Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706362
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706362/2
Regeling vervalt per 01-01-2025
Legesverordening 2024
Geldend van 19-06-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Legesverordening 2024De gemeenteraad van Haaksbergen;
Voorstel van het college van: 21 november 2023
Wettelijke basis:
Bepalingen van de Gemeentewet (artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b), de Paspoortwet (artikelen 2, tweede lid, artikel 7), artikel 13.1a van de Omgevingswet en de Algemene wet bestuursrecht.
Besluit:
Vast te stellen de Legesverordening 2024.
Artikel 1 Begripsbepaling
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Het bedrag van de heffing op grond van hoofdstuk 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges op basis van hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.
-
2. De overige leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs de elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, op het moment van mailing van de kennisgeving;
- d.
langs de elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Titel I van de tarieventabel betreft:
- i.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten);
- ii.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- iii.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- iv.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- v.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- i.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De op 21 december 2022 vastgestelde Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, derde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
-
3. De bekendmaking van de in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normbladen geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023
R. Meinen
griffier
mr. drs. R.G. Welten
burgemeester
Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2024
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.10 Overige tarieven
Paragraaf 2.11 Modaliteiten
Paragraaf 2.12 Vermindering
Paragraaf 2.13 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markt
Paragraaf 3.3 Vervallen
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Paragraaf 3.5 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.6 Kinderopvang
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
|
||||
|
|
|
|||
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|||
1.1.1.1 |
het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen en bescheiden, met betrekking tot de burgerlijke stand in gemeenten en plaatsen, buiten Nederland |
€ 32,00 |
|||
1.1.2 |
voor het voltrekken van huwelijken op een andere tijd of andere wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879, Staatsblad nr. 72, zoals deze thans luidt of nader zal worden gewijzigd, voor kosteloze voltrekking is bepaald, bedragen de leges: |
|
|||
1.1.2.1 |
wanneer het voltrekken plaats heeft tijdens de kantooruren: |
|
|||
|
op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis |
€ 523,00 |
|||
1.1.2.2 |
wanneer het voltrekken plaats heeft buiten de kantooruren in het gemeentehuis |
€ 609,00 |
|||
1.1.2.3 |
bij voltrekking van een huwelijk buiten het gemeentehuis (niet zijnde locaties genoemde onder 1.1.2.4) |
€ 523,00 |
|||
1.1.2.4 |
wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag |
€ 523,00 |
|||
1.1.2.5 |
wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op zaterdag |
€ 523,00 |
|||
1.1.2.6 |
de basisvoltrekking van een huwelijk of partnerschapsregistratie |
€ 160,00 |
|||
1.1.3 |
Voor het beschikbaar stellen van de trouwzaal, inclusief bodediensten, voor het door de notaris laten passeren van samenlevingsakten en voor het laten registreren van een partnerschap bedragen de leges: |
|
|||
1.1.3.1 |
wanneer het voltrekken plaats heeft tijdens de kantooruren: |
|
|||
|
op maandag tot en met vrijdag in het gemeentehuis |
€ 523,00 |
|||
1.1.3.2 |
wanneer het voltrekken plaats heeft buiten de kantooruren in het gemeentehuis |
€ 609,00 |
|||
1.1.3.3 |
bij voltrekking van een registratie buiten het gemeentehuis (niet zijnde locaties genoemde onder 1.1.3.4) |
€ 523,00 |
|||
1.1.3.4 |
wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op maandag tot en met vrijdag |
€ 523,00 |
|||
1.1.3.5 |
wanneer het voltrekken plaats heeft op de daartoe aangewezen locaties buiten het gemeentehuis op zaterdag |
€ 523,00 |
|||
1.1.4 |
De onder 1.1.2.1 tot en met 1.1.3.5 vermelde tarieven worden verhoogd met een toeslag indien de voltrekking van een huwelijk plaats heeft in een eenmalig aangewezen locatie. De toeslag bedraagt: |
€ 50 |
|||
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering |
€ 23,90 |
|||
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|||
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.2. |
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor het desbetreffende document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|||
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
|||
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
|||
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) |
|
|||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
|||
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
|||
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
