Beleidsregels omgevingsvergunning voor overschrijden van de standaardwaarde geluid 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels omgevingsvergunning voor overschrijden van de standaardwaarde geluid 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

gelet op

het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Art. 3.18 t/m 3.53, 12.1, 12.7, 12,8, & 12.13, Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) artikel 4.101 t/m 4.103, 4.105 & 5.23, Omgevingswet (Ow) Artikel 2.11, - 2.14, 2.43 en Omgevingsregeling (Or) 3.1 t/m 3.28, 12.78 & bijlage IVc,

besluit vast te stellen

Beleidsregels omgevingsvergunning voor overschrijden van de standaardwaarde geluid 2024

Paragraaf I. Inleiding

De Omgevingswet en het Besluit kwaliteit leefomgeving regelen de toegestane geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen. Ook worden er grenzen gesteld aan de geluidsbelasting van woonwagenstandsplaatsen en ligplaatsen voor woonschepen. In alle gevallen gaat het om de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door wegen, spoorwegen en industrieterreinen binnen de geluidsaandachtsgebieden van deze bronnen.

De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting wordt de standaardwaarde genoemd. Als niet aan deze standaardwaarde kan worden voldaan, is het mogelijk om hier onder voorwaarden van af te wijken. Over het algemeen zijn burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de gemeente bevoegd om hiervan af te wijken. In afdeling 3.5 van het Bkl zijn de bevoegdheden vastgelegd.

Deze beleidsregels geven de voorwaarden aan waaronder er afgeweken kan worden van de standaardwaarden als gesteld in art 3.34 lid 1 onder a.

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van art 3.52 Bkl alleen afwijken van de standaardwaarde als is gebleken dat:

  • 1.

    de geluidsbelasting niet kan worden verlaagd tot de standaardwaarde;

  • 2.

    de geluidsbelasting kan worden verlaagd tot de standaardwaarde, maar dat dit leidt tot overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard;

  • 3.

    de gecumuleerde geluidsbelasting niet leidt tot een onaanvaardbaar geluidsniveau in de woning op basis van art 3.53 Bkl.

Dit beleid heeft zowel betrekking op nieuwe geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige locaties die op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit mogen worden gebouwd, als op woonfuncties die ontstaan door splitsing van afzonderlijke woonfuncties en op geluidgevoelige functies die ontstaan door transformatie van niet geluidgevoelige functies tot geluidgevoelige functies.

Externe instanties, zoals Rijkswaterstaat, de spoorwegbeheerder of het college van burgemeester en wethouders van een naastgelegen gemeente kunnen een verzoek bij college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen indienen voor afwijken van de standaardwaarde indien een geluidsgevoelige bestemming binnen de grenzen van de gemeente Nijmegen ligt. Deze verzoeken komen niet vaak voor en hebben meestal betrekking op de aanleg van een (spoor)weg en de aanleg of uitbreiding van industrieterreinen.

Artikel 1 Algemeen

Deze beleidsregels betreft de lokale uitwerking van de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van voorschriften voor het afwijken van Art 3.34, 3.35 Bkl, Art 2.11 Ow en art. 3.5 Or.

Deze beleidsregels hebben betrekking op de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders tot het toelaten van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen en geluidgevoelige locaties en het wijzigen van bestaande geluidsgevoelige gebouwen en geluidgevoelige locaties binnen geluidaandachtgebieden.

Artikel 2 Begrippen

In aanvulling op de Art. 3.1 t/m 3.28, 12.78 Or en bijlage IV c

Aan de geluidluwe gevel gelegen buitenruimte:

Aan een woning toegewezen buitenruimte waar de geluidbelasting op het 1,5 meter boven de buitenruimte op het gevelvlak voor alle geluidsbronnen waarvoor het gebouw geheel of gedeeltelijk binnen het geluidsaandachtsgebied ligt, lager is dan de standaardwaarde.

Buitenruimte:

Tuin, balkon, loggia, dakterras e.d. die voldoen aan de eisen van het Bbl.

Gecumuleerde geluidsbelasting:

Geluidbelasting van alle verschillende bronsoorten samen berekend volgens art 3.25 Or.

Geluidluwe gevel:

Geluidsgevoelige gevel van een geluidgevoelige gebouw waar de geluidsbelasting voor alle geluidsbronnen waarvoor het gebouw geheel of gedeeltelijk binnen het geluidsaandachtsgebied ligt, lager is dan de standaardwaarde.

Geluidluw georiënteerde slaapkamer:

Een slaapkamer waarvan alle te openen geveldelen een geluidbelasting ervaren lager dan de standaardwaarde per bronsoort.

Geluidaandachtgebied :

De zone rond een gemeenteweg met een intensiteit groter dan 1000 mvt/etmaal of rond een industrieterrein, weg of spoorweg waarvoor Geluidproductieplafonds (gpp’s) zijn bepaald waar de geluidbelasting mogelijk de standaardwaarde voor die geluidbron kan overschrijden.

Standaardwaarde:

De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting binnen het geluidaandachtsgebied van een weg, spoorweg of industrieterrein zoals vastgelegd in art 3.34a Bkl.

Artikel 3 Voorwaarden

Voor een nieuw te realiseren geluidsgevoelige functie wordt kan deze vergunning worden verleend waarbij wordt afgeweken van de standaardwaarde als ten minste aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Het is een woning en de woning vervangt bestaande bebouwing;

  • 2.

    Het is een woning en de woning schermt bestaande of nieuw te bouwen geluidgevoelige bestemmingen doelmatig af (in aantal ten minste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend;

  • 3.

    Het is een woning en de woning vult een open plaats op tussen de bestaande bebouwing;

  • 4.

    Het is een woning en de woning is een bedrijfswoning;

  • 5.

    Het is een woning en de woning ligt in binnen een straal van 500 m vanaf een OV knooppunt;

  • 6.

    Het is een woning en de woning ontstaat door splitsing of omzetting;

  • 7.

    Het betreft een geluidgevoelige functie anders dan een woning.

Artikel 4 Indeling en uitwerking

  • 1. Een nieuw te bouwen woning heeft ten minste één geluidsluwe zijde;

  • 2. Een nieuw te bouwen woning heeft ten minste één buitenruimte van deze woning ligt aan de geluidsluwe zijde;

  • 3. Voor een nieuw te bouwen woning geld: als de geluidsbelasting van de woning groter is dan 58 dB wegverkeer en/ railverkeer of 50 dB industrielawaai, dan is er sprake van tenminste een geluidsluw georiënteerde slaapkamer.

Artikel 5

De indiener van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het overschrijden van standaardwaarde van geluid kan een gemotiveerd verzoek indienen bij het college van burgemeester en wethouders om af te mogen wijken van de voorwaarden genoemd in de artikelen 3 en 4 van deze beleidsregels. Het college van burgemeester en wethouders kan een afwijkend besluit nemen als er naar hun oordeel redelijkerwijs niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan.

Paragraaf II Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6 Titel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels vergunning voor overschrijden van de standaardwaarde geluid 2024”.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking onder gelijktijdige intrekking van de “Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidshinder 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 5 december 2023.

De Gemeentesecretaris,

A.P.W. van de Klift

De Burgemeester,

H.M.F. Bruls

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Geluid aandachtgebied:

Een aandachtsgebied is het gebied waar verwacht wordt dat voor een bron de standaardwaarde overschreden kan worden. Voor bepaling kan gebruik worden gemaakt van GPP’s, de basisgeluidsemissie, en de richtlijnen uit de regeling Omgevingswet. Een aandachtsgebied wordt bepaald op basis van de GPP’s of bij gemeentelijke wegen met de instructieregels uit de Omgevingsregeling. Voor de laatste geldt dat er ook een begrenzing op basis van rekenkundige onderbouwing gemaakt kan worden.

Bij een doelsnelheid van 30 km/u:

Het aandachtsgebied wordt gemeten vanuit de as van een rijbaan;

  • tot 1000 mvt/etm is er geen aandachtgebied;

  • tot 2500 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 50 m;

  • tot 5000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 100 m;

  • bij meer dan 5000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 150 m.

Bij een doelsnelheid hoger dan 30 km/u:

Het aandachtsgebied wordt gemeten vanaf de rand van de hoofdrijbanen. Voor bepaling van de breedte wordt gemeten vanaf de rand van de hoofdrijbaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen elementverharding en andere verhardingssoorten;

Voor wegen met een elementverharding:

  • tot 2500 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 50 m;

  • tot 5000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 100 m;

  • tot 10000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 200 m;

  • tot 15000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 250 m;

  • tot 20000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 300 m;

  • tot 30000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 350 m;

  • bij meer dan 30000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 400 m.

Voor wegen met een asfaltverharding of gelijkwaardig:

  • tot 2500 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 100 m;

  • tot 5000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 100 m;

  • tot 10000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 100 m;

  • tot 15000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 150 m;

  • tot 20000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 200 m;

  • tot 30000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 250 m;

  • bij meer dan 30000 mvt/etm is de breedte van het aandachtgebied 300 m.

Geluidluw gelegen slaapkamer:

Voor deze ruimte ligt het accent op de mogelijkheid tot het benutten van een spuivoorziening.

Geluidluw gelegen buitenruimte:

Voor deze ruimte geld dat er sprake moet zijn van een geluidsluw klimaat daar waar die ruimte benut wordt

Artikel 3

We willen het aantal woningen met een geluidsbelasting boven de standaardwaarde zo veel als mogelijk beperken. In artikel 3 staat in welke situaties hogere geluidsbelastingen aanvaardbaar zijn. We vinden hogere waarden aanvaardbaar als bestaande woningen worden vervangen of als een woning wordt toegevoegd tussen of binnen de kaders van de bestaande bebouwing. Verder accepteren we hogere geluidsbelastingen als de woningen als geluidsschermen dienen voor de achterliggende bebouwing. Voor sommige bedrijfstakken is het nodig dat er iemand bij het bedrijf woont, voor dergelijke bedrijfswoningen stellen we zo nodig ook hogere waarden vast. Spoorwegstations liggen vaak in (openbaar)vervoersknooppunten. Mensen die dicht bij een treinstation wonen zullen sneller geneigd zijn om de trein te nemen, waardoor de automobiliteit vermindert. We willen het gebruik van openbaar vervoer stimuleren, daarom accepteren we de hogere geluidsbelasting bij de woningen in de buurt van stations.

Wij accepteren overige maatschappelijke functies altijd daar de omvang van de vaak grotere omvang van de objecten het mogelijk maakt om indien nodig geluidsluwe buitenruimtes en geluidsluw georiënteerde slaapvertrekken te oriënteren.

Artikel 4

Bij het bouwen op een geluidbelaste locatie is een goed gebouwontwerp van groot belang. Met geluidsisolatie bereik je alleen rust in de woning. Door de woning goed te positioneren ten opzichte van de geluidsbron kan een geluidsluwe zijde worden gemaakt. Het huis werkt dan als geluidsscherm. Een geluidsluwe zijde geeft bewoners de mogelijkheid zich te onttrekken aan de hoge geluidsbelasting als de tuin of het balkon aan deze geluidsluwe zijde liggen.

Een ander voordeel van een geluidsluwe zijde is dat er minder lawaai de woning binnenkomt via de ramen die aan de geluidsluwe zijde liggen. Als de slaapkamerramen aan de geluidsluwe zijde liggen dan hebben bewoners de vrijheid om met open raam te slapen.

Artikel 8

Woningbouw op geluidbelaste locaties begint met een goed stedenbouwkundig plan. Door bij de verkaveling rekening te houden met de aanwezige geluidsbronnen kan in de meeste gevallen worden voldaan aan de indelingseisen. Het kan acceptabel zijn om een hogere waarde vast te stellen als een plan niet of slechts gedeeltelijk voldoet aan de situerings- en indelingseisen. Om deze afweging te kunnen maken moet de initiatiefnemer laten zien hoe hij tot zijn ontwerp is gekomen.