Verordening aansluitvoorwaarden riolering Voorne aan Zee 2023

Geldend van 16-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening aansluitvoorwaarden riolering Voorne aan Zee 2023

De raad van de gemeente Voorne aan Zee besluit:

Gelet op het bijbehorende raadsvoorstel;

Gelet op:

de inzameling en transport van stedelijk afvalwater en inzameling van overtollig hemelwater en grondwater een zorgplicht is van de gemeente;

het voor het goed uitvoeren van deze plicht noodzakelijk is om een blijvend goede werking van de gemeentelijke riolering te garanderen;

daartoe het stellen van regels voor het aansluiten op en gebruik van de gemeentelijke riolering, noodzakelijk is;

Besluit:

  • 1-

    De “Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Voorne aan Zee 2023” vast te stellen;

  • 2-

    De “Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015”, in te trekken op het moment dat deze verordening in werking treedt;

  • 3-

    De aansluittarieven te verwerken in de voor 2024 vast te stellen legesverordening.

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening aansluitvoorwaarden riolering gemeente Voorne aan Zee 2023

AFDELING I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aansluitpunt: het punt waarop de perceelaansluitleiding wordt aangesloten op de gemeentelijke riolering;

  • b.

    afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • c.

    bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij een bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater, of grondwater is;

  • d.

    blokriolering: een riool, in privaat eigendom en beheer, dat afvalwater van meerdere woningen tezamen onder vrij verval afvoert naar de gemeentelijke riolering;

  • e.

    bronneringswater: water aan de grond onttrokken voor tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

  • f.

    drainagewater: grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizenstelsel;

  • g.

    drukrioolstelsel: gemeentelijke rioleringsstelsel bestaande uit persleidingen met een kleine diameter waardoor het afvalwater met pompen door middel van overdruk wordt afgevoerd;

  • h.

    gemeentelijke riolering: een buizenstelsel, bij de gemeente in eigendom en beheer voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, rioolgemalen, persleidingen,

  • 1.

    afsluiters, kleppen en werken, installaties inclusief de daar onderdeel van uitmakende mechanische en elektrotechnische apparatuur en appendages van overeenkomstige aard, maar waartoe niet behorend de perceelaansluitleidingen gelegen op particulier terrein en de blokriolering;

  • i.

    gemengd rioolstelsel: gemeentelijke riolering voor de gezamenlijke afvoer van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en hemelwater;

  • j.

    gescheiden rioolstelsel: gemeentelijke riolering waarbij het hemelwater gescheiden van het buizenstelsel voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater wordt afgevoerd;

  • k.

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • l.

    IBA: Individuele Zuiveringsinstallatie, installatie voor de kleinschalige zuivering van uitsluitend huishoudelijk afvalwater;

  • m.

    ontstoppingsvoorziening: voorziening bestemd voor het inspecteren van, ontstoppen van en/of het bieden van toegang tot de aangesloten leidingen;

  • n.

    openbaar zuiveringtechnisch werk: een werk voor het zuiveren van stedelijk afvalwater, in exploitatie bij een waterschap of gemeente, dan wel een rechtspersoon die door het bestuur van het waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, inclusief bijbehorende werken voor het transport van stedelijk afvalwater;

  • o.

    perceelaansluitleiding: buisleidingenstelsel onder druk of vrijverval gelegen tussen de locatie waar afvalwater vrijkomt en het aansluitpunt, anders dan blokriolering;

  • p.

    rechthebbende: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een perceel volgens de kadastrale gegevens;

  • q.

    signaleringssysteem: systeem waarmee de besturing, signalering en registratie van (riool)gemalen en (pomp)installaties op afstand automatisch kan worden geregeld en beheerd;

  • r.

    stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • s.

    vrijvervalrioolstelsel: gemeentelijk rioleringsstelsel bestaande uit leidingen waarin het afvalwater door zwaartekracht wordt afgevoerd; en

  • t.

    WKO: warmte- en koudeopslag en andere bodemenergiesystemen.

Artikel 2 Classificatie afvalwater

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Cluster A afvalwater:

    • a.

      huishoudelijk afvalwater.

  • 2.

    Cluster B afvalwater:

    • a.

      spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie;

    • b.

      spoelwater van ionenwisselaars;

    • c.

      afvalwater dat bloemvoorbehandelingsmiddelen uitsluitend op basis van actief chloor bevat; en

    • d.

      uitlek- en percolatiewater van substraatafval.

  • c.

    Cluster C afvalwater:

    • a.

      door bedrijfsactiviteiten verontreinigd drainagewater waarvan op grond van het Activiteitenbesluit of Besluit Activiteiten Leefomgeving en de best beschikbare techniek (BBT) is bepaald dat hergebruik technisch onhaalbaar of ondoelmatig is;

    • b.

      spuiwater;

    • c.

      drainwater;

    • d.

      ketelspuiwater;

    • e.

      afvalwater afkomstig van het spuiten of schrobben van vloeren, niet zijnde de vloeren van ruimten waar bestrijdingsmiddelen worden aangemaakt;

    • f.

      afvalwater afkomstig van het wassen van in de kas geteelde groenteprodukten;

    • g.

      reinigingswater van leidingen, druppelaars en slangen die onderdeel uitmaken van het systeem waarmee voedingswater aan het gewas wordt toegediend;

    • h.

      spoelwater van fusten, of condenswater van stoomleidingen en condenswater van verwarmingsketels;

    • i.

      afvalwater afkomstig van het reinigen van de buitenkant van de kas, mits uitsluitend schermmiddelen en reinigingsmiddelen zijn toegepast die niet schadelijk zijn voor de goede werking van de openbare zuiveringstechnische werken;

    • j.

      condenswater van warmtekrachtinstallaties; en

    • k.

      afvalwater afkomstig van het bij opkweekbedrijven doorspoelen van substraatblokken die bestemd zijn voor de opkweek van uitgangsmateriaal.

  • Cluster D afvalwater:

    • a.

      ander afvalwater dan bedoeld bij cluster A, B en C, mits degene die voornemens is te lozen, voordat met het lozen wordt aangevangen, ten genoegen van het Wm-bevoegd gezag aantoont dat het afvalwater geen restanten van gewasbeschermingsmiddelen, zwevende, vaste, of andere verontreinigende stoffen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de goede werking van de riolering en voor de doelmatige werking van de openbare zuiveringstechnische werken, bevat; en

    • b.

      uitzonderlijke situaties, waaronder grote kwantitatieve lozingen en bij het gebruik van ontijzeringsinstallaties, water met een hoog chloride- natrium- en/of ijzergehalte zoals spoelwater van de aanleg, ontwikkeling en onderhoud van een WKO en brijnwater van omgekeerde osmose installaties of soortgelijke systemen.

AFDELING II. DE VERGUNNING

Artikel 3 Aansluitvergunning

  • 1. Het is verboden zonder aansluitvergunning van burgemeester en wethouders een aansluiting van een perceelaansluitleiding of blokriolering op de gemeentelijke riolering te hebben, tot stand te brengen, of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening aan de vergunning voorschriften verbinden ten behoeve van:

    • a.

      de doelmatige werking van de gemeentelijke riolering;

    • b.

      de doelmatige werking van een openbaar zuiveringtechnisch werk; of

    • c.

      de bescherming van de kwaliteit van de bodem, het oppervlaktewater of het grondwater.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve een aansluitvergunning verlenen in het kader van rioleringsprojecten die op initiatief van burgemeester en wethouders worden uitgevoerd.

Artikel 4 Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere regels, waaronder het stellen van technische eisen voor rioleringsonderdelen gelegen in openbaar gebied.

Artikel 5 De aanvraag van de aansluitvergunning

  • 1. De rechthebbende vraagt de aansluitvergunning digitaal aan.

  • 2. De rechthebbende gebruikt hiervoor het door burgemeester en wethouders vast te stellen ‘Aanvraagformulier aansluitvergunning riolering’.

Artikel 6 Beoordelingsregels aansluitvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen alleen een aansluitvergunning:

    • a.

      als ter plaatse een gemengd of gescheiden rioolstelstel aanwezig is: voor de afvoer van cluster A afvalwater;

    • b.

      als ter plaatse een hemelwaterriolering onder vrijverval of een gemengd stelsel aanwezig is en de lozer zich op geen enkele andere doelmatige wijze van hemelwater kan ontdoen: voor de afvoer van hemelwater;

    • c.

      als ter plaatse een drukrioolstelsel aanwezig is: voor de afvoer van cluster A afvalwater, niet zijnde hemelwater en grondwater; of

    • d.

      voor de afvoer van cluster B, C en D afvalwater, als de afvoer geen enkele belemmering vormt, ook niet in de toekomst, voor de goede werking van de riolering, waaronder het hydraulisch functioneren en het handhaven van een goede kwaliteit van de rioleringsonderdelen.

  • 2. Burgemeester en wethouders weigeren de vergunning in ieder geval, indien naar hun oordeel de aansluiting of wijziging van een perceelaansluitleiding of blokriolering op de gemeentelijke riolering vanwege technische, juridische, hydraulische, milieutechnische of economische redenen bezwaarlijk is.

  • 3. Een aansluiting of wijziging van een aansluiting op de gemeentelijke riolering is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      rechthebbende niet voldoet aan de regels bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      de aansluiting een lozing voor afvalwater of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Omgevingswet een vergunning benodigd is, maar waarvoor deze niet is verleend, of waarbij niet aan de geldende regels is voldaan;

    • c.

      de perceelaansluitleiding of blokriolering met de binnenzijde van de onderkant van de buis ter plaatse van de aansluiting op de gemeentelijke riolering niet hoog genoeg boven de gemeentelijke riolering uitkomt;

    • d.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van niet verontreinigd grondwater of bronneringswater dat met een retourbemaling in de bodem, of zonder bezwaar naar het oppervlaktewater kan worden afgevoerd;

    • e.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van drainagewater, bronneringswater of hemelwater op een gemeentelijk drukrioolstelsel;

    • f.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van bedrijfsafvalwater met een hoeveelheid van meer dan 0,5 m3/uur/ha;

    • g.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van effluent van een IBA of andersoortige zuiveringsinstallatie;

    • h.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van cluster B afvalwater, zonder dat een voorziening bestaande uit een pompput met leidingwerk en een telemetrie-unit naar richtlijnen van burgemeester en wethouders aanwezig is;

    • i.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van cluster C afvalwater (eventueel in combinatie met cluster A of B afvalwater) zonder dat een voorziening aanwezig is conform het derde lid h met toevoeging van een goed werkende (rioolwater)buffer van minimaal 50 m3/ha waarmee, te allen tijde, minimaal 24 uur gebufferd kan worden en een voorziening (telemetrie-unit) om geprioriteerd te kunnen lozen;

    • j.

      de perceelsaansluitleiding niet voldoet aan de technische richtlijnen van de gemeente die zijn vastgesteld door Burgemeester en Wethouders;

    • k.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van cluster D afvalwater, zonder dat maatwerkoverleg met de gemeente is gevoerd;

    • l.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van afvalwater dat zwevende, vaste, of andere verontreinigende stoffen bevat die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de goede werking van de riolering en voor de doelmatige werking van de openbare zuiveringstechnische werken;

    • m.

      de aanvraag betrekking heeft op het aansluiten van afvalwater dat, vanwege de aard daarvan, de gemeentelijke riolering kan aantasten; of

    • n.

      een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Omgevingswet voor het aan te sluiten perceel is geweigerd.

AFDELING III. REALISATIE VAN DE AANSLUITING

Artikel 7 Aanleg of wijziging van een aansluiting

  • 1. Werkzaamheden in openbaar gebied, waaronder het tot stand brengen of het wijzigen van de aansluiting op de gemeentelijke riolering, vinden plaats, voor rekening van de rechthebbende, door burgemeester en wethouders of onder toezicht van burgemeester en wethouders.

  • 2. Binnen zes weken na verlening van de aansluitvergunning stellen burgemeester en wethouders de termijn vast voor de uitvoering van de werkzaamheden. Bij vaststelling van het tijdstip van realisatie wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.

  • 3. Bij nieuwe aanleg en wijziging van een bestaande aansluiting worden, naast de in de legesverordening vastgelegde legeskosten, in rekening gebracht bij de aanvrager van de vergunning:

    • a.

      In de bebouwde kom, bij een aansluiting op het gemengde vrijverval stelsel, of bij een aansluiting van uitsluitend vuilwater zonder hemelwater op een geschieden stelsel, een vast bedrag van € 1.650,00 inclusief 21% BTW, prijspeil 1 januari 2023, jaarlijks op 1 januari te indexeren met de index CBS GWW tabel 42/43;

    • b.

      In de bebouwde kom, bij een aansluiting op het gescheiden vrijverval stelsel, voor een aansluiting van de droogweerafvoer en hemelwaterafvoer tezamen, een vast bedrag van € 2.000,00 inclusief 21% BTW, prijspeil 1 januari 2023, jaarlijks op 1 januari te indexeren met de index CBS GWW tabel 42/43; of

    • c.

      bij een aansluiting buiten de bebouwde kom, of bij het afvoeren van bedrijfsafvalwater, de volledige kosten voor de aanleg die de gemeente maakt, waaronder kosten voor aanleg van de aansluiting, een eventuele pompput met signaleringssysteem, toezicht op de werkzaamheden, eventuele aanpassingen aan de gemeentelijke riolering en het eventueel vestigen van zakelijk recht. De te maken kosten worden vooraf door de afdeling RBU geraamd en medegedeeld aan de aanvrager van de vergunning.

  • 4. De gemeente zal niet starten met de feitelijke uitvoering van het aangevraagde voordat:

    • a.

      de, op grond van de legesverordening, verschuldigde leges volledig zijn voldaan;

    • b.

      de kosten voor het maken of wijzigen van de aansluiting en de over die kosten verschuldigde omzetbelasting door de rechthebbende aan de gemeente zijn voldaan of garant zijn gesteld; en

    • c.

      de verlening van de aansluitvergunning onherroepelijk is.

Artikel 8 Eigendom van de aansluiting

  • 1. De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particulier eigendom van een perceelaansluitleiding ligt:

    • a.

      bij gemengde en gescheiden vrijvervalrioolstelsels: ter plaatse van het punt gelegen op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel als de ontstoppingsvoorziening in particuliere eigendom ligt of als de ontstoppingsvoorziening ontbreekt, overeenkomstig de grafische weergaven in bijlage 1 en bijlage 2;

    • b.

      bij gemengde en gescheiden vrijvervalrioolstelsels: direct benedenstrooms van de ontstoppingsvoorziening als de ontstoppingsvoorziening nabij de perceelgrens in openbaar gebied ligt, overeenkomstig de grafische weergaven in bijlage 3 en 4;

    • c.

      bij een drukrioolstelsel: ter plaatse van het punt waar de perceelaansluitleiding wordt aangesloten op de pompput, overeenkomstig de grafische weergave in bijlage 5.

  • 2. De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een blokriolering ligt net bovenstrooms ter plaatse van het punt voor de aansluiting van de blokriolering op het inlaatstuk van de gemeentelijke riolering, overeenkomstig de grafische weergave in bijlage 6.

AFDELING IV. Onderhoud

Artikel 9 Oplossen calamiteiten, onderhoud, reparatie en vervanging

  • 1. Bij een verstopping of een andere storing toont de rechthebbende aan of het een probleem betreft in het particuliere deel van de perceelaansluitleiding of het gemeentelijke deel van de perceelaansluitleiding.

  • 2. Gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid komen in beginsel voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in het particuliere deel van de perceelaansluitleiding of in een blokriolering, zorgt de rechthebbende ervoor dat deze wordt verholpen. Bij blokriolering is iedere rechthebbende hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming.

  • 4. Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in het gemeentelijke deel van de perceelaansluitleiding, neemt de rechthebbende contact op met de gemeente en stelt diegene de gemeente in de gelegenheid voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 5. Indien blijkt dat de verstopping of andere storing is ontstaan door onjuist gebruik van de gemeentelijke riolering, de perceelaansluitleiding of de blokriolering door de rechthebbende of gebruikers van de aangesloten percelen, worden de door de gemeente gemaakte kosten op basis van artikel 6:162 BW bij de rechthebbende van deze aansluiting in rekening gebracht.

  • 6. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen die vanwege hun aard en samenstelling verstoppingen in het gemeentelijke riool kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die door hun hoeveelheid, aard of concentratie de constructie van de uitleggers, of de gemeentelijke riolering kunnen aantasten; of

    • c.

      het lozen van stoffen die, door hun hoeveelheid, aard en concentratie gevaar kunnen veroorzaken of de doelmatige werking van de gemeentelijke riolering en openbare zuiveringtechnisch werken negatief beïnvloeden.

  • 7. Als zich een verstopping of een andere storing voordoet in de gemeentelijke riolering anders dan is vermeld in voorgaande leden, meldt de rechthebbende de storing zo spoedig mogelijk bij de gemeente.

  • 8. Indien blijkt dat in het derde lid bedoelde verstopping in openbaar gebied veroorzaakt wordt door een mechanisch defect in de gemeentelijke riolering die aan de gebruikers niet toe te rekenen is, dan vergoedt de gemeente naar redelijkheid en billijkheid, de gemaakte kosten. Om in aanmerking te komen voor deze vergoeding levert de rechthebbende een inspectievideo of -foto’s aan waaruit blijkt dat de storing, de gebruiker(s) niet is aan te rekenen en de originele facturen van de kosten.

  • 9. Regulier- en groot onderhoud, reparatie en vervanging van de perceelaansluitleiding en blokriolering, geschiedt door en voor rekening van de eigenaar van het aangesloten perceel, of de gezamenlijke eigenaren van de op de blokriolering aangesloten percelen.

  • 10. Het aanpassen van de perceelaansluitleiding, of blokriolering ten gevolge van een wijziging van de gemeentelijke riolering, valt onder groot onderhoud zoals bedoeld in het negende lid.

AFDELING V. BEËINDIGING, INTREKKING EN RECHTSOPVOLGING VAN VERLEENDE AANSLUITVERGUNNING

Artikel 10 Beëindiging, verval, intrekken en rechtsopvolging

  • 1. Indien het gebruik van een perceelaansluitleiding of blokriolering definitief wordt beëindigd, meldt de rechthebbende dit schriftelijk of digitaal bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de aansluitvergunning intrekken als:

    • a.

      bij de aanvraag van de aansluitvergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      er via de aansluiting wordt geloosd in strijd met het Activiteitenbesluit milieubeheer of het Besluit Activiteiten Leefomgeving;

    • c.

      het gebruik van de perceelaansluitleiding of blokriolering definitief is beëindigd; of

    • d.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening niet wordt nagekomen.

Artikel 11 Verwijderen aansluiting

  • 1. Indien het gebruik van een rioolaansluiting definitief is beëindigd of de aansluitvergunning om andere redenen is ingetrokken, kan deze rioolaansluiting door burgemeester en wethouders op kosten van de voormalig rechthebbende verwijderd worden binnen 60 dagen na het intrekken van de aansluitvergunning.

  • 2. Het eerste lid is alleen van toepassing op het gedeelte van de rioolaansluiting dat in openbaar gebied is gelegen of waar de gemeente zakelijk recht heeft gevestigd of als de gemeente anderszins juridisch recht op toegang heeft.

  • 3. Burgemeester en wethouders melden het verwijderen van een rioolaansluiting bij de voormalige rechthebbende uiterlijk 2 werkdagen voordat de werkzaamheden aanvangen.

AFDELING VI. TOEZICHT OP NALEVING

Artikel 12 Toezicht

Burgemeester en wethouders wijzen de personen aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

AFDELING VII. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 13 Overige bepalingen

  • 1. Bij strijd tussen bepalingen in deze verordening en die in een overeenkomst tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in die overeenkomst.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen.

Artikel 15 Overgangsrecht

  • 1. Een aanvraag tot aansluiting of een aanvraag tot wijziging van een aansluiting van een perceelaansluitleiding of blokriolering op de gemeentelijke riolering die is ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening wordt gelijkgesteld met een aanvraag op grond van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen op de gemeentelijke riolering die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening reeds tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van deze verordening ook van toepassing met dien verstande dat voor het ongewijzigd hebben en houden van een al bestaande aansluiting geen vergunning is vereist.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerstvolgende dag na digitale bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening aansluitvoorwaarden riolering Voorne aan Zee 2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Voorne aan Zee van

16 november 2023

de griffier,

drs. A. (Ariette) Goslings

de voorzitter,

dr. J.P. (Peter) Rehwinkel

Bijlage 1

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting vrijvervalrioolstelsel – ontstoppingsvoorziening in particulier gebied

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting vrijvervalrioolstelsel – ontstoppingsvoorziening ontbreekt’

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting vrijvervalrioolstelsel - ontstoppingsvoorziening in openbaar gebied’

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting vrijvervalrioolstelsel – gevel gebouw valt samen met kadastrale eigendomsgrens – ontstoppingsvoorziening in openbaar gebied

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting drukrioolstelsel’

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 6

Grafische weergave ‘Eigendom aansluiting blokriolering’

afbeelding binnen de regeling