Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706610
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706610/1
Regeling vervalt per 31-12-2024
Verordening op de heffing en de invordering van leges Woensdrecht 2024
Geldend van 13-12-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Woensdrecht 2024De raad van de gemeente Woensdrecht;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES WOENSDRECHT 2024
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdelingen 13.6 en 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
- 3.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
- 2.
Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (papieren verstrekking);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De Legesverordening Woensdrecht 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Woensdrecht 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.
De griffier, De voorzitter
Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Woensdrecht 2024
Hoofdstuk 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in de trouwzaal van het gemeentehuis op: |
|
|
a. |
maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 17.00 en op vrijdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur |
€ 495 |
b. |
zaterdag en door overheid vastgestelde vrije dag tussen 9.00 en 17.00 uur |
€ 746 |
c. |
De huwelijksvoltrekking of het registreren van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk vindt kosteloos plaats in de locatie van het gemeentehuis te Hoogerheide op: maandag en dinsdag om 8.45 uur |
Nihil |
d. |
Het tarief voor een huwelijksvoltrekking of het registreren van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in de trouwzaal van het gemeentehuis te Hoogerheide op maandag tot en met donderdag van 13.30 uur tot 17.00 uur, waarbij uitsluitend formeel vereiste administratieve handelingen worden verricht, bedraagt |
€ 200 |
e |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een bij, door het College van Burgemeester en Wethouders genomen, besluit aan te wijzen trouwlocatie anders dan bedoeld in de onderdelen 1.1 sub a en sub b |
|
-- maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 17.00 uur en op vrijdag tussen 9.00 en 21.00 uur |
€ 746 |
|
-- zaterdag en door overheid vastgestelde vrije dag tussen 9.00 en 17.00 uur |
€ 990 |
|
f |
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of voor de registratie van een partnerschap: in een door de gemeenteraad aangewezen pand indien het gemeentehuis wegens calamiteiten niet beschikbaar is, is gelijk aan het tarief vermeld in artikel 1.1 lid a |
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
a. |
maandag tot en met donderdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur en op vrijdag tussen 09.00 en 21.00 uur |
€ 495 |
b. |
zaterdag en door overheid vastgestelde vrije dag tussen 9.00 en 17.00 uur |
€ 746 |
c. |
maandag en dinsdag om 8.45 uur in de locatie van het gemeentehuis te Hoogerheide. |
|
d. |
maandag tot en met donderdag tussen 13.30 uur tot 17.00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis te Hoogerheide, waarbij uitsluitend formeel vereiste administratieve handelingen worden verricht |
€ 200 |
e. |
maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 17.00 en op vrijdag tussen 9.00 uur en 21.00 uur indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een bij, door het College van Burgemeester en Wethouders genomen, besluit aan te wijzen trouwlocatie anders dan bedoeld in de artikel 1.2, sub a en b |
€ 746 |
f. |
zaterdag en door overheid vastgestelde vrije dag tussen 9.00 en 17.00 uur indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een bij, door het College van Burgemeester en Wethouders genomen, besluit aan te wijzen trouwlocatie anders dan bedoeld in de artikel 1.2, sub a en b |
€ 990 |
g. |
In een door de gemeenteraad aangewezen pand indien het gemeentehuis wegens calamiteiten niet beschikbaar is, is gelik aan het tarief vermeld in artikel 1.2 sub a |
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek is gelijk aan het tarief vermeld in artikel 1.1, onderdeel a en b |
|
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek is gelijk aan het tarief vermeld in artikel 1.2, sub a en b |
|
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
|
a. als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 91 |
|
b. als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 136 |
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige |
1/4 uurtarief van 1.35.1 |
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van [veertien] dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
1/2 uurtarief van 1.35.1 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 45,00 |
b. |
Een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 45,00 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85* |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40* |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85* |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40* |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,85* |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40* |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 63,40* |
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80* |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 40,90* |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 36,90* |
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05* |
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
€ 5,95 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2024, neerwaarts afgerond op 5 eurocent. Deze zijn officieus bekend gemaakt door het Rijk
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
|
|
Met een geldigheidsduur van ten hoogste 5 jaren voor één van de categorieën A, AM, B, BE of T |
€ 25,55 |
|
In andere gevallen dan in bedoeld in subonderdeel 1.12.a |
€ 51,10* |
|
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 39,65* |
b. |
bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met |
€ 39,80 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2024, neerwaarts afgerond op 5 eurocent. Deze zijn officieus bekend gemaakt door het Rijk
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
|
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10.10 |
b. |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
1. |
voor 50 verstrekkingen |
€ 259 |
2. |
voor 100 verstrekkingen |
€ 456 |
3. |
voor 200 verstrekkingen |
€ 748 |
4. |
voor 400 verstrekkingen |
€ 1.236 |
5. |
voor 500 verstrekkingen |
€ 1.431 |
6. |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ 2.407 |
7. |
voor 2.500 verstrekkingen |
€ 4.292 |
8. |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ 6.505 |
9. |
voor 10.000 verstrekkingen |
€ 9.757 |
c. |
tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente |
€ 619 |
d. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) |
€ 10,10 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 10,10 |
b. |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
|
1. |
voor 50 verstrekkingen |
€ 259 |
2. |
voor 100 verstrekkingen |
€ 456 |
3. |
voor 200 verstrekkingen |
€ 748 |
4. |
voor 400 verstrekkingen |
€ 1.236 |
5. |
voor 500 verstrekkingen |
€ 1.431 |
6. |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ 2.407 |
7. |
voor 2.500 verstrekkingen |
€ 4.292 |
8. |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ 6.505 |
9. |
voor 10.000 verstrekkingen |
€ 9.757 |
Artikel 1.17 Papieren verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 2,60 |
|
Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
1/4 uurtarief van 1.35.1 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 gereserveerd |
|
Artikel 1.20 gereserveerd |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
|
|
a. |
in formaat A3, of kleiner, per bladzijde |
€ 12,50 |
b. |
in formaat groter dan A3, per bladzijde |
€ 19,50 |
c. |
in digitale vorm |
€ 6,00 |
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentelijke kadaster, voor ieder daaraan besteed kwartier na voorafgaande prijsopgave |
1/4 uurtarief van 1.35.1 |
b. |
Om inlichtingen, met bijstand van een ambtenaar, uit de kadastrale administratie (online) |
1/4 uurtarief van 1.35.1 |
c. |
Tot het verlenen van inzage van de kadastrale registratie via het kadastrale netwerk (online), waarbij het gaat om actuele informatieproducten per object via kadasteronline zoals: hypothecair uittreksel, kadastraal uittreksel persoon, kadastraal uittreksel object en uittreksel kadastrale kaart |
€ 18,50 |
Artikel 1.23 Gereserveerd |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gereserveerd |
|
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35* |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ 6,20 |
c. |
voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een ander gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager |
€ 5,95 |
d. |
Tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap, niet bedoeld tot reispapier |
€ 12,45 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
|
|
|
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
1/4 uurtarief van 1.35.1 |
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 Gereserveerd |
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Gereserveerd |
|
||
Artikel 1.30 Leegstandswet |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 91,40 |
|
b. |
om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 45,65 |
|
2. |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] |
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50* |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50* |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00* |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50* |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50* |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00* |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 51,00 |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 1 van de Verordening speelautomaten(hallen) gemeente Woensdrecht |
€ 2.398 |
|
5. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een doorlopende gunning voor een openbare inzameling van geld of goederen of daartoe een intekenlijst aan te bieden als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening (niet vallend onder artikel 1.35, lid 2, sub e) |
€ 407,00 |
|
* Dit is het maximumtarief. |
|||
Artikel 1.32 Kabels en Leidingen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
|
a. |
indien het betreft tracés tot 250 m. |
€ 409,50 |
|
b. |
indien het betreft tracés vanaf 250 m. tot 1500 m. |
€ 485,50 |
|
c. |
indien het betreft tracés vanaf 1500 m. tot 4000 m. |
€ 577,00 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m. |
€ 86,50 |
|
e. |
indien het betreft tracés vanaf 4000 m. en meer, wordt het onder 1.18.1.1 genoemde bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, is opgesteld. |
|
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een aanvraag tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet: |
|
|
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag tot medegebruik overeenkomstig het vijfde lid zouden worden vastgesteld. |
|
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet: |
|
|
a |
voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten: |
€ 909 |
|
b |
voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten: |
€ 1.724 |
|
c |
voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten: |
€ 2.454 |
|
d |
voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten: |
€ 3.091 |
|
e |
voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten: |
€ 3.636 |
|
f |
voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten: |
€ 4.091 |
|
g |
voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten: |
€ 4.454 |
|
h |
voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten: |
€ 4.727 |
|
i |
voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten: |
€ 4.909 |
|
j |
voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten: |
€ 5.000 |
|
5 |
Als de aanvraag bedoeld in het vijfde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het vierde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van |
10% |
|
|
van de voor het vooroverleg geheven leges als de aanvraag: hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had; in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en is gedaan binnen 12 weken na het laatste vooroverleg. |
|
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|
||
1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 67,50 |
|
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 67,50 |
|
2. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
|
|
a |
Indien een medisch advies wél noodzakelijk is |
€ 306,20 |
|
b |
Indien een medisch advies niet noodzakelijk is |
€ 93,50 |
|
3. |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet persoonsvervoer |
€ 16,00 |
|
4. |
tot het verlenen van een ontheffing voor het houden van een wedstrijd op een weg of daaraan deel te nemen (artikel 10j en 148 e.v. van de Wegenverkeerswet) |
€ 408,50 |
|
5. |
tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 ten behoeve van wegwedstrijden voor een passage door de gemeente |
€ 67,00 |
|
6. |
voor tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 72,50 |
|
7. |
voor het toewijzen van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 40,50 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 3,20 |
|
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 127,00 |
|
|
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor de eerste pagina; vermeerderd voor elke volgende pagina |
€ 1,45 |
|
|
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,80 |
|
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 12,25 |
|
|
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde |
€ 19,35 |
|
|
4. |
in digitale vorm |
€ 5,80 |
|
|
e. |
het waarmerken van door de belanghebbende zelf overlegde stukken, per pagina |
€ 4,00 |
||
f. |
het uitvoeren van terreinmetingen, per uur of gedeelte daarvan |
|
||
g. |
de leges voor alle in deze tarieventabel genoemde stukken worden verhoogd indien:
|
€ 2,15 € 7,60 € 9,00 |
||
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
||
1. |
Daar waar deze verordening een bedrag is verschuldigd is per besteed uur of deel daarvan bedraag het uurtarief |
€ 92,00 |
||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (overige geluidhinder) |
€ 206,00 |
||
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (parkeren voertuigen autobedrijf e.c.) |
€ 190,00 |
||
c. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (parkeren reclamevoertuigen) |
€ 190,00 |
||
d. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening (verbod verbranden afvalstoffen) |
€ 190,00 |
||
e. |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening (vergunning inzameling van geld of goederen) |
€ 20,00 |
||
f. |
voor overige, niet elders in deze tarieventabel met name genoemde vergunningen c.q. ontheffingen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 190,00 |
||
g. |
tot het verkrijgen van een duplicaat-milieupas |
€ 15,00 |
||
h. |
tot het verlenen van een vergunning ex. Artikel 29 lid 1 van de Wet op lijkbezorging |
€ 36,00 |
||
i. |
Voor een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk is opgenomen |
€ 127,00 |
Hoofdstuk 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|
||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
- |
Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan en niet vergunningvrij voor het bouwen is. Een activiteit waarvoor het omgevingsplan bepaalt dat een vergunning nodig is, maar het volgens de beoordelingsregels niet mogelijk is de vergunning te verlenen of een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
5. |
De opgegeven bouwkosten worden getoetst aan de op dat moment geldende vastgestelde lijst van Regionaal overleg Eindhoven bouwtoezicht (ROEB). Deze lijst is als bijlage bij de verordening gevoegd. Wanneer de ROEB-lijst niet toepasbaar is dan dient door de aanvrager omgevingsvergunning een offerte gelegd te worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor een eerste overleg: |
€ 382,00 |
b. |
voor elk volgend overleg: |
€ 566,55 |
|
per in te schakelen adviseur verhoogd met het tarief per uur: |
€ 132,15 |
Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen: |
€ 98,10 |
|
vermeerderd met voor elke € 500,-- of gedeelte daarvan van de bouwkosten, een bedrag van: |
€ 36,15 |
b. |
indien de bouwkosten € 7.501,-- tot en met € 17.500,-- bedragen: |
€ 293,70 |
|
vermeerderd met voor elke € 500,-- of gedeelte daarvan van de bouwkosten, een bedrag van: |
€ 26,25 |
c. |
indien de bouwkosten € 17.501,-- tot en met € 52.500,-- bedragen: |
€ 491,65 |
|
vermeerderd met voor elke € 500,-- of gedeelte daarvan van de bouwkosten, een bedrag van: |
€ 22,35 |
d. |
indien de bouwkosten € 52.501,-- tot en met € 250.000,-- bedragen: |
€ 1.472,10 |
|
vermeerderd met voor elke € 500,-- of gedeelte daarvan van de bouwkosten, een bedrag van: |
€ 12,85 |
e. |
indien de bouwkosten € 250.001,-- of meer bedragen: |
€ 2.059,85 |
|
vermeerderd met voor elke € 500,-- of gedeelte daarvan van de bouwkosten, een bedrag van: |
€ 11,70 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit bestaande uit (bouw)activiteit (ruimtelijk deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een (bouw)activiteit, het in stand houden, gebruiken van het te bouwen bouwwerk of overige activiteiten bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een (bouw)activiteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 552,00 |
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, bedoeld in [artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet] en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.48, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, vermeerderd met: |
€ 184,00 |
2. |
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet. |
€ 205,40 |
b. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 228,30 |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 11.1, van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.250,00 |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: Buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
|
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 5.180,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Monumenten |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: a. een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument; b. een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument, c. een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet; bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 292,60 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 292,60 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 132,15 |
Artikel 2.9 Gereserveerd |
||
Artikel 2.10 Gereserveerd |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
|
|
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
|
|
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
|
|
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
|
|
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
|
|
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
|
|
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
|
|
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
|
|
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
|
|
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
|
|
k. |
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): |
|
|
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
|
|
Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.664,00 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
c. |
voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.160,00 |
|
d. |
voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 3.664,00 |
|
e. |
voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
Artikel 2.13 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.664,00 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.160,00 |
|
Artikel 2.14 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.664,00 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.160,00 |
|
Artikel 2.15 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.664,00 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.160,00 |
|
2. |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5. lid 1en 2.6 lid 1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 872,00 ex BTW |
|
|
Te verhogen per bedrijfsbezoek met: |
€ 68,70 ex BTW |
|
Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.664,00 |
||
Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.644,00 |
|
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 6.718,00 |
|
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 9.160,00 |
|
Artikel 2.18 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.644,00 |
||
Artikel 2.19 Samenloop van dezelfde milieubelastende activiteit |
|
||
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.20 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.077,00 |
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.077,00 |
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten
Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd) |
|
|||
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd) |
|
|||
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: Plaatsen van voorwerpen op [of aan] de weg |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, bedoeld in artikel [2.10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 182,45 |
|||
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: Aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid) |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 182,45 |
|||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: Uitweg/uitrit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 182,45 |
|||
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: Alarminstallatie (gereserveerd) |
|
|||
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: Kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ 136,55 |
|||
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: Reclame |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 182,45 |
||
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 182,45 |
||
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: Opslag van roerende zaken |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 182,45 |
||
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 182,45 |
||
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: Standplaatsen |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening [in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a |
per dag waarvoor vergunning wordt verleend |
€ 90,48 |
||
b |
per week of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één dag |
€ 183,04 |
||
c |
per maand of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één week |
€ 243,36 |
||
d |
per jaar of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één maand |
€ 395,32 |
||
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: Andere activiteiten |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
|||
a. |
behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€767,60 |
||
b. |
behoort tot een in het omgevingsplan of een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen categorie vergunningplichtige activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€767,60 |
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
per maatwerkvoorschrift: |
€ 246,70 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 246,70 |
Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.443 |
b. |
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: |
€ 1.221 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 2.443 |
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 246,70 |
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel |
|
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
Volgens begroting |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
Volgens begroting |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.443 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
Volgens begroting |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
Artikel 2.37 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 246,70 |
|
Artikel 2.38 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 246,70 |
|
Als deze voorschriften betrekking hebben op milieubelastende activiteiten: |
€ 2.443 |
.Artikel 2.40 Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.56 van toepassing is: |
€ 246,70 |
|
Artikel 2.41 Gereserveerd |
|
|
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
Artikel 2.43 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 246,70 |
