Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed niet in eigendom van de gemeente

Geldend van 20-12-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed niet in eigendom van de gemeente

De raad van de gemeente Best;

overwegende dat:

  • De gemeenteraad op 7 juli 2022 het beleidsakkoord 2022-2026; ‘We doen het Samen!’ heeft vastgesteld:

    • o

      Verenigingen een belangrijk maatschappelijk doel dienen in onze gemeente.

    • o

      De gemeente maatschappelijk vastgoed wil verduurzamen.

    • o

      De gemeente energie neutraal wil zijn. Dat betekent dat alle energie die na besparing nog wordt gebruikt, duurzaam wordt opgewekt.

gelet op het bepaalde in de titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de regels uit de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020 (ASV),

besluiten vast te stellen de volgende regeling:

‘Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed niet in eigendom van de gemeente’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvraag: een verzoek om een besluit te nemen, bijvoorbeeld het verzoek om een subsidie te verlenen.

  • 2.

    Aanvraagformulier: een vastgesteld formulier, bedoeld om een aanvraag in de zin van deze subsidieregeling te doen.

  • 3.

    Aanvraag tot vaststelling: een verzoek om een subsidie vast te stellen. Hiermee wordt de besteding van de subsidie verantwoord.

  • 4.

    Aanvrager: de partij die de subsidie aanvraagt en/of de partij die een subsidievoorschot heeft ontvangen. De aanvrager is een privaatrechtelijk rechtspersoon zonder winstoogmerk, doorgaans een vereniging of stichting, en heeft vastgoed in eigendom die bijdragen aan een maatschappelijke doelstelling ondersteund door de gemeente.

  • 5.

    Algemene verdeelsleutel:

    • a.

      Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete subsidieaanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

    • b.

      Als de aanvrager de gelegenheid heeft gehad om de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt de datum waarop de aanvulling op de aanvraag is ontvangen als datum van ontvangst.

  • 6.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Best 2020 of de opvolger daarvan.

  • 7.

    Beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is. Het is bijvoorbeeld een beschikking over subsidieverlening. Deze kan voorafgaand aan de subsidievaststelling worden gegeven. Ook de afwijzing van een aanvraag is een beschikking.

  • 8.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, die door een bestuursorgaan (in deze regeling: het college) worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het gaat niet om een betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • 9.

    Subsidieontvanger: de partij die de subsidie ontvangt.

  • 10.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van voorliggende subsidieregeling.

  • 11.

    Verduurzaming: maatregel die gericht is op het verminderen van het energiegebruik, het opwekken van duurzame elektriciteit en duurzame warmte.

  • 12.

    Maatschappelijk vastgoed niet in eigendom van de gemeente: Dit zijn gebouwen en terreinen binnen de gemeente Best, die eigendom zijn van de aanvrager. In het gebouw of op het terrein vinden activiteiten op het gebied van sport, cultuur, zorg en welzijn plaats (bijvoorbeeld buurthuizen) voor de inwoners van Best. De verenigingen of stichtingen draaien overwegend op vrijwilligers.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor:

    • a)

      Energieadvies. Het moet ten minste voldoen aan de volgende eisen:

      • i.

        is opgesteld door een energieprestatieadviseur (EPA of EP) waarvan het bedrijf is gecertificeerd volgens de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500 deel 02 of die werkzaam is namens een bedrijf dat is gecertificeerd volgens dezelfde BRL 9500 deel 02. Ga naar de website Centraal Register Techniek, zoek op keurmerk (BRL) 9500-02 en kies een gecertificeerd bedrijf;

      • ii.

        bevat een nauwkeurige omschrijving van de bestaande situatie;

      • iii.

        bevat een technische en bouwkundige beoordeling van de thermische schil en de installaties van het gebouw(en), die ter plekke is uitgevoerd;

      • iv.

        bevat een beschrijving van de mogelijke energiebesparingsmaatregelen;

      • v.

        geeft per maatregel de voor- en nadelen en de keuzemogelijkheden aan;

      • vi.

        laat een inschatting van de investering zien;

      • vii.

        geeft inzicht in de terugverdientijd van de voorgenomen investeringen;

      • viii.

        geeft een inschatting van de te realiseren energiebesparing;

      • ix.

        geeft uitleg over de mogelijkheden voor het realiseren van een Nul op de Meter- gebouw, en aardgasvrij;

      • x.

        sportaccommodaties kunnen geen energieadvies aanvragen. Zij kunnen o.a. gebruik maken van de diensten van Sportservice Noord-Brabant of het programma van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om sportaccommodaties te helpen verduurzamen.

    • b.

      Duurzaam monumenten advies. Het moet voldoen aan ten minste de volgende eisen:

      • i.

        is opgesteld door een duurzame monumenten adviseur. U kunt kiezen uit die van het restauratiefonds of monumenten.nl;

      • ii.

        bevat een nauwkeurige omschrijving van de bestaande situatie;

      • iii.

        bevat een technische en bouwkundige beoordeling van de thermische schil en de installaties van het gebouw(en), die ter plekke is uitgevoerd;

      • iv.

        bevat een beschrijving van de mogelijke energiebesparingsmaatregelen;

      • v.

        geeft per maatregel de voor- en nadelen en de keuzemogelijkheden aan;

      • vi.

        laat een inschatting van de investering zien;

      • vii.

        geeft inzicht in de terugverdientijd van de voorgenomen investeringen;

      • viii.

        geeft een inschatting van de te realiseren energiebesparing;

      • ix.

        geeft uitleg over de mogelijkheden voor het realiseren van een Nul op de Meter- gebouw en aardgasvrij;

      • x.

        maakt een zorgvuldige afweging tussen historische/monumentale waarde en verduurzaming;

      • xi.

        sportaccommodaties kunnen geen energieadvies aanvragen. Zij kunnen o.a. gebruik maken van de diensten van Sportservice Noord-Brabant (SSNB) of het programma van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om sportaccommodaties te helpen verduurzamen.

    • c.

      Verduurzamingsmaatregelen (limitatief):

      • i.

        Opstellen en registreren definitief energielabel;

      • ii.

        HR++-glas;

      • iii.

        Isolatie voor dak, gevel, spouw en vloer, van bestaande constructies;

      • iv.

        Warmtepomp en bijbehorende installaties;

      • v.

        Koude- of warmteterugwinningssysteem uit ventilatielucht;

      • vi.

        Luchtbehandelingskast met ingebouwde warmtepomp (niet hybride) voor zwembaden;

      • vii.

        LED-verlichtingssysteem (ook voor podia/theater);

      • viii.

        HR-elektromotor en-/of pomp;

      • ix.

        Luchtgordijn met sensor gestuurde automatische regeling;

      • x.

        Energieprestatieverbetering van bestaande liften, roltrappen en rolpaden;

      • xi.

        Slimme meter met een energieverbruiksmanager/ energiebeheerssysteem voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte;

      • xii.

        Zonnecollectorsysteem voor verwarmen;

      • xiii.

        PV (Photovoltaïsch) of PVT (PhotoVoltaisch Termische) panelen;

      • xiv.

        Warmte- of koudeopslag in de bodem met gebruik van grondwater;

      • xv.

        Grondwarmtewisselaar;

      • xvi.

        Zout(water)batterij;

      • xvii.

        Intelligent lokale energie-uitwisseling;

      • xviii.

        Infrarood verwarmingspaneel met bewegingssensor en thermostaat;

      • xix.

        Aansluiting warmte- en/of koudenet (BAK kosten);

      • xx.

        Bij monumenten: isolerende beglazing monumentenglas en binnen/buiten-voorzetramen, kierdichting, bodemisolatie energiezuinig ventilatiesysteem;

      • xxi.

        Kleinschalige windturbines;

      • xxii.

        Warmteterugwinningssysteem uit douchewater;

      • xxiii.

        Zwembadafdekking;

      • xxiv.

        Adiabatische koeling.

Ofwel, in het algemeen kan subsidie worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het verminderen van het energiegebruik, het opwekken van duurzame elektriciteit en warmte.

  • 2.

    De verduurzamingsmaatregelen:

    • a)

      Dienen uitgevoerd te worden op basis van een energieadvies of duurzame monumenten advies, tenzij u er al een heeft van maximaal 24 maanden oud.

    • b)

      Dienen te starten na toekenning van de subsidieaanvraag. Een uitzondering op deze regel is als er met de gemeente Best voorafgaand schriftelijke afspraken zijn gemaakt.

    • c)

      Dienen binnen twee jaar na subsidieverstrekking te zijn gerealiseerd. Als de uitvoering van de activiteiten binnen deze termijn, buiten de schuld van de subsidieontvanger niet mogelijk is, kan de termijn met een jaar verlengd worden. De subsidieontvanger stuurt als dit naar zijn mening het geval is dertien weken voor het verlopen van de deadline hiervoor een schriftelijk verzoek naar de gemeente.

    • d)

      De verwachte besparing voortkomend uit een EPA-rapportage dient voor 70% gereserveerd te worden voor toekomstige afschrijvingen van de aan te brengen installaties. De overige 30% aan verwachte besparingen mogen worden gebruikt voor activiteiten of worden toegevoegd aan de algemene reserves.

Artikel 3 Berekening van de subsidie

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast. Ook bepaalt het college de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:

    • a.

      De subsidie bedraagt 100% van de kosten van een energieadvies, met een door het college jaarlijks vastgesteld maximum.

    • b.

      De subsidie bedraagt daarnaast maximaal 50% van de kosten van de totale verduurzamingsmaatregelen, met een door het college jaarlijks vastgesteld maximum en minimum. Aanvragen voor deze regeling kunnen tijdens de looptijd van de subsidieregeling jaarlijks worden ingediend.

  • 2. De volgende beoordelingscriteria worden in acht genomen:

    • a.

      De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, entreeprijzen, donaties en andere subsidieregelingen (zie het overzicht van subsidies bij het zakelijk energieloket). Dit betekent ook dat als de subsidie niet volledig nodig is voor het uitvoeren van de maatregelen, het restant moet worden terugbetaald.

    • b.

      Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet.

    • c.

      Energie besparen en/of opwekken. De aanvraag moet ten minste één maatregel bevatten die bijdraagt aan energiebesparing (bijvoorbeeld LED of isolatie). Daarnaast mag er in de aanvraag één of meerdere maatregelen voor het opwekken van duurzame energie (elektriciteit of warmte) staan.

Artikel 4 De aanvraag

De aanvrager dient gebruik te maken van het aanvraagformulier. Hierin wordt gevraagd om de volgende gegevens:

  • 1.

    Een beschrijving van het advies of verduurzamingsmaatregelen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • 2.

    De meest recente jaarrekening;

  • 3.

    Een begroting voor het lopende boekjaar en de drie opvolgende jaren, waarbij rekening gehouden is met de financiële gevolgen van de voorgestelde investering;

  • 4.

    Dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies (toegekend en/ of reden van afwijzing) of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • 5.

    De offertes ter onderbouwing van het gevraagde subsidiebedrag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de ASV en artikel 10 van deze regeling, weigert het college de subsidie in ieder geval als één van volgende punten van toepassing is:

  • 1.

    Aanvrager naar het oordeel van het college op basis van de overlegde jaarstukken en begroting voldoende middelen heeft om zonder subsidie de duurzaamheidsinvesteringen te doen.

  • 2.

    De aanvraag moet worden ingediend voor één november. Dient u hem later in? Dan gaat de aanvraag mee met het volgende kalenderjaar.

  • 3.

    De totale bijdragen vanwege deze regeling en van derden overstijgen de investeringslasten.

  • 4.

    De aanvrager inclusief toekenning van een subsidie volgens deze regeling niet in staat is de toekomstige lasten vanwege de investering te dragen.

  • 5.

    Een subsidie kan ook (geweigerd en) ingetrokken worden in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 6 van die wet.

Artikel 6 Verantwoording investeringen en verplichtingen van subsidieontvangers

Subsidieontvanger dient uiterlijk dertien weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. De aanvraag bevat:

  • 1.

    een eindrapportage van de uitgevoerde verduurzamingsmaatregelen inclusief foto's, met daarin een opsomming van de getroffen verduurzamingsmaatregelen;

  • 2.

    een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven;

  • 3.

    de facturen en betaalbewijzen voor het energieadvies en de investering;

  • 4.

    een overzicht van de kosten en de dekking van de investeringen, inclusief bijdragen van derden aan de investering;

  • 5.

    een bewijs van verzekering tegen verlies en diefstal.

Artikel 7 Definitieve vaststelling subsidie

Burgemeester en wethouders stellen een subsidie vast binnen dertien weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling. Dit kan eenmaal voor ten hoogste van acht weken worden verlengd.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2. Deze regeling loopt tot en met 31 december 2026. De regeling wordt jaarlijks geëvalueerd.

  • 3. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed niet in eigendom van de gemeente.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. Als een bij of krachtens deze regeling gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kan het college een andere termijn vaststellen.

  • 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden van één of meer artikelen besluiten af te wijken als vasthouden aan deze artikelen voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3. Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit.

Ondertekening