Legesverordening Krimpenerwaard 2024

Geldend van 20-07-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening Krimpenerwaard 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    non-profit instelling: een instelling (waaronder een Algemeen Nut Beogende Instelling, een stichting of een vereniging) zonder winstoogmerk waarvan de netto-inkomsten of verdiensten niet worden verdeeld of ten goede komen aan een individu, maar worden aangewend voor de gestelde doelstelling van de organisatie, bijvoorbeeld liefdadigheid en/of het organiseren van activiteiten van maatschappelijke, sportieve, sociale, culturele, godsdienstige en/of levensbeschouwelijke aard.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag om een vergunning met betrekking tot het plaatsen van zonnepanelen of zonnecollectoren op daken of aan gevels;

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;

  • e.

    diensten met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in de artikelen 1.21 derde lid, 3.2, 3.3 en 3.9 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag wordt ingediend door een plaatselijk actieve non-profit instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sportieve, sociale, culturele, godsdienstige en/of levensbeschouwelijke aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

  • f.

    diensten met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in artikel 1.17 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien aangevraagd door een vrijwilliger bij een door de gemeente Krimpenerwaard gesubsidieerde vrijwilligersorganisatie, tenzij deze aangevraagd kan worden via www.gratisvog.nl.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen van zuiver redactionele aard zijn, een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1. De Legesverordening Krimpenerwaard 2023 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Krimpenerwaard 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op

28 november 2023.

de griffier,

dr. M.L. van Muijen

de voorzitter,

P.J. Bouvy-Koene

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Krimpenerwaard 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Locatie huwelijk en registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking of hernieuwing van een huwelijk, een registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

a.

maandag om 9.00 uur en 9.30 uur in het gemeentekantoor in Stolwijk:

kosteloos;

b.

maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur in een gemeentekantoor:

€201,45;

c.

maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en vanaf 18.00 uur en zaterdag in een gemeentekantoor:

€ 374,15;

d.

zondag of een algemeen erkende feestdag in de zin van de Algemene termijnenwet in een gemeentekantoor:

€ 546,80;

e.

maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur in een locatie niet zijnde een gemeentekantoor:

€ 172,70;

f.

maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en vanaf 18.00 uur en zaterdag in een locatie niet zijnde een gemeentekantoor:

€ 258,95;

g.

zondag of een algemeen erkende feestdag in de zin van de Algemene termijnenwet in een locatie niet zijnde een gemeentekantoor:

€ 316,60.

Artikel 1.2 Ambtenaar burgerlijke stand

 

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door:

 
 

a.

een ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) op maandag om 9.00 uur en 9.30 uur in het gemeentekantoor in Stolwijk:

kosteloos;

 

b.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) van de gemeente Krimpenerwaard op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur:

€ 253,25;

 

c.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) van de gemeente Krimpenerwaard op maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en vanaf 18.00 uur en op zaterdag:

€ 425,90;

 

d.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) van de gemeente Krimpenerwaard op zondag of een algemeen erkende feestdag in de zin van de Algemene termijnenwet:

€ 598,55;

 

e.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) die eenmalig benoemd is:

€ 79,65;

 

f.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) die eenmalig benoemd is en die ondersteund wordt door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) van de gemeente Krimpenerwaard op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 18.00 uur:

€ 148,70;

 

g.

een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) die eenmalig benoemd is en die ondersteund wordt door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) van de gemeente Krimpenerwaard op maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en vanaf 18.00 uur en op zaterdag:

€ 260,20.

2.

Het tarief genoemd in artikel 1.2 onder e., f. en g. wordt vermeerderd als de beëdiging bij de rechtbank van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) die eenmalig benoemd is nog niet heeft plaatsgevonden met:

€ 106,20.

Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 18,10.

Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen 1 maand voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 30,25.

Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 37,20.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.6 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.7 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.8 Modaliteiten 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.6 en 1.7, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen het bedrag zoals opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.9 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het bedrag zoals opgenomen in het Reglement rijbewijzen afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.10 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.9 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag zoals opgenomen in het Reglement rijbewijzen afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

2.

Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.11 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.12 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.13 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.12 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag niet zijnde een aanvraag als bedoeld in onderdeel b tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 10,50;

b.

een digitale aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,45.

Artikel 1.13 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

een aanvraag niet zijnde een aanvraag als bedoeld in onderdeel b tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 10,50;

b.

een digitale aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,45.

Artikel 1.14 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.12 en 1.13 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het maximumtarief zoals dat is opgenomen in artikel 10.2 van de Regeling basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen:

€ 35,50.

Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie

Artikel 1.16 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 8,45;

b.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 8,75;

c.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 10,25.

Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken

Artikel 1.17 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag het bedrag zoals opgenomen in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden.

 

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 10,50.

Paragraaf 1.7 Gemeentearchief

Artikel 1.18 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 13,30.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.

 

Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten

Artikel 1.19 Huisvestingswet 2014

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 40,00;

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 50,00;

3.

inschrijving in het register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 5 van de Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2021:

€ 15,00;

4.

verlenging van de Inschrijving in het register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 5 van de Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2021:

€ 10,00.

Artikel 1.20 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 113,00;

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 113,00.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Artikel 1.21 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van 12 maanden voor 1 kansspelautomaat het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000;

 
 

b.

voor een periode van 12 maanden voor 2 of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000;

 
 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000;

 
 

c.

voor 1 kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000;

 
 

d.

voor 2 of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000;

 
 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat het bedrag zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000.

 

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden maar ten hoogste 4 jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 11,40.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 70,85.

Artikel 1.22 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 99,65.

2.

Het tarief bedraagt voor werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond

 
 

a.

bij 0 tot en met 1 strekkende meter voor een lasgat

€ 125,40;

 

b.

bij 0 tot en met 15 strekkende meter

€ 250,80;

 

c.

bij 16 tot en met 50 strekkende meter

€ 501,60;

 

d.

bij 51 tot en met 100 strekkende meter

€ 1.003,20;

 

e.

bij 101 strekkende meter of meer

€ 2.006,40.

3.

Het tarief bedraagt voor werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond

 
 

a.

bij 0 tot en met 1 strekkende meter voor een lasgat

€ 125,40;

 

b.

bij 0 tot en met 15 strekkende meter

€ 250,80;

 

c.

bij 16 tot en met 50 strekkende meter

€ 501,60;

 

d.

bij 51 tot en met 100 strekkende meter

€ 1.003,20;

 

e.

bij 101 strekkende meter of meer

€ 2.006,40.

4.

Als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het tarief verhoogd met:

€ 94,60.

5.

Als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, wordt het tarief verhoogd met:

€ 94,60.

6.

Als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

7.

Als een begroting als bedoeld in het zesde lid is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.23 Wegenverkeerswetgeving

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 57,55;

b.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 22,95;

c.

verkrijging en aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats:

€ 395,75;

d.

verkrijging van een onderbord voor een gehandicaptenparkeerplaats in verband met wijziging van het kenteken als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 113,10;

e.

verplaatsing van een gehandicaptenparkeerplaats:

€ 113,10.

Artikel 1.24 Modaliteiten

 

Het tarief genoemd in artikel 1.32 wordt vermeerderd met de kosten die Argonaut Advies B.V. bij de gemeente in rekening brengt in verband met sociaal medische advisering als bedoeld in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

 

Paragraaf 1.9 Diversen

Artikel 1.25 Wet open overheid

 

Het tarief bedraagt voor het maken van kopieën van documenten op grond van de Wet open overheid:

 

a.

zwart-wit, enkelzijdig:

 
 

1.

in A4-formaat, per bladzijde:

€ 0,05;

 

2.

in A3-formaat, per bladzijde:

€ 0,10.

b.

zwart-wit, dubbelzijdig:

 
 

1.

in A4-formaat, per bladzijde:

€ 0,10;

 

2.

in A3-formaat, per bladzijde:

€ 0,20.

c.

kleur, enkelzijdig:

 
 

1.

in A4-formaat, per bladzijde:

€ 0,20;

 

2.

in A3-formaat, per bladzijde:

€ 0,40.

d.

kleur, dubbelzijdig:

 
 

1.

in A4-formaat, per bladzijde:

€ 0,40;

 

2.

in A3-formaat, per bladzijde:

€ 0,80.

Artikel 1.26 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 10,60;

b.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk:

€ 9,05;

c.

een afschrift van een eerder afgegeven beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 5,85;

d.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 2,95;

e.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.

in A3-formaat of kleiner, per bladzijde:

€ 0,55;

 

2.

in groter dan A3-formaat, per bladzijde:

€ 5,30;

f.

een geluidsopname, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geluidsdrager:

€ 23,35;

g.

Voor elk ander dan een met name in deze verordening vermeld stuk, dat in het bijzonder belang van de daarin genoemde persoon of van de aanvrager wordt opgemaakt of gewijzigd, wordt het tarief verhoogd met:

€ 10,75.

h.

De kosten voor het doen van publicaties op verzoek van een derde, vergunning verlenende instanties in een regionaal dagblad, een weekblad of de Staatscourant worden volledig doorberekend.

 

i.

De kosten die de Politie Rotterdam-Rijnmond in rekening brengt in verband met de afgifte van een havenbeveiligingscertificaat als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Havenbeveiligingswet worden volledig doorberekend.

 

Artikel 1.26 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 87,35.

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden geheven.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project:

1.

dat past binnen de regels van het ter plaatse geldende planologische regime (tijdelijke) omgevingsplan en de daarvan onderdeel uitmakende Nota Ruimtelijke Kwaliteit:

€ 163,85;

2.

dat voldoet aan de eisen van een milieubelastende activiteit:

€ 220,00.

b.

voor de intaketafel:

€ 796,50;

c.

voor de omgevingstafel voor het eerste overleg:

€ 5.310,00;

d.

voor de omgevingstafel voor het tweede overleg:

€ 3.183,00;

e.

voor de omgevingstafel voor het derde en elk volgende overleg, per overleg:

€ 2.655,00.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000:

€ 85,30;

b.

indien de bouwkosten meer dan € 20.000 tot € 500.000 bedragen:

0,83%

 

van de bouwkosten;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

0,79%

 

van de bouwkosten;

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

0,72%

 

van de bouwkosten;

 

e.

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

0,68%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 235.000,00.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 

1.

indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000:

€ 341,15;

 

2.

indien de bouwkosten meer dan € 20.000 tot € 500.000 bedragen:

3,31%

 
 

van de bouwkosten;

 
 

3.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

3,17%

 
 

van de bouwkosten;

 
 

4.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

2,86%

 
 

van de bouwkosten;

 
 

5.

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

2,73%

 
 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 944.000,00.

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 2.583,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het tarief berekend overeenkomstig artikel 2.6, onder a. van dit artikel:

 
 

1.

passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024 voor zover het betrekking heeft op de hoofdstukken 2, 4, 6, 7, 8 van dit beleid en de hardheidsclausule in relatie tot deze hoofdstukken, vermeerderd met:

€ 437,60;

 

2.

passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024 voor zover het betrekking heeft op de hoofdstukken 3 en 5 van dit beleid en de hardheidsclausule in relatie tot deze hoofdstukken, vermeerderd met:

€ 2.882,00.

 

3.

niet passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024, vermeerderd met:

€ 2.882,00.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45.

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 426,45;

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 426,45;

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 426,45;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 426,45.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45.

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00.

Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor 1 milieubelastende activiteit:

€ 3.000,00;

b.

voor 2 tot 5 milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.100,00;

c.

voor 5 of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.800,00.

Artikel 2.13 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor 1 milieubelastende activiteit:

€ 3.000,00;

b.

voor 2 tot 5 milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.100,00;

c.

voor 5 of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.800,00.

Artikel 2.14 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor 1 milieubelastende activiteit:

€ 3.000,00;

b.

voor 2 tot 5 milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.100,00;

c.

voor 5 of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.800,00.

Artikel 2.15 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor 1 milieubelastende activiteit:

€ 3.000,00;

b.

voor 2 tot 5 milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit]:

€ 2.100,00;

c.

voor 5 of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.800,00.

Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00.

Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor 1 milieubelastende activiteit:

€ 3.000,00;

b.

voor 2 tot 5 milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.100,00;

c.

voor 5 of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.800,00.

Artikel 2.18 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00.

Artikel 2.19 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45.

Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45.

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2,77%

van de aanlegkosten, met een minimum van

€ 426,45.

Paragraaf 2.7 Overige activiteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 5 van de Bomenverordening Krimpenerwaard 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 106,00.

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45.

Artikel 2.25 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 426,45;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 437,60;

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

a.

passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024 voor zover het betrekking heeft op de hoofdstukken 2, 4, 6, 7, 8 van dit beleid en de hardheidsclausule in relatie tot deze hoofdstukken:

€ 437,60;

 
 

b.

passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024 voor zover het betrekking heeft op de hoofdstukken 3 en 5 van dit beleid en de hardheidsclausule in relatie tot deze hoofdstukken:

€ 2.882,00.

 
 

c.

niet passend binnen het BOPA-beleid gemeente Krimpenerwaard 2024:

€ 2.882,00.

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 426,45

Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.26 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief voor een maatwerkvoorschrift per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00.

Artikel 2.27 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

1 milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.000,00;

 

b.

2 tot 5 milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 1.400,00;

 

c.

5 of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 1.200,00.

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.000,00.

Artikel 2.28 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.26 en 2.27, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00.

Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.29 Gelijkwaardige maatregel

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.000,00;

b.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a en advies over brandveiligheid wordt opgevraagd bij de Veiligheidsregio Midden Holland (brandweer), bedraagt het tarief:

 
 

indien de bouwkosten niet meer dan € 20.000 bedragen:

€ 1.000,00;

 

indien de bouwkosten meer dan € 20.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.500,00;

 

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 2.000,00;

 

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 2.500,00;

 

indien de bouwkosten vanaf € 5.000.000 of meer bedragen:

€ 3.000,00.

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Artikel 2.30 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 250,00.

Artikel 2.31 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.32 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 250,00.

Artikel 2.33 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.44 van toepassing is:

kosteloos.

Artikel 2.34 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 5.166,00.

Artikel 2.35 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 164,00.

Paragraaf 2.11 Modaliteiten

Artikel 2.36 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

met een maximum van:

€ 10.000,00.

Artikel 2.37 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 12.000,00;

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.190,00.

Artikel 2.38 Advies 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet voor een agrarisch advies en de kosten van extern advies die bij de gemeente in rekening gebracht worden, bedraagt het tarief:

€ 1.125,00.

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een startend en geheel nieuw te vestigen bedrijf (niet verplaatsing) betreft en er een advies van de agrarische commissie nodig is over een nieuwe vestiging en/of beoordeling van een bedrijfsplan, bedraagt het tarief:

€ 1.325,00;

3.

Als de commissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken bij het advies, bedraagt het tarief:

€ 1.395,00;

4.

Als nader advies op eerder uitgebracht advies moet plaatsvinden, bedraagt het tarief:

€ 700,00;

5.

Als een second opinion moet worden uitgebracht, bedraagt het tarief:

€ 1.725,00.

Artikel 2.39 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 onder b geheel intrekt voorafgaand aan het agenderen van de behandeling op de intaketafel, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de intaketafel op grond van artikel 2.4 onder a geheven leges.

Paragraaf 2.12 Vermindering

Artikel 2.40 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

25%

van de voor de omgevingstafel op grond van artikel 2.4, onder c, d en e geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid moet de aanvraag om een omgevingsvergunning zijn gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

Artikel 2.41 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.42 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.43 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.44 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.45 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.46 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

 

Artikel 2.47 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 163,95 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 96,05.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 184,85;

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 64,70;

c.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 34,95.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 1.143,10.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer:

€ 327,70.

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, als het betreft:

 

a.

een evenement klasse A als bedoeld in het Kader Evenementenbeleid VRHM:

€ 25,50;

b.

een evenement klasse B als bedoeld in het Kader Evenementenbeleid VRHM:

€ 107,65;

c.

een evenement klasse C als bedoeld in het Kader Evenementenbeleid VRHM:

€ 274,90.

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

Artikel 3.6 Administratieve dienstverlening markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

verlening van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3 van de Marktverordening Krimpenerwaard:

€ 42,20;

b.

overschrijving van een standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 13 van de Marktverordening Krimpenerwaard:

€ 12,55;

c.

toestemming met vervanging van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Marktverordening Krimpenerwaard:

€ 12,55.

Artikel 3.7 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening voor:

 

a.

een dag

€ 21,10;

b.

een week

€ 55,55;

c.

een vaste dag per week gedurende een kalenderjaar per dag

€ 473,45.

Paragraaf 3.5 Wet kinderopvang

Artikel 3.8 Landelijk Register Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om registratie in het Landelijk Register Kinderopvang voor:

 

a.

een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikelen 1.45 en 1.46 van de Wet kinderopvang::

€ 1.155,00;

b.

een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikelen 1.45 en 1.46 van de Wet kinderopvang:

€ 567,45.

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 52,50.

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard 28 november 2023.

de griffier,

dr. M.L. van Muijen

Toelichting op artikel 4 onderdeel e

De vrijstelling voor leges voor activiteiten door non-profit instellingen is opgenomen om het sterke verenigingsleven in de gemeente Krimpenerwaard in stand te houden. Vanuit de sport, de kerken, de detailhandel, de cultuur en de woningbouw is een grote verscheidenheid aan verenigingen ontstaan. Deze verenigingen, en overigens ook de scholen, leveren een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de relatief kleine dorpse kernen in de Krimpenerwaard. Het behoud van de verenigingen en de vrijwilligers daarbinnen, is van belang voor de sociale cohesie en de dynamiek binnen de gemeenschap in Krimpenerwaard. Een legesvrijstelling voor het organiseren van evenementen past hierin. De gemeente ziet in de vrijstelling vanwege bovenstaande redenering een objectieve rechtvaardigingsgrond. Immers, zonder deze vrijstelling wordt de organisatie van sociale cohesie bevorderende activiteiten beperkt en zullen dergelijke activiteiten in aantal afnemen.

De vrijstelling geldt alleen voor plaatselijk actieve non-profit instellingen. Dat betekent dat de aanvrager van het evenement aan de volgende cumulatieve voorwaarden moet voldoen:

  • non-profit instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1 onderdeel f van deze verordening. Daaronder worden in ieder geval verstaan de in Krimpenerwaard gevestigde sportverenigingen, welzijnsstichtingen, oranje-verenigingen, stichtingen en andere entiteiten die plaatselijke feesten, tentenkampen of rommelmarkten organiseren;

  • plaatselijk actief: de aanvragende/organiserende instelling behoeft niet statutair te zijn gevestigd in Krimpenerwaard, maar de activiteit moet ten behoeve van de inwoners van Krimpenerwaard worden georganiseerd ín de Krimpenerwaard;

  • in hoofdzaak door vrijwilligers verricht: minimaal 70% van de organisatie van het evenement/de activiteit bestaat uit vrijwilligers (zijnde personen die niet tegen betaling diensten ten behoeve van de activiteit verrichten).

Toelichting op artikel 4 onderdeel f

De vrijstelling voor leges voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) is opgenomen om het vrijwilligerswerk in de gemeente Krimpenerwaard in stand te houden. Landelijk kunnen vrijwilligers van een organisatie voor minderjarigen en/of mensen met een verstandelijke beperking een gratis VOG aanvragen, maar dit geldt niet voor welzijnsorganisaties. Deze vrijwilligers leveren echter ook een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de relatief kleine dorpse kernen in de Krimpenerwaard. Het behoud van de vrijwilligers is van belang voor de sociale cohesie en de dynamiek binnen de gemeenschap in Krimpenerwaard.

Een legesvrijstelling voor een verklaring omtrent gedrag past hierin. De gemeente ziet in de vrijstelling vanwege bovenstaande redenering een objectieve rechtvaardigingsgrond. Immers, zonder deze vrijstelling wordt de organisatie van sociale cohesie bevorderende activiteiten beperkt en zullen dergelijke activiteiten in aantal afnemen.

De vrijstelling geldt alleen voor vrijwilligers die werken voor een vrijwilligersorganisatie. Hiervoor gelden de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • de organisatie bestaat voor minimaal 70% uit vrijwilligers;

  • de organisatie staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • de organisatie is een rechtspersoon;

  • de organisatie heeft geen winstoogmerk en is niet actief op een concurrerende markt;

  • de voor de organisatie werkzame vrijwilligers zijn niet reeds op grond van andere wet-of regelgeving gehouden om een verklaring omtrent gedrag aan te vragen;

  • de organisatie voert een actief preventie- en integriteitsbeleid.