Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706128
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR706128/1
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2024
Geldend van 12-12-2023 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2024De raad van de gemeente De Fryske Marren;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2023, nummer 14/2022;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2024
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
etmaal: aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;
- b.
lengte: de lengte over alles;
- c.
maand: aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
- d.
particulier: natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;
- e.
particulier verhuurde ligplaats of vaartuig: een ligplaats die of vaartuig dat door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;
- f.
seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;
- g.
schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;
- h.
vaartuig: vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
- i.
vaste ligplaats: ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig gedurende een seizoen of jaar.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:
- •
de schipper,
- •
de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of
- •
degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
- •
Artikel 4 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 5 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
- 1.
door degenen die verblijf houden aan boord van:
- a.
een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
- b.
kano's, roei en volgboten;
- c.
motor en zeilboten met een lengte van ten hoogste vier meter;
- d.
een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;
- a.
- 2.
waarvoor de gemeente
- a.
toeristenbelasting heft ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting;
- b.
forensenbelasting heft ingevolge de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting;
- a.
- 3.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van de voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
- 4.
door degene, die op de eerste dag van het verblijf, de leeftijd van 13 jaar nog niet heeft bereikt;
- 5.
van scholieren vallend onder de Wet op het voortgezet (speciaal) onderwijs (WVO) die in het kader van het onderwijs in groepsverband deelnemen aan zeilkampen.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal verblijven in het belastingtijdvak. Het aantal verblijven wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
In afwijking van artikel 6 kan, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, de belasting voor het houden van verblijf door dezelfde persoon of personen naar vaste bedragen per ligplaats per jaar worden geheven indien er sprake is van een vaste ligplaats.
- 2.
De tarieven voor vaste ligplaatsen betreffen:
- a.
voor een ligplaats voor een vaartuig van maximaal 7 meter € 33,60;
- b.
voor een ligplaats voor een vaartuig van meer dan 7 meter maar maximaal 10 meter € 60,60;
- c.
voor een ligplaats voor een vaartuig van meer dan 10 meter € 62,70.
- a.
Artikel 8 Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte
gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf
is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 7 berekende aantal.
Artikel 9 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per verblijf € 1,20.
Artikel 10 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 11 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 12 Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
Artikel 13 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 14 Kwijtschelding
Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 15 Overgangsrecht
De Verordening watertoeristenbelasting 2023 van de gemeente De Fryske Marren, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 23 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 16 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 29 november 2023.
De griffier, De voorzitter,
H.A. van Dijk-Beekman F. Veenstra
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl