Besluit advies en instemming bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten Provincie Limburg

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit advies en instemming bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten Provincie Limburg

overwegende dat het college van Gedeputeerde Staten van Limburg met het oog op de behartiging van de provinciale belangen bij de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet, het wenselijk vindt om betrokken te worden bij de besluitvorming door de Limburgse colleges van Burgemeester en Wethouders op aanvragen om omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten van provinciaal belang;

overwegende dat de betrokkenheid van het college van Gedeputeerde Staten bij aanvragen om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het beste kan worden gewaarborgd door het vestigen van het advies- en instemmingsrecht bij aanvragen voor een dergelijke omgevingsvergunning die een provinciaal belang raakt;

gelet op het bepaalde in artikel 2.3 Omgevingswet, artikel 16.15a Omgevingswet en artikel 4.25 Omgevingsbesluit;

vast te stellen:

Besluit advies en instemming bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten Provincie Limburg

Artikel 1 Advies en instemming

Als gevallen van provinciaal belang als bedoeld in artikel 16.15a, onder d, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 4.25, eerste lid, onder g, van het Omgevingsbesluit, waarin Gedeputeerde Staten adviseur zijn voor de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en de voorgenomen beslissing op de aanvraag instemming van Gedeputeerde Staten behoeft, worden de volgende activiteiten aangewezen waarover de Omgevingsverordening Limburg een instructieregel bevat:

a.Artikel 2.1 Instructieregel reserveringszone provinciale weg

Activiteit: het bouwen van een bouwwerk in de reserveringszone provinciale weg.

b.Artikel 2.2 Instructieregel reserveringszone spoorweg

Activiteit: het bouwen van een bouwwerk in de reserveringszone spoorweg.

c.Artikel 3.5 Klimaatadaptatie

Activiteit: een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling die een potentieel risico vormt voor wateroverlast, overstroming of droogte.

d.Artikel 4.10 Gevaarlijke stoffen

Activiteit: een milieubelastende activiteit waarbij gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied.

e.Artikel 6.3 Instructieregels kernkwaliteiten stiltegebieden

Activiteit: een activiteit die van invloed kan zijn op de bescherming en versterking van de kernkwaliteiten van een stiltegebied.

f.Artikel 7.2 Bescherming van het Nationaal landschap Zuid-Limburg

Activiteit: een activiteit die van invloed kan zijn op de bescherming en versterking van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg.

g.Artikel 7.6 Instructieregels kernkwaliteiten in de groenblauwe mantel

Activiteit: een activiteit die van invloed kan zijn op de bescherming van:

  • -

    de in het plangebied aanwezige kernkwaliteiten in de groenblauwe mantel;

  • -

    de waarde van het plangebied als ecologische verbinding tussen gebieden gelegen binnen het Natuurnetwerk Limburg;

  • -

    de waarde van het plangebied met het oog op de instandhouding van de natuurdoeltypen in de aangrenzende gebieden van het Natuurnetwerk Limburg;

  • -

    de waarde van het plangebied voor het bieden van ruimte voor water en als waterberging in laagten en beekdalen.

h.Artikel 8.2 Instructieregels voor omgevingsplannen Natuurnetwerk Limburg

Activiteit: een nieuwe activiteit of wijziging van een bestaande activiteit als deze nadelige gevolgen kan hebben voor de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Limburg of kan leiden tot een vermindering van de kwaliteit, de oppervlakte of de samenhang tussen de gebieden van het Natuurnetwerk Limburg.

i.Artikel 8.9 Instructieregel ter bescherming van de natuurbeekzone

Activiteit:

  • -

    een activiteit die van invloed kan zijn op de toekomstige inrichting van de natuurbeekzone, gericht op de realisatie van de wezenlijke kenmerken en waarden daarvan;

  • -

    een nieuwe activiteit of wijziging van een bestaande activiteit die afbreuk kan doen aan de realisatie van de wezenlijke kenmerken en waarden van de natuurbeekzone;

  • -

    een nieuwe activiteit of wijziging van een bestaande activiteit waardoor de omvang van schade als gevolg van meanderen, inundaties of waterpeilen toeneemt.

j.Artikel 10.1 Instructieregel nieuwvestiging intensieve veehouderij

Activiteit: Nieuwvestiging van een intensieve veehouderij buiten het Natuurnetwerk Limburg en buiten een extensiveringsgebied intensieve veehouderij, tenzij het betreft nieuwvestiging in de vorm van agglomeratielandbouw op bedrijventerreinen of ontwikkelingsgebieden glastuinbouw.

k.Artikel 10.3 Instructieregel vormverandering bouwvlak intensieve veehouderij

Activiteit: Vormverandering van het bouwvlak voor intensieve veehouderij toe binnen het extensiveringsgebied intensieve veehouderij.

l.Artikel 10.4 Instructieregel geitenhouderij en artikel 10.8 Verbod nieuwvestiging en uitbreiding geitenhouderijen

Activiteit: Nieuwvestiging van een geitenhouderij of uitbreiding van een geitenhouderij.

m.Artikel 10.6 Instructieregel vergroting bouwvlak glastuinbouw

Activiteit: Uitbreiding van het bouwvlak voor een glastuinbouwbedrijf in het buitengebied of in het uitzonderingsgebied uitbreiding glastuinbouw.

n.Artikel 11.1 Herbenutting van monumentale en beeldbepalende gebouwen

Activiteit: Een activiteit die mogelijk in een leegstaand monumentaal gebouw ondergebracht kan worden.

o.Artikel 12.1 Instructieregels nieuwe planvoorraad wonen

Activiteit: De realisatie van een of meerdere woningen.

p.Artikel 12.3 Instructieregels toevoeging vestigingsmogelijkheden detailhandel

Activiteit: Toevoeging van vestigingsmogelijkheden voor detailhandel aan de bestaande voorraad of planvoorraad detailhandel in de regio Noord-Limburg/Midden Limburg/Zuid-Limburg.

q.Artikel 12.4 Instructieregels toevoeging vestigingsmogelijkheden kantoren

Activiteit: Toevoeging van vestigingsmogelijkheden voor kantoren aan de bestaande voorraad of planvoorraad kantoren in de regio Noord-Limburg/Midden Limburg/Zuid-Limburg.

r.Artikel 12.5 Instructieregels toevoeging vestigingsmogelijkheden bedrijventerreinen

Activiteit: Toevoeging van vestigingsmogelijkheden voor bedrijventerreinen aan de bestaande voorraad of planvoorraad bedrijventerreinen in de regio Noord-Limburg/Midden Limburg/Zuid-Limburg.

s.Artikel 12.6 Instructieregels toevoeging vestigingsmogelijkheden vrijetijdseconomie

Activiteit: Toevoeging van vestigingsmogelijkheden voor voorzieningen voor vrijetijdseconomie aan de bestaande voorraad of planvoorraad vrijetijdseconomie in de regio Noord-Limburg/Midden Limburg/Zuid-Limburg.

t.Artikel 12.7 Instructieregel verbod wonen in recreatieverblijven

Activiteit: Wonen in een recreatieverblijf.

u.Artikel 12.9 Instructieregels tijdelijke huisvesting specifieke doelgroepen op recreatieterreinen

Activiteit: De tijdelijke huisvesting van short-stay internationale werknemers, woonurgenten en statushouders op recreatieterreinen voor de duur van maximaal tien jaar.

v.Artikel 12.11 Instructieregel toepassing SNF-normen huisvesting internationale werknemers

Activiteit: De tijdelijke of permanente huisvesting van internationale werknemers.

w.Artikel 13.2 Instructieregel zonnepanelen op daken van bedrijfsgebouwen

Activiteit: De realisatie van een bedrijfsgebouw.

x.Artikel 13.3 Instructieregels zonneparken

Activiteit: Het realiseren van een zonnepark.

y.Artikel 16.1 Instructieregel beschermingsgebied Einstein Telescope

Activiteit:

  • -

    een ontgronding in het beschermingsgebied Einstein Telescope, met uitzondering van een ontgronding die op grond op grond van artikel 16.7 of 16.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving vergunningvrij is;

  • -

    een boring of andere ingreep in de bodem anders dan een ontgronding, dieper dan 100 meter beneden het maaiveld, in het beschermingsgebied Einstein Telescope.

Artikel 2 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit advies en instemming bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten Provincie Limburg.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Ondertekening

Maastricht, d.d. 5 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter, de heer E.G.M. Roemer

secretaris, de heer drs. D.F. Timmer

Toelichting

Bij de voorbereiding van een omgevingsplan of de wijziging ervan, waarbij provinciale belangen aan de orde zijn, kan de provincie haar belangen door middel van een zienswijze tegen het ontwerpbesluit bij de gemeente naar voren brengen. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (doorgaans een vergunning waarmee wordt afgeweken van het omgevingsplan), is dat in de meeste gevallen niet mogelijk.

Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht werd een omgevingsvergunning waarmee werd afgeweken van het bestemmingsplan, gewoonlijk voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb). Als de provincie dan van mening was dat de gemeente een of meer provinciale belangen daarbij onvoldoende liet meewegen, kon zij dat kenbaar maken door een zienswijze tegen het ontwerpbesluit in te dienen. Onder Omgevingswet wordt de gemeentelijke omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit echter (zoals de meeste omgevingsvergunningen onder de Omgevingswet) via de standaardprocedure voorbereid (titel 4.1 Awb). Dat betekent dat de Provincie pas formeel kan reageren als het besluit al is genomen, namelijk door indiening van een bezwaarschrift achteraf. Om zeker te stellen dat provinciale belangen toch in een vroegtijdig stadium van besluitvorming worden meegewogen kan de Provincie op grond van de Omgevingswet een advies- en instemmingsrecht bij deze vergunningen vestigen.