|||
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
|||
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
|
|||
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
|||
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
|||
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
|
|||
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten |
|
|||
1.2.8 |
Het tarief als genoemd in 1.2.7 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1.tot en met 1.2.6 slechts één keer per document berekend. |
|
|||
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05. |
|
|||
1.3.1.1 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling. |
|
|||
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens per verstrekking |
€ 8,10 |
|||
1.4.2.2 |
indien de gegevens onder 1.4.2.1 op verzoek worden toegezonden, wordt het onder 1.4.2.1 verhoogd met |
€ 10,00 |
|||
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 18,00 |
|||
1.4.4 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 8,10 |
|||
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|||
1.5.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 45,80 |
|||
1.5.1.2 |
een afschrift van de beleidsnota bij de gemeentebegroting |
€ 17,90 |
|||
1.5.1.3 |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 148,80 |
|||
1.5.1.4 |
een afschrift van een nota, rapport |
€ 38,40 |
|||
1.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
|||
1.5.2.1 |
op de agenda en notulen van raadsvergaderingen |
€ 190,80 |
|||
1.5.2.2 |
op de agenda en notulen van commissievergaderingen |
€ 126,40 |
|||
1.5.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van: |
|
|||
1.5.3.1 |
een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 19,30 |
|||
1.5.3.2 |
een exemplaar van een andere dan de onder 1.7.3.1. genoemde strafverordening van de gemeente |
€ 10,70 |
|||
1.5.3.3 |
een volledige verzameling van de gemeentelijke strafverordeningen |
€ 57,10 |
|||
1.5.3.4 |
een exemplaar van een belastingverordening |
€ 19,30 |
|||
1.5.3.5 |
een volledige verzameling van de belastingverordeningen |
€ 141,90 |
|||
1.5.3.6 |
een exemplaar van de Bouwverordening |
€ 28,90 |
|||
1.5.3.7 |
aanvullingen van de onder 1.7.3.1. tot en met 1.7.3.6 bedoelde verordeningen per bladzijde |
€ 0,80 |
|||
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|||
1.6.1.1 |
voor raadpleging van het kadaster en het daarbij van gemeentewege behulpzaam zijn per kwartier of gedeelte daarvan |
€ 18,00 |
|||
1.6.1.2 |
voor raadpleging van het kadaster, indien daarbij geen hulp van gemeentewege wordt verleend per kwartier of gedeelte daarvan |
€ 2,10 |
|||
1.6.1.3 |
tot het door belanghebbende maken van afschriften van of uittreksels uit de in vorige leden van dit artikel bedoelde stukken, naast de in die leden genoemde rechten, per perceel of gedeelte van een perceel |
€ 1,10 |
|||
1.6.1.4 |
tot het al dan niet schriftelijk verstrekken van een fotokopie van een opgave van gegevens uit de in 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.3 van dit artikel bedoelde stukken, per perceel of gedeelte van een perceel |
€ 5,00 |
|||
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|||
1.6.2.1 |
een fotokopie of scan van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
|||
1.6.2.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,80 |
|||
1.6.2.1.2 |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 1,55 |
|||
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|||
1.7.1.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen |
€ 41,35 |
|||
1.7.1.2 |
tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening |
€ 8,10 |
|||
1.7.1.3 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent de gegoedheid van personen, per stuk |
€ 17,80 |
|||
1.7.1.4 |
tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 13,30 |
|||
1.7.1.5 |
tot het verstrekken van een verklaring, dat het portret op een stuk, het portret is van degene, te wiens naam het stuk is gesteld of van degene die in dat stuk wordt bedoeld |
€ 8,10 |
|||
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het: |
|
|||
|
|||||
1.8.1.1 |
Verstrekken van een digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, bouw- of milieuvergunning, APV-bijzondere wettenvergunning, bestemmingsplan en bodemonderzoeken |
€ 14,10 |
|||
(met een maximum van 5 scans/bestanden) |
|
||||
|
|
||||
1.8.1.2. |
Verstrekken van een digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, bouw- of milieuvergunning, APV-bijzondere wettenvergunning, bestemmingsplan en bodemonderzoeken |
€ 17,70 |
|||
(6 t/m 10 scans / bestanden) |
|
||||
1.8.1.3 |
Verstrekken van een digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, bouw- of milieuvergunning, APV-bijzondere wettenvergunning, bestemmingsplan en bodemonderzoeken |
€ 24,40 |
|||
(11 t/m 20 scans/ bestanden) |
|
||||
|
|
||||
1.8.1.4 |
Verstrekken van een digitale scan/bestand van een (deel van een) omgevingsvergunning, bouw- of milieuvergunning, APV-bijzondere wettenvergunning, bestemmingsplan en bodemonderzoeken |
€ 31,10 |
|||
(21 scans / bestanden of meer) |
|
||||
|
|
||||
1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen van in de in het gemeentearchief berustende dossiers, (inclusief het verstrekken van digitale scans/bestanden uit deze dossiers, maar m.u.v. de documenten en tekeningen die vallen onder 1.10.1 t/m 1.10.4), voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 24,40 |
|||
1.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek kopiëren en analoog verstrekken van documenten/tekeningen van de in het gemeentearchief berustende stukken (m.u.v. de documenten en tekeningen die vallen onder 1.10.1 t/m 1.10.4) |
|
|||
|
|||||
1.8.4.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,30 |
|||
1.8.4.2. |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ 0,70 |
|||
1.8.4.3 |
per tekening A2, A1 of A0-formaat |
€ 11,20 |
|||
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
|
||||
Artikel 1.9 Leegstandwet |
|
||||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 70,20 |
|||
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 35,10 |
|||
1.9.2 |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] |
|
|||
Paragraaf 1.10 Wet op de kansspelen |
|
||||
Artikel 1.10 |
|
||||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|||
1.10.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|||
1.10.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|||
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
|||
1.10.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar |
€ 226,50 |
|||
1.10.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|||
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
|||
Paragraaf 1.11 Telecommunicatiewet |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 338,90 |
|||
1.11.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden, waarvoor geen instemmingsbesluit is vereist (werkzaamheden kleiner dan 25m) |
€ 102,90 |
|||
Paragraaf 1.12 Verkeer en vervoer |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|||
1.12.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 594,50 |
|||
1.12.1.2 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 89,80 |
|||
1.12.1.3 |
voor een vervangende parkeerkaart bij verlies |
€ 28,10 |
|||
1.12.1.4 |
tot het plaatsen van een verkeersbord ten behoeve van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 365,50 |
|||
1.12.1.5 |
tot het verlenen van een éénmalige ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ 135,80 |
|||
1.12.1.6 |
tot het verlenen van een ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen voor een termijn tot 3 jaar als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ 205,40 |
|||
1.12.1.7 |
tot het verlenen van een verlenging van een ontheffing als bedoeld in 1.18.1.6 |
€ 162,80 |
|||
Paragraaf 1.19 Diversen |
|
||||
Artikel |
|
||||
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|||
1.19.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van bazaars, fancy-fairs, rommelmarkten en dergelijke |
€ 93,00 |
|||
1.19.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in art. 3 van de Parkeerverordening |
€ 43,50 |
|||
1.19.1.3 |
een aanvraag tot het nemen van een huisnummerbesluit |
€ 73,00 |
|||
1.19.1.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 71,90 |
|||
1.19.1.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,80 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 Definities |
|
2.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
2.1.3 |
Zonneveld: een ruimtelijk samenhangende grondgebonden installatie voor het opwekken van zonne-energie, zoals bedoeld in de door de gemeenteraad op 31 maart 2021 vastgestelde Beleidsregels zonnevelden |
2.1.4 |
Wp (WattPiek): de internationale standaard-meeteenheid voor de capaciteit van zonnecellen en –panelen om zonne-energie in elektriciteit om te zetten |
2.1.5 |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken: Bij het berekenen van de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt voor in onderstaande tabel genoemde bouwwerken voor de legesbepaling het minimale legesbedrag afgeleid van de kubieke meters of de oppervlakte berekend volgens NEN 2580 (oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken) vermenigvuldigd met de in onderstaande tabel naar de aard van het bouwwerk opgenomen standaardbouwkosten exclusief BTW: |
I. Woningen: |
|
|
Rijtjeswoningen |
|
€ 200,= per m3 |
Twee onder één kapwoningen |
|
€ 225,= per m3 |
Vrijstaande woning tot en met 600 m3 |
|
€ 260,= per m3 |
Vrijstaande woning > 600 m3 |
|
€ 290,= per m3 |
Appartement, één of meer bouwlagen |
|
€ 260,= per m3 |
|
|
|
II. Bijgebouwen bij woningen: |
|
|
Latere aanbouw zoals een erker |
|
€ 350,= per m3 |
Garage / berging / tuinhuisje |
Hout |
€ 95,= per m3 |
|
Half steens met plat dak |
€ 125,= per m3 |
|
Half steens met kap |
€ 135,= per m3 |
|
Spouw met plat dak |
€ 150,= per m3 |
|
Spouw met kap |
€ 170,= per m3 |
Dakkapel |
|
€ 1.000,= per m breedte |
Carport |
|
€ 150,= per m2 |
Schuttingen en hekwerken |
|
€ 100,= per m |
|
|
|
III. Agrarische bouwwerken: |
|
|
1. Stallen |
|
€ 43,= per m3 |
2. Werktuigberging / schuur Damwandprofiel |
|
€ 25,= per m3 |
Metselwerk |
|
€ 48,= per m3 |
3. Mestkelders onder de stallen |
|
€ 83,= per m3 |
4. Kassen |
|
€ 31,= per m2 |
|
|
|
IV. Niet agrarische bouwwerken: |
|
|
1. Opslagloodsen (plaatstaal damwandprofiel) |
|
€ 19,= per m3 |
(metselwerk) |
|
€ 52,= per m3 |
2. Kantoren / showroom / winkel / horeca |
|
€ 273,= per m3 |
3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging) |
|
€ 258,= per m3 |
4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semipermanente unit |
|
€ 185,= per m3 |
5. Industriehal (plaatstaal geïsoleerd) |
|
€ 62,= per m3 |
(metselwerk) |
|
€ 105,= per m3 |
|
B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde in het economisch verkeer te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) van het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt: een raming van de aan een derde in het economisch verkeer te betalen prijs voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW). |
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
|
|
|
2.3.1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2.3.2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
2.3.3 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
2.3.4 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
|
|
|
|
2.4.1 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
40% |
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten zouden worden vastgesteld, met een minimum van: |
€ 365,00 |
2.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan (of een vergunningsvrij-toets) |
€ 285,00 |
2.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 |
€ 6.572,00 |
2.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan ten behoeve van een omgevingsvergunning met milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.11 t/m 2.19 |
€ 783,00 |
2.4.5 |
Voor ruimtelijke initiatieven die in de regionale omgevingstafel integraal worden besproken met de ketenpartners bedraagt het tarief: |
€ 4.600,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 1.000.000: |
2,95% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 356,00 |
b. |
over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000 of meer: |
1,95% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 31.000,00 |
|
en een maximum van: |
€ 800.000,00 |
c. |
In afwijking van artikel 2.5 lid a en b bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 per Wp: |
€ 0,00687 |
d. |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
10% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
e. |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
10% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 309,80 |
b. |
Verplicht agrarisch commissie |
|
b.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 lid a t/m c bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 1.195,60 |
b.2 |
Onverminderd het bepaalde in art. 2.6 lid b.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag waarvoor een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 516,40 |
c. |
als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met: |
€ 309,80 |
d. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie als bedoeld in artikel 22.30 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met: |
€ 309,80 |
e. |
voor een bouwactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of het in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, en waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd: |
€ 3.757,00 |
f. |
voor een bouwactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of het in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, en waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd |
€ 8.157,00 |
g. |
voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in bijlage I ‘Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’: |
€ 309,80 |
h. |
voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): |
€ 6.247,00 |
i. |
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd: |
€ 6.247,00 |
j. |
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd |
€ 12.527,40 |
k. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, wordt het verschuldigde bedrag onder art. 2.6 vermeerderd met: |
0,3% |
|
van het bedrag van de bouwkosten tot € 230.000,- met een minimum te berekenen bedrag van: |
€ 84,20 |
k.1 |
verhoogd met: |
0,05% |
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 230.000,- tot € 455.000,- |
|
k.2 |
verhoogd met: |
0,025% |
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 455.000,- tot € 680.000,- |
|
k.3 |
verhoogd met |
0,0125% |
|
van het bedrag van de bouwkosten van € 680.000,- en meer |
|
k.4 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.5 lid b wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met: |
0,0125% |
|
De ingevolge onderdelen 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.5 verschuldigde leges worden naar beneden afgerond op hele euro’s. |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
- tot 50 m3 |
€ 247,80 |
|
- van 50 m3 tot 100 m3 |
€ 743,50 |
|
- van 100 m3 tot 150 m3 |
€ 1.363,10 |
|
- van 150 m3 tot 400 m3 |
€ 2.069,60 |
|
- van 400 m3 en meer |
€ 3.470,80 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
2.8.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: a. een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument; b. een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument, c. een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet; bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
2.8.1.a |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
|
|
- tot 50 m3 |
€ 247,80 |
|
- van 50 m3 tot 100 m3 |
€ 743,50 |
|
- van 100 m3 tot 150 m3 |
€ 1.363,10 |
|
- van 150 m3 tot 400 m3 |
€ 2.069,60 |
|
- van 400 m3 en meer |
€ 3.470,80 |
2.8.1.b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
|
- tot 50 m3 |
€ 247,80 |
|
- van 50 m3 tot 100 m3 |
€ 743,50 |
|
- van 100 m3 tot 150 m3 |
€ 1.363,10 |
|
- van 150 m3 tot 400 m3 |
€ 2.069,60 |
|
- van 400 m3 en meer |
€ 3.470,80 |
Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: Beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
2.9.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
- tot 50 m3 |
€ 247,80 |
|
- van 50 m3 tot 100 m3 |
€ 743,50 |
|
- van 100 m3 tot 150 m3 |
€ 1.363,10 |
|
- van 150 m3 tot 400 m3 |
€ 2.069,60 |
|
- van 400 m3 en meer |
€ 3.470,80 |
2.9.2 |
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: Overig cultureel erfgoed en wereldgoed |
|
|
2.10.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
- tot 50 m3 |
€ 247,80 |
|
- van 50 m3 tot 100 m3 |
€ 743,50 |
|
- van 100 m3 tot 150 m3 |
€ 1.363,10 |
|
- van 150 m3 tot 400 m3 |
€ 2.069,60 |
|
- van 400 m3 en meer |
€ 3.470,80 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.13 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.14 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.15 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.18 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.19 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
Artikel 2.20 (gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning |
|
|
|
Indien de aanvraag van een omgevingsvergunning met milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 2.11 t/m 2.19 binnen 4 weken wordt ingetrokken bedraagt het tarief: |
€ 1.566,50 |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.481,20 |
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten |
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
2.23.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
2.23.2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
2.23.3 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
2.23.4 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
2.23.5 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b. indrijven van voorwerpen, c. ophogen van de grond, of d. verharden van de grond, |
||
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.740,60 |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 70,00 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 894,50 |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 881,30 |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, zoals bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 70,00 |
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ 41,90 |
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een bouwactiviteit conform onderdeel 2.5 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 519,50 |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 56,10 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 56,10 |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening [in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 70,00 |
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften |
|
|
Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.740,60 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.740,60 |
Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
2.34.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.740,60 |
2.34.2 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.740,60 |
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.740,60 |
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid |
|
|
Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel |
|
|
2.36.1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 100,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 100,00 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur |
€ 100,00 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 100,00 |
2.36.2 |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.10 Overige tarieven |
|
|
Artikel 2.37 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 70,00 |
Artikel 2.38 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 345,70 |
Artikel 2.40 Natura 2000-activiteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 340,80 |
Artikel 2.41 Flora- en Fauna-activiteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 340,80 |
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
Artikel 2.43 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 340,80 |
Artikel 2.44 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 12.527,30 |
Artikel 2.45 Weigeren van medewerking van een omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor uitvoeren van een besluit tot het weigeren van medewerking aan een herziening, wijziging of uitwerking van een omgevingsplan in het persoonlijk belang van de aanvrager: |
€ 1.003,30 |
Artikel 2.46 Principeverzoek omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit voor een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 1.156,50 |
Artikel 2.47 principebesluit opgevolgd door een definitieve aanvraag |
|
|
|
Indien een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit opgevolgd wordt door een definitieve aanvraag, dan worden de in rekening te brengen leges voor het wijzigen van het omgevingsplan met de leges voor principebesluiten, zoals vermeld in artikel 2.46 in mindering gebracht. |
|
Artikel 2.48 Voorbereidingsbesluit |
|
|
|
Het tarief voor het nemen en bekendmaken van een voorbereidingsbesluit: |
€ 2.211,40 |
Artikel 2.49 Verstrekken van perceel gebonden informatie |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake (ontwerp) omgevingsplan, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en aanschrijvingen |
€ 91,10 |
Artikel 2.50 Verstrekken van perceel gebonden informatie overig |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake milieuvergunning, bodemonderzoek en onder- en bovengrondse tanks |
€ 18,20 |
Paragraaf 2.11 Modaliteiten |
|
|
Artikel 2.51 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde bouwactiviteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.6, worden de op grond van artikel 2.7 of de paragrafen 2.4 tot en met 2.7 verschuldigde leges: |
|
a. |
voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in bijlage I ‘Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’: |
€ 309,80 |
b. |
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd: |
€ 6.247,00 |
c. |
voor een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit) waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd |
€ 12.527,40 |
Artikel 2.52 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met: |
|
Artikel 2.53 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
10% |
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 7.397,55 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 7.397,55 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 7.397,55 |
Artikel 2.54 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 492,60 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 492,60 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 250,80 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 301,70 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 250,80 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 250,80 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 250,80 |
Artikel 2.55 Advies |
|
|
2.48.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.48.2 |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.56 Instemming |
|
|
2.49.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2.49.2 |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.12 Vermindering |
|
|
Artikel 2.57 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
2.50.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
2.50.2 |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
c. |
binnen 24 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.58 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. De vermindering bedraagt: |
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
10% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
15% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
20% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
Paragraaf 2.13 Teruggaaf |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.60 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.61 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.62 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.63 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.64 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.65 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
|
Artikel 2.66 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Een bedrag minder dan € 10 wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
Paragraaf 3.1 Horeca |
|
|
Artikel |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 3, van de Alcoholwet |
€ 349,00 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 349,00 |
3.1.3 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen bedragen |
€ 46,00 |
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markt |
|
|
Artikel |
|
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van evenementen op grond van artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 83,00 |
Paragraaf 3.3 |
|
|
Artikel |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 3.4 Standplaatsen |
|
|
Artikel |
|
|
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning om in de gemeente een standplaats te mogen innemen |
€ 46,50 |
Paragraaf 3 5 Winkeltijdenwet |
|
|
Artikel |
|
|
|
Gereserveerd |
|
|
|
|
Paragraaf 3 6 Kinderopvang |
|
|
Artikel |
|
|
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om registratie in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK): |
|
3.6.1.1 |
op grond van artikel 1.45, lid 2, Wet kinderopvang voor een gastouder |
€ 363,00 |
3.6.1.2 |
op grond van artikel 1.45, lid 1, Wet kinderopvang voor een gastouderbureau, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang |
€ 1.615,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 20 december 2023.
De griffier van de gemeente Haaksbergen
R. Meinen
Bijlage I Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Legesverordening Haaksbergen en bijbehorende tarieventabel
Onder een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt verstaan:
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
- a.
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
- 6.
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
- 7.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl