Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705983
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR705983/4
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 01-11-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Boxtel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13. 1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
-
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
-
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
-
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 2 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 3 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
-
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
-
b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
-
c. diensten die verband houdt met grootschalige tijdelijke activiteiten (evenementen) met niet commerciële doeleinden en uitsluitend bedoeld voor minderjarige kinderen. Hieronder wordt o.a. verstaan: Koningsdag tot 18.00 uur, kindervakantieweek, Sinterklaasactiviteiten.
Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota, een aanslag of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 7 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
-
a. van zuiver redactionele aard zijn;
-
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen, artikelen of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- a.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- b.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- c.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- d.
artikel 1.25, onderdeel a (verklaring omtrent het gedrag);
- e.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- a.
-
c. een gevolg zijn van een wijziging van externe kosten/tarieven, welke één op één worden doorberekend als onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijzigingen van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ van 20 december 2022, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 juni 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van
-
toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 11 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 8 november 2023.
De gemeenteraad van Boxtel,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
de voorzitter,
R.S. van Meygaarden
Tarieventabel 2024 leges
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024.
Hoofdstuk 1 |
Algemene dienstverlening |
|
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap danwel omzetting |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een registratie van een partnerschap in een huwelijk: |
|
a. |
voor een flitshuwelijk/-registratie van een partnerschap |
€ 276,30 |
b. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag tot en met donderdag |
€ 551,65 |
c. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op vrijdag |
€ 661,55 |
d. |
voor een ceremonieel huwelijk/ ceremoniële registratie van een partnerschap of een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op zaterdag |
€ 882,40 |
2. |
Het tarief genoemd in onderdeel sub b, c en d wordt, indien de voltrekking plaatsvindt na 17.00 uur, verhoogd met |
€ 220,85 |
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek: |
|
a. |
van degenen wiens huwelijk wordt voltrokken of wiens partnerschap wordt geregistreerd om een eenmalige trouwlocatie te benoemen |
€ 220,85 |
b. |
om een locatie als vaste trouwlocatie te benoemen |
€ 220,85 |
4. |
Het tarief bedraagt voor het luiden van het geboorteklokje te Liempde |
€ 17,50 |
Artikel 1.2 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
Artikel 1.3 |
Gereserveerd: Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
Artikel 1.4 |
Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
Artikel 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 165,35 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 220,85 |
Artikel 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 55,45 |
Artikel 1.7 |
Annuleren of wijzigen datum |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 5 weken voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 55,45 |
Artikel 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje: |
€ 55,45 |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een nationaal paspoort: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40 |
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,90 |
Artikel 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,10 |
2. |
Voor het verstrekken van een formulier voor het aanvragen van een verklaring van geschiktheid als bedoeld in artikel 98 van het Reglement Rijbewijzen (gezondheidsverklaring) is van toepassing het ten tijde van de aanvraag geldende tarief zoals dat door het CBR is vastgesteld onder goedkeuring van de minister van Infrastructuur en Milieu. |
|
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 12,75 |
b. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 12,75 |
Indien de gegevens per post worden verzonden, worden de tarieven zoals genoemd onder a. en b. verhoogd met |
€ 2,00 |
|
Artikel 1.16 |
Gereserveerd: Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,95 |
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
|
Artikel 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een afschrift van de programmabegroting en de financiële begroting of het bijlagenboek van de programmabegroting en de financiële begroting |
€ 91,70 |
b. |
een afschrift van het jaarverslag en de jaarrekening of het bijlagenboek behorende bij het jaarverslag en de jaarrekening |
€ 91,70 |
c. |
een afschrift van de overige planning- en controle documenten |
€ 91,70 |
d. |
een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening met toelichting |
€ 71,45 |
e. |
een afschrift van de Bouwverordening met toelichting |
€ 71,45 |
f. |
een afschrift van een verordening |
€ 14,90 |
2. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsplan is het tarief het bedrag zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
3. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.20 |
Abonnement op bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften van raadsvoorstellen en raadsbesluiten, ingeval van een aanvraag betreffende alle raadsstukken gedurende een geheel kalenderjaar, een zgn. jaarabonnement, indien: |
|
a. |
de stukken worden opgehaald op het gemeentehuis |
€ 71,45 |
b. |
de stukken moeten worden toegezonden |
€ 136,00 |
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
|
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b |
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 3,50 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 4,70 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 5,15 |
d. |
in digitale vorm: |
€ 14,25 |
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 13,40 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 13,40 |
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 13,40 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 13,40 |
2. |
De tarieven onder artikel 1.21 en 1.22 lid 1 worden voor elk kwartier of gedeelte daarvan, waarmee de tijdsbesteding het eerste kwartier te boven gaat verhoogd met |
€ 23,95 |
Artikel 1.23 |
Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden |
|
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
|
Artikel 1.24 |
Gereserveerd: Gemeentegarantie |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 12,75 |
c. |
voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, conform de tariefstelling zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
|
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
|
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 23,95 |
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 |
Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden |
|
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
|
Artikel 1.29 |
Gereserveerd: Huisvestingswet 2014 |
|
Artikel 1.30 |
Leegstandwet |
|
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
Artikel 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
a. |
indien het betreft tracés tot 500 m1 |
€ 408,65 |
b. |
indien het betreft tracés vanaf 501 m1 tot 2.000 m1 |
€ 821,65 |
c. |
indien het betreft tracés vanaf 2.001m1 tot 3.000 m1 |
€ 1.338,10 |
d. |
voor een tracé met een lengte van meer dan 3.000 m1 of meer blijkt het bedrag, van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1 |
€ 90,70 |
3. |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in artikel 1.32 lid 1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met |
€ 423,60 |
4. |
Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, blijkt het bedrag, van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld |
|
5. |
indien een begroting als bedoeld in artikel 1.32 sub d of 1.32 lid 4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan netbeheerder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 35,15 |
b. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 35,15 |
c. |
tot het verkrijgen of verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): met dien verstande dan indien er door de gemeente een medische keuring wordt aangevraagd, het tarief van € 30,00 verhoogd wordt met |
€ 30,00 € 116,79 |
d. |
tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 125,85 |
e. |
tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats (als gevolg van bijvoorbeeld een verhuizing) |
€ 125,85 |
f. |
tot het wijzigen van de bebording van een gehandicaptenparkeerplaats vanwege wijziging van het kenteken van het voertuig dat daar geparkeerd wordt |
€ 54,90 |
2. |
Indien van gemeentewege een medisch advies moet worden aangevraagd, wordt het bedrag van artikel 1.33, lid 1, onderdeel d verhoogd met het bedrag van de kosten van de medische keuring. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Voor de aanvraag worden geen leges berekend als de aanvraag voor de vijfde werkdag na het meedelen van voornoemd bedrag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
|
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2,15 |
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 32,50 |
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2,20 |
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1. |
in formaat A4, per bladzijde: |
€ 0,40 |
2. |
in een ander formaat, per bladzijde: |
€ 0,55 |
4. |
in digitale vorm: |
€ 14,25 |
Artikel 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
a. |
om een vergunning als bedoeld in artikel 2.6.2 van de Algemene plaatselijke verordening voor het afleveren van consumentenvuurwerk |
€ 118,40 |
b. |
tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover in dit hoofdstuk niet apart genoemd, per beschikking |
€ 36,25 |
Hoofdstuk 2 |
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
|
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), zoals opgenomen in de bijlage A bij deze tarieventabel. Voor zover deze ‘ROEB-lijst’ niet voorziet in een passende hoofcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Wanneer deze raming ontbreekt gaat het om de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, exclusief de omzetbelasting. |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een eerste overleg zijnde de intaketafel (toets wenselijkheid) |
€ 250,00 |
b. |
voor elk volgend overleg zijnde de omgevingstafel (toets haalbaarheid): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
c. |
Voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag is een tarief verschuldigd van: |
€ 350,00 |
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
|
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, als de bouwkosten |
|
a. |
minder dan € 50.000 bedragen, |
0,95% |
|
van die bouwkosten, met een minimum van: |
€ 220,00 |
b. |
€ 50.000 bedragen of meer, doch minder dan € 100.000 |
€ 475,00 |
|
vermeerderd met |
0,78% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaan |
|
c. |
€ 100.000 bedragen of meer, doch minder dan € 250.000 |
€ 865,00 |
|
vermeerderd met |
0,64% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000 te boven gaan |
|
d. |
€ 250.000 bedragen of meer, doch minder dan € 500.000 |
€ 1.821,25 |
|
vermeerderd met |
0,51% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaan |
|
e. |
€ 500.000 of meer bedragen |
€ 3.102,50 |
|
vermeerderd met |
0,49% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan |
|
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit, als de bouwkosten |
|
a. |
minder dan € 50.000 bedragen, |
2,85% |
|
van die bouwkosten, met een minimum van: |
€ 220,00 |
b. |
€ 50.000 bedragen of meer, doch minder dan € 100.000 |
€ 1.425,00 |
|
vermeerderd met |
2,34% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaan |
|
c. |
€ 100.000 bedragen of meer, doch minder dan € 250.000 |
€ 2.595,00 |
|
vermeerderd met |
1,91% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000 te boven gaan |
|
d. |
€ 250.000 bedragen of meer, doch minder dan € 500.000 |
€ 5.463,75 |
|
vermeerderd met |
1,54% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaan |
|
e. |
€ 500.000 of meer bedragen |
€ 9.307,50 |
|
vermeerderd met |
1,46% |
|
van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan |
|
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 649,75 |
3. |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
a. |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4: |
|
1. |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in artikel 3 van bijlage B 'Besluit bindend adviesrecht omgevingsvergunningen Boxtel' |
€ 649,75 |
2. |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
b. |
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met: |
€ 350,00 |
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit, danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 200,00 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Artikel 2.8 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
Artikel 2.9 |
Gereserveerd: Rijksmonumentenactiviteit |
|
Artikel 2.10 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
Artikel 2.11 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Paragraaf 2.5 |
Gereserveerd: Milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.12 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
Artikel 2.13 |
Gereserveerd: Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
Artikel 2.14 tot en met 2.20 |
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.6 |
Gereserveerd: Lozingsactiviteiten |
|
Artikel 2.21 |
Gereserveerd: Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Artikel 2.22 |
Gereserveerd: Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
Artikel 2.23 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
Artikel 2.24 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
Artikel 2.25 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
Artikel 2.26 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 60,90 |
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
voor een omgevingsplanactiviteit, dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
1. |
voor het eerste werk |
€ 122,90 |
2. |
voor elk volgend werk |
€ 267,50 |
3. |
met een maximum van |
€ 1.737,50 |
|
Met onderscheiden werken of werkzaamheden worden bedoeld de in het omgevingsplan apart benoemde uit te voeren werken en/of werkzaamheden die tezamen moeten worden uitgevoerd om het doel van de gevraagde vergunning te bereiken. |
|
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
Artikel 2.29 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 36,15 |
Artikel 2.31 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
Artikel 2.32 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken/ objecten plaatsen op de weg] |
|
Artikel 2.33 |
Gereserveerd: Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningsplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 416,90 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit, danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 416,90 |
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningsplichtige activiteit: |
€ 416,90 |
Artikel 2.34a |
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving |
€ 1.047,45 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 600,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 600,00 |
Artikel 2.36 |
Gereserveerd: Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 600,00 |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 600,00 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 600,00 |
c. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b, bedraagt het tarief: |
€ 600,00 |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
Artikel 2.39 |
Gereserveerd: Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 124,95 |
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, met uitzondering van wijzigen van voorschriften voor een milieubelastende activiteit: |
€ 416,90 |
Artikel 2.42 |
Gereserveerd: Intrekken omgevingsvergunning |
|
Artikel 2.43 |
Gereserveerd: Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 124,95 |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
|
met een minimum van € 250,00 en een maximum van € 1.000,00 |
|
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 800,00 |
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdeel a: |
€ 100,00 |
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 88,80 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 483,40 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 800,00 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 800,00 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 483,40 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 2.605,63 |
g. |
voor de beoordeling en daarmee de toetsing aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) |
€ 1.870,75 |
h. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 200,00 |
Artikel 2.50 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 250,00 |
b. |
voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling |
€ 860,00 |
|
het tarief onder b wordt per bedrijfsbezoek verhoogd met |
€ 95,00 |
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie ruimtelijke kwaliteit Boxtel dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, per behandeling: |
€ 200,00 |
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 |
Instemming |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 |
Gereserveerd: Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
Artikel 2.54 |
Gereserveerd: Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
Artikel 2.55 |
Gereserveerd: Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.59 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 |
Gereserveerd: Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 |
Tarief |
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
|
Artikel 3.1 |
Gereserveerd: Exploitatie openbare inrichting |
|
Artikel 3.2 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 335,05 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 40,25 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 37,30 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 80,00 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 80,00 |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
|
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
seksinrichting of een escortbedrijf |
€ 2.279,25 |
Artikel 3.4 |
Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
|
a. |
de exploitant aan wie de vergunning is verleend: |
€ 1.139,60 |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
|
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 62,90 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 62,90 |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren evenement of markt |
|
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening |
|
a. |
een regulier evenement (A-evenement) |
€ 112,00 |
b. |
een evenement met een verhoogd risico (B-evenement) |
€ 1.136,40 |
c. |
een risico evenement (C-evenement) |
€ 9.096,90 |
Artikel 3.7 |
Gereserveerd: Organiseren markt |
|
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
|
Artikel 3.8 |
Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
Artikel 3.9 |
Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt |
|
Artikel 3.10 |
Gereserveerd: Losse standplaatsen |
|
Paragraaf 3.6 |
Gereserveerd:Huisvestigingswet 2014 |
|
Artikel 3.11 |
Gereserveerd:Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd:Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd:Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd:Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd:Splitsvergunning |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd:Toeristische verhuur |
|
Artikel 3.17 |
Gereserveerd:Verhuurvergunning opkoopbescherming |
|
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet benoemd besluit |
|
Artikel 3.18 |
Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 36,25 |
Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2023.
Mij bekend,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
Bijlage A - Als bedoeld in artikel 2.1 onderdeel 3 van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024
R |
egionaal |
||||
O |
verleg |
||||
E |
indhoven |
||||
B |
ouwtoezicht |
||||
Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets |
|||||
Vastgesteld in ROEB-overleg 6 september 2022. |
|||||
2024 |
2024 |
||||
De vermelde prijzen gelden per eenheid zoals vermeld |
excl. BTW |
incl. 21% BTW |
eenheid |
||
(euro) |
(euro) |
(bruto) |
|||
1. |
WONINGEN |
||||
1.1 |
Rijtjeswoningen |
244,00 |
295,24 |
per m3 |
|
1.2 |
Halfvrijstaande woningen |
295,00 |
356,95 |
per m3 |
|
1.3 |
Vrijstaande woningen / appartementen |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
1.4 |
Bungalows |
352,00 |
425,92 |
per m3 |
|
1.5 |
Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
1.6 |
(Tijdelijke) woonunit |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
1.7 |
Recreatiewoning |
221,00 |
267,41 |
per m3 |
|
2. |
WONINGUITBREIDINGEN EN VERBOUWINGEN |
||||
2.1 |
Uitbreiding woonruimte / dakopbouw |
335,00 |
405,35 |
per m3 |
|
2.2 |
Uitbreiding bergruimte / garage |
148,00 |
179,08 |
per m3 |
|
2.3 |
Kelder |
306,00 |
370,26 |
per m3 |
|
2.4 |
Serre |
663,00 |
802,23 |
per m2 |
|
2.5 |
Verandering woonruimte (inpandig) |
153,00 |
185,13 |
per m3 |
|
2.6 |
Dakkapel |
1.270,00 |
1.536,70 |
per m1 |
|
2.7 |
Gevelwijziging |
686,00 |
830,06 |
per m2 |
|
2.8 |
Nieuw dak |
136,00 |
164,56 |
per m2 |
|
3. |
BIJGEBOUWEN |
||||
3.1 |
Berging/garage met plat dak |
153,00 |
185,13 |
per m3 |
|
3.2 |
Berging/garage met kapconstructie |
142,00 |
171,82 |
per m3 |
|
3.3 |
Carport / Overkapping |
182,00 |
220,22 |
per m2 |
|
3.4 |
Tuinhuisje (prefab) |
170,00 |
205,70 |
per m2 |
|
3.5 |
Zwembad |
227,00 |
274,67 |
per m3 |
|
4. |
TUIN en STRAATMEUBILAIR |
||||
4.1 |
Houten schutting/pergola |
80,00 |
96,80 |
per m1 |
|
4.2 |
Gemetselde tuinmuur |
142,00 |
171,82 |
per m1 |
|
4.3 |
Schotelantenne |
1.145,00 |
1.385,45 |
per st. |
|
4.4 |
Hout + metselwerk tuinmuur |
108,00 |
130,68 |
per m1 |
|
4.5 |
Gaashekwerk |
57,00 |
68,97 |
per m1 |
|
5. |
BEDRIJFSHALLEN |
||||
- Gemetselde wandconstructie: |
|||||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
|||||
5.1 |
Bedrijfshal hoogte tot en met 3 m |
114,00 |
137,94 |
per m3 |
|
5.2 |
Bedrijfshal hoogte tussen 3 en 6 m |
68,00 |
82,28 |
per m3 |
|
5.3 |
Tussenvloer in de hal extra |
153,00 |
185,13 |
per m2 |
|
5.4 |
Bedrijfskantoor in de hal |
233,00 |
281,93 |
per m3 |
|
- Systeembouw: |
|||||
geldt voor gehele pand (geen opsplitsing) |
|||||
5.5 |
Hal hoogte tot en met 6 m |
68,00 |
82,28 |
per m3 |
|
5.6 |
Hal hoogte tussen 6 tot en met 9 m |
57,00 |
68,97 |
per m3 |
|
5.7 |
Hal hoger dan 9 m, opp. kleiner dan 5.000 m2 |
51,00 |
61,71 |
per m3 |
|
5.8 |
Hal hoger dan 9 m, opp. tussen 5.000 en 10.000 m2 |
51,00 |
61,71 |
per m3 |
|
5.9 |
Hal hoger dan 9 m, opp. tussen 10.000 en 20.000 m2 |
46,00 |
55,66 |
per m3 |
|
5.10 |
Hal hoger dan 9 m, opp. Groter dan 20.000 m2 |
46,00 |
55,66 |
per m3 |
|
5.11 |
Tussenvloer in de hal extra |
97,00 |
117,37 |
per m2 |
|
5.12 |
Kantoorvloer in de hal extra |
148,00 |
179,08 |
per m2 |
|
5.13 |
Open loods |
148,00 |
179,08 |
per m2 |
|
5.14 |
Semi-permanente unit |
233,00 |
281,93 |
per m3 |
|
5.15 |
Romneyloods |
32,00 |
38,72 |
per m3 |
|
6. |
OVERIGE GEBOUWEN |
||||
6.1 |
Kantoor |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
6.2 |
Showroom |
193,00 |
233,53 |
per m3 |
|
6.3 |
Winkel |
329,00 |
398,09 |
per m3 |
|
6.4 |
Bouwmarkt |
148,00 |
179,08 |
per m3 |
|
6.5 |
Horeca |
301,00 |
364,21 |
per m3 |
|
6.6 |
Sporthal |
295,00 |
356,95 |
per m3 |
|
6.7 |
Kleedgebouwen |
272,00 |
329,12 |
per m3 |
|
6.8 |
Scholen / kinderdagverblijven |
261,00 |
315,81 |
per m3 |
|
6.9 |
Noodscholen |
216,00 |
261,36 |
per m3 |
|
6.10 |
Zorgfunctie (kleinschalig) |
391,00 |
473,11 |
per m3 |
|
6.11 |
Interne wijzigingen overige gebouwen |
114,00 |
137,94 |
per m3 |
|
6.12 |
Gevelwijzigingen overige gebouwen |
692,00 |
837,32 |
per m2 |
|
7. |
TUINBOUWKAS |
||||
7.1 |
Verwarmde kas |
51,00 |
61,71 |
per m2 |
|
7.2 |
Onverwarmde kas |
34,00 |
41,14 |
per m2 |
|
8. |
VARKENSSTAL |
||||
8.1 |
Stal fokzeugen en biggen (traditioneel metselwerk) |
454,00 |
549,34 |
per m2 |
|
8.2 |
Stal voor vleesvarkens ( traditioneel metselwerk) |
420,00 |
508,20 |
per m2 |
|
8.3 |
Stal voor fokzeugen (groepshuisvesting op stro) |
295,00 |
356,95 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
9. |
KOEIENSTAL |
||||
9.1 |
Stal voor vleeskalveren (traditioneel metselwerk) |
408,00 |
493,68 |
per m2 |
|
9.2 |
Grupstal (traditioneel metselwerk) |
329,00 |
398,09 |
per m2 |
|
9.3 |
Ligboxenstal (traditioneel metselwerk) |
352,00 |
425,92 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
9.4 |
Gedeelte voor melkinrichting, installatie en tank |
697,00 |
843,37 |
per m2 |
|
10. |
KIPPENSTAL |
||||
10.1 |
Vleeskuikens (traditioneel metselwerk) |
340,00 |
411,40 |
per m2 |
|
10.2 |
Legkippen (traditioneel metselwerk) |
363,00 |
439,23 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
10.3 |
Extra kosten legbatterijen/mestverwijdering |
108,00 |
130,68 |
per m2 |
|
11. |
PAARDENSTAL |
||||
11.1 |
Paardenstal (traditioneel metselwerk) |
686,00 |
830,06 |
per m2 |
|
11.2 |
Manege (rijhal) (traditioneel metselwerk) |
335,00 |
405,35 |
per m2 |
|
* Voor systeembouw zoals beton en staalwanden geldt een tariefreductie van |
60,00 |
72,60 |
per m2 |
||
12. |
OVERIGE ARGRARISCHE BEDRIJFSGEBOUWEN |
||||
12.1 |
Opslagloods agrarische (spouwmuur traditioneel) |
244,00 |
295,24 |
per m2 |
|
12.2 |
Opslagloods (houten gevels) |
131,00 |
158,51 |
per m2 |
|
12.3 |
Opslagloods (beton gevels) |
131,00 |
158,51 |
per m2 |
|
12.4 |
Prefab werktuigen/opslagloods (stalen gevels) |
108,00 |
130,68 |
per m2 |
|
12.5 |
Prefab veldschuur open (stalen gevels) |
63,00 |
76,23 |
per m2 |
|
12.6 |
Aardappelloods (incl. kelderventilatie + inrichting) |
374,00 |
452,54 |
per m2 |
|
12.7 |
Champignonkwekerij (incl. basisinrichting) |
675,00 |
816,75 |
per m2 |
|
12.8 |
Nertsen |
165,00 |
199,65 |
per m1 |
|
13. |
MEST SILO / KELDER |
||||
13.1 |
Bovengronds van staal en/of hout systeembouw |
45,00 |
54,45 |
per m3 |
|
13.2 |
Mest kelder (losse kelder) |
153,00 |
185,13 |
per m2 |
|
13.3 |
Sleufsilo |
278,00 |
336,38 |
per m1 |
|
14. |
(PARKEER)KELDER |
||||
14.1 |
Gedeeltelijk boven- of ondergronds |
199,00 |
240,79 |
per m3 |
|
14.2 |
Geheel ondergronds |
267,00 |
323,07 |
per m3 |
|
14.3 |
Geheel bovengronds |
125,00 |
151,25 |
per m3 |
|
14.4 |
(Parkeer)kelder onder gebouw |
131,00 |
158,51 |
per m3 |
Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2023.
Mij bekend,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
Bijlage B - Als bedoeld in artikel 2.6 onderdeel 3.a.1. van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024
Besluit aanwijzing van gevallen waarin sprake is van bindend adviesrecht bij omgevingsvergunningen gemeente Boxtel (Besluit bindend adviesrecht omgevingsvergunningen Boxtel)
Artikel 1Definities
- 1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
- •
bebouwde kom: het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijfsfunctie heeft;
- •
wet: Omgevingswet.
- 2.
In dit besluit voorkomende begrippen die bij of krachtens de wet zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als daar bedoeld.
Artikel 2 Adviesrecht gemeenteraad
- 1.
De gemeenteraad wordt aangewezen als adviseur om advies uit te brengen over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor die gevallen waarbij sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op:
- a.
het bouwen van ten minste 12 woningen;
- b.
het bouwen van een nieuw hoofdgebouw, niet zijnde een woning, waarbij de gebruiksoppervlakte meer bedraagt dan:
- 1.
500 m², indien gelegen binnen de bebouwde kom,
- 2.
5.000 m², indien gelegen buiten de bebouwde kom.
- c.
het gebruik van gronden in strijd met het omgevingsplan, waarbij de perceelsoppervlakte meer bedraagt dan:
- 1.
1.500 m², indien gelegen binnen de bebouwde kom,
- 2.
15.000 m², indien gelegen buiten de bebouwde kom.
- d.
het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarbij:
- 1.
de hoogte meer bedraagt dan 20 m; of
- 2.
de bebouwingsoppervlakte meer bedraagt dan 2.500 m².
- e.
het opsporen en winnen van schaliegas;
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanvraag slechts betrekking heeft op één of meer kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten als bedoeld in artikel 3.
Artikel 3 Kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten
Als kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteiten worden aangewezen buitenplanse omgevingsactiviteiten die betrekking hebben op:
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2.29, onder p, onder 2º, van het Besluit bouwwerken leefomgeving, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemde eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
- 6.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 7.
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;
- 8.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7, voor een termijn van ten hoogste vijftien jaar.
Artikel 4Slotbepalingen
- 1.
Het Besluit vereiste verklaring van geen bedenkingen Boxtel wordt ingetrokken.
- 2.
Aanvragen omgevingsvergunning die zijn ingediend voor inwerkingtreding van dit besluit worden afgehandeld met inachtneming van het in het eerste lid genoemde besluit.
- 3.
Dit besluit treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen dag.
- 4.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bindend adviesrecht omgevingsvergunningen Boxtel.
Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2023.
Mij bekend,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Ook de Omgevingswet maakt het mogelijk dat met een omgevingsvergunning wordt afgeweken van de regels van het omgevingsplan. Het kan dan gaan om in het omgevingsplan opgenomen (binnenplanse) mogelijkheden of om de zogenaamde buitenplanse mogelijkheden. In principe is het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag om te beslissen op een aanvraag om omgevingsvergunning. In uitzonderlijke gevallen is een ander bestuursorgaan bevoegd gezag, bijv. Gedeputeerde Staten of een minister. De wet voorziet niet in een algemene of generieke betrokkenheid van de gemeenteraad in de vergunningprocedure.
Artikel 16.15a van de Omgevingswet bepaalt echter dat de gemeenteraad gevallen kan aanwijzen waarin de gemeenteraad als adviseur wordt aangewezen bij een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. In artikel 16.15b is bepaald dat de beslissing op de aanvraag in zo’n geval wordt genomen met inachtneming van het advies. Hierdoor wordt het advies een zgn. bindend advies: als het advies van de gemeenteraad luidt dat niet moet worden ingestemd met de aanvraag dient de omgevingsvergunning door het college te worden geweigerd. Het gevolg van het aanwijzen van de gemeenteraad als adviseur is dat de beslistermijn voor de aanvraag omgevingsvergunning met vier weken wordt verlengd.
Huidige situatie
Onder het huidige recht geeft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) ook mogelijkheden om van het bestemmingsplan af te wijken. Het gaat dan om de in het bestemmingsplan opgenomen mogelijkheid om af te wijken en om de buitenplanse mogelijkheden om af te wijken. De buitenplanse mogelijkheden zijn er in twee varianten. De huidige afwijkingsmogelijkheden op grond van het Besluit omgevingsrecht om voor kleinere initiatieven af te wijken van het bestemmingsplan gaat als zodanig verdwijnen. Onder de Wabo bestaat daarnaast ook de mogelijkheid om af te wijken van het bestemmingsplan voor initiatieven die niet genoemd zijn in het Besluit omgevingsrecht. In de huidige situatie is dan een verklaring van geen bedenking van de gemeenteraad nodig tenzij de gemeenteraad categorieën van gevallen heeft aangewezen waarin deze verklaring niet nodig is. Dit is gebeurd in het Besluit vereiste verklaring van geen bedenkingen Boxtel zoals dat is vastgesteld op 10 december 2019.
Nieuwe situatie
Onder de Omgevingswet wordt de situatie feitelijk omgedraaid ten opzichte van de situatie onder de Wabo:
Van toepassing zijnde wetgeving |
Betrokkenheid gemeenteraad |
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
Een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) is vereist tenzij de raad (categorieën van) gevallen heeft vastgesteld waarin de vvgb niet nodig is. |
Omgevingswet |
Een (bindend) advies van de gemeenteraad is alleen vereist als de raad (categorieën van) gevallen heeft vastgesteld waarin zo’n advies is vereist. |
De in artikel 2, eerste lid, voorgestelde categorie-indeling is gebaseerd op het eerder genoemde Besluit vereiste verklaring van geen bedenkingen Boxtel.
Buitenplanse omgevingsplanactiviteiten van ondergeschikte betekenis
In het huidige Besluit omgevingsrecht is de mogelijkheid opgenomen om af te wijken van het bestemmingsplan voor het realiseren van planologische ondergeschikte initiatieven. Voorbeelden hiervan zijn antenne-installaties tot een hoogte van 40 m, functiewijzigingen bij bestaande panden en tijdelijke omgevingsvergunningen met een instandhoudingstermijn van maximaal 10 jaar. Niet uit te sluiten is dat bij bepaalde initiatieven op grond van de indeling in artikel 2 een bindend advies is vereist terwijl in de huidige situatie sprake is van een planologisch ondergeschikt initiatief. Dat is een ongewenste verzwaring van de procedure nu reeds vanaf 2003 het college zelfstandig bevoegd is te beslissen op aanvragen omgevingsvergunning voor planologisch ondergeschikte initiatieven zoals opgenomen in het huidige Besluit omgevingsrecht. Door de introductie van een categorie kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten waarvoor het bindend adviesrecht in ieder geval niet geldt, wordt dit voorkomen. Deze categorie kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten is gebaseerd op de belangrijkste categorieën van het huidige artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht.
Evaluatie
De categorie-indeling voor het bindend adviesrecht in artikel 2 is nagenoeg identiek aan de huidige categorie-indeling voor de verklaring van geen bedenkingen. Het ophogen van de grens van 5 woningen naar 12 woningen zorgt er voor dat de gemeenteraad pas bij meer omvangrijke initiatieven wordt betrokken dan voorheen.
Voorgesteld wordt om dit na twee jaar te evalueren waarbij de vraag beantwoord dient te worden of de betrokkenheid van de gemeenteraad nog voldoende is.
Ook kan de categorie-indeling van de aangewezen kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten dan geëvalueerd worden. Deze is in eerste instantie vrijwel ongewijzigd overgenomen van artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht. In de evaluatie kan bezien worden of deze categorie moet worden opgerekt of ingeperkt door het toevoegen of weglaten van categorieën of het wijzigen van oppervlakte- of hoogtegrenzen.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In het eerste lid wordt het begrip bebouwde kom gedefinieerd. Eerder werd daarvoor verwezen naar de definitie uit de bouwverordening. Nu deze echter vervalt met inwerkingtreding van de Omgevingswet is gekozen voor een in de ruimtelijke ordening gebruikelijke definitie.
De meeste gebruikte begrippen zijn al gedefinieerd in de Omgevingswet en het daarop gebaseerde Besluit bouwwerken leefomgeving en behoeven niet opnieuw gedefinieerd te worden. Dit wordt duidelijk in het tweede lid.
Artikel 2, eerste lid, onderdeel a.
In het Besluit vereiste verklaring van geen bedenkingen Boxtel wordt uitgegaan van een grens van 5 woningen. Deze grens is ontleend aan artikel 2.9 van de Crisis- en herstelwet. Thans wordt een grens van 12 woningen voorgesteld. In de jurisprudentie is een nadere invulling gegeven wanneer sprake is van een “stedelijke ontwikkeling” als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Voor een woningbouwontwikkeling geldt dat geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling bij niet meer dan 12 woningen. Het ligt voor de hand dat de gemeenteraad in ieder geval betrokken raakt bij een omgevingsvergunning door het bindend adviesrecht indien wél sprake is van een stedelijke ontwikkeling.
Artikel 2, tweede lid
Het eerste lid van artikel 2 bepaalt in eerste instantie wanneer een bindend advies is vereist. Het tweede lid bepaalt vervolgens de uitzondering: het bindend advies is niet vereist indien sprake is van buitenplanse omgevingsactiviteiten van ondergeschikte betekenis. Deze worden verder vastgelegd in artikel 3.
Artikel 3
De hier opgenomen kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten zijn gebaseerd op het huidige artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht. Enkele categorieën, die zelden of nooit toepassing vinden, worden niet overgenomen. Het gaat dan om installaties voor warmtekrachtkoppeling of mestbewerking en het gebruiken van recreatiewoningen voor permanente bewoning. Dit betekent niet dat hier geen toepassing aan gegeven kan worden maar dat een bindend advies nodig kan zijn, nl. indien het initiatief voldoet aan een of meer van de categorieën van artikel 2, eerste lid.
In onderdeel 8 wordt, in afwijking van het huidige Besluit omgevingsrecht, een andere maximale termijn voorgesteld om af te wijken, nl. vijftien jaar. Dit sluit aan bij de in het Besluit bouwwerken leefomgeving gehanteerde definitie van tijdelijk bouwwerk: bouwwerk met een instandhoudingstermijn van ten hoogste 15 jaar op dezelfde locatie. Deze termijn van 15 jaar is momenteel ook al opgenomen in de definitie van een tijdelijke bouwwerk in het Bouwbesluit 2012. Het Besluit omgevingsrecht maakt het slechts mogelijk maakt om voor een termijn van 10 jaar af te wijken van het bestemmingsplan. Dat onderscheid is niet meer nodig.
Bij kleine buitenplanse omgevingsactiviteiten kan het – ondanks het begrip klein - toch gaan om tamelijk grote ingrepen. Maar dan wel bij een bestaande woning of bestaand ander hoofdgebouw, waarbij die woning of dat hoofdgebouw in overeenstemming is met het bestaande planologisch regime.
Artikel 4 , tweede lid
Voor eventuele aanvragen die zijn of worden ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet maar waarop bij inwerkingtreding nog niet is beslist, is voorzien in overgangsrecht. Deze worden afgehandeld met inachtneming van het Besluit vereiste verklaring van geen bedenkingen Boxtel.
Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2023.
Mij bekend,
de griffier,
mw. I.H.M. Smits
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl