BESLUIT vast te stellen het:

Algemeen mandaat- en machtigingsbesluit basistakenpakket en plustaken Heemstede - Omgevingsdienst IJmond 2024

Artikel 1 Definities

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Heemstede;

    • b.

      directeur: directeur van de Omgevingsdienst IJmond;

    • c.

      mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

    • d.

      machtiging: de bevoegdheid om namens het college feitelijke handelingen te verrichten;

    • e.

      omgevingsdienst: Omgevingsdienst IJmond.

  • 2. Voor de toepassing van dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt met mandaat en ondermandaat gelijk gesteld (onder)machtiging, tenzij de bepalingen van dit besluit anders aangeven.

  • 3. Het mandaat ziet tevens op de ondertekening, bekendmaking en elektronische publicatie van namens het college genomen besluiten.

Artikel 2 Mandaatverlening basistakenpakket

  • 1. Het college verleent aan de directeur mandaat tot het namens het college nemen van alle besluiten die voorvloeien uit het basistakenpakket zoals genoemd in artikel 13.12 en bijlage VI van het Omgevingsbesluit.

  • 2. Het mandaat ziet tevens op:

    • a.

      de uitoefening van bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet open overheid, de Wet hergebruik van overheidsinformatie, de Algemene verordening gegevensbescherming en de wet- en regelgeving die op de hiervoor genoemde wetten zijn gebaseerd. Dit voorzover de uitoefening van deze bevoegdheden samenhangt met de bevoegdheden uit het voornoemde basistakenpakket.

    • b.

      het maken van afspraken met het Openbaar Ministerie, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met het OM en politie.

    • c.

      besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer-beoordelingsplichtige projecten en besluiten inzake milieueffectrapportages voor mer-plichtige projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 van de Omgevingswet en besluiten inzake passende beoordelingen voor projecten als bedoeld in afdeling 16.4A van de Omgevingswet, voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten.

  • 3. Het mandaat, bedoeld in de voorgaande leden, ziet niet op:

    • a.

      de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      besluiten die leiden tot de vaststelling of wijziging van gemeentelijke beleidskaders of beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      besluiten tot het al dan niet honoreren van schadeclaims van derden of het afkopen van mogelijke geschillen en schadeclaims die vallen onder de werking van een vastgestelde publiekrechtelijke regeling;

    • d.

      besluiten tot het instellen van (hoger) beroep en besluiten tot het instellen van incidenteel hoger beroep;

    • e.

      besluiten waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • f.

      besluiten over een meervoudige aanvraag waarvan niet alle onderdelen onder de opdracht van de omgevingsdienst vallen;

    • g.

      het heffen en invorderen van leges voor besluiten die onder de opdracht van de omgevingsdienst vallen.

Artikel 3 Mandaatverlening plustaken

  • 1. Het college verleent aan de directeur mandaat tot het namens het college nemen van besluiten verband houdend met regels gesteld in de Algemene wet bestuursrecht, APV en het omgevingsplan, voorzover deze regels zijn opgesteld in het belang van het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde leefomgeving en goede omgevingskwaliteit en verband houden met taken en bevoegdheden die in de gemeenschappelijke regeling van de omgevingsdienst en/of dienstverleningsovereenkomsten zijn vastgelegd.

  • 2. Tot de aan de directeur door het college gemandateerde bevoegdheden behoren het namens het college vaststellen van:

    • a.

      programma’s als bedoeld in afdeling 3.2 van de Omgevingswet die betrekking hebben op geluidreductie;

    • b.

      geluidbelastingkaarten als bedoeld in artikel 20.17 Omgevingswet; en

    • c.

      actieplannen geluid als bedoeld in artikel 3.6 Omgevingswet.

  • 3. De directeur is bij de uitoefening van de in het eerste en tweede lid genoemde bevoegdheden gebonden aan hetgeen in artikel 2, tweede en derde lid is bepaald.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1. De directeur kan ter uitoefening van een krachtens de artikelen 2 en 3 van dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. Van ondermandaat zijn uitgesloten:

    • a.

      besluiten tot het aanwijzen van toezichthouders;

    • b.

      besluiten tot het aanwijzen van personen tot vertegenwoordiging van het college in rechte.

  • 3. De directeur kan instructies vaststellen over de wijze waarop van het ondermandaat gebruik mag worden gemaakt.

Artikel 5 Machtiging

  • 1. Het college verleent aan de directeur machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van vervulling van de in artikelen 2 en 3 genoemde bevoegdheden.

  • 2. De directeur kan machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 6 Procesvertegenwoordiging

  • 1. De directeur is gemachtigd tot het vertegenwoordigen van het college in rechte.

  • 2. De directeur kan door hem aangewezen personen in ieder geval in de volgende situaties machtigen tot het in rechte vertegenwoordigen van het college:

    • a.

      zienswijzenprocedure;

    • b.

      bezwaar;

    • c.

      beroep of (incidenteel) hoger beroep, behandeld door de rechtbank of de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State;

    • d.

      verzoeken om voorlopige voorziening, behandeld door de voorzieningenrechter van de rechtbank of de voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 3. De directeur brengt een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid ter kennis van het college.

Artikel 7 Aanwijzing toezichthouders

  • 1. De directeur wijst toezichthouders aan voor de vervulling van de in de artikelen 2 en3 genoemde bevoegdheden.

  • 2. De directeur brengt een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid ter kennis van het college.

Artikel 8 Ondertekening

  • 1. De ondertekening van besluiten, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, luidt:

  • ‘namens burgemeester en wethouders van Heemstede,

  • [naam directeur], directeur

  • Omgevingsdienst IJmond,

  • gevolgd door de handtekening van de directeur.’

  • 2. Indien ondermandaat is verleend, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, luidt de ondertekening:

  • namens burgemeester en wethouders van Heemstede,

  • namens deze,

  • gevolgd door de naam, functie en handtekening van de functionaris.’

  • 3. Als gebruik wordt gemaakt van machtiging als bedoeld in artikel 5, zijn bij ondertekening het eerste en het tweede lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4. In gevallen waarin besluitvorming en communicatie met derden langs elektronische weg plaatsvindt, kan ook gebruik worden gemaakt van een elektronische handtekening.

  • 5. Degene die bevoegd is de gemandateerde te vervangen geeft in de ondertekening aan dat hij deze bevoegdheid uitoefent als plaatsvervanger.

Artikel 9 Instructies

De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van het college in acht, bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10 Toepasselijk beleid

  • 1. De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden de door het college en de gemeenteraad vastgestelde verordeningen, beleidskaders en beleidsregels in acht, tenzij het tweede lid van toepassing is.

  • 2. Indien de directeur op zwaarwegende gronden voornemens is af te moeten wijken van de beleidskaders of beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, treedt hij hierover vooraf in overleg met - een gemachtigde van - het college.

Artikel 11 Informatieplicht

  • 1. De directeur betrekt vooraf de betrokken portefeuillehouder bij de opgedragen bevoegdheden als hij van mening is dat bij een te nemen besluit (beleids)aspecten aan de orde zijn die buiten het werkterrein van de omgevingsdienst vallen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is in elk geval aan de orde als:

    • a.

      een te nemen besluit een aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid inhoudt, waarvan precedentwerking te verwachten is of als beleid hierover moet worden vastgesteld;

    • b.

      een te nemen besluit bestuurlijk gevoelig is, waarbij er rekening mee gehouden moet worden, dat de betrokken portefeuillehouder, het college of gedeputeerde staten op zijn of haar verantwoordelijkheid zal worden aangesproken;

    • c.

      uit een te nemen besluit financiële, politieke of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

Artikel 12 Verantwoording

De directeur geeft in het jaarverslag informatie over de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Artikel 13 Intrekkingen

Het mandaat- en machtigingsbesluit secretaris/directeur milieudienst IJmond, vastgesteld door het college op 14 mei 2013, en het Ondermaat- en machtigingsbesluit gemeente Heemstede van 14 oktober 2013 worden ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Algemeen mandaat- en machtigingsbesluit basistakenpakket en plustaken Heemstede – Omgevingsdienst IJmond 2024.

Ondertekening

Vastgesteld door het college op 5 december 2023