Meerjarige subsidies professionele kunsten 2025 – 2028 Tilburg

Geldend van 16-12-2023 t/m heden

Intitulé

Meerjarige subsidies professionele kunsten 2025 – 2028 Tilburg

Deze regeling is bedoeld voor de meerjarige ondersteuning van Tilburgse organisaties en makers die kunst produceren of presenteren. Op basis van het advies van een onafhankelijke commissie wordt een subsidie voor twee of vier jaar verstrekt.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • ASVT: Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • Adviescommissie: Commissie van experts die het college adviseren over de toekenningen;

  • Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren https://codedi.nl/;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

  • Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en de creatieve industrie https://www.fairpracticecode.nl;

  • Governance Code Cultuur: normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties https://bij.cultuur-ondernemen.nl/governance-code-cultuur/principe/introductie;

  • Liquiditeit: is een financiële graadmeter, dit kengetal geeft aan of de aanvrager in staat is kortlopende betaalverplichtingen te voldoen;

  • Meerjarig ondersteund: ontvangen van een meerjarige subsidie vanuit de regeling Professionele Kunsten 2021-2024 Tilburg – BrabantStad, de regeling Kunstenaarsinitiatieven 2021 – 2024 of een subsidie ontvangen op basis van collegebesluit van 27 oktober 2020 -17 Alsnog honoreren zes culturele instellingen. Of een meerjarige honorering van een van de landelijke cultuurfondsen.

  • Professionele maker: iemand die een opleiding heeft afgerond of via zelfstudie een vergelijkbaar niveau heeft verkregen. En voor wie het produceren van kunst de primaire bron van inkomsten is.

  • Provinciale meerjarige regeling voor professionele kunsten: regeling van de provincie Noord-Brabant ten behoeve van de ondersteuning van professionele kunsten.

  • Solvabiliteit: is een financiële graadmeter, dit kengetal geeft de verhouding tussen eigen vermogen en het totale vermogen weer. De indicatieve bandbreedte hiervan is 0,2 (ondergrens) en 0,4 (bovengrens).

  • Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb;

  • Tendersysteem: alle volledige subsidieaanvragen moeten binnen een bepaalde periode ingediend zijn, waarna onderlinge vergelijking van de aanvragen plaatsvindt. De subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden worden gerangschikt aan de hand van de mate waarin ze voldoen aan de wegingscriteria in deze regeling.

  • Toepassen van de culturele codes: Governance Code Cultuur, volgen van de aanbevelingen en principes uit de code. Fair Practice Code, hebben van een helder geformuleerd beloningsbeleid. Code Diversiteit & Inclusie, Inclusief denken en handelen moet blijken uit het activiteitenplan.

Artikel 2. Doelgroep

Subsidie op grond van deze subsidieregeling kan worden aangevraagd door in gemeente Tilburg gevestigde rechtspersonen wiens doelstelling primair gericht is op het vervaardigen, produceren, ontwikkelen en/of tonen van kunstproducten door professionele makers.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op het gebied van het vervaardigen, produceren, ontwikkelen en/of tonen van kunst die plaatsvinden in de periode 2025 – 2028.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanmerking voor subsidie komen de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 en de kosten die direct verbonden zijn met de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4.

  • 2. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6. Niet voor subsidie in aanmerking komende kosten

  • 1. Kosten die gemaakt worden gemaakt ten behoeve van horeca exploitatie of een andere commerciële activiteiten los van de culturele activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 2. Kosten die gemaakt zijn vóór het besluit op de aanvraag of, in geval van een meerjarige subsidie, buiten het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verleend, komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 3. Kosten voor activiteiten die gericht zijn op het restaureren, conserveren, beheren of presenteren van een museale collectie.

  • 4. Kosten die zijn gemaakt voor het opstellen van een subsidieaanvraag.

  • 5. Kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes en sancties.

  • 6. Verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten.

  • 7. Kosten voor het organiseren van een festival of evenement.

Artikel 7. Begrotingsvoorbehoud en subsidieplafond

  • 1. Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van het beschikbaar stellen van middelen door de gemeenteraad.

  • 2. Het subsidieplafond wordt door het college vastgesteld. Na vaststelling wordt het plafond gepubliceerd.

Artikel 8. Vereisten subsidieaanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen worden ingediend vóór 4 maart 2024 via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. Op het moment dat een subsidieaanvraag onvolledig is krijgt de aanvrager 5 werkdagen om de ontbrekende stukken aan te leveren.

  • 3. De aanvraag voor subsidie omvat:

    • a.

      Een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      Een meerjarig activiteitenplan over 4 jaar waarin wordt ingegaan op de criteria zoals omschreven in artikel 12;

    • c.

      Een uitgewerkte meerjarige sluitende begroting over 4 jaar, waarin de kosten en opbrengsten van de activiteiten waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze worden weergegeven, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 5 en artikel 6. Aan de dekkingskant van de begroting dient u per post toe te lichten of deze al is gerealiseerd.

    • d.

      De meest recente jaarrekening van het voorgaande jaar.

    • e.

      Indien een aanvrager voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij, een exemplaar van de oprichtingsakte, een overzicht van de bestuurssamenstelling, de statuten, en uittreksel KvK

    • f.

      Bankbewijs: Om te controleren dat uw opgegeven banknummer juist is moet u een kopie bankafschrift of foto bankpas meesturen. U moet alle overbodige informatie aflakken, maximaal zichtbaar mag zijn uw naamstelling en banknummer.

    • g.

      Als het voor de beoordeling van belang is kan het college aanvullende stukken opvragen.

Artikel 9. Subsidievorm.

Het college verstrekt op grond van deze regeling een subsidie voor de duur van 2 of 4 jaar.

  • 1.

    Toekenning voor 4 jaar. Dit is mogelijk op het moment dat:

    • a.

      Aanvrager meerjarig ondersteund is via een landelijk cultuurfonds in 2021-2024. Met in achtneming van artikel 11.9

    • b.

      Aanvrager meerjarig ondersteund is door provincie en/ of gemeente in 2021-2024. Met in achtneming van artikel 11.9

    • c.

      Aanvrager een toekenning heeft ontvangen op grond van de Provinciale meerjarige regeling voor professionele kunsten voor 2025 – 2028.

  • 2.

    Toekenning voor 2 jaar. Aanvrager die voor het eerst meerjarige ondersteuning aanvraagt krijgt een toekenning voor 2 jaar. Als de aanvrager een toekenning ontvangt van de Provinciale meerjarige regeling voor professionele kunsten voor 2025 – 2028. Wordt deze 2-jarige toekenning omgezet in een 4-jarige.

Artikel 10. Hoogte van de subsidie

  • 1. Aanvragers kunnen maximaal 70% van de subsidiabele kosten aanvragen. Dit betekent dat minimaal 30% van de subsidiabele kosten worden gedekt uit andere inkomsten. Indien nog niet bekend is of fondsen of andere subsidieverstrekkers bijdragen, dient onderbouwd te worden wat het voor het activiteitenplan betekent als de bijdrage niet wordt toegekend (denk aan vermindering van programmering, bijstellen marketingbudget etc).

  • 2. Toegekende subsidies worden onder voorbehoud van vaststelling van de programmabegroting jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 11. Wijze van verdeling

  • 1. De subsidie wordt verdeeld middels een tendersysteem. Alle volledige en tijdig ingediende aanvragen worden voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie. Deze adviseert het college over wel of niet honoreren.

  • 2. Naast het oordeel van de onafhankelijke adviescommissie beoordeeld een subsidie adviseur van de gemeente Tilburg de aanvraag financieel. Deze toetst onder andere op de weigeringsgronden omschreven in artikel 13.1, 13.4, 13.5

  • 3. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door de adviescommissie aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 4. Bij de rangschikking van de aanvragen kent de adviescommissie punten toe aan de hand van de in artikel 12 omschreven criteria.

  • 5. Bij gelijke beoordeling weegt de beoordeling op artikel 12.1.a het zwaarst. Als beoordeling dan nog steeds gelijk is artikel 12.1.b doorslaggevend.

  • 6. Indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris. De eerst getrokken aanvraag, wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 8. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen integraal en in relatie tot elkaar. En komt tot een afgewogen verdeling over de verschillende kunstdisciplines.

  • 9. Vierjarige ondersteuning is enkel mogelijk wanneer voor artistiek-inhoudelijke kwaliteit tenminste een 8 gescoord wordt en op criteria 12.1.b, 12.1.c en 12.1.d tenminste een 7.

Artikel 12. Verdeelcriteria

  • 1.

    De adviescommissie beoordeeld en rangschikt aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Artistiek-inhoudelijke kwaliteit: wat betreft zeggingskracht, oorspronkelijkheid, visie en vakmanschap, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • b.

      Maatschappelijke betekenis: De mate waarin de activiteiten bijdragen aan diversiteit van het aanbod, een bijdrage leveren aan de beleidsdoelstellingen uit Cultuurplan 2025 – 2028 en/of de (inter) nationale profilering van de stad, te waarderen met maximaal 10 punten;

    • c.

      Publiek, diversiteit en inclusie: het tonen van een duidelijke visie op doelgroepen met bijbehorend communicatieplan en/of een duidelijk uitgewerkte aanpak van de publiekswerking. Te waarderen met maximaal 10 punten;

    • d.

      Uitvoerbaarheid, bedrijfsmatige gezondheid: het tonen van een helder ondernemingsplan, plan van aanpak en een gezonde financieringsmix. Te waarderen met maximaal 10 punten;

    • e.

      Mate waarin de Code Diversiteit & Inclusie (4 punten), de Fair Practice Code (3 punten) en de Governance Code Cultuur (3 punten) worden toegepast. Totaal maximaal 10 punten.

Artikel 13. Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en het artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (deels) geweigerd worden indien:

  • 1.

    Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • 2.

    Een aanvraag 5 of lager scoort op artikel 12.1.d

  • 3.

    De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • 4.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat de organisatie financieel ongezond is kijkend o.a. naar liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd en de uitleg door de subsidieaanvrager over de financiële gezondheid.

  • 5.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan hetgeen noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten;

  • 6.

    Subsidieverlening zou leiden tot strijd met artikel 107 van het Verdrag van de Werking van de Europese Unie (verbod op staatssteun) en deze steun niet vrijgesteld is op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van de Europese Commissie of een andere verordening, richtlijn of besluit van de Europese Commissie.

  • 7.

    Er naar het oordeel van de adviescommissie al voldoende aanvragen binnen een bepaalde kunstdiscipline ondersteund zijn.

  • 8.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de bijdrage is aangevraagd;

  • 9.

    Een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd.

  • 10.

    Het gevraagde bedrag naar oordeel van de onafhankelijke adviescommissie te hoog is in relatie tot de gecreëerde meerwaarde voor de gemeente Tilburg.

  • 11.

    De aanvrager behoort tot de Tilburgse Basisinstellingen.

  • 12.

    Het door het college vastgestelde subsidieplafond bereikt is.

Artikel 14. Verplichtingen

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    Hij past de volgende codes toe:

    • a.

      Governance Code Cultuur;

    • b.

      Fair Practice Code;

    • c.

      Code Culturele Diversiteit;

  • 2.

    De activiteiten worden uitgevoerd in de periode 2025 tot en met 2028;

  • 3.

    Hij zorgt voor communicatie over de activiteiten en vermeldt daarbij dat de activiteit mede ondersteund is door de gemeente Tilburg;

  • 4.

    Het college kan in de verleningsbeschikking aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 15. Verantwoording en subsidievaststelling

De manier waarop de subsidieontvanger verantwoording af moet leggen over de ontvangen subsidie is afhankelijk van het totaal van de aan de subsidieontvanger in één kalenderjaar verleende subsidies zoals omschreven in artikelen 17 tot en met 20 van ASVT.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

Artikel 17. Slotbepalingen

  • 1. Dit is een regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken. Dit betekent ook dat de verantwoordingsartikelen van de ASVT onverkort van toepassing zijn.

  • 2. Deze subsidieregeling treedt in werking 1 dag na publicatie.

  • 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Meerjarige subsidies professionele kunsten 2025 – 2028 Tilburg.

Ondertekening