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
Artikel 2.44 Gereserveerd |
|
|
Artikel 2.45 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met: |
10,00% |
|
Met een maximum van : |
€ 10.570 |
Artikel 2.46 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 3.053 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 5.180 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
Volgens begroting |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
|
Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 364,70 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 364,70 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 364,70 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 364,70 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 364,70 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 7.328 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 364,70 |
Artikel 2.48 Advies |
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 914,30 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke commissie ruimtelijke kwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet: |
Volgens begroting |
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke commissie ruimtelijke kwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
Volgens begroting |
d. |
voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling: |
Volgens begroting |
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b tot d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.49 Instemming |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
a. |
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
€ 914,30 |
b. |
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
Volgens begroting |
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.12 Vermindering
Artikel 2.50 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
1. |
Indien voor de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel 2.2b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.4, lid1b, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, wordt het tarief dat in rekening is gebracht voor het vooroverleg in mindering gebracht op de om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.51 Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
Artikel 2.52 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.53 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
60% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
40% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
0% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
60% |
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
0% |
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen |
20% |
|
b. |
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteiten genoemd in paragraaf 2.7 |
35% |
|
c. |
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteiten genoemd in paragraaf 2.5 en 2.6 |
0% |
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen |
20% |
||
b. |
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteiten genoemd in paragraaf 2.7. |
35% |
|
c. |
van de verschuldigde leges ingeval de verleende omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteiten genoemd in paragraaf 2.5 en 2.6 |
0% |
|
Artikel 2.58 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
|
||
Artikel 2.59 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
||
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 178,00 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 159,00 |
c. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening, indien de ontheffing voor twee keer of meer keren geldt:
|
€ 401,00 € 545,00 € 818,00 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 1.504 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 159,00 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 2.792 |
b. |
voor een seksinrichting: |
€ 2.792 |
2. |
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt verhoogd met het bedrag, van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, van het externe SMA-advies van de GGD, blijkend uit een begroting dit ter zake door of vanwege de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, is opgesteld |
|
3. |
Indien een begroting als bedoeld in 3.3 lid 3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting vaan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
|
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 371 |
b. |
Voor een seksinrichting: |
€ 371 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 19,55 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 19,55 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning: |
€ 172,00 |
2. |
Indien een in artikel 3.6 eerste lid, bedoelde aanvraag niet tijdig en volledig conform het evenementenbeleid is ingediend wordt het tarief in art. 36, eerste lid verhoogd met |
€ 62,00 |
3. |
Indien een vergunning voor het organiseren van een evenement voor meerdere jaren wordt afgegeven wordt een tarief gerekend per verstrekt jaar van |
€ 116,00 |
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|
|
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 198,00 |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 Gereserveerd |
|
|
Artikel 3.9 Gereserveerd |
|
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats (uitstalling op de weg), bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
a. |
per dag waarvoor vergunning wordt verleend |
€ 99,00 |
b. |
per week of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één dag |
€ 202,00 |
c. |
per maand of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één week |
€ 268,00 |
d. |
per jaar of minder waarvoor vergunning wordt verleend, doch meer dan één maand |
€ 430,00 |
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Artikel 3.16 Toeristische verhuur |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste en tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 60,80 |
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.17 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 192,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 9 november 2023
De griffier van gemeente Woensdrecht,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl