Delegatie wijzigen omgevingsplan aan burgemeester en wethouders gemeente Veendam

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Delegatie wijzigen omgevingsplan aan burgemeester en wethouders gemeente Veendam

Inleiding

Onder de Omgevingswet is in beginsel de gemeenteraad bevoegd om het omgevingsplan vast te stellen en daarmee ook om het plan te wijzigen. De gemeenteraad kan echter gevallen van categorieën aanwijzen, waarin het college van burgemeester en wethouders bevoegd is om delen van het omgevingsplan vast te stellen. Het gaat daarbij in het algemeen om aanpassingen die relatief minder ingrijpend zijn, maar die desondanks niet mogelijk gemaakt kunnen worden met een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Juridisch kader

Op grond van artikel 2.8 van de Omgevingswet kan de gemeenteraad gevallen aanwijzen waarin de bevoegdheid om het omgevingsplan te wijzigen wordt overgedragen aan het college. Bij het opstellen van deze lijst is in grote lijnen aangesloten bij de onder de Wro bestaande overdrachten van deze bevoegdheid, zoals de wijzigingsbevoegdheden in bestemmingsplannen en artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2⁰ van de Wabo (“Kruimelregeling”).

Lijst van gevallen waarin de bevoegdheid om het omgevingsplan te wijzigen door de gemeenteraad wordt overgedragen aan burgemeester en wethouders van Veendam:

  • 1. Het aanpassen van het omgevingsplan aan een onherroepelijk verleende omgevingsvergunning (art. 4.17 Omgevingswet);

  • 2. Bij kleine bouwingrepen en functiewijzigingen:

    • a.

      Bouw of uitbreiding van bijbehorende bouwwerken, buiten de bebouwde kom tot max. 5 m hoogte en niet groter dan 150 m2;

    • b.

      Gebouwen t.b.v. infrastructuur of een openbare voorziening tot max. 5 m hoogte en niet groter dan 50 m2;

    • c.

      Bouwwerken geen gebouwen zijnde tot max. 10 m hoogte en niet groter dan 50 m2;

    • d.

      Balkons, dakterrassen, dakkapellen en andere ondergeschikte uitbreidingen van een gebouw;

    • e.

      Antenne-installaties tot max. 40 m hoogte;

    • f.

      Functiewijziging van bouwwerken binnen de bebouwde kom anders dan wijziging naar een woonfunctie en zonder vergroting van het bebouwde oppervlak of bouwvolume;

    • g.

      Functiewijziging van bouwwerken buiten de bebouwde kom ten behoeve van een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 3. Het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument (inclusief voorbescherming);

  • 4. Voor de periode en het gebied waarin het tijdelijk omgevingsplan geldt: alle bestaande wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsverplichtingen, zowel ten aanzien van aangeduide gebieden als meer algemeen verwoorde wijzigingsbevoegdheden;

  • 5. In de volgende gevallen (gebaseerd op huidige wijzigingsbevoegdheden):

  • Wonen

    • a.

      De herinrichting en de verbetering van de woningkwaliteit in woongebieden binnen de bebouwde kom, waarbij met niet meer dan 33% van toegestane maten en aantallen wordt afgeweken;

    • b.

      De nieuwbouw van woningen voor zover die is opgenomen in het actuele, door de raad vastgestelde woningbouwprogramma;

    • c.

      Functiewijziging naar wonen binnen de bebouwde kom, waarbij eventuele uitbreiding of nieuwbouw moet passen in de omgeving;

    • d.

      Functiewijziging naar maximaal 2 woningen in het buitengebied in vrijkomende of vrijgekomen voormalige agrarische bebouwing;

    • e.

      Vervangende nieuwbouw van woningen in het buitengebied (inclusief de omzetting van een (voormalige) bedrijfswoning naar een reguliere woning), mits met toepassing van de maatwerkmethode een inpassingsplan is opgesteld en uitvoering van dat inpassingsplan wordt gewaarborgd;

    • f.

      Nieuwbouw van woningen in het buitengebied met toepassing van de Ruimte-voor-Ruimteregeling, mits met toepassing van de maatwerkmethode een inpassingsplan is opgesteld en uitvoering van dat inpassingsplan wordt gewaarborgd

  • Bedrijvigheid

    • g.

      Verwijderen of verkleinen van de functie-aanduiding Veiligheidszone indien door maatregelen of bedrijfsbeëindiging de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar is gereduceerd of is komen te vervallen;

    • h.

      De vestiging dan wel uitbreiding van risicovolle inrichtingen, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

    • i.

      Het wijzigen van de geluidsruimte per vierkante meter op een bedrijfskavel, mits de maximale waarden ter plaatse van de geluidszone industrie niet worden overschreden en de geluidsruimte voor andere bedrijven niet onevenredig wordt aangetast;

    • j.

      Verwijderen van de functie-aanduidingen ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’ en ‘bedrijfswoning’ indien het betreffende gebruik ter plaatse in beëindigd;

    • k.

      De bouw van transformatorstations, gasdrukmeet- en regelstations, rioolgemalen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m;

    • l.

      Vergroten van een grondgebonden agrarisch bouwvlak tot maximaal 2 hectare, mits met toepassing van de maatwerkmethode een inpassingsplan is opgesteld en uitvoering van dat inpassingsplan wordt gewaarborgd;

  • Niet-agrarische functies in het buitengebied

    • m.

      Het vestigen van een niet-agrarische functie (anders dan wonen) in vrijgekomen of vrijkomende (voormalige) agrarische bebouwing die qua aard en omvang passend is in het buitengebied;

    • n.

      Een eenmalige vergroting van een bestaande functie-aanduiding voor een niet-agrarische functie (anders dan wonen) in het buitengebied onder voorwaarde dat bij een uitbreiding met meer dan 20% met toepassing van de maatwerkmethode een inpassingsplan is opgesteld en uitvoering van dat inpassingsplan wordt gewaarborgd;

  • Openbare ruimte

    • o.

      De bouw van een gebouw ten behoeve van een Wijkontmoetingsplaats (WOP) of Jongerenontmoetingsplaats (JOP), mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,5 m en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 30 m²;

    • p.

      De aanleg van rotondes ten behoeve van de verkeersveiligheid;

  • Erfgoed

    • q.

      Verwijderen, toevoegen of aanpassen van functie-aanduidingen Waarde-Archeologie, gebaseerd op archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie;

    • r.

      Verwijderen, toevoegen of aanpassen van de functie-aanduidingen ‘karakteristiek’ op basis van het oordeel van een deskundige op het gebied van stedenbouw en/of landschap.

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Veendam in de vergadering van 31 oktober 2022.