Artikel 4.25, eerste lid, aanhef en onder g, van het Omgevingsbesluit, bepaalt dat Gedeputeerde Staten adviseur zijn voor een aanvraag om een omgevingsvergunning, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 16.15a, onder d, van Omgevingswet. Uit artikel 16.15a, onder d, van de Omgevingswet volgt, dat de aanvraag betrekking moet hebben op een provinciaal belang in gevallen die zijn opgenomen in een door een bestuursorgaan van de provincie openbaar gemaakt document. Uit artikel 4.25, derde lid, Omgevingsbesluit volgt bovendien dat voorgenomen beslissing op de vergunningaanvraag dan ook de instemming behoeft van Gedeputeerde Staten.

Het onderhavige besluit is bedoeld als het document genoemd in artikel 16.15a, onder d, van de Omgevingswet. Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een buitenplanse omgevingsplanactiviteit moeten Gedeputeerde Staten door Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen en dienen Gedeputeerde Staten in te stemmen alvorens op de vergunningaanvraag mag worden beslist. Gedeputeerde Staten kunnen bij een uitgebracht advies bepalen dat instemming in dat concrete geval niet vereist is (artikel 16.16, vierde lid, Omgevingswet).

Onder de Omgevingswet bedraagt de beslistermijn voor een vergunningaanvraag waarop titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is 8 weken. In gevallen waar de voorgenomen beslissing op de aanvraag instemming van Gedeputeerde Staten behoeft, bedraagt de beslistermijn 12 weken (artikel 16.64, eerste lid, Omgevingswet). Het bevoegd gezag kan de beslistermijn met ten hoogste 6 weken verlengen (artikel 16.64, tweede lid, Omgevingswet).

Hoewel de Omgevingsvisie meer provinciale belangen beschrijft, is er voor gekozen om alleen advies- en instemmingsrecht vast te leggen voor zover het gaat om provinciale belangen met het oog waarop de Omgevingsverordening Limburg een instructieregel bevat. Dus er zijn geen provinciale belangen in de lijst opgenomen die wel in de omgevingsvisie worden genoemd, maar die niet in instructieregels in de Omgevingsverordening zijn uitgewerkt.

De instructieregels van de Omgevingsverordening gelden bij vaststelling of wijziging van een omgevingsplan. Dat ze ook gelden als beoordelingsregel voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, is bepaald in de artikelen 8.0b en 8.0c van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Uit het onderhavige besluit volgt dat Gedeputeerde Staten advies- en instemmingsrecht hebben bij de beslissing op een aanvraag om zo’n omgevingsvergunning, tenminste bij de meeste instructieregels. Bij de volgende instructieregels is advies- en instemming niet vereist:

  • 1.

    Instructieregels die zich richten tot het waterschap. Omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit worden immers niet verleend door een waterschap. Het gaat om de een deel van de instructieregels opgenomen in de hoofdstukken 3 en 4 van de verordening.

  • 2.

    Instructieregels die een verbod inhouden zonder afwijkmogelijkheid. Het betreft het verbod op:

    • -

      nieuwvestiging intensieve veehouderij in Natuurnetwerk Limburg of extensiveringsgebied (artikel 10.1);

    • -

      vergroting bouwvlak intensieve veehouderij in extensiveringsgebied (artikel 10.2);

    • -

      nieuwvestiging glastuinbouwbedrijf buiten ontwikkelingsgebied glastuinbouw (artikel 10.5);

    • -

      het wijzigen van de functie die het gebruik van een bouwwerk als recreatieverblijf toestaat in een functie die de activiteit wonen toestaat, tenzij het gaat om het tijdelijk toestaan van huisvesting van short-stay internationale werknemers, woonurgenten en statushouders op recreatieterreinen voor de duur van maximaal 10 jaar (artikel 12.8);

    • -

      plaatsen windturbine met een masthoogte van 25 meter of hoger in het uitsluitingsgebied windturbines;

    • -

      plaatsen windturbine in het beschermingsgebied Einstein Telescope (artikel 16.1, 16.2).

  • 3.

    De instructieregel die gemeenten in de oostelijke en westelijke mijnstreek vraagt om bij het bouwen van een nieuw bouwwerk te beschrijven hoe zij rekening hebben gehouden met de na-ijlende effecten van de voormalige steenkoolwinning. Gemeenten kunnen gebruik maken van alle informatie over de na-ijlende effecten die beschikbaar is via het Informatiecentrum Nazorg Steenkoolwinning en de kaartviewer van Het Gegevenshuis in Landgraaf. De Provincie heeft geen andere informatie beschikbaar.