Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706978
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706978/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 30-01-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2024
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- f.
spoedaanvraag: een aanvraag die buiten de reguliere, wettelijke, termijn wordt ingediend en die met spoed moet worden behandeld.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag;
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het in behandeling nemen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges op basis van titel 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.
-
2. De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de overige leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling of digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen één maand na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
hoofdstuk 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.16 (papieren verstrekking uit Basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.21 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.25 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ van 6 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 6 december 2023.
de griffier,
de voorzitter,
Bijlage
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING |
|||
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op andere tijd en wijze dan op maandagmorgen om 9.00 uur tot 9.30 uur |
|||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, partnerschapsregistratie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op andere tijd en wijze dan ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking en partnerschapsregistratie op maandagmorgen voor 9.00 en 9.30 uur is bepaald: |
|||
a. |
Flitsvoltrekking op dinsdag-, woensdag-, donderdag- en vrijdagochtend om 10.00 uur en 11.00 uur |
||
1. |
dinsdag en woensdag |
||
2. |
donderdag en vrijdag |
||
b. |
maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 19.00 uur |
€ 557,40 |
|
c. |
op zaterdag van 8.30 uur tot 19.00 uur |
€ 951,00 |
|
d. |
op zondag of een algemeen erkende feestdag van 8.30 uur tot 19.00 uur |
€ 1.081,75 |
|
e. |
indien de voltrekking van een huwelijk, partnerschapsregistratie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt op andere tijdstippen dan genoemd onder b tot en met d van dit artikel, wordt het tarief verhoogd met: |
€ 262,05 |
|
Artikel 1.2 Annuleren gemaakte reservering |
|||
Het tarief voor het annuleren van een gemaakte afspraak genoemd in artikel 1.1 bedraagt: |
|||
a. |
vóór melding huwelijk/partnerschapsregistratie of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ 27,30 |
|
b. |
ná melding huwelijk/partnerschapsregistratie |
€ 54,60 |
|
Artikel 1.3 Omzetten geregistreerd partnerschap |
|||
Het tarief bedraagt voor het (administratief) omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de balie |
€ 49,10 |
||
Artikel 1.4 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|||
a. |
als beëdiging bij de rechtbank niet heeft plaatsgevonden |
€ 93,70 |
|
b. |
als beëdiging bij de rechtbank heeft plaatsgevonden |
€ 187,70 |
|
Artikel 1.5 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap op een eigen gekozen locatie |
|||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een door het bruidspaar eigen gekozen locatie |
€ 96,20 |
||
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige |
€ 34,40 |
||
Artikel 1.7 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje bij een kosteloze voltrekking, omzetting of een flitsvoltrekking |
€ 27,50 |
||
Artikel 1.8 Verklaringen, uittreksel, afschriften op grond van de Wet rechten burgerlijke stand |
|||
a. |
Voor het verstrekken van een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
b. |
Voor het verstrekken van een uittreksel of afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
c. |
Voor het verstrekken van een meertalig formulier van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
d. |
Voor het verstrekken van een meertalig formulier van een uittreksel of afschrift als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
Artikel 1.9 Attestatie de vita |
|||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|||
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|||
Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
1. |
Van een nationaal paspoort |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
2. |
Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort) |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
3. |
Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
4. |
Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
||
Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
1. |
een Nederlandse identiteitskaart |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
2. |
Voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
||
Artikel 1.12 Modaliteiten |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.10 en 1.11, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen |
||
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|||
Artikel 1.13 Rijbewijzen |
|||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op €0,05. |
||
b. |
voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs via de Rijksdienst voor het Wegverkeer geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen, vermeerderd met de rijkskostencomponent, afgerond naar beneden op €0,05. |
||
Artikel 1.14 Modaliteiten |
|||
a. |
Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven, afgerond naar beneden op €0,05. |
||
b. |
Voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief. |
||
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|||
Artikel 1.15 Definities |
|||
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|||
Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 7,90 |
|
b. |
In afwijking van het bepaalde onder a bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit Basisregistratie Personen |
€ 2,70 |
|
Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 25,40 |
||
Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie |
|||
Artikel 1.18 Kadastrale informatie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal register via Kadaster Online: |
|||
1. |
voor een kadastraal bericht/uittreksel |
€ 17,80 |
|
2. |
voor een kadastraal bericht/uittreksel, per object |
€ 17,80 |
|
3. |
voor een uittreksel van een kadastrale kaart |
€ 17,80 |
|
4. |
het tarief genoemd in de onderdelen 1 t/m 3 van dit artikel wordt vermeerderd met een toeslag voor het verstrekken van informatie uit en over niet gemeentelijke beperkingen per besteed kwartier |
€ 25,60 |
|
Inzage in de digitale registratie is kosteloos. |
|||
Artikel 1.19 Plan- of kaartinformatie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
||
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
||
2. |
in formaat A3, per bladzijde |
||
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde |
||
4. |
in digitale vorm |
||
b. |
een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk |
||
Artikel 1.20 Informatie uit registers |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
een gewaarmerkt afschrift uit de registratie, per Wkpb-besluit |
€ 14,30 |
|
b. |
een (on)belastverklaring uit de registratie, per perceel |
€ 25,60 |
|
c. |
een gewaarmerkt afschrift uit het register, per perceel, per Wkpb-besluit |
€ 14,30 |
|
d. |
het geven van een toelichting op Wkpb-besluiten, per besteed kwartier |
€ 25,60 |
|
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken |
|||
Artikel 1.21 Overige publiekszaken |
|||
a. |
Voor het verkrijgen van: |
||
een verklaring omtrent het gedrag geldt het vastgestelde rijkstarief |
|||
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
€ 5,90 |
|
1. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 5,90 |
|
2. |
tot het waarmerken van kopieën |
||
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief |
|||
Artikel 1.22 Naspeuringen in gemeentearchief |
|||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 25,60 |
||
Artikel 1.23 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
b. |
Indien de begroting als bedoeld in onderdeel a van dit artikel is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten |
|||
Artikel 1.24 Leegstandswet |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1. |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet, per object |
€ 51,20 |
|
2. |
bij de aanvraag voor meerdere objecten maximaal |
€ 153,50 |
|
3. |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet |
€ 51,20 |
|
b. |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1 en 3 onder a van dit artikel gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
||
Artikel 1.25 Wet op de kansspelen |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
||
1. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
2. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
||
3. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
|
4. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
||
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 25,20 |
|
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 98,90 |
|
Artikel 1.26 Wegenverkeerswetgeving |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 44,50 |
|
b. |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 37,30 |
|
c. |
tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 57,50 |
|
d. |
tot het afgeven van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 57,50 |
|
e. |
het aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats inclusief onderbord met kenteken |
€ 287,40 |
|
f. |
het aanbrengen van een nieuw onderbord |
€ 86,20 |
|
g. |
tot het verkrijgen van een aanstelling als verkeersregelaar |
€ 8,60 |
|
Paragraaf 1.9 Kabels en leidingen |
|||
Artikel 1.27 Aanvragen op basis van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent laats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden |
€ 509,40 |
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard |
€ 110,20 |
|
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) |
€ 110,20 |
|
Paragraaf 1.10 Diversen |
|||
Artikel 1.28 Diverse aanvragen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening (handelsreclame) |
€ 25,60 |
|
b. |
als voor een vergunning als bedoeld in onderdeel a van dit artikel een advies van de Gelderse Welstandscommissie moet worden uitgebracht, wordt het in onderdeel a van dit artikel genoemde bedrag per adviesaanvraag verhoogd met |
€ 52,90 |
|
Artikel 1.29 Afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,60 |
|
b. |
scans of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
||
1. |
per pagina op papier van A4-formaat of kleiner, per bladzijde (zowel enkel- als dubbelzijdig) |
€ 0,60 |
|
2. |
per pagina op papier van een ander formaat, per pagina (zowel enkel- als dubbelzijdig) |
€ 0,90 |
|
3. |
in digitale vorm |
||
c. |
kopieën van (een deel van) een tekening of calque per pagina |
€ 16,10 |
|
d. |
een plottertekening |
€ 57,40 |
|
e. |
digitaal kaartmateriaal op een digitale gegevensdrager |
€ 191,00 |
|
f. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 25,60 |
|
g. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina (zowel enkel- als dubbelzijdig) |
€ 0,60 |
|
Artikel 1.30 Het maken van een fotokopie |
|||
Het tarief voor het maken van een fotokopie van niet ambtelijke stukken, zonder ambtelijke hulp, op het daartoe aangewezen fotokopieerapparaat in de publiekswinkel bedraagt |
€ 0,10 |
||
Artikel 1.31 Het doen van naspeuringen |
|||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 25,60 |
||
Artikel 1.32 Verkrijgen van een vergunning of ontheffing |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor zover daar niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 25,60 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||||
4. |
Bouwkosten; In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
||||
4.a |
bouwwerk: een compleet bouwwerk, inclusief de voorzieningen waar zonder zij niet aan haar doel beantwoordt en die nodig zijn om het bouwwerk te laten functioneren. |
||||
4.b.1 |
Onder verplaatsing wordt in deze gevallen verstaan als bedoeld in art. 5.6 Besluit Bouwwerken Leefomgeving. |
||||
4.b.2 |
Onder tijdelijk wordt in deze gevallen verstaan als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit Bouwwerken leefomgeving. |
||||
4.c.1 |
Zonneveld: een ruimtelijk samenhangende grondgebonden installatie voor het opwekken van zonne-energie. |
||||
4.c.2 |
Wp (WattPiek): de internationale standaard-meeteenheid voor de capaciteit van zonnecellen en zonnepanelen om zonne-energie in elektriciteit om te zetten. |
||||
4.d |
A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken: Bij de in onderstaande tabel genoemde gebouwen, wordt het aantal kubieke meters of het aantal vierkante meters berekend volgens NEN 2580 (bruto-oppervlakte- en inhoudsberekening gebouwen) |
||||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
|||||||
€ |
€ |
bruto |
||||||||
1. |
WONINGEN |
|||||||||
1.1 |
Rijtjeswoningen |
251 |
303,71 |
per m³ |
||||||
1.2 |
Halfvrijstaande woningen |
304 |
367,84 |
per m³ |
||||||
1.3 |
Vrijstaande woningen / appartementen |
339 |
410,19 |
per m³ |
||||||
1.4 |
Bungalows |
362 |
438,02 |
per m³ |
||||||
1.5 |
Woonwagens (nieuw) |
228 |
275,88 |
per m³ |
||||||
1.6 |
Woonunit (tijdelijk) |
228 |
275,88 |
per m³ |
||||||
1.7 |
Recreatie woning |
228 |
275,88 |
per m³ |
||||||
2. |
WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
|||||||||
2.1 |
Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
245 |
296,45 |
per m³ |
||||||
2.2 |
uitbreiding bergruimte / garage |
152 |
183,92 |
per m³ |
||||||
2.3 |
Kelder |
315 |
381,15 |
per m³ |
||||||
2.4 |
Serre |
683 |
826,43 |
per m² |
||||||
2.5 |
Verandering woonruimte (inpandig) |
157 |
189,97 |
per m³ |
||||||
2.6 |
Dakkapel |
1308 |
1582,68 |
per m1 |
||||||
2.7 |
Gevelwijziging |
706 |
854,26 |
per m² |
||||||
2.8 |
Nieuw dak |
140 |
169,4 |
per m² |
||||||
3. |
BIJGEBOUWEN |
|||||||||
3.1 |
Berging/garag met plat dak |
157 |
189,97 |
per m³ |
||||||
3.2 |
Berging/garage met kapconstructie |
146 |
176,66 |
per m³ |
||||||
3.3 |
Carport / Overkapping |
187 |
226,27 |
per m² |
||||||
3.4 |
Tuihuis (prefab) |
175 |
211,75 |
per m² |
||||||
3.5 |
Zwembad |
234 |
283,14 |
per m³ |
||||||
4. |
TUIN en STRAATMEUBILAIR |
|||||||||
4.1 |
Houten schutting/pergola |
82 |
99,22 |
per m1 |
||||||
4.2 |
Gemetselde tuinmuur |
146 |
176,66 |
per m1 |
||||||
4.3 |
Schoteantenne |
1179 |
1426,59 |
per stuk |
||||||
4.4 |
Hout + metselwerk tuinmuur |
111 |
134,31 |
per m1 |
||||||
4.5 |
Gaashekwerk |
59 |
71,39 |
per m1 |
||||||
5. |
BEDRIJFSHALLEN |
|||||||||
_ Gemetselde wandconstructie (gehele pand, geen opsplitsing) |
||||||||||
5.1 |
bedrijfshal hoogte tot en met 3 meter |
142 |
171,82 |
per m³ |
||||||
5.2 |
Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 meter |
70 |
84,7 |
per m³ |
||||||
5.3 |
tussenvloer in de hal extra |
157 |
189,97 |
per m² |
||||||
5.4 |
bedrijfskantoor in de hal |
240 |
290,4 |
per m³ |
||||||
_ Systeembouw: (gehele pand, geen opsplitsing) |
||||||||||
5.5 |
hal hoogte tot n met 6 meter |
70 |
84,7 |
per m³ |
||||||
5.6 |
hal hoogte tussen 6 tot 9 meter |
59 |
71,39 |
per m³ |
||||||
5.7 |
hal hoger dan 9 meter opp > 5.000 m² |
52 |
62,92 |
per m³ |
||||||
5.8 |
Hal hoger dan 9 meter opp.>5.000< 10.000m² |
52 |
62,92 |
per m³ |
||||||
5.9 |
Hal hoger dan 9 meter opp.>10.000< 20.000m² |
47 |
56,87 |
per m³ |
||||||
5.10 |
Hal hoger dan 9 meter opp.>20.000m² |
47 |
56,87 |
per m³ |
||||||
5.11 |
Tussenvloer in de hal extra |
100 |
121 |
per m² |
||||||
5.12 |
Kantoorvloer in de hal extra |
152 |
183,92 |
per m² |
||||||
5.13 |
Open lods |
152 |
183,92 |
per m² |
||||||
5.14 |
Semi-permanente unit |
240 |
290,4 |
per m³ |
||||||
5.15 |
Romneyloods |
33 |
39,93 |
per m³ |
||||||
6. |
OVERIGE GEBOUWEN |
|||||||||
6.1 |
Kantoor |
339 |
410,19 |
per m³ |
||||||
6.2 |
Showroom |
199 |
240,79 |
per m³ |
||||||
6.3 |
Winkel |
339 |
410,19 |
per m³ |
||||||
6.4 |
Bouwmarkt |
152 |
183,92 |
per m³ |
||||||
6.5 |
Horeca |
310 |
375,1 |
per m³ |
||||||
6.6 |
Sporthal |
304 |
367,84 |
per m³ |
||||||
6.7 |
Kleedgebouwen |
280 |
338,8 |
per m³ |
||||||
6.8 |
Scholen/kinderdagverblijven |
269 |
325,49 |
per m³ |
||||||
6.9 |
Noodscholen |
222 |
268,62 |
per m³ |
||||||
6.10 |
Zorgfunctie (kleinschalig) |
403 |
487,63 |
per m³ |
||||||
6.11 |
Interne wijzigingen overige gebouwen |
117 |
141,57 |
per m³ |
||||||
6.12 |
Gevelwijzigingen overige gebouwen |
713 |
862,73 |
per m² |
||||||
7. |
TUINBOUWKAS |
|||||||||
7.1 |
Verwarmde kas |
52 |
62,92 |
per m² |
||||||
7.2 |
Onverwarmde kas |
35 |
42,35 |
per m² |
||||||
8. |
VARKENSSTAL |
|||||||||
8.1 |
Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
468 |
566,28 |
per m² |
||||||
8.2 |
stal voor vleevarkens (traditioneel metselwerk) |
433 |
523,93 |
per m² |
||||||
8.3 |
stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) |
304 |
367,84 |
per m² |
||||||
Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
62 |
75,02 |
per m² |
|||||||
9. |
RUNDVEESTAL |
|||||||||
9.1 |
stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
420 |
508,2 |
per m² |
||||||
9.2 |
grupstal (traditioneel metselwerk) |
339 |
410,19 |
per m² |
||||||
9.3 |
ligboxenstal (traditioneel metselwerk) |
362 |
438,02 |
per m² |
||||||
Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
62 |
75,02 |
per m² |
|||||||
9.4 |
gedeelte voor melkinrichting, installatie en tank) |
718 |
868,78 |
per m² |
||||||
10. |
PLUIMVEESTAL |
|||||||||
10.1 |
vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
350 |
423,5 |
per m² |
||||||
10.2 |
legkippen (traditioneel metselwerk) |
374 |
452,54 |
per m² |
||||||
Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
62 |
75,02 |
per m² |
|||||||
10.3 |
extra kosten legbatterijen/mestverwijdering |
111 |
134,31 |
per m² |
||||||
11. |
PAARDENSTAL |
|||||||||
11.1 |
Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
706 |
854,26 |
per m² |
||||||
11.2 |
manage (rijhal) (traditioneel metselwerk) |
345 |
417,45 |
per m² |
||||||
Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
62 |
75,02 |
per m² |
|||||||
12. |
OVERIGE AGRARISCHE BEDIJFSBEBOUWING |
|||||||||
12.1 |
Opslagloods agrarisch (spouwmuur traditioneel) |
251 |
303,71 |
per m² |
||||||
12.2 |
OPSLAGLOODS (HOUTENGEVELS) |
135 |
163,35 |
per m² |
||||||
12.3 |
Opslagloods (beton gevels) |
135 |
163,35 |
per m² |
||||||
12.4 |
Prefab werktuingeberging/opslagloods (stalen gevels) |
111 |
134,31 |
per m² |
||||||
12.5 |
Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
65 |
78,65 |
per m² |
||||||
12.6 |
Aardappelloods (inclusief kelderventilatie + inrichting) |
385 |
465,85 |
per m² |
||||||
12.7 |
Champignon kwerkerij (incl. basisinrichting) |
695 |
840,95 |
per m² |
||||||
12.8 |
Nertsen |
170 |
205,7 |
per m1 |
||||||
13. |
MEST SILO / KELDER |
|||||||||
13.1 |
Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
46 |
55,66 |
per m³ |
||||||
13.2 |
Mestkelder (losse kelder) |
157 |
189,97 |
per m² |
||||||
13.3 |
Sleufsilo |
286 |
346,06 |
per m1 |
||||||
14. |
(PARKEER)KELDER |
|||||||||
14.1 |
Gedeeltelijk boven-of ondergronds |
205 |
248,05 |
per m³ |
||||||
14.2 |
Geheel ondergronds |
275 |
332,75 |
per m³ |
||||||
14.3 |
Geheel Bovengronds |
129 |
156,09 |
per m³ |
||||||
14.4 |
(Parkeer)kelder onder gebouw |
135 |
163,35 |
per m³ |
4 e |
B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), van het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft |
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
conceptverzoek; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit op grond van de Omgevingswet of een daaraan gekoppelde regeling, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Conceptverzoek |
||
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedragen de kosten: |
||
1. |
Als de geraamde bouwkosten minder bedragen dan € 50.000,-- |
€ 250,00 |
2. |
Als de geraamde bouwkosten € 50.000,-- of meer bedragen |
€ 560,00 |
3. |
Als geen sprake is van een bouwactiviteit |
€ 250,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 500.000: |
0,89% |
|
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
0,75% |
|
van de bouwkosten; |
|
||
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.500.000: |
0,69% |
|
van de bouwkosten; |
|
||
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000 tot € 5.000.000: |
0,63% |
|
van de bouwkosten; |
|
||
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000: |
0,60% |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||
1 |
a. Over het deel van de bouwkosten die minder dan € 500.000,-- bedragen Met een minimum van € 230,-- |
2,68% |
|
b. Over het deel van de bouwkosten van € 500.000,-- tot € 1.000.000,-- |
2,23% |
||
c. Over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000,-- tot € 2.500.000,-- |
2,05% |
||
d. Over het deel van de bouwkosten van €2.500.000,-- tot € 5.000.000,-- |
1,9% |
||
e. Over het deel van de bouwkosten van € 5.000.000 en meer |
1,79% |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, het tarief genoemd in onderdeel a van dit artikel vermeerderd met: |
€ 2.054,50 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het tarief genoemd in onderdeel a van dit artikel vermeerderd met: |
€ 7.323,20 |
|
d. |
In afwijking van onderdeel c van dit artikel wordt voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor activiteiten waarvoor door toepassing van artikel 4 bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat direct voor inwerkingtreding van de Omgevingswet luidde, een omgevingsvergunning verleend had kunnen worden, het tarief genoemd in onderdeel a van dit artikel vermeerderd met: |
€ 240,70 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 315,35; |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Gemeente Berkelland 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 54,90 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 54,90 |
||
3 |
voor een bouwactiviteit enkel om reden van de beschermde status vergunningplichtig is, worden geen leges geheven over (het gedeelte van) de bouwkosten bedoeld in artikel 2.5 van de activiteit die slechts het restauratief herstel van cultuurhistorische waarden betreft. |
|||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 54,90 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 54,90 |
||
c. |
voor een bouwactiviteit enkel om reden van de beschermde status vergunningplichtig is, worden geen leges geheven over (het gedeelte van) de bouwkosten bedoeld in artikel 2.5 van de activiteit die slechts het restauratief herstel van cultuurhistorische waarden betref. |
|||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Berkelland 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 315,35 |
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.400,00 |
|
Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.800,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 4.320,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 8.640,00 |
Artikel 2.13 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.320,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.480,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 8.640,00 |
Artikel 2.14 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 4.320,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.480,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 8.640,00 |
Artikel 2.15 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.800,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 4.320,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 5.760,00 |
Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. Dan per activiteit: |
€ 2.800,00 |
|
Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.800,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 4.320,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 5.760,00 |
Artikel 2.18 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.800,00 |
|
Artikel 2.19 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
||
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.20 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 384,00 |
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 384,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 315,35 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 494,10 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, van minder ingrijpende aard bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 106,90 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met een archeologische verwachtingswaarde, als bedoeld in (een bestemmingsplan dat onderdeel is van) het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 315,35 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven, het uitvoeren van een werk geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden als weergegeven in ruimtelijke regels als bedoeld in (een bestemmingsplan dat onderdeel is van) het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 315,35 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 7.323,20 |
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 558,50 |
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 315,35 |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 173,50 |
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 315,30 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 7.323,20 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3.1 van de Bomenverordening 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
1. |
Voor een houtopstand bestaande uit 1 boom |
€ 25,00 |
|
2. |
Voor een houtopstand bestaande uit 2 bomen |
€ 50,00 |
|
3. |
Voor een houtopstand bestaande uit 3 bomen |
€ 75,00 |
|
4. |
Voor een houtopstand bestaande uit 4 of meer bomen |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|||
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening en de bepalingen uit Nadere regels voor reclame en uitstallingen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 24,90 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 24,90 |
|
c. |
Deze staat al onder advies kosten |
||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
het éénmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de kernen van Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar |
€ 623,20 |
|
en voor ieder uur extra per kalenderjaar |
€ 121,75 |
||
b. |
het éénmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de overige kernen per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar |
€ 311,60 |
|
en voor ieder uur extra per kalenderjaar |
€ 49,10 |
||
c. |
het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond per dagdeel (5 uur) |
€ 12,30 |
|
d. |
het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond voor een aaneengesloten periode van 2 of meer dagen per dag |
€ 24,50 |
|
e. |
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op particuliere grond voor de duur van een kalenderjaar |
€ 24,90 |
|
Artikel 2.30 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 54,90 |
|
b. |
betreft een binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 54,90 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.31 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||
a. |
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.536,00 |
|
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief: |
€ 1.536,00 |
|
Artikel 2.32 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.31, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.536,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.33 Gelijkwaardige maatregel |
|||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 0,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 0,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.400,00 |
|
0 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 0,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.34 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. Met dien verstande dat als de wijziging als gevolg van een naar omstandigheden beoordeeld geringe wijziging in het project is bedraagt het tarief: |
€ 206,70 |
Artikel 2.35 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.47 van toepassing is: |
€ 0,00 |
Artikel 2.36 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 7.326,90 |
Artikel 2.37 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 51,90 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.38 Hulp bij het doen van een aanvraag in het DSO |
|||
Hulp bij het doen van een aanvraag omgevingsvergunning in het DSO |
€ 70,00 |
||
Artikel 2.39 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 341,70 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 386,20 |
|
c. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 54,90 |
|
Artikel 2.40 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de “Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Berkelland 2022” dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
||
Over het deel van de bouwkosten minder dan € 500.000,-- |
0,19% |
||
Met een minimum van |
€ 100,00 |
||
Over het deel van de bouwkosten van € 500.00 tot en met €1.000.000,-- |
0,12% |
||
Over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000,-- tot en met € 2.500.000,-- |
0,08% |
||
Over het deel van de bouwkosten van € 2.500.000,-- tot en met € 5.000.000,-- |
0.05% |
||
Over het deel van de bouwkosten van meer dan € 5.000.000,-- |
0,025% |
||
b. |
voor woningbouw van één en hetzelfde type welke in één complex worden uitgevoerd: |
||
complexen van 1 t/m 5 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1,b; |
|||
complexen van 6 t/m 10 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1, b over bouwsom van 5 woningen; |
|||
complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1, b over bouwsom van 6 woningen; |
|||
complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1, b over bouwsom van 8 woningen; |
|||
complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1, b over bouwsom van 10 woningen; |
|||
complexen van 41 t/m 50 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 1, b over bouwsom van 12 woningen; |
|||
etage-, galerijwoningen en dergelijke worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend naar de totale bouwsom van het bouwblok. |
|||
c. |
integrale advisering |
||
welstand + 1 extra discipline: 1,8 x het tarief genoemd in subonderdeel 1, b; |
|||
welstand + meerdere extra disciplines: 2,2 x het tarief genoemd in subonderdeel 1, b; |
|||
d. |
Reclameobjecten |
€100,00 |
|
e. |
Geschreven adviezen vooroverleg n.a.v. een commissievergadering of een mandaatbehandeling (bedrag wordt berekend bij de definitieve aanvraag) |
€100,00 |
|
Artikel 2.41 Instemming |
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
2. |
Het bedrag dat Provinciale staten van Gelderland in rekening brengt voor het uitbrengen van het advies inzake omgevingsvergunningen zoals opgenomen in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de Tarieventabel behorende bij de legesverordening Gelderland. |
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.42 Vermindering na omgevingsoverleg |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 230,00 |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.43 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.44 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.45 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een later tijdstip dan in subonderdeel 2.56 lid a na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
Indien de aanvraag omwille van de behandelingstermijn, wordt ingetrokken en de aanvraag binnen 3 maanden na intrekking wordt opgevolgd door een nieuwe aanvraag, wordt een teruggaaf verleend: |
100% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.46 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een later tijdstip dan in subonderdeel 2.57 lid a na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
c. |
Indien de aanvraag omwille van de behandelingstermijn, wordt ingetrokken en de aanvraag binnen 3 maanden na intrekking wordt opgevolgd door een nieuwe aanvraag, wordt een teruggaaf verleend: |
100% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.47 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw - of milieubelastende activiteit |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw - of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.48 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.49 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.50 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 225,-- wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 |
|||
Paragraaf 3.1 Horeca |
|||
Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 429,60 |
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een slijterijbedrijf op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 224,95 |
|
c. |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ 101,70 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 101,70 |
|
e. |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30 a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 101,70 |
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 51,20 |
|
g. |
Het tarief genoemd in onderdeel f van dit artikel wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met |
€ 51,20 |
|
h. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 214,50 |
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
|||
Artikel 3.2 Vergunning seksbedrijf |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:1 van de Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. voor een seksinrichting |
€ 538,55 |
||
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
|||
Artikel 3.3 Ontheffing winkeltijden |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1. |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 25,60 |
|
2. |
het tarief genoemd in onderdeel a, subonderdeel 1 van dit artikel wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met |
€ 25,60 |
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt |
|||
Artikel 3.4 Organiseren evenement |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
||
1. |
een grootschalig evenement |
€ 154,30 |
|
2. |
een grootschalig evenement met tent |
€ 323,10 |
|
3. |
een overig evenement |
€ 102,30 |
|
4. |
een overig evenement met tent |
€ 158,70 |
|
5. |
een vijfjaarlijkse vergunning |
€ 127,80 |
|
6. |
een vijfjaarlijkse vergunning met tent |
€ 297,10 |
|
7. |
een klein evenement |
€ 25,00 |
|
b. |
Het tarief genoemd in onderdeel a, subonderdeel 1 en 2 van dit artikel, wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met |
€ 77,50 |
|
c. |
Het tarief genoemd in onderdeel a, subonderdeel 3 en 4 van dit artikel, wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met |
€ 49,90 |
|
d. |
Het tarief genoemd in onderdeel a, subonderdeel 7 van dit artikel, wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met |
€ 11,40 |
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
|||
Artikel 3.5 Het innemen van een standplaats |
|||
Het tarief bedraagt voor: |
|||
a. |
het eenmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de kernen van Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar |
€ 642,50 |
|
en voor ieder uur extra per kalenderjaar |
€ 125,50 |
||
b. |
het eenmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de overige kernen per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar |
€ 321,20 |
|
en voor ieder uur extra per kalenderjaar |
€ 50,60 |
||
c. |
het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond per dagdeel (5 uur) |
€ 12,70 |
|
d. |
het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond voor een aaneengesloten periode van 2 of meer dagen, per dag |
€ 25,30 |
|
e. |
het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op particuliere grond voor de duur van een kalenderjaar |
€ 25,60 |
|
Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|||
Artikel 3.6 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 51,20 |
Behorende bij raadsbesluit van 6 december 2023.
De griffier van de gemeente Berkelland,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl